Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.381
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202500953/1/V1

Bij besluit van 20 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3337
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500953/1/V1

202501687/1/V1

Bij besluit van 4 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 27 februari 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. C.G. Matze, advocaat in Breda, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3332
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501687/1/V1

202502629/2/V2

Bij besluit van 1 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 27 februari 2025 heeft de minister het daartegen door verzoeker gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 16 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3328
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502629/2/V2

202502631/2/V2

Bij besluit van 31 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 14 januari 2025 heeft de staatssecretaris het daartegen door verzoeker gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 16 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3313
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502631/2/V2

202502632/2/V2

Bij besluit van 30 augustus 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 11 december 2024 heeft de staatssecretaris het daartegen door verzoeker gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 16 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3309
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502632/2/V2

202502633/2/V2

Bij besluit van 15 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 10 maart 2025 heeft de minister het daartegen door verzoeker gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 17 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3329
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502633/2/V2

202502634/2/V2

Bij besluit van 19 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 26 november 2024 heeft de minister het daartegen door verzoeker gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 16 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3330
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502634/2/V2

202502637/2/V2

Bij besluit van 30 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 27 november 2024 heeft de minister het daartegen door verzoeker gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 16 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3327
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502637/2/V2

202502640/2/V2

Bij besluit van 22 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3333
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502640/2/V2

202502642/2/V2

Bij besluit van 5 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3321
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502642/2/V2

202502644/2/V2.

Bij besluit van 25 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3320
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502644/2/V2.

202502645/2/V2

Bij besluit van 4 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3319
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502645/2/V2

202502657/2/V2

Bij besluit van 12 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 14 januari 2025 heeft de minister het daartegen door verzoeker gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 16 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3312
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502657/2/V2

202502683/2/V2

Bij besluit van 4 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 18 november 2024 heeft de minister het daartegen door verzoeker gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 9 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3311
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502683/2/V2

202502700/2/V2

Bij besluit van 28 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 2 december 2024 heeft de minister het daartegen door verzoeker gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 16 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3310
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502700/2/V2

202503045/1/V2.

Bij besluit van 4 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat appellant niet in aanmerking komt voor tijdelijke bescherming als bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG (de Richtlijn Tijdelijke Bescherming).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3318
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202503045/1/V2.

202503446/1/V3

Bij besluit van 30 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3306
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503446/1/V3

202503802/2/V1.

Bij besluit van 1 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie. een aanvraag van verzoeker om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3317
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503802/2/V1.

202503948/2/V2.

Bij besluit van 14 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3316
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503948/2/V2.

BRS.25.000685

Bij besluiten van 26 mei 2023 heeft de minister van Asiel en Migratie aanvragen van betrokkenen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3293
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000685

202401777/1/R3

Bij besluit van 17 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [appellant] om een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een antenne-installatie op het dak van de woning aan het [locatie] in Den Haag buiten behandeling gesteld. [appellant] heeft aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte zijn verzoek om een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: het EVRM), buiten behandeling heeft gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3350
Datum uitspraak
21 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202401777/1/R3

202304851/2/R1

Bij besluit van 15 juni 2023 heeft de raad van de gemeente Hoorn het bestemmingsplan "De Vrijheid" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van een appartementencomplex met 133 woningen en 153 parkeerplaatsen, waarvan 108 in een parkeergarage en 45 in de openbare ruimte op maaiveld. De woningen worden verdeeld over vier bouwvolumes met een binnentuin in het midden. Het plangebied betreft de percelen Holenweg 6, 8 en 10 in Hoorn. Ten noorden van het plangebied ligt het spoor Hoorn-Enkhuizen en ten oosten de Provincialeweg N506. Ten zuiden van het plangebied bevindt zich de Henk Saaltinkstraat en de nieuwbouwwoonwijk Holenkwartier. Aan de westzijde wordt het plangebied begrensd door de Holenweg. Stichting ToH richt zich op het bevorderen van de leefkwaliteit in Hoorn, onder meer in de wijken Venenlaankwartier en Holenkwartier. Zij is het niet eens met het plan. STED Project I B.V. is initiatiefnemer en projectontwikkelaar van dit project.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3323
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202304851/2/R1

202305282/3/R2

Bij besluit van 6 juli 2023 heeft de raad van de gemeente Tilburg het bestemmingsplan "Buitengebied De Zandleij 2012, 16e herziening (Recreatiepark Duinhoeve)" gewijzigd vastgesteld. Het plan maakt een uitbreiding en een herindeling van "Recreatiepark Duinhoeve" aan de Oude Bosschebaan 4 in Udenhout met een kwaliteitsverbetering van het landschap mogelijk. [verzoeker] woont aan [locatie] in Udenhout, direct ten zuiden van het recreatiepark. Hij heeft beroep ingesteld omdat hij vreest voor aantasting van zijn woon- en leefklimaat bij realisatie van het plan. [verzoeker] heeft het verzoek toegespitst op de uitbreiding die het plan mogelijk maakt. Hij stelt dat een groot deel van die uitbreiding, het kampeerterrein aan de Schoorstraat in het westen van het recreatiepark, in gebruik is genomen met een nieuwe centrale voorziening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3294
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202305282/3/R2

202305473/1/V1

Bij besluiten van 4 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om betrokkenen een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: een mvv) te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 12 september 2022 heeft de staatssecretaris het daartegen door betrokkenen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 27 juli 2023 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkenen ingestelde beroep gegrond verklaard, die besluiten vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris nieuwe besluiten op bezwaar neemt met inachtneming van de uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3315
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202305473/1/V1

202305474/1/V1

Bij besluit van 21 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om betrokkene een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: een mvv) te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 22 april 2022 heeft de staatssecretaris het daartegen door betrokkene gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij brief van 22 september 2022 heeft de staatssecretaris het besluit van 22 april 2022 nader gemotiveerd. Bij uitspraak van 27 juli 2023 heeft de rechtbank het door betrokkene tegen het besluit van 22 april 2022 ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op het gemaakte bezwaar neemt met inachtneming van de uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3275
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202305474/1/V1

202405222/1/V1

Bij besluit van 13 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3296
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202405222/1/V1

202500591/1/V2

Bij besluit van 22 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3297
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500591/1/V2

202501326/1/A3 en 202501326/2/A3

Bij besluit van 14 november 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar het verzoek van [verzoeker] om zijn naam in de basisregistratie personen te wijzigen, afgewezen. De gemeente Cranendonck heeft [verzoeker] ingeschreven in de brp zonder voornaam, onder de geslachtsnaam [naam] [naam] [naam] [verzoeker]. Op 16 september 2023 is [verzoeker] verhuisd van Cranendonck naar Wassenaar. Bij brief van 20 september 2023 heeft [verzoeker] de gemeente Cranendonck verzocht om rectificatie van zijn naam in de brp. De gemeente heeft dit verzoek doorgestuurd naar het college. Het college heeft het verzoek van [verzoeker] afgewezen omdat er geen brondocument is waaruit blijkt dat de gegevens die zijn geregistreerd op grond van de eerdere verklaring van [verzoeker] onjuist zijn. Het college heeft dit besluit in bezwaar gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3206
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202501326/1/A3 en 202501326/2/A3

