Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.294
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202401491/2/A2

Bij besluit van 20 december 2023 heeft de examencommissie mondzorgkunde van de Hogeschool Inholland [verzoekster] voor de duur van één studiejaar jaar uitgesloten van deelname aan toetsen. [verzoekster] is vierdejaarsstudent aan de opleiding Mondzorgkunde bij de Hogeschool Inholland. Op 6 december 2023 heeft een surveillant bij de examencommissie melding gemaakt van onregelmatigheden tijdens de toets Tandheelkundige Radiologie, die betrekking hebben op [verzoekster]. Naar aanleiding hiervan heeft de examencommissie [verzoekster] voor de duur van één studiejaar uitgesloten van deelname aan toetsen omdat zij volgens de examencommissie op 6 december 2023 antwoorden van de toets heeft doorgegeven aan een medestudent. Bij deze beslissing heeft de examencommissie er rekening mee gehouden dat sprake is van ‘ernstige fraude’ omdat [verzoekster] in voorgaande jaren al meer dan eens bij onregelmatigheden, fraude en plagiaat betrokken is geweest. Op 8 maart 2024 heeft de voorzitter van het CBE de voorlopige voorziening getroffen dat [verzoekster] totdat door de Afdeling op het beroep is beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1227
Datum uitspraak
26 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202401491/2/A2

202401802/1/V1

Bij besluiten van 7 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1320
Datum uitspraak
26 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401802/1/V1

202401802/2/V1

Bij besluiten van 7 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1319
Datum uitspraak
26 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401802/2/V1

202401883/2/V2

Bij besluit van 28 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1314
Datum uitspraak
26 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401883/2/V2

202203550/1/R3

Het gaat om een besluit van het college waarbij de gemaakte kosten voor de toepassing van bestuursdwang tot een bedrag van € 19.441,90 zijn verhaald op [appellant]. De toegepaste bestuursdwang bestond uit het verwijderen van asbesthoudende dakplaten op de woning van [appellant] aan de [locatie] in Deventer en het weer dichtmaken van het dak. Het gaat om een besluit van het college waarbij de gemaakte kosten voor de toepassing van bestuursdwang tot een bedrag van € 19.441,90 zijn verhaald op [appellant]. De toegepaste bestuursdwang bestond uit het verwijderen van asbesthoudende dakplaten op de woning van [appellant] aan de [locatie] in Deventer en het weer dichtmaken van het dak. [appellant] heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft dat beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1230
Datum uitspraak
26 maart 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202203550/1/R3

202305940/4/A3

Op verzoek van een partij kan ingevolge artikel 8:15 van de Awb elk van de rechters die een zaak behandelt, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1232
Datum uitspraak
26 maart 2024
  • Wraking
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202305940/4/A3

202207094/1/V3

Bij besluit van 17 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 6 december 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, de opheffing van de maatregel van bewaring met ingang van die dag bevolen en schadevergoeding toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1205
Datum uitspraak
25 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202207094/1/V3

202300744/1/V3

Bij besluit van 17 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 26 januari 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, de opheffing van de maatregel met ingang van die dag bevolen en schadevergoeding toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1206
Datum uitspraak
25 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202300744/1/V3

202303619/1/V2

Bij besluit van 14 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer heeft en hem opgedragen Nederland binnen 28 dagen te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1207
Datum uitspraak
25 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202303619/1/V2

202305245/1/V3

Bij besluit van 26 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1201
Datum uitspraak
25 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202305245/1/V3

202400693/1/V3

Bij besluit van 18 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling de toegang tot Nederland geweigerd en hem een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1191
Datum uitspraak
25 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202400693/1/V3

202401121/1/V3

Bij besluit van 19 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten. Bij uitspraak van 7 februari 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1208
Datum uitspraak
25 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202401121/1/V3

202401282/1/V2 en 202401282/2/V2

Bij besluit van 30 juni 2021, aangevuld bij besluit van 27 januari 2023, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1212
Datum uitspraak
25 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401282/1/V2 en 202401282/2/V2

202401324/1/V2

Bij besluit van 19 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1202
Datum uitspraak
25 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401324/1/V2

202401420/1/V3 en 202401420/3/V3

Bij besluit van 29 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1214
Datum uitspraak
25 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401420/1/V3 en 202401420/3/V3

202401421/1/V3

Bij besluit van 11 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 27 februari 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1213
Datum uitspraak
25 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202401421/1/V3

202401422/1/V3

Bij besluit van 1 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1203
Datum uitspraak
25 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401422/1/V3

202401523/1/V2 en 202401523/2/V2

Bij besluit van 1 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1211
Datum uitspraak
25 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401523/1/V2 en 202401523/2/V2

202401568/1/V3

Bij besluit van 19 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 5 maart 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1209
Datum uitspraak
25 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202401568/1/V3

BRS.24.000027

Bij besluit van 29 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1185
Datum uitspraak
25 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000027

202106411/1/V2

Bij besluit van 5 december 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen. Ook heeft de staatssecretaris een verzoek van de vreemdeling om opheffing van het tegen hem uitgevaardigde inreisverbod afgewezen. Bij besluit van 2 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij aanvullend besluit van 19 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de duur van het door hem tegen de vreemdeling uitgevaardigde inreisverbod verkort naar twee jaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1190
Datum uitspraak
22 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106411/1/V2

202108071/1/V1

Bij besluit van 17 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1192
Datum uitspraak
22 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202108071/1/V1

202204275/1/V2

Bij besluit van 7 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1193
Datum uitspraak
22 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204275/1/V2

202206194/1/V1

Bij formulier van 22 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de vreemdeling meegedeeld dat hij niet is toegelaten tot de Landelijke Vreemdelingenvoorziening (hierna: de LVV).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1204
Datum uitspraak
22 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202206194/1/V1

202301546/1/V3

Bij besluit van 6 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1195
Datum uitspraak
22 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202301546/1/V3

202301981/1/V2

Bij besluit van 23 december 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1198
Datum uitspraak
22 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202301981/1/V2

202302807/1/V3

Bij besluiten van 21 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1200
Datum uitspraak
22 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202302807/1/V3

202306838/2/V2

Bij besluit van 28 februari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1210
Datum uitspraak
22 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Opvang asielzoekers
  • uitspraakin de zaak202306838/2/V2

202401510/1/V2 en 202401510/2/V2

Bij besluit van 15 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1196
Datum uitspraak
22 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401510/1/V2 en 202401510/2/V2

BRS.24.000054

Bij besluit van 28 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij besluit van 22 januari 2024 heeft de staatssecretaris de termijn van deze bewaringsmaatregel verlengd met ten hoogste twaalf maanden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1175
Datum uitspraak
22 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000054

202203196/1/V3

Bij besluit van 19 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1176
Datum uitspraak
21 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203196/1/V3

202205913/1/V2

Bij besluit van 8 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en heeft hij geweigerd de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1121
Datum uitspraak
21 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205913/1/V2

202400213/1/V3

Bij besluit van 20 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen te verlaten (hierna: het terugkeerbesluit).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1178
Datum uitspraak
21 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202400213/1/V3

202400428/2/A3

Bij het besluit op bezwaar van 5 oktober 2022 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan VVNL alsnog dispensatie verleend van het besluit tot algemeen verbindend verklaring van de cao Particuliere Beveiliging 2021-2023 en de cao Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging 2021-2026.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1330
Datum uitspraak
21 maart 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • uitspraakin de zaak202400428/2/A3

202400883/1/V3

Bij besluit van 10 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1180
Datum uitspraak
21 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400883/1/V3

202400953/1/V3

Bij besluiten van 15 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1199
Datum uitspraak
21 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400953/1/V3

202401234/1/V3 en 202401234/2/V3

Bij besluiten van 15 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1183
Datum uitspraak
21 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401234/1/V3 en 202401234/2/V3

202401302/1/V3

Bij besluit van 14 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1197
Datum uitspraak
21 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401302/1/V3

202401596/2/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1184
Datum uitspraak
21 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401596/2/V1

BRS.24.000060

Bij besluit van 14 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1115
Datum uitspraak
21 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000060

202306522/2/R2

Deponie Zuid en VTB hebben beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van de gemeente Tilburg van 6 juli 2023 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Spinder 2017". De raad heeft de vertrouwelijke versies van een aantal gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1116
Datum uitspraak
21 maart 2024
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202306522/2/R2

202104744/1/V1

Bij besluiten van 19 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1117
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104744/1/V1

202205768/1/V3

Bij besluit van 1 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer heeft. Bij besluit van 9 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1118
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202205768/1/V3

202301935/1/V1

Bij besluit van 8 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd. Bij uitspraak van 27 februari 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1122
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202301935/1/V1

202306687/1/V2 en 202306687/2/V2

Bij brief van 22 september 2023 heeft de vreemdeling De Afdeling bestuursrechtspraak verzocht om herziening van de uitspraak van 21 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3573. Ook heeft zij de Afdeling verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1177
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202306687/1/V2 en 202306687/2/V2

202400993/2/V1

Bij besluit van 15 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1179
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400993/2/V1

202401198/1/V3 en 202401198/2/V3

Bij besluit van 12 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1124
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401198/1/V3 en 202401198/2/V3

202401276/1/V3 en 202401276/2/V3

Bij besluit van 27 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1123
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401276/1/V3 en 202401276/2/V3

202401470/1/V3

Bij besluit van 26 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1125
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401470/1/V3

202401606/1/V2

Bij besluiten van 26 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1194
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401606/1/V2

BRS.24.000028

Bij besluit van 30 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1104
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000028

202002631/3/R2

Bij tussenuitspraak van 6 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1886, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Goirle opgedragen om binnen 26 weken na verzending van die uitspraak de daarin omschreven gebreken in het op 18 februari 2020 vastgestelde bestemmingsplan "[locatie 1]" te herstellen met inachtneming van hetgeen in die uitspraak is overwogen over de gebreken in dat besluit. Het plan voorziet in de realisatie van een pension voor 45 honden en 20 katten op het perceel [locatie 1] te Riel. Het plangebied ligt ten zuidwesten van de bebouwde kom van Riel, in het buitengebied. Het betreft een voormalig agrarisch bedrijfsperceel met een boerderij en bijgebouwen, waarin wordt beoogd bedrijfsmatig de honden en katten te huisvesten (een dierenpension). Ook mag op dit perceel worden gewoond in een bedrijfswoning. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 2] en [appellant sub 2] aan de [locatie 3], in de directe omgeving van het plangebied. Zij kunnen zich niet met het plan verenigen zoals dat gewijzigd is vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1134
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202002631/3/R2

202002760/2/R3

Bij besluit van 27 oktober 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van zijn woning aan de [locatie 1] in Den Haag door het plaatsen van een dakterras op de uitbouw van de winkel aan de [locatie 2] in Den Haag. [vergunninghouder] heeft een dakterras gerealiseerd op de uitbouw van de winkel aan de [locatie 2] in Den Haag. Om dit dakterras te legaliseren, heeft hij een aanvraag om verlening van een omgevingsvergunning ingediend. Het college heeft toepassing gegeven aan de afwijkingsbevoegdheid. [appellant A] is eigenaar van de panden aan de [locatie 3] en [locatie 4] en van de woning aan de [locatie 5] in Den Haag. [bedrijf] is huurder van de woning aan de [locatie 5]. Het dakterras rust op de fundering van de muren van de panden aan de [locatie 3] en [locatie 4] en [locatie 5]. Het hekwerk van het dakterras is in de muur van [locatie 5] verankerd. [appellanten] zijn het niet eens met de verlening van de omgevingsvergunning

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1157
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002760/2/R3

202103425/1/R4

Bij besluit van 21 januari 2021 heeft de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming geweigerd handhavend op te treden tegen de Centrale Organisatie voor Opslag en Verwerking van Radioactief Afval N.V.. Bij besluit van 15 april 2021 heeft de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming het door [appellante] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] betoogt dat de ANVS haar verzoek om handhavend op te treden ten onrechte heeft afgewezen. Zij wijst erop dat COVRA geen openheid heeft gegeven over de wijze waarop zij haar tarieven vaststelt aan het algemeen publiek en, blijkens het besluit van 15 april 2021, ook slechts in zeer beperkte mate openheid heeft gegeven aan de ANVS zelf. Dat betekent volgens [appellante] dat COVRA haar tarieven in elk geval niet op transparante wijze heeft vastgesteld, en dat daardoor ook niet kan worden beoordeeld of die tarieven wel op objectieve en niet-discriminerende wijze zijn vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1152
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kernenergie
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103425/1/R4

202103686/1/A3

Bij besluit van 15 november 2019 (hierna: primair besluit 1) heeft de korpschef van politie een verzoek om openbaarmaking op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) gedeeltelijk afgewezen. Op 19 augustus 2019 heeft [appellant] de korpschef verzocht om digitale kopieën van alle documenten betreffende zijn aangifte met het nummer PL1100-2017105702-1 (dan wel nummer PL1228-2014031718-1) en de daarop volgende klachten onder meer over de weigering van twee politiemedewerkers om aangifte op te nemen van nieuwe strafbare feiten. Naar aanleiding van dit verzoek heeft de korpschef een zoekslag gedaan naar documenten. Dit heeft 26 documenten opgeleverd die onder het verzoek vallen. De korpschef heeft de openbaarmaking van vijf van deze documenten geweigerd. De overige documenten zijn in kopie aan [appellant] toegezonden, waarbij bepaalde passages onleesbaar zijn gemaakt. Op 22 maart 2020 heeft [appellant] in aanvulling op zijn eerdere verzoek, verzocht om openbaarmaking van alle e-mails, inclusief bijlagen, uit de mailboxen van de twee politiemedewerkers die de aangifte met het nummer PL1100-2017105702-1 hebben behandeld, uit de back-up bestanden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1150
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202103686/1/A3

202105037/1/A3

Bij besluit van 28 januari 2020 heeft de minister beslist op het verzoek van [appellante] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur om informatie over een melding bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. [appellante] heeft in 2019 een verzoek gedaan op grond van de Wob om informatie over een melding die het Groene Hart Ziekenhuis heeft gedaan bij de inspectie over een mogelijke calamiteit. Die mogelijke calamiteit betreft het overlijden van het ongeboren kind van [appellante]. [appellante] betoogt dat uit de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en de wetsgeschiedenis niet blijkt dat toestemming van de patiënt voor openbaarmaking van medische gegevens slechts in een concreet geval en voor een bepaald doel kan worden gegeven. Zij stelt dat de rechtbank dat niet heeft gemotiveerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1171
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202105037/1/A3

202105726/1/A3

Bij twee te onderscheiden besluiten van 15 augustus 2017 en bij besluit van 11 juli 2019 heeft de minister voor Rechtsbescherming drie aanvragen van [appellant] voor een Verklaring Omtrent het Gedrag afgewezen. [appellant] heeft op 12 maart 2017 een VOG aangevraagd voor de functie van vakdocent op een basisschool, op 4 mei 2017 voor de functie van medewerker van een kinderopvang en op 16 maart 2019 voor de functie van vrijwilliger bij een sportclub. In het Justitieel Documentatiesysteem (hierna: JDS) zijn justitiële gegevens over [appellant] met betrekking tot zedendelicten bekend. In het JDS is over [appellant] opgenomen dat hij onherroepelijk is vrijgesproken van het ten laste gelegde vier keer plegen van ontucht met een minderjarige die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet van zestien jaren heeft bereikt en van het ten laste gelegde twee keer vervaardigen en bezit van kinderporno. Daarnaast is een zaak waarin [appellant] verdacht werd van ontucht met een minderjarige met een leeftijd beneden de twaalf jaren (artikel 244 van het Wetboek van Strafrecht) afgedaan met een technisch sepot wegens onvoldoende bewijs.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1141
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202105726/1/A3

202106843/1/R3

Bij besluit van 3 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag van burgemeester en wethouders van Den Haag geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een aanbouw op het perceel [locatie] te Den Haag. Bij besluit van 1 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag van burgemeester en wethouders van Den Haag het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] is eigenaar en bewoner van de woning op het perceel. Bij de aanschaf van de woning in 2012 stond op het achtererf van het perceel een houten schuur van ongeveer 24 m2. Ter plaatse van het perceel geldt het bestemmingsplan "Transvaal" vastgesteld op 10 maart 2011. Uit artikel 14.2.2, aanhef en onder a, van de planregels volgt dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen niet meer mag bedragen dan 50% van het totale zij- en achtererf, met een maximum van 35 m² per perceel. In 2018 is [appellant] gestart met bouwwerkzaamheden om de houten schuur te vervangen door een stenen aanbouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1128
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202106843/1/R3

202106904/1/R3

Bij besluit van 28 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland drie verzoeken van [appellante] om handhavend op te treden tegen vermeende overtredingen op de percelen [locatie 1] en [locatie 2] te Deurningen afgewezen. Bij besluit van 21 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en de motivering van het besluit van 28 juli 2020 aangevuld. [partij], handelend onder de naam [restaurant], exploiteert op het perceel [locatie 2] te Deurningen een horecagelegenheid. Hij wil deze horecagelegenheid uitbreiden naar het pand op het naastgelegen perceel [locatie 1]. In dit pand wil [partij] een ijssalon, een indoorspeelruimte en een eetgedeelte realiseren. Op het voorterrein van het perceel [locatie 1] wil [partij] een terras realiseren. [appellante] woont op het perceel aan [locatie 3] in Deurningen. Dit perceel grenst aan de achterzijde aan het perceel [locatie 1].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1130
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202106904/1/R3

202106909/1/R3

Bij besluit van 31 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het intern verbouwen van een monumentale woning en het gebruik van dat bouwwerk en van gronden in afwijking van het bestemmingsplan op het perceel [locatie 1] te Deurningen. Bij besluit van 13 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard onder aanpassing van de motivering van het besluit van 31 maart 2020. [partij] exploiteert op het perceel [locatie 2] in Deurningen een horecagelegenheid onder de naam [restaurant]. Hij wil de horecagelegenheid uitbreiden naar het pand op het naastgelegen perceel [locatie 1] en in dit pand een ijssalon, een indoorspeelruimte en een eetgedeelte realiseren. Op het voorterrein van het perceel wil [partij] een terras realiseren. Het pand is een gemeentelijk monument. [appellante] woont op het perceel aan [locatie 3] in Deurningen. Haar perceel grenst aan de achterzijde aan het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1131
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202106909/1/R3

202106910/1/R3

Bij besluit van 24 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland aan [belanghebbende], handelend onder de naam Pelle’s Eten & Drinken, een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van een gemeentelijk monument en het veranderen van de voorgevel en het vervangen van kozijnen van het pand op het perceel Hoofdstraat 7 te Deurningen. De verandering van de voorgevel bestaat uit het vervangen van het bestaande winkelraam door twee vensters. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat het is ingesteld namens de verkeerde persoon. [appellant] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de aanvraag tijdens de bezwaarfase is gewijzigd en dat het besluit op de aanvraag is gewijzigd, terwijl er al een besluit op de aanvraag was. Daardoor is ten onrechte twee keer op de aanvraag beslist. Bij het besluit op bezwaar zijn bovendien eerdere bijlagen verwijderd en andere bijlagen toegevoegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1165
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202106910/1/R3

202201622/1/A3

Bij besluit van 25 maart 2021 heeft de burgemeester van Vijfheerenlanden besloten de woning aan de [locatie] in Leerdam voor de duur van drie maanden te sluiten. [appellant A] en [appellante B] woonden met hun destijds vijfjarige zoon in een huurwoning aan de [locatie] in Leerdam. Zij huurden deze woning van Stichting Kleurrijk Wonen. In het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar een crimineel samenwerkingsverband gericht op de handel in verdovende middelen, heeft de politie [appellant A] op 15 februari 2021 in de woning aangehouden en de woning doorzocht. Met de bestuurlijke rapportage van 26 februari 2021 en de aanvullende bestuurlijke rapportage van 19 maart 2021 heeft de politie de burgemeester geïnformeerd over de bevindingen uit het strafrechtelijk onderzoek. In deze rapportages is vermeld dat in de woning in totaal 25,66 gram cocaïne is aangetroffen, verpakt in 66 ponypacks. Ook is ruim € 5.500,-- aan contant geld gevonden. Verder is vermeld dat [appellant A] werd aangestuurd om vanuit de woning, die als uitvalsbasis diende, verdovende middelen te leveren aan klanten, waarbij de afnemers onder meer in de directe omgeving van de woning drugs geleverd konden krijgen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1145
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202201622/1/A3

202201948/1/A3

[appellant] en anderen hebben tegen het uitblijven van een reactie op hun brieven waarin zij de Trustbelastingdienst verzocht hebben uitvoering te geven aan het exoneratie-arrest van de Hoge Raad van de Kinderen van 8 december 2020 en het uitblijven van een besluit op hun verzoek op grond van de Wet openbaar bestuur beroep ingesteld bij de rechtbank. [appellant A] en anderen vinden dat zij recht hebben op een erfdeel van € 1.500.000,- uit een geboortetrust. Dit recht blijkt volgens hen uit het exoneratie-arrest van de Hoge Raad van de Kinderen. Naar aanleiding van dit arrest hebben [appellant A] en anderen de Trustbelastingdienst verzocht om uitvoering te geven aan hun beneficiaire aanvaarding van dat erfdeel door het ondertekenen en voorzien van een stempel van de algemene volmacht, waarmee de procedure om de erfenis tot uitkering te laten komen in gang wordt gezet. Zij hebben daartoe documenten toegestuurd aan de Trustbelastingdienst. De brieven zijn gestuurd naar een postbusnummer van de Belastingdienst in Heerlen. Ook hebben [appellant A] en anderen een Wob-verzoek ingediend om duidelijk te krijgen wie verantwoordelijk is voor het beantwoorden van hun brieven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1170
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202201948/1/A3

202202224/1/R4

Bij besluit van 17 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Brummen het bestemmingsplan "[locatie 1] Tonden" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op het perceel [locatie 1] in Tonden. Op het perceel staat een woning met de daarbij behorende bebouwing. De gronden zijn verder in gebruik als tuin. Deze woning was voorheen de tweede bedrijfswoning bij de naastgelegen melkrundveehouderij van de maatschap aan de [locatie 2]. Het plan is vastgesteld op verzoek van [partij A], die eigenaar en bewoner is van het perceel [locatie 1]. [partij A] maakte voorheen deel uit van de maatschap die de melkrundveehouderij exploiteerde, maar hij is in of omstreeks 2005 uit de maatschap getreden. Daardoor is de situatie ontstaan dat de [locatie 1] wordt bewoond door personen die geen functionele binding hebben met de melkrundveehouderij, wat in strijd was met de voorheen geldende planologische regimes. De raad heeft op verzoek van [partij A] de (voormalige) tweede bedrijfswoning bestemd als een plattelandswoning en daarmee de planregeling in overeenstemming gebracht met het feitelijke gebruik van de woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1148
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202202224/1/R4

202202455/1/A3

Bij besluit van 28 augustus 2020 heeft de burgemeester van Zoeterwoude de woning aan [locatie] in Zoeterwoude voor de duur van zes maanden gesloten. Bij besluit van 6 januari 2021 heeft de burgemeester van Zoeterwoude het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [wederpartij] huurde vanaf 7 mei 2020 de woning aan [locatie] in Zoeterwoude. Uit meldingen van buren en informatie van de politie is volgens de burgemeester gebleken dat [wederpartij] meerdere malen voor forse overlast heeft gezorgd waardoor het woongenot van haar buren ernstig is aangetast. De burgemeester heeft op 28 augustus 2020 daarom besloten om de woning op grond van artikel 174a van de Gemeentewet voor de duur van zes maanden te sluiten. Aan de sluiting heeft de burgemeester een bestuurlijke rapportage van 27 augustus 2020 ten grondslag gelegd. Daarin staan meldingen die over [wederpartij] gaan en gaan over schelden, bedreigen, met een stok zwaaien, een deuk in een regenpijp slaan, over de schutting schreeuwen, een slipper naar een bejaarde man gooien en in de nacht op ramen bonken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1142
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202202455/1/A3

202202986/1/R3

Bij besluit van 27 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Losser geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen ter legalisatie van de geplaatste zonnepanelen op het perceel nabij [locatie] in De Lutte. Bij besluit van 4 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Losser het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] heeft op 4 oktober 2020 een omgevingsvergunning aangevraagd voor de legalisatie van de al op zijn perceel aanwezige zonnepanelen. De zonnepanelen zijn in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied", dat aan het perceel de bestemming "Agrarisch - 2" heeft toegekend. Het college wenst geen medewerking te verlenen aan het afwijken van het bestemmingsplan. De reden hiervoor is dat de aanvraag leidt tot een onaanvaardbare afbreuk van het bebouwingsbeeld, de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden. In navolging van het advies van de bezwaarschriftencommissie heeft het college in het besluit van 4 mei 2021 het door [appellant] gemaakte bezwaar tegen het besluit van 27 november 2020 ongegrond verklaard en de weigering in stand gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1129
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202202986/1/R3

202203018/1/A3

Bij besluit van 22 juli 2020 heeft de burgemeester van Den Haag de exploitatievergunning, drank- en horecavergunning en aanwezigheidsvergunning voor twee kansspelautomaten van [wederpartij] voor [bedrijf] aan [locatie] te Den Haag, voor onbepaalde tijd ingetrokken. Bij besluit van 12 november 2020 heeft de burgemeester van Den Haag het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [wederpartij] had een exploitatievergunning, drank- en horecavergunning en aanwezigheidsvergunning voor twee kansspelautomaten voor zijn horecazaak [bedrijf]. De burgemeester heeft naar aanleiding van een handhavingsverzoek van de bewoner van de boven [bedrijf] gelegen woning deze vergunningen voor onbepaalde tijd ingetrokken en de intrekkingen in bezwaar gehandhaafd. De burgemeester heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat [wederpartij] ‘in enig opzicht van slecht levensgedrag’ is als bedoeld in artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b, van de Drank- en Horecawet. [wederpartij] heeft hiertegen beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1144
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202203018/1/A3

202203316/1/A3

Bij besluit van 12 maart 2021 heeft de minister voor Rechtsbescherming het verzoek van [appellanten] om informatie afgewezen. [appellant A] is in 1984 veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor een meervoudige moord. Bij Koninklijk Besluit van 19 januari 2021 is hem het resterende deel van zijn straf kwijtgescholden. In dat Koninklijk Besluit is verwezen naar een rapport van de minister. [appellanten] hebben op grond van de Wet openbaarheid van bestuur verzocht om openbaarmaking van dat rapport. De minister heeft het verzoek afgewezen op grond van artikel 10, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wob, omdat verstrekking van het rapport de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen. Het rapport betreft correspondentie tussen de minister en de Koning. Het rapport zou bij openbaarmaking daarvan gelet op de bijzondere positie van de Koning in het staatsrechtelijk bestel de eenheid van de Kroon in gevaar kunnen brengen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister het verzoek om openbaarmaking van het rapport terecht geweigerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1161
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202203316/1/A3

202204002/1/R2

Bij besluit van 11 april 2022 heeft de raad van de gemeente Tilburg het exploitatieplan "Koningsoord 2021 eerste herziening" vastgesteld. In de herziening van het exploitatieplan worden de kosten voor werken en werkzaamheden geactualiseerd, de inbrengwaarde van de grond waarvoor nog geen omgevingsvergunning is verleend opnieuw bepaald en de grondopbrengsten van het te realiseren vastgoed waarvan de omgevingsvergunning is verleend bepaald. Het oorspronkelijke exploitatieplan "Koningsoord Berkel-Enschot 2017" is op 31 januari 2018 samen met het gelijknamige bestemmingsplan voor de gronden in het gebied Koningsoord vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de realisatie van woningbouw en commerciële voorzieningen mogelijk. [appellant], [appellant A] en [appellant B] zijn (voormalig) eigenaren van gronden in het exploitatiegebied en klagen dat zij geen gelegenheid voor inspraak hebben gehad, omdat [appellant] de post met uitnodiging voor inspraak niet heeft ontvangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1137
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202204002/1/R2

202204231/1/R1

Bij besluit van 21 juni 2022 heeft de raad het uitwerkingsplan "Gommerwijk West-west" en het gelijknamige exploitatieplan vastgesteld. Het uitwerkingsplan maakt de bouw van 510 woningen ten westen van Enkhuizen mogelijk. Het exploitatieplan is vastgesteld met het oog op kostenverhaal en het sturen van het grondgebruik met locatie-eisen. Het exploitatieplan is vastgesteld omdat het kostenverhaal niet geheel via gemeentelijke grondverkoop of anterieure overeenkomsten kon worden verzekerd. Appellanten hebben gronden in eigendom in het plangebied of wonen in de directe omgeving daarvan. Zij kunnen zich om uiteenlopende redenen niet met het uitwerkingsplan en/of het exploitatieplan verenigen. [appellanten sub 1] wonen aan de [locatie 1] ten oosten van het plangebied. Zij verzetten zich tegen het uitwerkingsplan, onder meer omdat zij vrezen als gevolg daarvan meer overlast te zullen ondervinden. Timpaan en BPD hebben gronden in het plangebied in eigendom. Zij verzetten zich tegen zowel het exploitatieplan als uitwerkingsplan omdat beide plannen volgens hen te veel beperkingen bevatten voor het ontwikkelen van woningen op hun gronden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1151
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202204231/1/R1

202204320/1/R3

Bij besluit van 7 juni 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier het wijzigingsplan "Klieflocatie Ezinge" vastgesteld. Het plan voorziet in een wijziging van het bestemmingsplan "Ezinge", vastgesteld op 7 juni 2012. Op grond van het moederplan is aan de gronden van het plangebied onder meer de functieaanduiding "wro - zone - wijzigingsgebied 2" toegekend. Het bestreden wijzigingsplan voorziet in de mogelijkheid om op de voormalige schoollocatie op de hoek van de Van Giffenstraat en de Chaukenstraat in Ezinge drie twee-onder-een kapwoningen te realiseren. [appellant] en anderen wonen rondom de gronden van het plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met het bestreden plan. Zij stellen onder meer dat de maximale toegestane bouwhoogte van de voorziene woningen te hoog is. Rizoem is de projectontwikkelaar en eigenaar van de gronden van het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1159
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak202204320/1/R3

202204666/1/A3

Bij besluit van 8 maart 2021 heeft de burgemeester van Eindhoven gelast dat de loods aan de [locatie] in Eindhoven voor de duur van negen maanden wordt gesloten. [appellant] is eigenaar van het perceel aan de [locatie] in Eindhoven. Aan de voorzijde van het perceel bevindt zich een winkelpand. Direct tegen de achterzijde van het winkelpand is een loods gelegen, die [appellant] verhuurt. Tussen het winkelpand en de loods bevindt zich een verbindingsdeur. Aan de achterzijde van de loods bevindt zich een aparte roldeur die uitkomt op de Reinkenstraat. De politie heeft een zogenoemd hennepbericht, gedateerd op 17 december 2020, aan de burgemeester gezonden, waarin is vermeld dat op 10 december 2020 in de loods van [appellant] een professioneel ingerichte hennepstekkerij is aangetroffen met 2352 hennepstekken en 246 moederplanten, verdeeld over twee kweektenten. De politie heeft de kweekperiode op ongeveer 13 weken ingeschat. In het hennepbericht is verder vermeld dat de loods normaal gesproken toegankelijk is via de twee hiervoor genoemde ingangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1143
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202204666/1/A3

202204982/3/R2

Bij tussenuitspraak van 5 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2580, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Altena opgedragen om binnen 20 weken na verzending van deze tussenuitspraak met inachtneming van wat daarin is overwogen het gebrek in het besluit van 21 juni 2022 te herstellen. De Afdeling heeft in haar tussenuitspraak van 5 juli 2023 naar aanleiding van de beroepsgronden van [appellant sub 2] geoordeeld dat het besluit van 21 juni 2022 in strijd met de zorgvuldigheid is vastgesteld. Het beroep van [appellant sub 2] is daarom gegrond. Het besluit van 21 juni 2022 wordt vernietigd. Het beroep van [appellant sub 1] is ongegrond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1135
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202204982/3/R2

202205175/1/R1

Bij besluit van 11 juli 2022 heeft de raad van de gemeente Heiloo het bestemmingsplan "[locatie 1], Heiloo" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van drie vrijstaande woningen op het perceel [locatie] te Heiloo. Het plangebied ligt bij de kruising tussen de Westerweg en de Schipperslaan. Aan de oostzijde van het plangebied ligt de spoorlijn Castricum-Alkmaar. Het plangebied is een voormalig bedrijfsterrein en ligt op dit moment braak. [bedrijf] is de eigenaar van het perceel en ook de initiatiefnemer van dit project. Zij zet zich al langere tijd in voor de ontwikkeling van woningbouw op het perceel. De bewonersvereniging kan zich niet verenigen met het plan en heeft daarom beroep ingesteld. De bewonersvereniging bestaat uit verschillende omwonenden in het gebied "Zandzoom". Zij komt op voor de belangen van haar leden, voor zover het gaat om de leefkwaliteit, de inrichting en de veiligheid van hun woonomgeving en het bevorderen van de gemeenschapszin van hen die wonen of (vrijwillige) werkzaamheden verrichten binnen of in de nabijheid van het gebied Zandzoom.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1139
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202205175/1/R1

202205385/1/A2

Bij besluit van 7 april 2021 heeft de minister voor Medische Zorg een aanvraag van BrabantZorg om aanvullende subsidie op grond van de Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19 afgewezen. Op 1 oktober 2020 is de Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19 in werking getreden. Op grond van deze regeling kunnen zorgaanbieders subsidie aanvragen voor het uitkeren van een bonus aan zorgprofessionals die een uitzonderlijke prestatie hebben geleverd in verband met de uitbraak van het coronavirus. BrabantZorg is een grote zorgaanbieder die werkzaam is in vier regio’s in de provincie Noord-Brabant. Zij heeft zorgprofessionals in loondienst (medewerkers), maar huurt ook zorgprofessionals in (derden). Op 5 november 2020 heeft zij een aanvraag ingediend voor een subsidie voor 5759 medewerkers en 175 derden. Bij besluit van 27 november 2020 heeft de minister die subsidie toegekend, ten bedrage van € 10.672.450,00. Na het indienen van de aanvraag van 5 november 2020 is BrabantZorg erachter gekomen dat er meer medewerkers en derden aan de voorwaarden voor een zorgbonus voldeden dan waar zij bij die aanvraag van uit was gegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1153
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202205385/1/A2

202205632/1/R3

Bij besluit van 7 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Pekela aan Stichting Acantus een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een woongebouw met 24 appartementen en bijbehorende bergingen, het gedeeltelijk vervangen van een bestaande erfafscheiding en het plaatsen van nieuwe erfafscheidingen op het perceel Feiko Clockstraat 92 in Oude Pekela. Het college heeft aan Stichting Acantus een omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten bouwen en strijdig gebruik met het bestemmingsplan "Oude Pekela". Het appartementengebouw komt op de locatie waar voorheen een Action winkel gevestigd was. [appellant] woont op het perceel [locatie] in Oude Pekela, in de directe omgeving van het perceel waar de appartementen zijn voorzien. [appellant] is het niet eens met de verleende omgevingsvergunning, omdat hij vreest voor parkeeroverlast. Volgens [appellant] zal door de bouw van het appartementengebouw een parkeertekort in de omgeving ontstaan, onder meer omdat door deze ontwikkeling bestaande parkeerplaatsen vervallen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1167
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202205632/1/R3

202205852/1/R1

Bij besluit van 22 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waadhoeke het verzoek om handhaving van [appellant] met betrekking tot de geluidswal aan de Rijksstraatweg afgewezen. Bij besluit van 23 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waadhoeke het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] woont aan [locatie] in Menaam. Hij heeft het college op 29 april 2021 verzocht handhavend op te treden tegen de aanleg van de geluidswal aan de Rijksstraatweg. Hij heeft zich op het standpunt gesteld dat de geluidswal niet wordt afgedekt met een laag schone grond, de al aanwezige grond wordt vermengd met nieuw aangevoerde grond en deze grond door erosie in het oppervlaktewater terechtkomt. Naar aanleiding van dit verzoek is ter plaatse in opdracht van het college door de Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving op 10 mei 2021 en 17 mei 2021 een inspectie uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn neergelegd in een inspectierapport.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1136
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • RO - Geluid
  • uitspraakin de zaak202205852/1/R1

202205864/1/A2

Bij brief van 21 augustus 2020 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het voorschot zorgtoeslag van [appellant] over 2020 herzien en vastgesteld op nihil en bepaald dat [appellant] teveel betaalde voorschotten moet terugbetalen. [appellant] heeft over 2019 en 2020 voorschotten zorgtoeslag ontvangen. De Belastingdienst/Toeslagen heeft op 21 augustus 2020 de zorgtoeslag over het jaar 2020 herzien en vastgesteld op nihil, omdat de dienst niet over voldoende gegevens beschikte om de toeslag te berekenen. Op 9 oktober 2020 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de zorgtoeslag over 2019 definitief berekend en vastgesteld op nihil, omdat het gezamenlijk toetsingsinkomen van [appellant] en zijn toeslagpartner te hoog is om voor zorgtoeslag in aanmerking te komen. De door [appellant] tegen de vaststellingen gemaakte bezwaren zijn door de Belastingdienst/Toeslagen bij twee onderscheiden besluiten van 4 juni 2021 ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1160
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202205864/1/A2

202205982/1/A2

Bij besluit van 24 augustus 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Het Hogeland een aanvraag van [appellant] om een vastgoedverbeteringssubsidie afgewezen. Bij besluit van 18 januari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Het Hogeland het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Op 29 januari 2020 is de Subsidieregeling Plus op 4 centrumplannen Het Hogeland (2019) in werking getreden. Op grond van deze Subsidieregeling kan het college een vastgoedverbeteringssubsidie toekennen aan de eigenaar van vastgoed met de functie detailhandel en/of detailhandelondersteunende dienstverlening/horeca in de kernwinkelgebieden van Bedum, Winsum en Uithuizen. [appellant] is eigenaar van een pand gelegen aan [locatie] in Uithuizen waarin hij een restaurant exploiteert. Hij wil de gevel van zijn restaurant vernieuwen en heeft daarom een aanvraag gedaan om een vastgoedverbeteringssubsidie. Tussen partijen is in geschil of het college die aanvraag mocht afwijzen met de reden dat het vastgoed niet in het kernwinkelgebied van Uithuizen is gelegen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1132
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202205982/1/A2

202206214/1/R3

Bij besluit van 17 november 2021 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Noorderzijlvest bestuur een dwangsom van € 1.442,- toegekend aan [appellante]. Bij besluit van 12 mei 2022 heeft het dagelijks bestuur het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en een dwangsom van € 1.442,- toegekend. Het dagelijks bestuur heeft op 4 december 2019 een vooraankondiging bestuursdwang aan [appellante] gestuurd, omdat tijdens een controle is vastgesteld dat één of meerdere sloten langs het perceel van [appellante] onvoldoende zijn gemaaid en geschoond. [appellante] is in de gelegenheid gesteld om het onderhoud alsnog uit te voeren. [appellante] heeft op 14 januari 2020 bezwaar gemaakt tegen de vooraankondiging. Ook heeft zij om handhaving verzocht vanwege een volgens haar illegaal gegraven sloot nabij haar perceel. Op 23 oktober 2020 heeft [appellante] een ingebrekestelling aan het dagelijks bestuur gestuurd, omdat niet tijdig is beslist op het bezwaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1146
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202206214/1/R3

202206373/1/R1

Bij besluit van 23 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem geweigerd om aan [wederpartij] een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanpassen en vergroten van een bestaand gebouw. [wederpartij] heeft het bovenste appartementsrecht, kadastraal bekend als Schoten sectie […], aan de [locatie A] in Haarlem in eigendom. Het appartementsrecht rust op de eerste en tweede verdieping. De eerste en tweede verdieping zijn bouwkundig gesplitst. Er is geen vergunning bekend voor de bouwkundige splitsing van die twee verdiepingen. [wederpartij] beoogt met deze aanpassing het realiseren van een woning op de eerste verdieping en een bovenwoning met twee woonlagen op de tweede en de nieuwe derde verdieping. Het college heeft geweigerd om een omgevingsvergunning te verlenen met als motivering dat [wederpartij] op grond van de gemeentelijke huisvestingsverordening een woningvormingsvergunning nodig zou hebben voor het vormen van een nieuwe woning, maar daar niet voor in aanmerking zou komen, omdat het perceel zich bevindt in een zogenoemd time-out gebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1166
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202206373/1/R1

202206492/1/R1

Bij besluit van 6 januari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Landsmeer de aanvraag van [appellante] om een bestemmingsplan vast te stellen voor de percelen naast [locatie] in Landsmeer buiten behandeling gelaten. Bij het besluit van 29 september 2022 heeft de raad van de gemeente Landsmeer, beslissend op het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar, de aanvraag om een bestemmingsplan vast te stellen afgewezen. Op 11 juni 2021 deed [appellante] een aanvraag om de bestemming van de percelen, kadastraal bekend als N-1125, N-1126 en N-1082, naast de [locatie] in Landsmeer, te wijzigen naar de bestemming "Industrie". De aanvraag houdt verband met een landelijke industriële saneringssubsidie van de Stichting Bodembeheer Nederland waarvoor [appellante] in aanmerking wenst te komen. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Landelijk Gebied 2009". De percelen hebben de bestemming "Natuur-Agrarisch medegebruik" en zijn onder meer bestemd voor natuurgebied in de vorm van open en waterrijk veenweidelandschap met de daarbij behorende flora en fauna.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1140
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202206492/1/R1

202206904/1/A2

Bij besluit van 21 juli 2021 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het rijbewijs van [appellant] per 28 juli 2021 ongeldig verklaard. Op 25 april 2021 heeft de politie [appellant] aangehouden, omdat hij met zijn auto 104 km/u reed binnen de bebouwde kom, waar hij 50 km/u mocht rijden. De politie heeft daarbij het rijbewijs van [appellant] ingevorderd. Bij besluit van 31 mei 2021 heeft het CBR aan [appellant] een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer opgelegd. In dat besluit is verder medegedeeld dat [appellant] uiterlijk op 5 juli 2021 € 433,00 aan opleggingskosten en € 834,00 aan uitvoeringskosten moet betalen en dat zijn rijbewijs ongeldig wordt verklaard als hij deze verplichting niet nakomt. Bij brief van 21 juni 2021 heeft het CBR aan [appellant] een betalingsherinnering gestuurd met daarin de mededeling dat de opleggingskosten uiterlijk op 5 juli 2021 moeten zijn voldaan. In deze brief is verder wederom medegedeeld dat het rijbewijs ongeldig wordt verklaard als niet (tijdig) wordt betaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1149
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202206904/1/A2

202206954/1/R1

Bij besluit van 12 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd aan [appellant] om een omgevingsvergunning te verlenen voor het realiseren van een dakterras op zijn woning. [appellant] heeft drie keer een omgevingsvergunning in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo aangevraagd, voor het bouwen van een dakterras op zijn woning aan de [locatie] in Amsterdam. De kap van de woning bestaat uit een mansardedak, maar eind jaren 80 van de 20e eeuw is aan één zijde aan de achterkant van de kap een lessenaarsdak aangebracht. Hoewel [appellant] drie aanvragen heeft gedaan, heeft zijn hoger beroep alleen betrekking op zijn derde aanvraag. In het bouwplan waarop die aanvraag betrekking heeft, wordt het lessenaarsdak verwijderd en komt op die plaats een dakterras. Het college heeft bij besluit van 12 oktober 2021 op de die aanvraag beslist en geweigerd om aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen, omdat het bouwplan in strijd zou zijn met het bestemmingsplan "Westelijke binnenstad" (hierna: het bestemmingsplan), onder meer omdat niet van een restauratieve aanpak wordt uitgegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1155
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202206954/1/R1

202206965/1/A2

Bij besluit van 18 januari 2021 heeft de raad voor rechtsbijstand de bij besluit van 26 maart 2019 verleende toevoeging met kenmerk 3KJ2547 ingetrokken. Bij besluit van 24 november 2020 heeft de raad de aanvraag van [gemachtigde A] tot vaststelling van haar vergoeding voor de toevoeging met kenmerk 3KL6116 afgewezen, omdat de daarvoor door haar verrichte werkzaamheden volgens de raad onder het bereik van de toevoeging met kenmerk 3KJ2547 vallen. Hiermee zijn de toevoegingen met kenmerk 3KJ2547 en 3KL6116 samengevoegd. Bij besluit van 18 januari 2021 heeft de raad de aan [appellant] verleende toevoeging met kenmerk 3KJ2547 op grond van artikel 34g, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet op de rechtsbijstand ingetrokken na de resultaatbeoordeling. Als resultaat van de zaak met kenmerk 3KJ2547 heeft [appellant] namelijk een bedrag van € 24.603,50 gekregen uit de overwaarde van de verkoop van de voormalige woning van hem en zijn ex-partner en daarmee de voor hem geldende vrijstelling overschreden. [appellant] heeft met het verkregen bedrag van € 24.603,50 een deel van een onderhandse lening afgelost.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1133
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202206965/1/A2

202300393/1/R1

Bij besluiten van 25 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Drechterland het verzoek van [appellant sub 2] om handhavend op te treden toegewezen en [appellant sub 1] onder oplegging van een dwangsom van € 15.000,00 ineens gelast de paardrijdbak op het perceel [locatie 1] in Wijdenes te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant sub 1] woonde ten tijde van de besluiten van 25 juni 2018 en 30 maart 2021 op het perceel [locatie 1] in Wijdenes. Hij hield paarden op dit perceel. [appellant sub 2] woont op het aangrenzende perceel [locatie 2]. Zij ondervond hinder van de wijze waarop de paarden werden gehouden en van het gebruik van de paardrijdbak. [appellant sub 2] heeft bij brief van 12 februari 2018 het college verzocht om handhavend op te treden tegen het houden van paarden op het perceel en het plaatsen en gebruiken van een paardrijdbak op het perceel. Ook heeft zij verzocht handhavend op te treden tegen de mestopslag op het perceel achter de begraafplaats aan de Kerkbuurt 72.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1011
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202300393/1/R1

202300400/1/R1

Bij besluit van 2 juni 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Drechterland aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor de aanleg van een paardrijdbak op het perceel [locatie]. Voor het perceel gelden de bestemmingsplannen "Drechterland Zuid", "Eerste herziening Drechterland Zuid" en "Tweede herziening Drechterland Zuid". Het deel van het perceel waar de paardrijdbak wordt gerealiseerd, heeft de bestemming "Tuin-2". Het gebruik van het perceel voor een paardrijdbak is in strijd met het bestemmingsplan. Het college heeft op 2 juni 2022 de gevraagde vergunning in afwijking van het bestemmingsplan verleend. Het met het bestemmingsplan strijdige gebruik past volgens het college binnen de voorwaarden waaraan op grond van genoemde planregel moet worden voldaan om het gebruik toch toe te staan. Bedrijfsmatig gebruik van een paardrijdbak kan niet worden toegestaan, maar eigen hobbymatig gebruik wel. [partij A] woont op het naastgelegen perceel en is het niet eens met de omgevingsvergunning, omdat zij overlast ervaart van het gebruik van de paardrijdbak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1012
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202300400/1/R1

202300569/1/R1

Bij besluit van 16 april 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort een omgevingsvergunning verleend aan [belanghebbende] voor het gebruiken van een bouwwerk in strijd met het bestemmingsplan. Het college heeft op 16 april 2020 een omgevingsvergunning voor gebruik in strijd met het bestemmingsplan aan [belanghebbende] verleend, voor het gebruik van het bijgebouw van zijn woning aan de [locatie A] in Zandvoort als recreatiewoning. De omgevingsvergunning is verleend op grond van artikel 2.12, eerste lid, aanhef onder a, onder 2°, van de Wabo, in samenhang met artikel 4, aanhef en onderdeel 9, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. [appellant] woont aan de [locatie B] in Zandvoort. Hij heeft tegen het besluit van 16 april 2020 bezwaar gemaakt, omdat hij vreest voor overlast als gevolg van de verleende omgevingsvergunning. [appellant] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het besluit van 8 september 2021 is genomen in strijd met het "Toetsingskader verblijfstoeristische accommodaties".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1163
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202300569/1/R1

202300873/1/R3

Bij besluit van 15 december 2022 heeft de raad van de gemeente Rotterdam het bestemmingsplan "Kern en Plassen" vastgesteld. Het plan voorziet in een actueel juridisch-planologische kader voor de kern en de plassen van Hillegersberg-Schiebroek in de gemeente Rotterdam. [appellanten] heeft op één van de eilanden in de Bergse Achterplas een recreatieperceel, kadastraal bekend als gemeente Rotterdam, nummer […], kavelnummer […] (hierna: het recreatieperceel). Over de aanlegsteiger op zijn recreatieperceel heeft [appellanten] een overkapping gerealiseerd. De overkappingsconstructie is geheel open en dus niet aan enige zijde voorzien van wanden. [appellanten] voert aan dat ten onrechte zijn overkapping niet positief is bestemd in het bestreden plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1162
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202300873/1/R3

202301021/1/R1

Bij besluit van 28 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort een omgevingsvergunning verleend aan [appellant]. De omgevingsvergunning is verleend voor het in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van het bijgebouw van de woning van [appellant] aan de [locatie A] in Zandvoort als recreatiewoning. [belanghebbende] woont op het nabijgelegen perceel [locatie B] in Zandvoort. Hij heeft tegen het besluit van 28 mei 2021 bezwaar gemaakt, omdat hij vreest voor overlast als gevolg van de verleende omgevingsvergunning. Bij besluit van 21 december 2022 heeft het college het bezwaar gegrond verklaard, omdat de omgevingsvergunning volgens hem in strijd is verleend met het "Toetsingskader verblijfstoeristische accommodaties". Het college heeft het besluit van 28 mei 2021 herroepen en alsnog geweigerd om een vergunning te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1164
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202301021/1/R1

202301085/1/R3

Bij besluit van 14 september 2022 heeft de raad het bestemmingsplan van de gemeente Westerkwartier "Partiële herziening bestemmingsplan Bedrijventerreinen Leek en Oldebert" vastgesteld. Met het plan wordt het bestemmingsplan "Bedrijventerreinen Leek en Oldebert" van 16 maart 2016 op de locatie van het zogenoemde Groot Winkelplein op het bedrijventerrein Leek herzien. Met deze herziening is de grens van de aanduiding "supermarkt" gewijzigd. [appellante] is eigenaar van een aantal percelen in het plangebied waarop de herziening betrekking heeft. Deze percelen liggen in de onmiddellijke nabijheid van de gronden waaraan de aanduiding "supermarkt" is toegekend. Volgens het bestemmingsplan "Bedrijventerreinen Leek en Oldebert" rust op haar percelen de bestemming "Bedrijventerrein" met de aanduiding "detailhandel volumineus". Hier is geen supermarkt toegestaan. [appellante] kan zich niet verenigen met het plan, voor zover daarin niet ook aan haar percelen een aanduiding "supermarkt" is toegekend. In het bijzonder gaat het haar om de locaties Rodenburg 1 en Industriepark 45, 47 en 49 in Leek (hierna: de percelen van [appellante]).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1168
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak202301085/1/R3

202302031/1/R3

Bij besluit van 2 februari 2023 heeft de raad van de gemeente Ommen het bestemmingsplan "Buitengebied, herziening [locatie] Ommen" gewijzigd vastgesteld. Het plan maakt de uitbreiding van Camping Anna’s Hoeve, eigendom van [partij], met groepstenten en een recreatieterrein mogelijk. De voornaamste wijziging in het plan is dat het kadastrale perceel 7048 de bestemming "Recreatie - Dagrecreatie" krijgt toegekend. Dit perceel had onder het voorheen geldende bestemmingsplan "Buitengebied Ommen" nog de bestemming "Agrarische Doeleinden". Op dit perceel zal het mogelijk worden om tussen 9.00 en 22.00 uur te voorzien in sport en spel voor groepen. Aan de overige gronden van de camping is de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" toegekend. Het plan maakt ook het gebruik van alle gronden en bouwwerken binnen het plangebied voor evenementen mogelijk. Dit mogen maximaal 5 evenementen per jaar zijn met een duur van ten hoogste 15 dagen per evenement. Deze evenementen hebben een uiterlijke sluitingstijd van 22.00 uur.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1156
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202302031/1/R3

202303465/1/R2

Bij besluit van 4 februari 2022 heeft het college van gedeputeerde staten van Flevoland de aanvraag van Zuiderzee voor een vergunning op grond van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming voor de wijziging van een varkenshouderij afgewezen. Het college heeft vastgesteld dat de aangevraagde bedrijfssituatie niet leidt tot een toename van stikstofdepositie op relevante Natura 2000-gebieden ten opzichte van de referentiesituatie. Het college heeft de referentiesituatie ontleend aan de vergunning die op grond van de Wet milieubeheer op 16 juni 2008 voor de varkenshouderij is verleend. Op grond van artikel 9.4, achtste lid, van de Wnb in samenhang met het voorgaande heeft het college bepaald dat voor de aangevraagde activiteit geen natuurvergunning nodig is. Het college heeft de aanvraag daarom afgewezen. Deze afwijzing wordt een positieve weigering genoemd. De rechtbank heeft het besluit vernietigd. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat de milieuvergunning geen aanknopingspunten biedt voor het oordeel dat bij de verlening daarvan artikel 6, tweede, derde en vierde lid, van de Habitatrichtlijn in acht is genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1147
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202303465/1/R2

202303505/1/R1

Bij besluit van 28 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waadhoeke het verzoek om handhaving van [appellant] met betrekking tot de leeflaag van de geluidswal aan de Rijkstraatweg in Menaam afgewezen. [appellant] woont aan de [locatie] in Menaam. Hij heeft op 17 mei 2022 een verzoek om handhaving ingediend tegen de aanleg van een aarden geluidswal aan de Rijksstraatweg in Menaam. Voor de geluidswal is een aanlegvergunning verleend in 2008 met een wijziging in 2020. [appellant] heeft verzocht om handhaving van de dikte van de leeflaag, zoals voorgeschreven in de vergunning. Volgens [appellant] wordt niet de vereiste 50 cm dikte aan schone grond in de bovenlaag aangebracht. Verder heeft hij zich in het handhavingsverzoek op het standpunt gesteld dat de manier van aanbrengen zal leiden tot erosie bij overmatige neerslag. Naar aanleiding van dat verzoek hebben toezichthouders van de Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving namens het college op 18 mei 2022 en 19 mei 2022 een controle ter plaatse uitgevoerd. Daaruit is naar voren gekomen dat de leeflaag overal dikker was dan 85 cm.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1138
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • RO - Geluid
  • uitspraakin de zaak202303505/1/R1

202305403/1/R4

Bij besluit van 7 juli 2023 heeft de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming aan Urenco Nederland B.V. op grond van de Kernenergiewet een revisievergunning verleend ten behoeve van de verrijkingsfabrieken van Urenco in Almelo. De bij besluit van 7 juli 2023 verleende revisievergunning heeft betrekking op wijzigingen ten opzichte van eerder aan Urenco Nederland B.V. verleende vergunningen. Deze wijzigingen omvatten, kort samengevat, het opslaan van verrijkt uranium in het Container Receipt and Dispatch gebouw C, een verduidelijking van de verrijkingsgraad van het voedingsmateriaal, de wijziging van de verwerkingslimiet van verarmd uraniumoxide (U3O8) van 7500 kg per jaar naar een opslaglimiet en een actualisering van het veiligheidsrapport.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1172
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Kernenergie
  • uitspraakin de zaak202305403/1/R4

202305410/1/A2

Bij besluit van 4 april 2022 heeft de de Belastingdienst/Toeslagen [appellante] meegedeeld dat zij de Belastingdienst/Toeslagen [appellante] heeft zich aangemeld voor een herbeoordeling van haar kinderopvangtoeslag. In de Wet hersteloperatie toeslagen zijn verschillende financiële compensatieregelingen neergelegd voor gedupeerde ouders. Als een ouder zich heeft gemeld, beoordeelt de Belastingdienst/Toeslagen of deze in aanmerking komt voor een eenmalig forfaitair bedrag van € 30.000,00 (artikel 2.7; ook bekend als de Catshuisregeling). Daarnaast kunnen gedupeerde ouders vragen om een compensatie via een integrale beoordeling van de schade of, als zij die compensatie niet hoog genoeg vinden, om een aanvullende compensatie voor hun werkelijke schade (artikel 2.1). Als een ouder het niet eens is met de toegekende compensatie, kan deze daartegen bezwaar maken.niet in gebreke kan stellen en dat de dienst het verzoek om een dwangsom niet in behandeling zal nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1158
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202305410/1/A2

202306691/1/A2

Bij beslissing van 17 april 2023 heeft de selectiecommissie Geneeskunde namens het college van bestuur van de Universiteit Utrecht aan [appellante] rangnummer […] toegekend voor de decentrale selectie voor toelating tot de bacheloropleiding Geneeskunde aan de Universiteit Utrecht in het studiejaar 2023-2024. Bij beslissing van 18 september 2023 heeft het college van bestuur van de Universiteit Utrecht het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] heeft deelgenomen aan de decentrale selectie voor toelating tot de bacheloropleiding Geneeskunde aan de Universiteit Utrecht in het studiejaar 2023-2024. Zij heeft het rangnummer […] toegekend gekregen, waarmee zij niet is toegelaten tot de opleiding, die 304 plaatsen beschikbaar heeft. Ter motivering van het rangnummer heeft het college gesteld dat [appellante] een lagere score op de kennis- en inzichttoets heeft behaald dan andere kandidaten. Het college heeft deze beslissing in bezwaar, onder verwijzing naar het advies van de Geschillenadviescommissie Studentenbezwaren, in stand gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1154
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202306691/1/A2

202306776/1/A3

[appellant] en anderen hebben tegen het uitblijven van een reactie op hun brieven van 10 mei 2021 waarin zij de Raad van State en de Trustbelastingdienst verzocht hebben uitvoering te geven aan het exoneratie-arrest van de Hoge Raad van de Kinderen van 8 december 2020 en het uitblijven van een besluit op hun verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo) beroep ingesteld bij de rechtbank. [appellant A] en anderen vinden dat zij recht hebben op een erfdeel van € 1.500.000,- uit een geboortetrust. Dit recht blijkt volgens hen uit het exoneratie-arrest van de Hoge Raad van de Kinderen. Naar aanleiding van dit arrest hebben [appellant A] en anderen de Raad van State verzocht om uitvoering te geven aan hun beneficiaire aanvaarding van dat erfdeel door het ondertekenen en voorzien van een stempel van de algemene volmacht, waarmee de procedure om de erfenis tot uitkering te laten komen in gang wordt gezet. Zij hebben daartoe documenten toegestuurd aan de Raad van State. Ook hebben [appellant A] en anderen een Woo-verzoek ingediend om duidelijk te krijgen wie verantwoordelijk is voor het beantwoorden van hun brieven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1169
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202306776/1/A3

202307850/3/A3

[naam] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-­Holland van 21 november 2023 in zaak nr. 23/3197 en 23/3196. In deze uitspraak heeft de rechtbank de beroepen van [naam] gegrond verklaard, het besluit van 28 maart 2023 vernietigd voor zover dit ziet op de intrekking van de gedoogverklaring, en de rechtsgevolgen daarvan in stand gelaten. Tegen deze uitspraak heeft [naam] hoger beroep ingesteld. Daarnaast heeft hij de voorzieningenrechter van de Afdeling verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1120
Datum uitspraak
20 maart 2024
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202307850/3/A3

202204311/1/V1

Bij besluit van 3 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van de vreemdeling om herziening van het besluit van 27 november 2002, waarbij hij de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd heeft ingetrokken, ingewilligd en aan de vreemdeling een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:1105
Datum uitspraak
19 maart 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204311/1/V1
vorige pagina1...767778...1.203volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon