Uitspraak 202400727/1/A2


Volledige tekst

202400727/1/A2.
Datum uitspraak: 25 november 2024

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:

[appellant], wonend in [woonplaats],
appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 2 januari 2024 in zaak nr. 22/6351 in het geding tussen:

[appellant]

en

de Dienst Wegverkeer (hierna: de RDW).

Openbare zitting gehouden op 25 november 2024 om 10:45 uur.

Tegenwoordig:

Staatsraad mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige kamer;
mr. M.M. Engele, griffier.

Verschenen:

[appellant], vergezeld door [gemachtigde], tolk, en de RDW, vertegenwoordigd door mr. F. Schuring.

Bij besluit van 16 december 2021 heeft de RDW de aanvraag van [appellant] tot omwisseling van zijn Mexicaanse motorrijbewijs in een Nederlands motorrijbewijs buiten behandeling gesteld, omdat hij niet alle benodigde documenten heeft aangeleverd. Het hiertegen gemaakte bezwaar heeft de RDW bij besluit van 24 november 2022 ongegrond verklaard.

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep van [appellant] tegen het besluit van 24 november 2022 ongegrond is verklaard.

De Afdeling bevestigt de aangevallen uitspraak.

Gronden

De rechtbank heeft geoordeeld dat de RDW de aanvraag van [appellant] terecht buiten behandeling heeft gesteld. De RDW heeft duidelijk laten weten welke documenten ontbraken om de aanvraag in behandeling te kunnen nemen, namelijk de 30%-beschikking en bewijs dat [appellant] rondom de afgifte van het om te wisselen Mexicaanse motorrijbewijs minimaal 185 dagen in Mexico woonachtig was.

[appellant] betoogt in hoger beroep dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de RDW zijn aanvraag buiten behandeling heeft mogen stellen. Hij voert hiertoe aan dat de stukken die hij heeft overgelegd voldoende waren om zijn rijbewijs om te wisselen en het is hem onduidelijk waarom de RDW deze stukken onvoldoende acht.

De gronden die [appellant] in hoger beroep heeft aangevoerd, zijn een herhaling van wat hij in beroep heeft aangevoerd. De rechtbank is gemotiveerd op die gronden ingegaan. [appellant] heeft geen redenen aangevoerd waarom de gemotiveerde beoordeling van die gronden in de aangevallen uitspraak onjuist of onvolledig zouden zijn. De Afdeling kan zich vinden in het oordeel van de rechtbank en in de onder rechtsoverweging 7.1 tot en met rechtsoverweging 7.3 opgenomen overwegingen, waarop dat oordeel is gebaseerd. De Afdeling voegt hieraan toe dat [appellant] op de zitting bij de Afdeling heeft aangegeven dat hem duidelijk is geworden welke documenten de RDW nodig heeft om zijn aanvraag te kunnen beoordelen, maar dat die documenten er niet zijn.

Op de zitting is verder gebleken dat het Nederlandse (auto)rijbewijs van [appellant] niet aan hem is teruggestuurd toen zijn aanvraag op 16 december 2021 buiten behandeling is gesteld. Dit rijbewijs moet volgens [appellant] binnenkort worden verlengd. De RDW heeft op de zitting uitdrukkelijk toegezegd er alles aan te doen om te bewerkstelligen dat [appellant] het Nederlandse rijbewijs waar hij recht op heeft, weer in zijn bezit krijgt. De RDW zal tijdig actie ondernemen, zodat wordt voorkomen dat [appellant] zonder rijbewijs komt te zitten.

De RDW hoeft geen proceskosten te vergoeden.

w.g. Daalder
lid van de enkelvoudige kamer

w.g. Engele
griffier

1033