202503104/2/R1

De raad van de gemeente Noordoostpolder heeft bij besluit van 31 maart 2025 het bestemmingsplan "Landelijk gebied, Leemringweg 19-21 te Kraggenburg (NETL)" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt aan de Leemringweg 19 in Kraggenburg een recreatiepark mogelijk met onder meer 400 standplaatsen voor structureel recreatief nachtverblijf, 10 groepshotels en 100 bouwwerken voor recreatief nachtverblijf. In de huidige situatie exploiteert Lavendel op dat perceel het recreatiepark NETL. Het park biedt onder meer kampeerplaatsen, vakantiehuisjes, groepsaccommodaties, horecavoorzieningen en faciliteiten voor dagrecreatie aan. Daarnaast kan het park worden gebruikt voor bijeenkomsten en evenementen. De activiteiten van NETL zijn op onderdelen in strijd met de ter plaatse geldende "beheersverordening Landelijk gebied", maar deze zijn vervolgens alsnog toegestaan op grond van vijf tijdelijke omgevingsvergunningen voor handelen in strijd met regels van ruimtelijke ordening. Met het bestemmingsplan is beoogd om het recreatiepark in de huidige - deels tijdelijk vergunde - vorm duurzaam toe te staan en de mogelijkheid te bieden om uit te breiden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3295
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Flevoland
  • uitspraakin de zaak202503104/2/R1

202503123/1/V3 en 202503123/2/V3

Bij besluit van 4 maart 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3298
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503123/1/V3 en 202503123/2/V3

202503243/1/V2

Bij besluit van 22 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 8 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. M.K. Bulthuis, advocaat in Groningen, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3314
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503243/1/V2

202503330/1/V1 en 202503330/2/V1

Bij besluit van 14 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 10 oktober 2024 heeft de minister het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 7 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3301
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202503330/1/V1 en 202503330/2/V1

202503465/1/V3

Bij besluit van 28 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3198
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503465/1/V3

202503798/1/V2 en 202503798/2/V2

Bij besluit van 28 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3308
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503798/1/V2 en 202503798/2/V2

202503871/1/V2 en 202503871/2/V2

Bij besluit van 11 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3307
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503871/1/V2 en 202503871/2/V2

BRS.25.000541

Bij besluit van 20 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3273
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000541

BRS.25.000689

Bij besluit van 20 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3208
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000689

BRS.25.000767

Bij besluit van 4 september 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3274
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000767

202306825/2/R1

Tijdens de zitting op 19 juni 2025 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraad mr. H.J.M. Besselink (hierna: de staatsraad) als lid van de enkelvoudige kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak belast met de behandeling van de zaak nr. 202306825/1/R1. [verzoeker] betoogt dat de staatsraad door zijn afwezigheid op de zitting van 11 juli 2025 heeft berust in de wraking. Hij wijst op een passage in de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 8:17 van de Awb (Kamerstukken II 1991/92, 22 495, nr. 3, blz. 113) waarin staat: "Dit artikel maakt het mogelijk dat de rechter wiens wraking is verzocht, afziet van een debat over de gegrondheid van het verzoek". Volgens [verzoeker] heeft de staatsraad afgezien van het bedoelde debat door niet te verschijnen op de zitting van de meervoudige kamer van de Afdeling die het verzoek om wraking behandelt (hierna: de wrakingskamer), en daarmee dus berust.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3300
Datum uitspraak
18 juli 2025
  • Wraking
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202306825/2/R1

202302625/1/V2

Bij besluit van 18 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3291
Datum uitspraak
17 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202302625/1/V2

202306982/1/V2

Bij besluit van 21 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3286
Datum uitspraak
17 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202306982/1/V2

202406177/1/V1

Bij besluit van 30 december 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellanten een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3290
Datum uitspraak
17 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202406177/1/V1

202407100/1/V3

Bij besluit van 7 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van appellant om herziening van de intrekking van haar verblijfsvergunning afgewezen. In datzelfde besluit heeft de staatssecretaris de aanvraag voor de verlenging van die vergunning, althans de verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3288
Datum uitspraak
17 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202407100/1/V3

202408101/1/V1

Bij besluit van 17 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 23 mei 2024 heeft de staatssecretaris het daartegen door appellant gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3289
Datum uitspraak
17 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202408101/1/V1

202502038/2/A3

Bij besluit van 8 november 2023 heeft de burgemeester van Enschede geweigerd aan [verzoeker] een exploitatievergunning voor een smart-, head- en giftshop te verlenen. [verzoeker] is sinds 1 juni 2021 eigenaar van SHG-shop "[naam]", gevestigd aan de [locatie] in Enschede. In 2022 is een vergunningstelsel ingevoerd voor SHG-shops. Een SHG-shop mag niet meer worden geëxploiteerd zonder vergunning van de burgemeester. [verzoeker] heeft daarom op 30 maart 2022 een exploitatievergunning aangevraagd. De burgemeester heeft deze aanvraag afgewezen. Daaraan heeft de burgemeester een advies van het Landelijk Bureau Bibob ten grondslag gelegd. Het LBB concludeert dat er een ernstig gevaar bestaat dat de gevraagde vergunning ook zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen. Daarnaast bestaat volgens het LBB het vermoeden dat [verzoeker] een strafbaar feit heeft gepleegd om de vergunning te verkrijgen, namelijk valsheid in geschrifte. De burgemeester heeft het tegen de weigering gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Sindsdien exploiteert [verzoeker] de SHG-shop zonder de benodigde exploitatievergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3292
Datum uitspraak
17 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Verordeningen
  • Wet Bibob
  • uitspraakin de zaak202502038/2/A3

202502300/1/V2

Bij besluit van 27 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3287
Datum uitspraak
17 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502300/1/V2

202503767/1/V2 en 202503767/2/V2

Bij besluit van 1 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3285
Datum uitspraak
17 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503767/1/V2 en 202503767/2/V2

202503803/1/V3 en 202503803/2/V3

Bij besluit van 16 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3940
Datum uitspraak
17 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503803/1/V3 en 202503803/2/V3

202503905/1/V2 en 202503905/2/V2

Bij besluit van 25 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, bepaald dat hij de Europese Unie onmiddellijk moet verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3284
Datum uitspraak
17 juli 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202503905/1/V2 en 202503905/2/V2

BRS.25.000221

Bij besluit van 14 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om betrokkenen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3193
Datum uitspraak
17 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000221

202400708/1/A2

Bij besluit van 25 januari 2023, gehandhaafd bij besluit van 6 juli 2023, heeft de minister van Financiën geweigerd een schuld van [appellant] van € 31.000,00 aan N.V. Univé Schade over te nemen. Bij uitspraak van 18 december 2023 heeft de rechtbank het beroep van [appellant] tegen het besluit van 6 juli 2023 ongegrond verklaard. Het hoger beroep richt zich tegen die uitspraak. In artikel 4.1, vierde lid, aanhef en onder c, van de Wet hersteloperatie toeslagen, is bepaald dat een geldschuld die voortvloeit uit een onrechtmatige daad niet wordt overgenomen. De Afdeling is met de rechtbank van oordeel dat de minister de schuld terecht niet heeft overgenomen op grond van die bepaling en wijst naar overwegingen 4.1 en 4.2 van de uitspraak van de rechtbank, ECLI:NL:RBMNE:2023:6833, waarbij de Afdeling zich aansluit. Uit het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 26 juli 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:6401, waartegen [appellant] geen cassatie heeft ingesteld, volgt dat vaststaat dat [appellant] een uitkering aan verzekeringsgelden wegens diefstal van zijn auto moet terugbetalen aan Univé op grond van verzekeringsfraude en dus dat de schuld voortvloeit uit een onrechtmatige daad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3479
Datum uitspraak
17 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202400708/1/A2

202502226/1/A2

Bij beslissing van 6 maart 2025 heeft de examencommissie VAVO van ROC Mondriaan aan [appellante] geen toestemming gegeven om het derde schoolexamen Havo wiskunde A in te halen. [appellante] volgde in het schooljaar 2024/2025 voortgezet algemeen volwassenenonderwijs in het vak Havo Wiskunde A aan de VAVO Haaglanden, onderdeel van ROC Mondriaan. Zij dacht zich op de voorgeschreven wijze te hebben afgemeld voor het derde schoolexamen voor dit vak door een e-mail te versturen naar de verzuimadministratie. Omdat de verzuimadministratie geen e-mail heeft ontvangen, heeft de examencommissie aan [appellante] geen toestemming verleend om het gemiste schriftelijk examen in te halen. Aangezien [appellante] niet op het reguliere schoolexamen is verschenen en dit ook niet mocht inhalen, heeft de examencommissie haar bij beslissing van 20 maart 2025 per 1 april 2025 uitgeschreven voor het vak Wiskunde A. Hierdoor kan zij ook niet deelnemen aan het centraal examen Havo Wiskunde A.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3209
Datum uitspraak
17 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202502226/1/A2

202301253/1/V1

Bij besluit van 24 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan betrokkene verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3205
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202301253/1/V1

202305008/1/V1

Bij besluiten van 23 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om appellanten een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3203
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202305008/1/V1

202307075/1/V2

Bij besluit van 20 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om betrokkene een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: een mvv) te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 20 april 2022 heeft de staatssecretaris het daartegen door betrokkene gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 20 oktober 2023 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd, bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op het gemaakte bezwaar neemt met inachtneming van de uitspraak en schadevergoeding toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3170
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202307075/1/V2

202405307/1/V1

Verzoeker heeft het hoger beroep ingetrokken en de Afdeling verzocht om de minister van Asiel en Migratie te veroordelen in de bij hem opgekomen proceskosten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3200
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202405307/1/V1

202500126/1/V3

Bij besluit van 21 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3201
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500126/1/V3

202503314/1/V3

Bij besluit van 12 januari 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3202
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202503314/1/V3

BRS.25.000241

Bij besluit van 1 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3189
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000241

BRS.25.000278

Bij besluit van 15 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3190
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000278

BRS.25.000334

Bij besluit van 14 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3155
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000334

BRS.25.000430

Bij besluit van 6 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3191
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000430

BRS.25.000527

Bij besluit van 5 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3184
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000527

BRS.25.000563

Bij besluit van 3 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3192
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000563

BRS.25.000574

Bij besluit van 16 december 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3029
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000574

BRS.25.000839

Bij besluit van 23 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3278
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000839

BRS.25.000851

Bij besluit van 2 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3207
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000851

202100607/1/R4 en 202100609/1/R4

Bij besluit van 22 september 2020 (hierna: het besluit hogere waarden) heeft het college van burgemeester en wethouders van Lochem hogere waarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Diekink, fase 1". Het plan maakt de ontwikkeling van de eerste fase van het bedrijventerrein Diekink mogelijk. In de plantoelichting staat dat het gaat om netto 6,4 ha nieuw bedrijventerrein die kan worden uitgegeven. De aanleiding voor het plan is volgens de plantoelichting onder meer gelegen in de transformatie van het bestaande bedrijventerrein aan de Hanzeweg in Lochem naar een woon- en werklocatie. De realisatie van het nieuwe bedrijventerrein Diekink maakt het mogelijk om bedrijven die gevestigd zijn op het bedrijventerrein Hanzeweg te verplaatsen. Het plan voorziet in de ontwikkeling door aan de gronden onder andere de bestemmingen "Bedrijventerrein", "Groen" en "Verkeer" toe te kennen. De Stichting is gevestigd in Lochem.[appellant A] en anderen wonen of woonden in de directe omgeving van het plangebied aan de Rossweg in Laren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3219
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202100607/1/R4 en 202100609/1/R4

202102265/1/R4

Bij besluit van 29 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Houten het verzoek van Windpark Houten B.V. om de voor Windpark Houten geldende maatwerkvoorschriften, zoals opgenomen in het besluit van 11 juli 2012, in te trekken, afgewezen. Op 15 februari 2019 heeft Windpark Houten B.V. het college verzocht om de maatwerkvoorschriften die gelden voor het Windpark Houten, voor zover deze gelden voor geluid, in te trekken. Zij meende dat haar bedrijfsvoering door de gestelde maatwerkvoorschriften te veel werd beperkt. Bij besluit van 29 april 2019 heeft het college dit verzoek afgewezen. Het college wilde dat de maatwerkvoorschriften bleven bestaan, om zo de omwonenden zo goed mogelijk te blijven beschermen tegen geluidhinder. Bij besluit van 1 oktober 2019 heeft het college het besluit van 29 april 2019 in stand gelaten, onder aanvulling van de motivering daarvan. Windpark Houten B.V. kon zich hiermee niet verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3269
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202102265/1/R4

202106820/1/A3

Bij besluit van 7 november 2019 heeft de burgemeester van Ridderkerk de woning aan de [locatie] in Ridderkerk voor drie maanden gesloten. [appellant A] en [appellant B] woonden samen met hun kinderen in de woning aan de [locatie] in Ridderkerk. Zij huurden de woning van Wooncompas. Tijdens een verkeerscontrole op 17 juli 2019 zijn bij de zoon van [appellant A] en [appellant B] 10 ponypacks met netto 3,9 g cocaïne aangetroffen. Aangezien de zoon in 2018 al een keer was aangehouden voor handel in verdovende middelen en er sindsdien nieuwe informatie over hem was binnengekomen bij de politie, heeft de politie besloten om de woning van [appellant A] en [appellant B] te doorzoeken. In de slaapkamer van de zoon werd daarbij het volgende aangetroffen: 11 ponypacks met netto 4,8 g cocaïne, € 800,00 aan papiergeld in biljetten van € 5,00 tot € 50,00 en € 226,10 aan muntgeld. Daarnaast is in de schuur het volgende aangetroffen: 23 ponypacks met netto 9,9 g cocaïne in een ladekast en 15 ponypacks met netto 6,1 g cocaïne in een dekentas op de wasmand. De bevindingen zijn door de politie neergelegd in de bestuurlijke rapportage van 6 augustus 2019.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3266
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202106820/1/A3

202107549/1/A3 en 202107552/1/A3

Bij besluiten van 30 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aanvragen van [appellante sub 1] voor een exploitatievergunning voor het vervoeren van passagiers op de Amsterdamse grachten met de vaartuigen [boot 1] en [boot 2] afgewezen. [appellante sub 1] en Demi Trading hebben het college op 22 juli 2018, 9 en 18 oktober 2018 verzocht om exploitatievergunningen af te geven om passagiers te mogen vervoeren op de grachten van Amsterdam met verschillende vaartuigen. Het college heeft de aanvragen afgewezen, omdat de aanvragen niet zijn ingediend in de periode tussen 1 maart 2020 om 8:00 uur en 31 maart 2020 om 18:00 uur. Dat dat wel moest staat in artikel 1 van de Regeling uitgifteronde 2022 voor exploitatievergunningen passagiersvaart. De bezwaren van [appellante sub 1] en Demi Trading tegen die besluiten heeft het college op 5 juli 2019 en 13 november 2019 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft die besluiten rechtmatig geacht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3230
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202107549/1/A3 en 202107552/1/A3

202200788/1/A3

Bij besluit van 19 mei 2020 heeft de minister voor Medische Zorg aan [appellant] een vergunning verleend voor het bereiden en ter hand stellen van geneesmiddelen aan patiënten van zijn huisartsenpraktijk in een bij het besluit nader geduid gebied. [appellant] is sinds juli 2015 huisarts in Rouveen. In Rouveen is geen apotheker gevestigd. [appellant] wil daarom zelf medicijnen aan zijn patiënten kunnen verstrekken. Daarvoor heeft hij een vergunning nodig van de minister. Eerder heeft [appellant] al een vergunning gekregen voor het gebied van de lintbebouwing ten zuiden van de dorpskern Rouveen. Dat gebied wil hij uitbreiden met Nieuwleusen waaronder (de woonkern) Rouveen, een deel van Staphorst, een deel van De Meele en met De Lichtmis. Hij heeft daarom de minister gevraagd zijn vergunning te wijzigen. De minister heeft dat gedaan en [appellant] een vergunning gegeven voor het gevraagde gebied. De minister vond dat de vergunning in het belang van de geneesmiddelenvoorziening was. Volgens de minister volgt uit de tekst van de wet dat hij bij die beoordeling alleen de meest nabijgelegen apotheek betrekt. Apotheek De Veenhorst vindt dat de minister de vergunning niet mocht verlenen. De rechtbank is het daarmee eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3258
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202200788/1/A3

202203475/1/A3

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 21 april 2022 in zaaknummer 20/5185. Boot2Go heeft incidenteel hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij verzocht om een vergoeding van schade wegens overschrijding van de redelijke termijn. Het college heeft het hoger beroep bij brief van 18 maart 2025 ingetrokken. Boot2Go heeft daarop haar incidenteel hoger beroep ingetrokken en de Afdeling verzocht het college te veroordelen in de bij haar opgekomen proceskosten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3144
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202203475/1/A3

202203859/1/R4

Bij besluit van 20 augustus 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Neder-Betuwe geweigerd aan Vabo een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een appartementencomplex met elf appartementen en het aanleggen van een uitweg in het plan Herenland op de locatie Nannenbergstraat in Opheusden. Het college heeft de aangevraagde omgevingsvergunning geweigerd omdat het bouwplan in strijd is met de in artikel 7, derde lid, onder 2, onderdeel a, van de planvoorschriften opgenomen beschrijving in hoofdlijnen en met het in artikel 10 van de planvoorschriften opgenomen bouwverbod. Ook als het bouwverbod niet zou gelden, is er volgens het college strijd met artikel 10 van de planvoorschriften, omdat het daarin opgenomen maximum aantal woningen zal worden overschreden na realisering van het bouwplan. Het college heeft verder aan de weigering ten grondslag gelegd dat het bouwplan niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand. Vabo stelt zich op het standpunt dat het college niet bevoegd was het weigeringsbesluit te nemen omdat al op 6 november 2019 een omgevingsvergunning van rechtswege was verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3259
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202203859/1/R4

202204456/1/R4

Bij besluit van 13 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gooise Meren een omgevingsvergunning aan Naarden Vastgoed verleend voor het gedeeltelijk slopen en vergroten van het pand op het perceel Sint Annastraat 3 in Naarden, gemeente Gooise Meren. Naarden Vastgoed is eigenaar van het perceel. Het perceel ligt binnen de omwalling van de vesting Naarden. Naarden Vastgoed heeft een omgevingsvergunning aangevraagd om de oude bebouwing op het perceel, waarin een restaurant werd geëxploiteerd, gedeeltelijk te slopen en te vergroten ten behoeve van een nieuw restaurant en vier appartementen. Door deze nieuwe ontwikkeling neemt de parkeerbehoefte toe. [partij A] en anderen wonen in de directe omgeving van het perceel. De nieuwe bebouwing is inmiddels gerealiseerd en de appartementen zijn in gebruik genomen. Naarden Vastgoed betoogt dat de rechtbank ten onrechte de omgevingsvergunning heeft herroepen. Volgens Naarden Vastgoed bestond geen aanleiding voor de rechtbank om zelf in de zaak te voorzien, omdat geenszins vaststaat dat het college alsnog zal weigeren om de omgevingsvergunning te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3210
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202204456/1/R4

202204726/1/A3

Bij besluit van 8 december 2021 heeft de burgemeester van Maastricht de woning aan de [locatie] in Maastricht voor drie maanden gesloten. [appellant] huurde de woning aan de [locatie] in Maastricht. Naar aanleiding van een binnengekomen melding van energieleverancier Enexis heeft de politie op 3 augustus 2021 een onderzoek in de woning ingesteld. In de daarover op ambtseed opgemaakte sluitingsrapportage van 21 augustus 2021 staat dat in de woning in twee kamers een inrichting bestemd voor de kweek van hennepplanten werd aangetroffen. In de ene kamer werden 60 hennepplanten aangetroffen en in de andere 64. Uit onderzoek bleek dat de stroom illegaal werd afgenomen. De burgemeester heeft met het besluit van 8 december 2021 besloten om de woning op grond van artikel 13b van de Opiumwet en overeenkomstig het Damoclesbeleid Lokalen en Woningen 2019 Artikel 13b Opiumwet voor drie maanden te sluiten. Volgens de burgemeester gaat het om een ernstig geval dat een zichtbaar en effectief optreden tegen drugshandel noodzakelijk maakt. De woning maakt deel uit van het criminele circuit en met de sluiting wordt de woning daaraan onttrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2923
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202204726/1/A3

202205033/1/A3

Bij besluit van 15 januari 2021 heeft de burgemeester van De Wolden zijn beslissing om met toepassing van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet, de herdershonden van [appellant sub 2A] en/of [appellant sub 2B] op 14 januari 2021 in beslag te nemen, op schrift gesteld. Sinds 2014 krijgt de burgemeester meldingen van incidenten waarbij honden van [appellant sub 2A] en/of [appellant sub 2B] zijn betrokken. In 2020 heeft de burgemeester meerdere meldingen over twee herdershonden van [appellant sub 2A] en/of [appellant sub 2B] genaamd Rex en Max ontvangen. Rex en Max zouden buiten het perceel van [appellant sub 2A] rondzwerven, ook in de nacht. Op 31 december 2020 hebben Rex en Max vijf schapen verwond waarna twee schapen zijn omgekomen. Naar aanleiding van dit incident heeft de burgemeester de herdershonden op 14 januari 2021 in beslag genomen op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet, ook wel de lichte bevelsbevoegdheid genoemd. De burgemeester heeft dit besluit in bezwaar gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3223
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202205033/1/A3

202205234/1/A3

Bij vier afzonderlijke besluiten van 23 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam [appellante] en haar drie kinderen ambtshalve uitgeschreven uit de Basisregistratie personen en ingeschreven in de Registratie Niet-Ingezetenen. [appellante] en haar drie minderjarige kinderen stonden voorheen in de Brp ingeschreven op het adres [locatie] in Rotterdam. Op 22 november 2019 heeft woningcorporatie Stichting Woonbron aan het Centraal Meldpunt Persoonsgegevens gemeld dat [appellante] de zelfbewoningsplicht schaadt. De afdeling Burgerzaken is vervolgens op 2 december 2019 een adresonderzoek gestart. Na onderzoek was het college geen feitelijke verblijfplaats van [appellante] en haar kinderen bekend. Ook het adres [locatie] kon niet als zodanig gelden. [appellante] heeft volgens het college ook geen aangifte van adreswijziging doorgegeven. Bij afzonderlijke besluiten van 23 maart 2020 heeft het college [appellante] daarom per 2 december 2019 en haar kinderen per 10 januari 2020 ambtshalve uitgeschreven uit de Brp. Bij besluit van 20 juli 2020 heeft het college het bezwaar van [appellante] tegen de besluiten van 23 maart 2020 ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3241
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202205234/1/A3

202205443/1/A3

Bij besluit van 29 juni 2021 heeft de burgemeester van Alkmaar besloten om de woning aan de [locatie] in Alkmaar voor twaalf maanden te sluiten. [wederpartij] woonde aan de [locatie] in Alkmaar. Deze woning huurde hij van Woonwaard. Naar aanleiding van een melding via Meld Misdaad Anoniem over de handel in drugs vanuit de woning van [wederpartij] heeft de politie een onderzoek ingesteld. De politie heeft tijdens observaties waargenomen dat [wederpartij] meerdere korte bezoekjes van enkele minuten aan zijn woning ontving. Sommige van deze personen waren bij de politie ambtshalve bekend in verband met antecedenten op het gebied van de Opiumwet. Tijdens het onderzoek heeft de politie daarnaast meerdere meldingen via Meld Misdaad Anoniem ontvangen over de handel in drugs vanuit de woning. De meldingen en de politieobservaties hebben op 24 maart 2021 geleid tot een onderzoek in de woning. In de daarover op ambtsbelofte opgemaakte bestuurlijke rapportage van 25 maart 2021 staat dat in de woning € 436,11 aan brief- en muntgeld is aangetroffen, evenals 9,43 g cocaïne, 18,01 g heroïne en 4 XTC-pillen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3262
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202205443/1/A3

202205713/1/A3

Bij besluit van 14 augustus 2020 heeft de burgemeester van Uithoorn de woning aan de [locatie] in De Kwakel voor drie maanden gesloten. [appellant A] en [appellant B] woonden met hun minderjarige dochter in de vrijstaande woning aan de [locatie] in De Kwakel. Op 16 juli 2020 is de politie de woning binnengevallen. Aanleiding daarvoor was dat de auto die op naam van [appellant B] stond, werd gesignaleerd bij een tuinbouwwinkel waarvan ambtshalve bekend is dat deze goederen levert die gebruikt kunnen worden voor hennepteelt en dat [appellant A] antecedenten heeft, onder andere voor het vervaardigen van softdrugs. Bij de doorzoeking van de woning is in een ondergrondse ruimte een kweekruimte aangetroffen. Die ondergrondse ruimte was met een losse ladder bereikbaar via een met een houten plank afgedekt gat in de grond. In het daarover op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van 16 juli 2020 staat dat in die ruimte een kweektent met 76 hennepplanten, een droogtent met een lamp, een sealbag met 227 gr gedroogde henneptoppen en vier assimilatielampen, twee koolstoffilters en een aan- of afzuiginstallatie zijn aangetroffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3265
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202205713/1/A3

202206002/1/R3

Bij besluit van 20 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk aan De Witte Raaf een last onder dwangsom opgelegd voor het gebruik in strijd met het bestemmingsplan van de recreatiewoningen aan De Witte Raaflaan 49, 62 en 68A en Ravenhof 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 10, 11, 12 (lees: 13), 14, 15 en 16 te Noordwijk. De Witte Raaf is exploitant van de recreatiewoningen op Duinpark de Witte Raaf in Noordwijk. De recreatiewoningen worden verhuurd aan particuliere derden. Op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Duinrand" geldt voor de gronden waarop de recreatiewoningen gesitueerd zijn de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie". Naar aanleiding van meerdere handhavingsverzoeken heeft de Omgevingsdienst West-Holland op 30 april 2019 en 6 mei 2019 controles uitgevoerd bij de recreatiewoningen gelegen aan De Witte Raaflaan en het Ravenhof. Tijdens deze controle is geconstateerd dat meerdere recreatiewoningen aan De Witte Raaflaan en het Ravenhof worden bewoond door arbeidsmigranten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3224
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202206002/1/R3

202206003/1/R3

Bij besluit van 5 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk een last onder dwangsom opgelegd voor het gebruik in strijd met het bestemmingsplan van de recreatiewoningen aan Ravenhof 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 10, 11, 12 (lees: 13), 14, 15 en 16 te Noordwijk. Ravenhof is eigenaar van de recreatiewoningen aan het Ravenhof op Duinpark de Witte Raaf in Noordwijk. De recreatiewoningen worden verhuurd aan particuliere derden. Op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Duinrand" geldt voor de gronden waarop de recreatiewoningen gesitueerd zijn de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie". Naar aanleiding van meerdere handhavingsverzoeken heeft de Omgevingsdienst West-Holland op 30 april 2019 en 6 mei 2019 controles uitgevoerd bij de recreatiewoningen gelegen aan het Ravenhof. Tijdens deze controle is geconstateerd dat meerdere recreatiewoningen aan het Ravenhof worden bewoond door arbeidsmigranten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3225
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202206003/1/R3

202206218/1/A3

Bij besluit van 15 september 2021 heeft de minister voor Rechtsbescherming het verzoek van [appellante] om verwijdering van persoonsgegevens afgewezen. [appellante] heeft een verzoek bij de minister ingediend om de bij de Raad voor de Kinderbescherming aanwezige dossiers van haar twee zonen te vernietigen. Dit verzoek heeft zij gedaan op grond van artikel 17 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. De minister heeft het verwijderverzoek afgewezen, omdat de gegevens volgens hem bewaard moeten blijven op grond van de Archiefwet. Hij heeft de afwijzing van het verwijderverzoek in bezwaar gehandhaafd. De rechtbank heeft overwogen dat de verwerking van persoonsgegevens van de zonen van [appellante] in dit geval nodig is voor het nakomen van een wettelijke verwerkingsplicht zoals bedoeld in artikel 17, derde lid, aanhef en onder b, van de AVG. Naar het oordeel van de rechtbank rust op de RvdK een wettelijke verwerkingsverplichting op grond van de Archiefwet 1995.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3268
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202206218/1/A3

202206525/1/A3

Bij besluit van 8 juli 2021 heeft de burgemeester van Rotterdam de woning aan de [locatie] in Rotterdam voor zes maanden gesloten. [appellante] woonde samen met haar vader [persoon] in de woning aan de [locatie] in Rotterdam. Op 9 maart 2021 heeft er een grootschalig witwasonderzoek door de regionale recherche plaatsgevonden. Bij dit onderzoek werd [persoon] aangehouden en werd de woning doorzocht. In de door de politie aan de burgemeester gerichte brief van 15 april 2021 en de bestuurlijke rapportage van 7 april 2021 staat dat in de woning het volgende is aangetroffen: € 44.580,00, vijf pistolen, een minipistool, een vuurwapen in de vorm van een wandelstok, een wapenstok, een hakbijl, een wurgstok, een kruisboog, een boksbeugel, elf verschillende messen, vijf kobra’s, een gripzakje met netto 8 g MDMA, een gripzakje met netto 9,8 g cocaïne, een zakje met netto 4,5 g inositol en een zakje met netto 35,7 g lactose. De burgemeester heeft besloten om de woning op grond van artikel 13b van de Opiumwet voor zes maanden te sluiten. Hij heeft daaraan ten grondslag gelegd dat het gaat om een ernstig geval en dat de woning bekend is in het criminele circuit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2922
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Overzichtsuitspraak
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202206525/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202206525/1/A3

202206993/1/A3

Bij besluit van 23 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda een verzoek van [appellant] om [kind] als zijn kind in de basisregistratie personen te registreren, afgewezen. [appellant] heeft het college verzocht om [kind] in de brp te registreren als zijn kind. Hij heeft daartoe een geboorteakte van [kind] en een toestemmingsverklaring van de moeder overgelegd. De IND heeft deze documenten onderzocht en geconcludeerd dat zij echt zijn. Op 14 mei 2020 heeft het college met [appellant] een informatiegesprek gehouden. Tijdens dit gesprek heeft [appellant] onder meer verklaard dat [kind] bij zijn zus in Ghana woont, dat hij in 2002 is getrouwd met de moeder, maar inmiddels van haar is gescheiden, en dat hij niet bij de zogenoemde ‘Naming ceremony’ van [kind] aanwezig was. Van het huwelijk, de scheiding en de naamgevingsceremonie zijn geen officiële documenten aanwezig, aldus [appellant]. Aanvullend heeft [appellant] wel een ‘groei-‘ of ‘consultatieboekje’ met als titel ‘Child health records’ overgelegd. De IND heeft dit document onderzocht en geconcludeerd dat het waarschijnlijk niet bevoegd is opgemaakt en afgegeven door de in het document genoemde instantie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3255
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202206993/1/A3

202207042/1/R3

Bij besluit van 30 maart 2020 heeft het college geweigerd om aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het realiseren van een in- en uitrit op het perceel [locatie] Rijnsburg. [appellant] woont aan het einde van de Monetstraat in een hoekwoning met een zijtuin. Hij wil zijn auto in de zijtuin parkeren. Om deze parkeerplaats met de auto te kunnen bereiken, is het nodig dat een uitweg wordt aangelegd. Hij heeft hiervoor een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend. Het college heeft zich in het besluit op bezwaar op het standpunt gesteld dat de omgevingsvergunning moet worden geweigerd ter voorkoming van gevaar voor het verkeer op de weg, als bedoeld in artikel 2:12, tweede lid, aanhef en onder a, van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Katwijk. [appellant] is het niet eens met deze weigering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3227
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202207042/1/R3

202207133/1/R1

Bij besluit van 25 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders Oost Gelre aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woning op het perceel [locatie] in Lichtenvoorde. Op het perceel is in de bestaande situatie een bedrijf gevestigd. Het voorterrein is verhard en achterop het perceel staat een bedrijfsgebouw. Het perceel is gelegen in het bestemmingsplan "Woonwijken Lichtenvoorde" en heeft de bestemming "Bedrijf". Volgens die bestemming mag er ter plaatse een bedrijf van milieucategorie 1 of 2 gevestigd zijn. Ook het deel van het perceel van [appellant], gelegen achter zijn woning, heeft die bestemming. In de nabijheid van de beide bedrijfspercelen bevinden zich percelen met een woonbestemming. Het betreft al met al een gemengd gebied. [partij] wil op het voorterrein van zijn perceel een vrijstaande woning bouwen en een deel van het bedrijfsgebouw slopen. Hij heeft hiervoor een omgevingsvergunning aangevraagd die voorziet in de bouw van de woning. [appellant] woont op het naastgelegen perceel. Hij exploiteert op het perceel, achter zijn woning, een bedrijf in de handel en reparatie van motoren. Hij vreest voor een aantasting van zijn bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3226
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202207133/1/R1

202207331/1/R2

Bij besluit van 19 oktober 2022 heeft de raad van de gemeente Venlo het bestemmingsplan "Hakkesstraat-Hendrikkenhofstraat Venlo" gewijzigd vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van huisvesting mogelijk voor 768 internationale werknemers die tijdelijk in Nederland verblijven. Daarnaast maakt het plan een herdenkingspark en een resomeercentrum mogelijk. Resomeren is een vorm van lijkbezorging. Deze is op dit moment niet toegestaan op grond van de Wet op de lijkbezorging. Sormac B.V. en anderen kunnen zich niet met het bestemmingsplan verenigen. Akarton B.V. vreest dat haar uitbreidingsplannen geen doorgang kunnen vinden als gevolg van het bestemmingsplan. Sormac B.V. vreest voor beperkingen in haar bedrijfsvoering. Ook [appellant sub 1] en anderen kunnen zich niet met het bestemmingsplan verenigen. Zij vrezen dat hun woon- en leefklimaat onaanvaardbaar wordt aangetast door de komst van de huisvestingslocatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3197
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202207331/1/R2

202207489/1/R2

Bij besluit van 16 november 2022 heeft de raad van de gemeente Weert het bestemmingsplan "Zevensprong" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van maximaal 67 appartementen in drie gebouwen met bijbehorende bergingen, parkeer- en groenvoorzieningen mogelijk in de wijk Moesel in Weert. De maximale bouw- en goothoogte van de gebouwen is 17 m. De woningen zijn bedoeld voor de sociale huur. [appellante sub 1] en anderen, [appellant sub 2] en [appellant sub 3] wonen in de buurt van het plangebied. Zij vinden dat de appartementengebouwen te massaal zijn en niet passen binnen de wijk. Ook vrezen zij dat hun woon- en leefklimaat onaanvaardbaar wordt aangetast door de komst van de woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3232
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202207489/1/R2

202300909/1/R3

Bij besluit van 9 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leiden aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het gebruiken van gronden in strijd met het bestemmingsplan aan de [locatie] in Leiden. [vergunninghouder] wil de aanbouw aan zijn woning aan de achterzijde vervangen en vergroten. Het college heeft hiervoor een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan verleend. [appellanten] wonen naast [vergunninghouder] en zijn het hier niet mee eens, omdat zij vinden dat de aanbouw van vier meter te diep is en dit te veel (zon)licht wegneemt in hun woning en tuin.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3222
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202300909/1/R3

202301382/1/R1

Bij besluit van 10 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad geweigerd om aan [partij] in afwijking van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning te verlenen voor een aanbouw ten behoeve van mantelzorg op het perceel [locatie 1] in Koog aan de Zaan. Bij besluit van 7 augustus 2020 heeft het college [partij] onder oplegging van een dwangsom gelast om de aanbouw op het perceel te verwijderen en verwijderd te houden en het met het bestemmingsplan strijdige gebruik daarvan te beëindigen en beëindigd te houden. [partij] is eigenaar van het perceel en woont daar ook. In februari 2016 is aan de zij- en achterkant van de woning op het perceel een aanbouw gerealiseerd die de woning met de schuur verbindt. In de aanbouw en de schuur zijn een leefruimte en een badkamer gerealiseerd, zodat de woning geschikt werd voor het verlenen van mantelzorg voor de echtgenoot van [partij].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3229
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202301382/1/R1

202301921/1/A3

Bij besluit van 9 juli 2020 heeft de burgemeester van Nijmegen de woning aan de [locatie] in Nijmegen voor drie maanden gesloten. [wederpartij A] en [wederpartij B] huurden de woning aan de [locatie] in Nijmegen. Naar aanleiding van een politieonderzoek naar [wederpartij A] in verband met de handel in hennep is hij op 11 maart 2020 bij het verlaten van een coffeeshop aangehouden met een tas met 1,045 kg henneptoppen en een geldbedrag van € 9.870,00. Naar aanleiding daarvan heeft de politie de woning doorzocht. De bevindingen daarvan heeft de politie vastgelegd in de bestuurlijke rapportage van 28 april 2020. De burgemeester heeft naar aanleiding van de aangetroffen zaken in de woning besloten om de woning op grond van artikel 13b van de Opiumwet voor drie maanden te sluiten. Volgens de burgemeester is dat noodzakelijk omdat de woning onderdeel is van het criminele drugscircuit en de handel in drugs kan leiden tot openbare-ordeverstoringen en overlast, wat aantasting van het woon- en leefklimaat met zich brengt. De woning is feitelijk gesloten geweest van 17 augustus 2020 tot 17 november 2020. Het tegen de sluiting door [wederpartij A] en [wederpartij B] gemaakte bezwaar heeft de burgemeester ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3264
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202301921/1/A3

202302036/1/R1

Bij besluit van 10 juni 2020 heeft het college aan [appellant A en B] een omgevingsvergunning verleend voor het vergroten van de woning op het perceel [locatie] in Apeldoorn. De aangevraagde omgevingsvergunning heeft betrekking op het vergroten van de zolder van de woning op het perceel door het doortrekken van de kap. De rechtbank is in de aangevallen uitspraak onder meer tot het oordeel gekomen dat het college niet bevoegd was te beslissen op het bezwaar van [appellant A en B] tegen het besluit van 6 oktober 2020, omdat daartegen alleen beroep openstond. Om die reden is het besluit van 3 mei 2021 vernietigd. Vervolgens heeft de rechtbank geoordeeld dat [appellant A en B] tijdig beroep heeft ingesteld tegen het besluit van 6 oktober 2020 en heeft dat beroep ongegrond verklaard. [appellant A en B] is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank als het gaat om haar oordelen of het college heeft verzuimd een omgevingsvergunning van rechtswege bekend te maken en of het college terecht heeft geweigerd de door [appellant A en B] aangevraagde omgevingsvergunning te weigeren, en het door de rechtbank uitgesproken schadevergoedingsbedrag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3253
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202302036/1/R1

202302100/1/A3

Bij besluit van 6 mei 2021 heeft de burgemeester van Nijmegen de woning aan het [locatie] in Nijmegen vanaf 28 juni 2021 voor drie maanden gesloten. [appellant A] en [appellant B] huurden de woning aan het [locatie 1] in Nijmegen. Naar aanleiding van een melding via Meld Misdaad Anoniem is de woning van [appellant A] en [appellant B] op 23 maart 2021 doorzocht. In het daarover op ambtseed/ambtsbelofte opgestelde hennepbericht van de politie van 24 maart 2021 staat dat in een grote houten kast die stond in een gedeelde aanbouw achter de garages van [locatie 1] en 3324, een in werking zijnde hennepkwekerij met 25 hennepplanten is aangetroffen. Daarnaast werd in een soort van houten bouwwerk tegen de buitenmuur van de woning van [appellant A] en [appellant B] een doorgang gevonden naar een uitgegraven kruipruimte onder hun woning waar een volledig ingerichte, maar niet in werking zijnde, hennepkwekerij met 20 gevulde potten zonder hennepplanten werd aangetroffen. De stroomaanvoer was niet gemanipuleerd, maar na enig onderzoek bleek dat er een stroomkabel naar de buren op [locatie 2] liep. Daar was de stroommeter wel gemanipuleerd. In totaal heeft de politie 25 hennepplanten, 7 assimilatielampen, 3 koolstoffilters en een aan-/afzuiginstallatie in beslag genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3263
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202302100/1/A3

202302396/1/R3

Bij besluit van 9 maart 2023 heeft de raad van de gemeente Raalte het bestemmingsplan "Buitengebied Raalte, part. herz. nr 59, omgeving Schanebroeksweg 11 en 13" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt op initiatief van [partij] de bouw van twee nieuwe burgerwoningen aan de Schanebroeksweg 11 en 13 in Luttenberg mogelijk. Dit is gebeurd met toepassing van de zogenoemde rood voor rood-regeling uit de gemeentelijke "Beleidsnota erven in beweging". Momenteel staan op deze locatie twee schuren en twee bedrijfswoningen van een voormalige melkveehouderij. De twee oude schuren zullen worden gesloopt en in de plaats daarvan worden de twee nieuwe woningen mogelijk gemaakt. De twee bedrijfswoningen krijgen een reguliere woonbestemming. [appellant] en anderen zijn eigenaren, gebruikers en bewoners van de percelen [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3]. Zij zijn het niet eens met het mogelijk maken van de vier woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3245
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202302396/1/R3

202302651/1/A2

Bij besluit van 26 juli 2021 heeft de RDW aan CVE Holding medegedeeld haar verzoek om de in het kentekenregister geregistreerde CO2-uitstoot van het voertuig met kenteken […] te wijzigen, niet verder in behandeling te nemen. CVE Holding heeft het voertuig, een in Amerika geproduceerde Ford Mustang, uit Duitsland ingevoerd. Bij de inschrijving in het Nederlandse kentekenregister heeft zij het Duitse kentekenbewijs overgelegd, waarop een CO2-uitstoot van 179 gr/km stond. De RDW heeft in afwijking van het Duitse kentekenbewijs een CO2-uitstoot van 257 gr/km geregistreerd. De CO2-uitstoot van een voertuig is van belang voor de hoogte van de Belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992. Hoe hoger de uitstoot, hoe hoger de bpm. CVE Holding heeft een naheffingsaanslag bpm ontvangen van de inspecteur van de Belastingdienst. Volgens de Belastingdienst blijkt namelijk uit het kentekenregister van de RDW dat de CO2-uitstoot van het voertuig hoger is dan CVE Holding bij de bpm-aangifte heeft opgegeven. CVE Holding is van mening dat de geregistreerde CO2-uitstoot in het kentekenregister onjuist is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3220
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202302651/1/A2

202302743/1/R2

Bij besluit van 28 september 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg het verzoek van [appellant] om onder meer handhavend op te treden tegen de verbodsborden bij de Avenhornstraat en het slot dat om het hek naast de Witbrantlaan Oost 36 is geplaatst, afgewezen. [appellant] is eigenaar van het perceel aan de [locatie] in Tilburg. Langs zijn perceel loopt een zaksloot met daarachter een omheind natuurgebied. [appellant] is sinds december 2020 voornemens een brug over de zaksloot te realiseren om het natuurgebied te kunnen bereiken. [appellant] heeft het college verzocht om het project, bekend onder MJP 176873, waarbij de zaksloot wordt omgevormd tot een permanente waterhoudende singel, onmiddellijk stop te zetten en maatregelen te treffen om de oorspronkelijke planologische opzet van het natuurgebied in de wijk Witbrant Oost te herstellen en obstakels, zoals verbodsborden, aan beiden kanten van de Avenhornstraat en het slot bij het hek aan de Witbrantlaan Oost te verwijderen. Verder heeft hij het college verzocht om energie te steken in het toegankelijk maken van het openbare gebied van Witbrant Oost.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3257
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202302743/1/R2

202303107/1/A2

Bij besluit van 29 juni 2022 heeft de raad voor rechtsbijstand een door [appellant A] namens [appellant B] ingediende aanvraag om een toevoeging afgewezen. [appellant B] en zijn partner huurden een woning in Amsterdam. Zij zijn door hun voormalige verhuurder aansprakelijk gesteld voor de kosten die de verhuurder heeft gemaakt om gestelde schade aan het verhuurde te herstellen. [appellant B] en zijn partner hebben zich gewend tot [appellant A] om hen bij te staan in de procedure tegen verhuurder. [appellant A] heeft zowel namens [appellant B] als namens de partner van [appellant B] een aanvraag om een toevoeging ingediend bij de raad. De aanvraag om een toevoeging voor de partner is door de raad toegewezen en de aanvraag om een toevoeging voor [appellant B] is afgewezen. [appellant A] en [appellant B] zijn van mening dat deze afwijzing onterecht is en dat de raad twee toevoegingen had moeten verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3159
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202303107/1/A2

202303330/1/A2

Bij besluit van 3 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer een aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] huurde sinds oktober 2014 een kamer in een woning in Nieuw-Vennep. Op 22 juli 2021 heeft de verhuurder samen met derden de woning betreden en [appellant] en zijn huisgenoten uit de woning gezet. Omdat [appellant] toen dakloos was heeft hij eind juli 2021 een urgentieverklaring aangevraagd. Hij woont sinds 25 augustus 2021 in een kamer in [plaats]. Tijdens het urgentiegesprek op 26 augustus 2021 heeft [appellant] aangegeven dat hij een kamer had gevonden in [plaats]. Op 13 september 2021 is zijn aanvraag besproken in de urgentiecommissie. De urgentiecommissie heeft besloten om medisch advies te vragen. Een arts van Argonaut heeft in de adviesrapportage van 23 november 2021 geconcludeerd dat de huidige woonsituatie in de kamer in [plaats] voor [appellant] geen acute bedreiging voor zijn gezondheid vormt en dat een verhuizing op korte termijn voor hem medisch niet noodzakelijk is. Het college heeft de aanvraag afgewezen. Met het bestreden besluit van 2 september 2022 is het college bij die afwijzing gebleven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3246
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202303330/1/A2

202303402/1/R1

Bij besluit van 7 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen aan [appellante] een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van het gebruik van de twee bedrijfswoningen op het adres [locatie 1] en [locatie 2] in Egmond-Binnen in het gebruik als burgerwoningen. [appellante] is een groothandel in bloemen en planten en is gevestigd op het adres [locatie 3] in Egmond-Binnen. Zij heeft een omgevingsvergunning aangevraagd om haar twee bedrijfswoningen op het adres [locatie 1] en [locatie 2] in Egmond-Binnen als burgerwoningen te gebruiken. [partij] heeft een tuincentrum op het naastgelegen adres [locatie 4] in Egmond-Binnen. Zij vreest dat de verruiming van de mogelijkheid om de woningen te bewonen haar zal beperken in haar bedrijfsvoering. De rechtbank heeft de omgevingsvergunning vernietigd naar aanleiding van het daartegen door [partij] ingestelde beroep. [appellante] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank. [partij] heeft daartegen voorwaardelijk incidenteel hoger beroep ingesteld. Het college heeft, hangende deze procedure, opnieuw de omgevingsvergunning verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3228
Datum uitspraak
16 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202303402/1/R1
vorige pagina1...161718...1.214volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon