Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.294
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202402118/1/V2

Bij besluit van 10 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om appellanten een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2142
Datum uitspraak
13 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202402118/1/V2

202502226/2/A2

[verzoekster] volgde in het schooljaar 2024/2025 voortgezet algemeen volwassenenonderwijs in het vak Havo Wiskunde A aan de VAVO Haaglanden, onderdeel van ROC Mondriaan. Bij het derde schoolexamen van dit vak was zij afwezig zonder dat zij zich op de voorgeschreven wijze had afgemeld. Daarom heeft de examencommissie haar bij beslissing van 6 maart 2025 geen toestemming gegeven om dit schoolexamen in te halen. Als gevolg hiervan is zij uitgeschreven voor het vak. De CBE heeft het door haar ingestelde administratief beroep bij beslissing van 10 april 2025 ongegrond verklaard. Hangende het beroep bij de Afdeling tegen deze beslissing heeft [verzoekster] de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek houdt in dat zij voor 17 mei 2025 de gelegenheid krijgt om het derde schoolexamen (SE3) te maken om vervolgens deel te kunnen nemen aan het centraal examen (CE) op 20 mei 2025.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2362
Datum uitspraak
13 mei 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202502226/2/A2

202307828/2/A2

Ten aanzien van zaak nr. 202307828/1/A2, die op 16 mei 2025 op zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad mr. J.W. van de Gronden, die als lid van de meervoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 12 mei 2025 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen. De staatsraad heeft te kennen gegeven dat hij bij de voorbereiding van deze zaak heeft geconstateerd dat een van de partijen, Pivot Park Screening B.V., onderdeel is van een consortium waar de Stichting Katholieke Universiteit-Radboud ook onderdeel van is. Deze Stichting heeft een belang bij de uitkomst van deze zaak. De staatsraad is hoogleraar Europees recht bij de Radboud Universiteit. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van deze zaak te voorkomen, heeft de staatsraad verzocht zich te mogen verschonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2155
Datum uitspraak
13 mei 2025
  • Verschoning
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202307828/2/A2

202402988/2/A3

appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 17 april 2024 in zaak nr. 23/851.De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de vertrouwelijke versies van een aantal gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2146
Datum uitspraak
13 mei 2025
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202402988/2/A3

202305308/1/V1

Bij besluit van 18 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt (hierna: een artikel 9-document), afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2127
Datum uitspraak
12 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202305308/1/V1

202402026/1/V3

Bij besluit van 7 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 maart 2024 het recht op bescherming eindigt dat betrokkene geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. De minister van Asiel en Migratie heeft betrokkene ook opgedragen om de Europese Unie binnen vier weken na 4 maart 2024 te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2128
Datum uitspraak
12 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402026/1/V3

202501319/2/R4

Bij besluit van 16 januari 2025 heeft de raad van de gemeente Ede het bestemmingsplan "Ede, Elias Beeckmankazerne, nieuwbouw basisschool en gymzaal" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van een nieuwe basisschool met gymzaal aan de Elias Beeckmanlaan in Ede op het terrein van de voormalige Elias Beeckmankazerne. Het nieuwe schoolgebouw is bedoeld voor de huisvesting van de Koning Davidschool, die nu nog op een locatie op ongeveer 400 m ten noordwesten van het plangebied gevestigd is. Het nieuwe schoolgebouw zal bestaan uit 16 klaslokalen en daarmee ruimte bieden voor maximaal 400 leerlingen voor de hele gemeente Ede. SME en anderen vinden - kort samengevat - dat een school van deze omvang niet passend is op deze plek. Zij verzoeken het hele plan te schorsen, omdat inmiddels een aanvraag voor een omgevingsvergunning is ingediend voor de bouw van het schoolgebouw en gymzaal.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2119
Datum uitspraak
12 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202501319/2/R4

202501594/1/V3

Bij besluit van 26 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2122
Datum uitspraak
12 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501594/1/V3

202501684/1/V3

Bij besluit van 30 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2130
Datum uitspraak
12 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501684/1/V3

202501755/1/V3

Bij besluit van 25 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2123
Datum uitspraak
12 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501755/1/V3

202502224/2/V2

Bij besluit van 15 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2129
Datum uitspraak
12 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502224/2/V2

202502305/2/V3

Bij besluit van 10 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2159
Datum uitspraak
12 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502305/2/V3

202502306/1/V3 en 202502306/2/V3

Bij besluit van 23 februari 2023 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2126
Datum uitspraak
12 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502306/1/V3 en 202502306/2/V3

BRS.25.000113

Bij besluit van 23 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat appellant geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2115
Datum uitspraak
12 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000113

202402532/4/A3

Bij besluit van 3 juni 2022 heeft de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) het verzoek van [wederpartij] om openbaarmaking van het verslag van het looncomponentenoverleg, afgewezen. [wederpartij] heeft het UWV verzocht om op grond van de Wet open overheid het verslag van het looncomponentenoverleg openbaar te maken. Het UWV heeft dit verzoek afgewezen en haar besluit in bezwaar gehandhaafd. De rechtbank heeft bij uitspraak van 29 februari 2024 overwogen dat het verslag van het looncomponentenoverleg een stuk voor intern beraad is dat persoonlijke beleidsopvattingen bevat, zoals bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de Woo, en ouder is dan vijf jaar. Het verzoek strekt ertoe dat bij wijze van voorlopige voorziening wordt bepaald dat het UWV in afwachting van de uitspraak in hoger beroep geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2266
Datum uitspraak
9 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202402532/4/A3

202501868/1/R4

Bij besluit van 14 april 2025 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat aan Lintire een last onder dwangsom opgelegd. De aanleiding voor het besluit is dat bij een controle door de douane op 5 maart 2025 in totaal 157.780 kg geshredderde luchtbanden is aangetroffen in zes containers. De containers waren afkomstig van Lintire en onderweg naar India. Lintire heeft voor deze overbrenging van afvalstoffen geen kennisgeving gedaan. Lintire heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en de voorzieningenrechter gevraagd in afwachting van het besluit op dat bezwaar een voorlopige voorziening te treffen. Lintire heeft meer in het bijzonder verzocht om het besluit van 14 april 2025 te schorsen, omdat de partij geshredderde luchtbanden volgens haar een B3140-afvalstof is en te bepalen dat deze voorziening geldt tot zes weken na het besluit op het bezwaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2118
Datum uitspraak
9 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202501868/1/R4

BRS.25.000246 en BRS.25.000250

Bij besluit van 15 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2039
Datum uitspraak
9 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000246 en BRS.25.000250

BRS.25.000439 en BRS.25.000440

Bij besluit van 2 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2096
Datum uitspraak
9 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000439 en BRS.25.000440

BRS.25.000470 en BRS.25.000472

Bij besluit van 7 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2100
Datum uitspraak
9 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000470 en BRS.25.000472

BRS.25.000471

Bij besluit van 6 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2099
Datum uitspraak
9 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000471

2025001/1/TW

Bij beslissing van 19 december 2024 heeft de minister van Defensie toestemming verleend voor de uitoefening van bijzondere bevoegdheden, onder de operatienaam […]. Bij beslissing van 17 maart 2025 heeft de TIB geoordeeld dat de toestemming van de minister niet rechtmatig is verleend. De minister heeft hiertegen beroep ingesteld. Op 12 december 2024 heeft de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst de minister verzocht om toestemming voor de uitoefening van de bevoegdheid tot onderzoeksopdrachtgerichte interceptie (OOG-interceptie; artikel 48 van de Wiv 2017), en onderzoek aan de geïntercepteerde gegevens (artikel 49, eerste lid, van de Wiv 2017), ten behoeve van het onderzoek naar […] binnen de onderzoeksopdrachten […].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2351
Datum uitspraak
9 mei 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Andere zaken - Overige
  • uitspraakin de zaak2025001/1/TW

202306100/1/V2

Bij besluiten van 21 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2102
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202306100/1/V2

202406495/1/V3

Bij besluit van 13 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat betrokkene wordt overgedragen aan België.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2109
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202406495/1/V3

202407182/1/V2.

Bij besluit van 1 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2108
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407182/1/V2.

202500316/1/V3

Bij besluit 30 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene de toegang tot Nederland geweigerd en bij besluit van 31 december 2024 heeft zij hem een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2106
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500316/1/V3

202500318/1/V3

Bij besluiten van 11 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene de toegang tot Nederland geweigerd en hem een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2101
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500318/1/V3

202501109/1/V2

Bij besluit van 25 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2112
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501109/1/V2

202501366/1/V3

Bij besluit van 5 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2110
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501366/1/V3

202501584/1/V3

Bij besluit van 19 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2114
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501584/1/V3

202501797/1/V3

Bij besluit van 11 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2111
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501797/1/V3

202501977/1/V3

Bij besluit van 13 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2113
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501977/1/V3

202502195/1/V2

Bij besluit van 11 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2107
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502195/1/V2

202502209/1/V2 en 202502209/2/V2

Bij besluit van 22 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2104
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502209/1/V2 en 202502209/2/V2

202502271/1/V3 en 202502271/2/V3

Bij besluit van 23 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2125
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502271/1/V3 en 202502271/2/V3

202502314/1/V3 en 202502314/2/V3

Bij besluit van 19 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2105
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502314/1/V3 en 202502314/2/V3

202502372/1/V1 en 202502372/2/V1

Bij besluit van 28 februari 2025, aangevuld op dezelfde datum, heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2121
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502372/1/V1 en 202502372/2/V1

BRS.25.000276

Bij besluit van 20 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2034
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000276

BRS.25.000331

Bij besluit van 7 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2033
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000331

BRS.25.000442

Bij besluit van 7 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2035
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000442

202405218/1/A2

Bij besluit van 27 juli 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van [appellant] om een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor een chauffeurskaart bij Kiwa Register B.V. in Rijswijk afgewezen. Het hiertegen gemaakte bezwaar heeft de staatssecretaris bij besluit van 23 november 2023 ongegrond verklaard. Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2360
Datum uitspraak
8 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202405218/1/A2

202304689/1/V1

Bij besluit van 22 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat appellant geen rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan heeft gehad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2006
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202304689/1/V1

202406482/2/R4

Bij besluit van 3 september 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest het wijzigingsplan "Kerkstraat 56-58" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [verzoekers] beroep ingesteld. [verzoekers] hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1994
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202406482/2/R4

202406592/1/V1

Bij besluit van 1 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2020
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202406592/1/V1

202406964/1/R4 en 202406964/2/R4

Bij besluit van 24 september 2024 heeft de raad van de gemeente Rheden het het bestemmingsplan "Landelijk gebied, herbestemming Lentsesteeg 13-15" vastgesteld. Het plangebied ligt in het buitengebied ten westen van de kern Rheden aan de Lentsesteeg 13-15 in Rheden. Tot aan de inwerkingtreding van het plan gelden in het plangebied de bestemmingen "Bedrijven" en "Agrarisch gebied met landschappelijke en natuurwaarde" op grond van het bestemmingsplan "Buitengebied 1995" en de bestemmingen "Agrarisch met waarden- natuur en Landschap" en "Verkeer" op grond van het bestemmingsplan "Landelijk Gebied, locatie Lentsesteeg" uit 2015. Op grond van het plan gaat de bestemming "Wonen" gelden aan de westzijde van het plangebied, waardoor de bestaande bedrijfswoning een reguliere woning wordt. Op grond van het plan gaat op alle overige gronden in het plangebied, waaronder de gronden waarop een bedrijfsloods (hierna: de loods) staat, de bestemming "Agrarisch met waarden - natuur en landschap" gelden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1995
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202406964/1/R4 en 202406964/2/R4

202407654/2/R3

Bij besluit van 17 oktober 2024 heeft de raad van de gemeente Lisse het bestemmingsplan "Partiële herziening steigers Greveling" vastgesteld. Deze zaak gaat over een bestemmingsplan dat steigers mogelijk maakt in de Greveling, een watergang in Lisse die in verbinding staat met de ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Het bestemmingsplan maakt, onder andere, negen steigers mogelijk ter plaatse van de woningen van nieuwbouwlocatie Kruishoorn van ontwikkelaar [bedrijf], gelegen ten noorden van het meest oostelijke punt van de Greveling. Roeivereniging IRIS is gevestigd op de zuidelijke oever aan de westkant van de Greveling en is het niet eens met dit bestemmingsplan. Zij gebruikt de Greveling voor het opleiden van beginnende roeiers en als passage voor meer ervaren roeiers om de bredere ringvaart te bereiken. Roeivereniging IRIS vreest voor de veiligheid van haar roeiers, omdat de Greveling wordt versmald door de aanleg van de steigers bij de nieuwbouwlocatie. Zij verzoekt de voorzieningenrechter daarom om het bestemmingsplan te schorsen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2037
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202407654/2/R3

202407779/1/V3

Bij besluit van 20 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2032
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407779/1/V3

202407781/1/V3

Bij besluit van 30 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2027
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407781/1/V3

202500588/2/R3

Bij besluit van 23 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Emmen aan Boxkoning B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van 44 bedrijfsunits aan de Waanderweg 176 in Emmen. Bij besluit van 20 december 2022 heeft het college het door [verzoeker] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij tussenuitspraak van 2 juli 2024 heeft de rechtbank een gebrek in het besluit van 20 december 2022 geconstateerd, en het college in de gelegenheid gesteld om binnen 6 weken na verzending van de tussenuitspraak dit gebrek te herstellen met inachtneming van de in de tussenuitspraak gemaakte overwegingen en aanwijzingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2004
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202500588/2/R3

202500735/1/V2

Bij besluit van 21 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Ook heeft hij ambtshalve bepaald dat uitzetting van appellant krachtens artikel 64 van de Vw 2000 achterwege blijft, en geweigerd appellant ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2036
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500735/1/V2

202500740/1/V2

Bij besluit van 18 november 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Ook heeft hij ambtshalve bepaald dat uitzetting van appellant krachtens artikel 64 van de Vw 2000 achterwege blijft, en geweigerd appellant ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2103
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500740/1/V2

202501967/2/V2

Bij besluit van 26 november 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan verzoekers verleende verblijfsvergunningen regulier voor bepaalde tijd ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2023
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202501967/2/V2

202502204/1/V3 en 202502204/2/V3

Bij besluit van 19 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2024
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502204/1/V3 en 202502204/2/V3

202502250/2/V1

Bij besluit van 3 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2025
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502250/2/V1

BRS.25.000315

Bij besluit van 2 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2010
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000315

202105070/2/R2

Bij tussenuitspraak van 11 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3773 heeft de Afdeling de raad opgedragen om: a. binnen 26 weken na verzending van deze tussenuitspraak met inachtneming van wat onder 14 is overwogen, de daar omschreven gebreken in het besluit van 24 juni 2021, waarbij het bestemmingsplan "Kom Mariaheide, herziening tennispark de Krekel" is vastgesteld, te herstellen en; b. de uitkomst aan de Afdeling en de andere partijen mee te delen en een eventueel gewijzigd of nieuw besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en mee te delen. De gemeenteraad heeft in het besluit van 27 juni 2024 het bestemmingsplan op enkele onderdelen gewijzigd en voorzien van een nadere onderbouwing, onder meer in de vorm van een aanvullend akoestisch onderzoek, van Amitec, neergelegd in een notitie van 29 april 2024.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2086
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202105070/2/R2

202105368/1/R2, 202105526/1/R2, 202105414/1/R2 en 202105402/1/R2.

Bij besluit van 3 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda Seminarie B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een retraitehotel in het voormalige klooster gelegen aan de Seminarieweg 26 te Bavel. Bij besluit van 15 mei 2019 heeft het college het door de Stichting Landschappelijke Driehoek daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard, maar het besluit van 3 april 2018 herroepen voor zover dit ertoe strekt een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen te verlenen. Het college heeft de aanvraag voor die activiteit alsnog afgewezen op grond van artikel 2.20, eerste lid, van de Wabo en artikel 3, eerste lid, onder a en b, van de Wet bibob. Deze uitspraak gaat over vier zaken. Deze zaken gaan alle over de verbouwing tot hotel van een voormalig klooster aan de Seminarieweg 26 te Bavel. Bij deze verbouwing zijn diverse vennootschappen betrokken. Deze vennootschappen staan direct of indirect allemaal onder controle van [partij]. Het college heeft tegen [partij] ernstige bezwaren als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet bibob.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2078
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Wet Bibob
  • uitspraakin de zaak202105368/1/R2, 202105526/1/R2, 202105414/1/R2 en 202105402/1/R2.

202201981/1/R3

Bij besluit van 15 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Twenterand het bestemmingsplan "Buitengebied Twenterand PH [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3]" vastgesteld. Het plan voorziet in een planologische regeling voor het perceel [locatie 2] in Westerhaar-Vriezenveensewijk, en de percelen [locatie 3] en [locatie 1] in Den Ham. De raad heeft het plan vastgesteld naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling van 16 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3514, over het bestemmingsplan "Buitengebied Twenterand". De Afdeling heeft in die uitspraak de beroepen van [appellant sub 1] en Manege De Lourenshoeve B.V. en anderen tegen het bestemmingsplan gegrond verklaard, en het besluit op een aantal onderdelen vernietigd. De Afdeling heeft de raad vervolgens opgedragen een nieuw besluit te nemen. Daaraan heeft de raad met dit plan gevolg gegeven. [appellant sub 1] is eigenaar van het perceel [locatie 2] in Westerhaar-Vriezenveensewijk. Het voorste deel van zijn perceel grenzend aan de Grintweg is onderdeel van het bestemmingsplan "Buitengebied Twenterand" en is bestemd als "Wonen". Dit gedeelte van het perceel maakt geen deel uit van het plangebied van het bestemmingsplan "Buitengebied Twenterand PH [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3]".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2090
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202201981/1/R3

202202275/1/R3

Bij besluit van 22 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg het bestemmingsplan "Stedelijk" vastgesteld. Het plan voorziet in een actueel planologisch-juridische regeling voor het stedelijk gebied van de gemeente Leidschendam-Voorburg. Het plan vervangt verschillende ter plaatse geldende plannen en is ook vastgesteld in voorbereiding op de inwerkingtreding van de Omgevingswet. In de plantoelichting staat dat het plan conserverend is en geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt. [appellant sub 1] betoogt dat geen onderzoek is gedaan naar de gevolgen van het plan. Hij wijst erop dat omwonenden in de huidige situatie al hinder ondervinden van het verkeer afkomstig van het winkelcentrum, maar dat er desondanks geen actueel verkeersonderzoek aan het plan ten grondslag is gelegd. Evenmin is in het plan een oplossing voor de verkeersafwikkeling vastgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2049
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202202275/1/R3

202204372/1/R3

Bij besluit van 31 mei 2022 heeft de raad van de gemeente Wierden besloten het bestemmingsplan "Buitengebied 2009, herziening zonnepark Elsweide" niet vast te stellen. [appellant] is eigenaar van het perceel dat globaal begrensd is door de N347, de Rijssenseweg en de beek de Elsgraven in Enter. Voor de ontwikkeling en realisatie van een zonnepark op het perceel, heeft [appellant] een aanvraag ingediend voor de vaststelling van een nieuw bestemmingsplan en voor de verlening van een omgevingsvergunning. Het ontwerpbestemmingsplan en de ontwerpomgevingsvergunning hebben vanaf 12 juli 2018 ter inzage gelegen. [appellant] is het er niet mee eens dat de raad en het college op grond van het "Beleidskader Grootschalige Duurzame Energie in Wierden", vastgesteld door de raad op 2 april 2019 (hierna: het beleidskader), hebben geweigerd om het plan vast te stellen en de vergunning te verlenen, nadat er in eerste instantie medewerking werd verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2077
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202204372/1/R3

202204563/1/R4

Bij besluit van 9 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn aan Algéra een omgevingsvergunning verleend voor het gebruiken van gronden of bouwwerken op het perceel Papegaaiweg 35 in Wenum Wiesel in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Bij besluit van 9 november 2020 heeft het college aan Algéra op grond van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1o, van de Wabo een omgevingsvergunning verleend voor het gebruiken van het perceel voor de op- en overslag van goederen in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Wenum Wiesel en buitengebied". Aan de herroeping van de omgevingsvergunning bij besluit van 26 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn ten grondslag gelegd dat bij een aantal controles is geconstateerd dat op verschillende momenten vrachtwagens buiten de vergunde tijdstippen zijn vertrokken. Daarnaast heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn geconstateerd dat de feitelijke situatie en de ruimtelijke onderbouwing niet overeenstemden met de aangeleverde tekeningen ten aanzien van de contouren van de bebouwing en de omvang van de opslag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2085
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202204563/1/R4

202204810/1/A3

Bij besluit van 18 november 2019 heeft de burgemeester van Roosendaal de aanvraag van AVB voor een exploitatievergunning voor een autoverhuurbedrijf buiten behandeling gesteld. AVB exploiteert onder meer een autoverhuurbedrijf in Roosendaal. Bij besluit van 4 maart 2019 heeft de burgemeester van Roosendaal de autoverhuurbranche aangewezen als een bedrijfsmatige activiteit waarvoor een vergunning is vereist. Op 16 juli 2019 heeft AVB zo’n vergunning aangevraagd. De burgemeester heeft met de brief van 10 september 2019 gevraagd om aanvullende gegevens die nodig zijn voor het beoordelen van de aanvraag, waaronder: - betalingsbewijzen van de door AVB gedane investeringen; - een overzicht van alle voertuigen die door AVB worden verhuurd; - bewijsstukken uit de administratie waaruit blijkt hoe de identiteit van de huurders van de voertuigen is vastgesteld en hoe betalingen plaatsvinden; - betalingsbewijzen van de huur over de maanden juni en juli 2017. Volgens de burgemeester heeft AVB deze gegevens niet verstrekt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2060
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202204810/1/A3

202204904/1/V3

Bij besluit van 27 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Ook heeft hij geweigerd appellant ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen. Appellant heeft de Nigeriaanse nationaliteit. Zij heeft onder andere aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij Nigeria is ontvlucht, omdat zij daar ritueel zal worden geofferd. De minister acht dit niet geloofwaardig. Verder vreest appellant bij terugkeer te worden gedood door een mensenhandelaar, met wiens hulp zij Nigeria is ontvlucht en naar Europa is gebracht. De minister van Asiel en Migratie acht geloofwaardig dat appellant slachtoffer is geworden van mensenhandel en een resterende geldschuld heeft bij de mensenhandelaar. Desondanks heeft zij de aanvraag afgewezen. Volgens de minister heeft appellant namelijk niet aannemelijk gemaakt dat zij bij terugkeer naar Nigeria een reëel risico loopt op ernstige schade door represailles van mensenhandelaren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1996
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202204904/1/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202204904/1/V3

202205343/1/A3

Bij besluit van 24 november 2020 heeft de burgemeester van Almere de kantoorruimte van [wederpartij A] aan de [locatie] te Almere gesloten voor de duur van zes maanden. [wederpartij A] is enig aandeelhouder van [wederpartij B] en heeft gewerkt als notaris. Zijn kantoor bevond zich in een bedrijfsverzamelgebouw te Almere. Op 24 november 2020 heeft de burgemeester van Almere besloten om op grond van artikel 2:43a van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011 het kantoorpand te sluiten voor de duur van zes maanden. Volgens de burgemeester van Almere is aannemelijk dat het notariskantoor een zekere reputatie en naamsbekendheid in criminele kringen heeft opgebouwd, dat door en vanuit het notariskantoor criminele activiteiten worden gefaciliteerd en dat deze gedragingen hebben geleid tot een gevaar voor de openbare orde. De burgemeester van Almere heeft zich daarbij gebaseerd op bestuurlijke rapportages die zijn opgesteld door de politie. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de burgemeester onvoldoende heeft gemotiveerd dat sprake was van een gevaar voor de openbare orde dat een sluiting van het kantoorpand rechtvaardigde.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2063
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202205343/1/A3

202205842/1/R3

Bij besluit van 1 september 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zuidplas aan [vergunninghouders] een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een tuindeur op het perceel [locatie A] in Nieuwerkerk aan den IJssel. [vergunninghouders] wonen op het perceel. Het perceel grenst voor een deel aan een doodlopende weg. De omgevingsvergunning staat een tuindeur toe, die direct op deze doodlopende weg uitkomt. De tuindeur mag volgens de omgevingsvergunning een bouwhoogte van 1,80 m krijgen. Dit in afwijking van de bouwhoogte van 1 m die in het bestemmingsplan "Esse-Kleinpolder" is toegestaan op de bestemming "Wonen". [appellanten] wonen op het perceel aan de andere kant van de doodlopende weg, [locatie B]. Op dit perceel ligt een oprit van [appellanten], die ook grenst aan de doodlopende weg. [appellanten] hebben bezwaren tegen de omgevingsvergunning, onder meer omdat volgens hen de tuindeur onaanvaardbare gevolgen voor de verkeersveiligheid oplevert. De rechtbank heeft het beroep van [appellanten] ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2088
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202205842/1/R3

202205916/1/R1

Bij besluit van 8 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Putten aan [appellanten sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het in afwijking van het bestemmingsplan realiseren van een woning aan de [locatie 1] in Putten. [appellanten sub 2] zijn eigenaar van het perceel, waarop een woning en twee bijgebouwen staan. De woning is in 1991 gerealiseerd en later aan weerszijden uitgebreid. Zij willen hun woning vervangen door een duurzame woning en hebben daarom een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo aangevraagd. [appellant sub 3] woont op het perceel [locatie 2] te Putten. Hij oefent daar een restauratiebedrijf voor oldtimers uit. Dit perceel grenst aan het perceel van [appellanten sub 2].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2076
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202205916/1/R1

202300185/1/R3

Bij besluit van 13 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westland het college van burgemeester en wethouders van Westland aan M III een omgevingsvergunning verleend voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van de ontwikkeling van 25 appartementen naast het perceel Kerklaan 63 in Wateringen. M III wil de voormalige bedrijfsbebouwing en woning op het perceel slopen en daar een appartementencomplex voor 25 woningen bouwen met een hoogte van ongeveer 15,5 m. M III heeft op 30 december 2019 een aanvraag ingediend voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van de ontwikkeling van 25 appartementen op het perceel. Met de omgevingsvergunning wordt afgeweken van het bestemmingsplan Kern Wateringen. De beoogde ontwikkeling is voorzien op gronden met de bestemming "Bedrijf", "Tuin" en "Wonen" en met de dubbelbestemmingen "Waarde - Archeologie-2" en "Waarde - Karakteristiek". In het besluit tot verlenen van de omgevingsvergunning is overwogen dat de beoogde ontwikkeling in strijd is met de gebruiksregels die gelden voor de gronden met de bestemming "Bedrijf" en "Tuin" en dat de ontwikkeling past binnen de gebruiksregels van de bestemming "Wonen".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2064
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202300185/1/R3

202300186/1/R3

Bij besluit van 13 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westland aan M III een omgevingsvergunning verleend voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van de ontwikkeling van 25 appartementen naast het perceel Kerklaan 63 in Wateringen (hierna: het perceel). M III wil de voormalige bedrijfsbebouwing en woning op het perceel slopen en daar een appartementencomplex voor 25 woningen bouwen met een hoogte van ongeveer 15,5 m. M III heeft op 30 december 2019 een aanvraag ingediend voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van de ontwikkeling van 25 appartementen op het perceel. Met de omgevingsvergunning wordt afgeweken van het bestemmingsplan Kern Wateringen. De beoogde ontwikkeling is voorzien op gronden met de bestemmingen "Bedrijf", "Tuin" en "Wonen" en met de dubbelbestemmingen "Waarde - Archeologie-2" en "Waarde - Karakteristiek". In het besluit tot verlenen van de omgevingsvergunning is overwogen dat de beoogde ontwikkeling in strijd is met de gebruiksregels die gelden voor de gronden met de bestemming "Bedrijf" en "Tuin" en dat de ontwikkeling past binnen de gebruiksregels van de bestemming "Wonen".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2062
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202300186/1/R3

202300281/1/R4

Bij besluit van 29 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een schoorsteen aan de [locatie] in Utrecht buiten behandeling gelaten. Calor wil een schoorsteen bouwen op een bestaand pand. Daarvoor heeft zij een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. Het college heeft deze aanvraag buiten behandeling gelaten, omdat de bij de aanvraag verstrekte gegevens en stukken onvoldoende waren voor de beoordeling ervan. Calor heeft volgens het college niet volledig voldaan aan de uitnodiging van het college om haar aanvraag aan te vullen. Calor is het daar niet mee eens. In deze uitspraak zal de Afdeling beoordelen of de rechtbank terecht de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand heeft gelaten. Calor betoogt dat de rechtbank ten onrechte het standpunt van het college dat de Bibob-informatie (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) niet volledig was bij haar beoordeling heeft betrokken, omdat dat standpunt alleen aan het besluit op bezwaar ten grondslag ligt en niet aan het besluit op de aanvraag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2050
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202300281/1/R4

202300666/1/R4

Bij besluit van 1 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn Algéra onder oplegging van een dwangsom van € 100.000,- per week, met een maximum van € 600.000,-, gelast het gebruik van het perceel Papegaaiweg 35, in Wenum Wiesel in strijd met het bestemmingsplan te beëindigen en beëindigd te houden. Sinds 2015 exploiteert Algéra op het perceel een transportbedrijf met op- en overslag. Volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Wenum Wiesel en buitengebied" is een dergelijk bedrijf op het perceel niet toegestaan. Bij besluit van 9 november 2020 heeft het college aan Algéra een omgevingsvergunning verleend voor het gebruiken van gronden of bouwwerken op het perceel in strijd met het bestemmingsplan. Algéra is bij vonnis van de rechtbank Gelderland van 29 oktober 2024 per die datum failliet verklaard. In dit geval is sprake van een rechtsvordering die de boedel raakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2089
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202300666/1/R4

202300692/1/A2

Bij besluit van 6 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [appellant sub 1] om een vergunning te verlenen voor het omzetten van de zelfstandige woonruimte aan de [locatie 1] in onzelfstandige woonruimte voor vier personen afgewezen. Bij besluit van 10 mei 2021 heeft het college de aanvraag van [appellant sub 1] om een vergunning te verlenen voor het omzetten van de zelfstandige woonruimte aan de [locatie 2] in onzelfstandige woonruimte voor vier personen afgewezen. [appellant sub 1] is eigenaar van de panden aan de [locatie 1] en de [locatie 2] te Den Haag. Hij heeft voor beide woningen een vergunning aangevraagd om de woning om te zetten in onzelfstandige woonruimte voor vier personen. Op grond van de Huisvestingsverordening Den Haag 2019, zoals deze gold van 24 december 2020 tot en met 31 mei 2021, versie 3, en van toepassing was ten tijde van de besluiten van 6 april 2021 en 10 mei 2021, mogen zelfstandige woonruimten in alle wijken van Den Haag niet zonder vergunning van het college worden omgezet in onzelfstandige woonruimte voor vier of meer personen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2056
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202300692/1/A2

202302590/1/R1

Bij besluit van 6 april 2023 heeft de raad van de gemeente Zaanstad het bestemmingsplan "Hofwijk Noord fase 1" vastgesteld. Met het bestemmingsplan wordt de transformatie van het Kan Palen-terrein en directe omgeving naar een nieuwe woon- en werkomgeving mogelijk gemaakt. In het project Hofwijk Noord fase 1 zullen als ontwikkeling binnen de transformatie van dit westelijke deel van de Kogerveldwijk ongeveer 750 woningen worden gebouwd. Het wordt een mix van sociale huur, betaalbare koop, middeldure huur en vrije sector woningen. Ook komt er ruimte voor commercieel vastgoed en maatschappelijke functies. Het plangebied wordt begrensd door de spoorlijn Zaandam-Enkhuizen en het station Zaandam Kogerveld aan de noordzijde, de Hofwijk aan de zuidzijde, de Zaan aan de westzijde en de bestaande woonblokken met daarachter de Heijermansstraat aan de oostzijde. Fase 2 van de ontwikkeling betreft twee gebiedsdelen aan de west- en oostzijde van het Kan Palen-terrein en fase 3 betreft twee ten noorden daarvan in de spoorzone gelegen gebiedsdelen. De Witte Olifant en anderen vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat. [appellant sub 2] verwacht een verslechtering van de ontsluitingssituatie van het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2052
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202302590/1/R1

202303046/1/R1

Bij besluit van 28 maart 2023 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam Zuid besloten tot opheffing, wijziging en aanwijzing van afvalinzamellocaties in de Prinses Irenebuurt in Amsterdam, waaronder aanwijzing van de locatie nabij de Beethovenstraat 123. [appellant] en anderen wonen aan de Cornelis Dopperkade of in de omgeving daarvan. Zij kunnen zich niet verenigen met het besluit voor zover dat ziet op de locatie met het nummer 1077JA-123 nabij de Beethovenstraat 123. Die locatie ligt nabij de Cornelis Dopperkade en is aangewezen voor twee ondergrondse containers voor restafval, een ondergrondse container voor oud papier en karton, een ondergrondse container voor glas en een bovengrondse container voor groente-, fruit- en tuinafval. In deze procedure gaat het om de aanwijzing van een locatie voor afvalcontainers.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2087
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202303046/1/R1

202303050/1/A3

Bij brief gedateerd op 1 november 2021 hebben [appellant] en anderen bezwaar gemaakt tegen het carbidschieten in hun woonwijken op 31 december 2021. Bij brief gedateerd op 1 november 2021 hebben [appellant] en anderen bezwaar gemaakt tegen het carbidschieten dat volgens de algemene plaatselijke verordening op 31 december 2021 onder voorwaarden is toegestaan en mits daarvan melding bij het college wordt gedaan, omdat zij daarvan overlast ervaren. Met het besluit van 1 maart 2022 heeft het college het bezwaar van [appellant] en anderen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat hun bezwaar is gericht tegen artikel 2:40 van de algemene plaatselijke verordening gemeente Emmen 2021. Dit is een algemeen verbindend voorschrift en daartegen kan volgens het college geen bezwaar worden gemaakt. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het college het bezwaar op goede gronden niet-ontvankelijk heeft verklaard. Hij voert daartoe aan dat het meldingenstelsel van artikel 2:40 van de APV ervoor zorgt dat hem rechtsbescherming wordt ontzegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2058
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202303050/1/A3

202303819/1/A3

Bij besluit van 13 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rheden aan [appellante] een last onder dwangsom opgelegd. [appellante] is eigenaar van het pand aan de [locatie 1]-[locatie 2] in Rheden. Zij heeft de gronden naast het pand, gelegen aan de kant van de Schoolweg, die juridisch haar eigendom zijn, afgezet met acht groene olievaten die met kettingen aan elkaar verbonden zijn, met daarop bordjes "eigen terrein". Het college heeft bij het besluit van 13 december 2021 aan [appellante] een last onder dwangsom opgelegd, omdat de aangebrachte afzetting de vrije toegankelijkheid van de openbare weg belemmert. Dit levert een schending op van artikel 14, eerste lid, van de Wegenwet en artikel 2:10A, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Rheden. Bij het besluit van 2 augustus 2022 heeft het college de last onder dwangsom gehandhaafd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college bevoegd was de last onder dwangsom op te leggen en heeft de besluitvorming van het college in stand gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2070
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202303819/1/A3

202303850/1/R3

Bij besluit van 20 april 2023 heeft de raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel het bestemmingsplan "Werf aan den IJssel" vastgesteld. Het plangebied bevindt zich ten noordwesten van het centrum van Krimpen aan den IJssel en wordt begrensd door de rivier de Hollandsche IJssel aan de noordzijde en de IJsseldijk aan de zuidzijde. Het plan voorziet in de transformatie van de voormalige scheepswerf "Werf van Duyvendijk" naar een locatie voor woningbouw. In het noordoosten van het plangebied wordt de bouw van een appartementengebouw met 52 appartementen en bijbehorende parkeergarage mogelijk gemaakt. Het plan voorziet daarbij in verschillende bouwhoogtes met een maximum van 23 m, aflopend in hoogte van noord naar zuid. Aan de overzijde van de rivier de Hollandsche IJssel ligt de Dorpsstraat in Capelle aan den IJssel. [appellant] en anderen zijn eigenaren en bewoners van de woningen die zijn gelegen aan de [locatie 1], [locatie 2], [locatie 3], [locatie 4], [locatie 5], [locatie 6] en [locatie 7], en keren zich tegen de voorziene ontwikkelingen. Hun woningen liggen op een afstand van ten minste 100 m tot het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2061
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202303850/1/R3

202304734/1/R3

Bij besluit van 14 juni 2023 heeft de raad van de gemeente Westerkwartier het bestemmingsplan "[locatie 1] te Leek" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt op het perceel [locatie 1] in Leek de realisatie van een vrijstaande woning en een horecabedrijf met daarboven drie appartementen mogelijk. [appellante] woont aan de overzijde van het Leekster Hoofddiep op het perceel [locatie 2] op een afstand van ongeveer 50 m van het plangebied en kan zich niet verenigen met het bestemmingsplan. Zij vreest dat zij overlast zal ervaren door de realisatie van het horecabedrijf en het terras dat het bestemmingsplan daarbij toestaat. [appellante] betoogt dat het akoestisch onderzoek dat de raad voor het bestemmingsplan heeft laten uitvoeren op onjuiste uitgangspunten gebaseerd is. Hiertoe voert zij aan dat het akoestisch onderzoek niet uitgaat van de maximale planologische mogelijkheden, omdat slechts rekening is gehouden met een snackbar die dagelijks van 10:00 uur tot 21:00 uur geopend is. Volgens [appellante] is het op basis van de planregels echter ook mogelijk dat er een andersoortige horecagelegenheid dan een snackbar komt die tot een later tijdstip open blijft, omdat in de planregels niet is geregeld tot welk tijdstip het horecabedrijf open mag zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2066
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak202304734/1/R3

202306432/1/R1

Bij besluit van 24 augustus 2023 heeft het dagelijks bestuur van Avri de locatie Daver, nabij nummer 46 in Kerk-Avezaath aangewezen als inzamellocatie voor incontinentiemateriaal en luiers en voor glas en textiel. Het dagelijks bestuur wil op de aangewezen locatie drie containers plaatsen. Het gaat om één semi-ondergrondse container voor de inzameling van incontinentiemateriaal en luiers, en twee ondergrondse containers voor glas en textiel. De stichting is eigenaar van Dorpshuis De Avezathen aan de Daver 46. Het dorpshuis staat in de directe nabijheid van de aangewezen locatie. De stichting vreest voor een verkeersonveilige situatie, nadelige gevolgen voor de hygiëne, geurhinder en een aantasting van het aanzicht van het dorpshuis. Volgens de stichting zijn er alternatieve locaties die geschikter zijn dan de aangewezen locatie. [appellant sub 2] woont op ongeveer 500 m van de aangewezen locatie. De locatie is ook bedoeld voor de inzameling van zijn afval. [appellant sub 2] is het niet eens met de plaatsing van de containers op de aangewezen locatie. Hij vindt dat er geschiktere alternatieve locaties zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2091
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202306432/1/R1

202306435/1/A3

Bij besluit van 29 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht het indelingsplan voor het pleinterras Onze Lieve Vrouweplein vastgesteld. [appellante] exploiteert een horecalokaliteit aan het Onze Lieve Vrouweplein. De aanvraag van [appellante] om te worden geplaatst op het indelingsplan van het pleinterras aan het Onze Lieve Vrouweplein is bij besluit van 19 mei 2020 toegewezen. Op grond van de Terrasverordening krijgen de aanmelders de gelegenheid om gezamenlijk tot een voorstel te komen voor een indelingsplan met de verdeling van het aantal beschikbare vierkante meter van het pleinterras. Het is niet gelukt om tot een gezamenlijk voorstel te komen dat door alle aanmelders ondertekend is. Daarop heeft het college zelf een indelingsplan voor het Onze Lieve Vrouweplein vastgesteld. Daarbij is het totale beschikbare terras in gelijke delen verdeeld over de zes toegelaten horecaexploitanten. [appellante] komt op tegen het vastgestelde indelingsplan, omdat [appellante] hierdoor beschikt over minder vierkante meters pleinterras dan voorgaande jaren en omdat het terras niet meer voor de gevel van de horecalokaliteit is gesitueerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2071
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202306435/1/A3

202306438/1/A3

Bij besluit van 2 december 2020 heeft de burgemeester van Maastricht aan [appellante] een terrasvergunning verleend overeenkomstig het door het college vastgestelde indelingsplan voor het pleinterras Onze Lieve Vrouweplein. [appellante] exploiteert een horecalokaliteit aan het Onze Lieve Vrouweplein. De aanvraag van [appellante] om te worden geplaatst op het indelingsplan van het pleinterras aan het Onze Lieve Vrouweplein is bij besluit van 19 mei 2020 toegewezen. Op grond van de Terrasverordening krijgen de aanmelders de gelegenheid om gezamenlijk tot een voorstel te komen voor een indelingsplan met de verdeling van het aantal beschikbare vierkante meter van het pleinterras. Het is niet gelukt om tot een gezamenlijk voorstel te komen dat door alle aanmelders ondertekend is. Daarop heeft het college zelf een indelingsplan voor het Onze Lieve Vrouweplein vastgesteld. Daarbij is het totale beschikbare terras in gelijke delen verdeeld over de zes toegelaten horecaexploitanten. [appellante] komt op tegen het vastgestelde indelingsplan, omdat [appellante] hierdoor beschikt over minder vierkante meters pleinterras dan voorgaande jaren en omdat het terras niet meer voor de gevel van de horecalokaliteit is gesitueerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2074
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202306438/1/A3

202307010/1/V2

Bij besluit van 29 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld. Appellant komt uit Soedan. Hij is vanuit Oekraïne naar Nederland gekomen en heeft hier tijdelijke bescherming verkregen op grond van de Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. Om deze tijdelijke bescherming te kunnen krijgen heeft hij een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ondertekend. Omdat de minister van Asiel en Migratie ervan uitging dat het recht op tijdelijke bescherming op 4 september 2023 zou eindigen, is zij in de loop van 2023 gestart met de behandeling van die asielaanvraag. In dat kader heeft zij aan betrokkene een vragenformulier gestuurd met daarin onder meer de vraag of hij zijn asielprocedure wil doorzetten. Nadat een antwoord, na herhaaldelijk vragen, uitbleef, heeft de minister van Asiel en Migratie de asielaanvraag buiten behandeling gesteld op grond van artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2073
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307010/1/V2

202307084/1/R1

Bij besluit van 14 september 2023 heeft de raad van de gemeente West Maas en Waal het bestemmingsplan "Lavendelstraat ongenummerd, Boven-Leeuwen" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van twee vrijstaande woningen aan de westzijde van de Lavendelstraat in Boven-Leeuwen. [appellant] is eigenaar van een ten noorden daarvan gelegen woonperceel met paardenweide. Hij kan zich niet verenigen met het plan. [appellant] stelt dat het plan onvoldoende waarborgen biedt om wateroverlast op zijn perceel te voorkomen. Zijn perceel ligt lager dan het plangebied en omdat het plangebied zal worden opgehoogd, komt zijn perceel als het ware in een badkuip te liggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2065
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202307084/1/R1

202307092/1/V2

Bij besluit van 9 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Betrokkene is van Palestijnse afkomst en is staatloos. Zij komt uit de Westelijke Jordaanoever en is geregistreerd als vluchteling bij de United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA). Tot haar vertrek uit het UNRWA-werkgebied heeft zij bescherming van deze organisatie genoten. De minister van Asiel en Migratie heeft een eerdere asielaanvraag van betrokkene afgewezen, omdat zij vrijwillig het UNRWA-werkgebied heeft verlaten zonder dat is gebleken dat de bescherming of bijstand van de UNRWA op dat tijdstip was opgehouden. Daarom was betrokkene volgens de minister van Asiel en Migratie op grond van artikel 1(D) van het Vluchtelingenverdrag, en daarmee artikel 12, eerste lid, aanhef en onder a, van de Kwalificatierichtlijn, uitgesloten van de werking van het Vluchtelingenverdrag. Dat afwijzende besluit is in rechte onaantastbaar geworden. Betrokkene heeft in haar opvolgende asielaanvraag gewezen op verschillende bronnen waaruit volgens haar blijkt dat de UNRWA niet meer in staat is de levensstandaard te bieden die strookt met haar opdracht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2075
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307092/1/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202307092/1/V2

202307238/1/R2

Bij besluit van 29 juni 2023 heeft de raad van de gemeente Land van Cuijk het bestemmingsplan "[locatie]" vastgesteld. [appellant A] en [appellant B] wonen aan de [locatie] in Sambeek en zijn initiatiefnemers van het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan voorziet onder meer in een wijziging van de bestemming "Agrarisch-Paardenhouderij" naar "Maatschappelijk-Kinderdagverblijf" en maakt opslag als nevenactiviteit mogelijk. Ook heeft de raad van de gemeente Land van Cuijk een overgangsrechtelijke bepaling voor het gebruik van gronden opgenomen voor het parkeren van één transportmiddel van het grondverzetbedrijf van de inwonende zoon van [appellant A] en [appellant B], [persoon] [appellant A]. [appellant A] en [appellant B] zijn het alleen niet eens met de inhoud van deze overgangsrechtelijke bepaling. Op de zitting hebben [appellant A] en [appellant B] bevestigd dat hun beroep specifiek is gericht tegen de inhoud van de overgangsrechtelijke bepaling in artikel 14.2, onder e, van de planregels.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2048
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202307238/1/R2

202307317/1/V2

Bij besluit van 17 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld. Betrokkene heeft de Nigeriaanse nationaliteit. Op het moment dat de Russische strijdkrachten op 24 februari 2022 begonnen met een grootschalige invasie van Oekraïne, was betrokkene in Oekraïne in het bezit van een tijdelijke verblijfsvergunning voor studie. Hij is vanuit Oekraïne naar Nederland gekomen en heeft hier tijdelijke bescherming verkregen op grond van de Richtlijn 2001/55/EG (Richtlijn Tijdelijke Bescherming) en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. Om deze tijdelijke bescherming te kunnen krijgen, heeft hij een formulier model M35-H, een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, ondertekend. Omdat de minister aanvankelijk ervan uitging dat de tijdelijke bescherming van betrokkene per 4 september 2023 zou eindigen, is zij in de loop van 2023 gestart met de behandeling van die asielaanvraag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1999
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307317/1/V2

202400089/1/A2

Bij besluit van 9 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland aan [appellant] een tegemoetkoming in planschade van € 5.500,00 toegekend. [appellant] is sinds 19 augustus 2016 mede-eigenaar van de woning aan de [locatie] in De Bult. Bij brief van 29 juli 2021 heeft [appellant] het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland verzocht om tegemoetkoming in planschade die hij, in de vorm van waardevermindering van de woning, heeft geleden door de inwerkingtreding op 21 april 2021 van het bij raadsbesluit van 19 januari 2021 vastgestelde bestemmingsplan De Bult - Onderduikersweg 2. Volgens [appellant] zijn met het nieuwe bestemmingsplan de bouw- en gebruiksmogelijkheden op het perceel aan de Onderduikersweg 2 in De Bult (hierna: het plangebied) verruimd, waardoor de scouting zich daar kan vestigen. In een advies van 10 november 2021 heeft de SAOZ geconstateerd dat vóór de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan voor het plangebied de Beheersverordening Buitengebied Steenwijkerland 2014 gold.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2083
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202400089/1/A2

202400528/1/A2

Bij besluit van 11 februari 2022 heeft de minister van Financiën geweigerd een private schuld van [appellante] over te nemen. Deze uitspraak gaat over een besluit op grond van de regeling voor overneming en betaling van private schulden die is opgenomen in de Wet hersteloperatie toeslagen. [appellante] is een gedupeerde van de toeslagenaffaire. Zij heeft verzocht om overname van een aantal schulden. Eén van deze schulden was een schuld van € 35.669,18 aan haar zwager, [persoon]. Deze schuld komt voort uit twee overeenkomsten van geldlening. De eerste overeenkomst is van 26 oktober 2018, waarbij € 20.000,00 is geleend. Op 15 oktober 2020 is een nieuwe overeenkomst aangegaan, waarin een aanvullend bedrag is geleend. De minister heeft aan zijn besluit ten grondslag gelegd dat de schuld niet is vastgelegd in een notariële akte. Verder blijkt uit de schriftelijke overeenkomst wel dat afspraken zijn gemaakt over vervroegde opeising van de hoofdsom, maar er zijn geen stukken aangeleverd waaruit blijkt dat [appellante] in gebreke is gesteld door [persoon]. De minister acht de afwijzing van het verzoek niet onevenredig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2055
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202400528/1/A2

202400587/1/R3

Bij besluit van 20 mei 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeist aan McDonald's Nederland B.V. een omgevingsvergunning verleend voor, voor zover van belang, het herinrichten van het terrein, het vervangen van de terreinobjecten en het aanleggen van een fietspad op het perceel Amersfoortseweg 24 te Huis ter Heide). McDonald's exploiteert sinds 1987 het restaurant op het perceel. Zij wilde onder meer het parkeerterrein anders inrichten, een tweede McDrive-lane realiseren en het bestaande terras uitbreiden met 50 m². Het college heeft daarvoor op 20 mei 2016 een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, b en c, van de Wabo verleend. Het heeft daarbij toepassing gegeven aan artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3o, van de Wabo. [appellant sub 2] is tegen de verlening van de omgevingsvergunning opgekomen. Hij woont in de directe omgeving van het perceel en vreest voor een aantasting van zijn woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2059
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202400587/1/R3

202401047/1/V2

Bij besluit van 31 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld. Betrokkene komt uit Nigeria. Hij is vanuit Oekraïne naar Nederland gekomen en heeft hier tijdelijke bescherming verkregen op grond van de Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. Om deze tijdelijke bescherming te kunnen krijgen heeft hij een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ondertekend. Omdat de minister van Asiel en Migratie ervan uitging dat het recht op tijdelijke bescherming op 4 september 2023 zou eindigen, is zij in de loop van 2023 gestart met de behandeling van die asielaanvraag. In dat kader heeft zij aan betrokkene een vragenformulier gestuurd met daarin onder meer de vraag of hij zijn asielprocedure wil doorzetten. Nadat een antwoord, na herhaaldelijk vragen, uitbleef, heeft de minister van Asiel en Migratie de asielaanvraag buiten behandeling gesteld op grond van artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2072
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401047/1/V2

202401383/1/A2

Bij besluit van 25 april 2022 heeft de minister van Financiën geweigerd een private schuld van [appellante] over te nemen. Deze uitspraak gaat over compensatie voor afgeloste private schulden in het kader van de hersteloperatie toeslagen. Deze regeling is onderdeel van de regeling voor overneming en betaling van private schulden die is opgenomen in de Wet hersteloperatie toeslagen. [appellante] is een gedupeerde ouder van de toeslagenaffaire. De Dienst Toeslagen heeft in de periode 2010-2015 kinderopvangtoeslag teruggevorderd van [appellante] en haar verzoek om een persoonlijke betalingsregeling geweigerd. De Dienst Toeslagen wilde ook niet meewerken aan een vrijwillig schuldhulpverleningstraject, en het verzoek om toelating tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen is afgewezen. [appellante] heeft daardoor jarenlang financieel klem gezeten en zij heeft alles moeten doen om niet uit huis gezet te worden. [appellante] heeft daarom onder meer sieraden verpand bij het Pandhuis van de Gemeentelijke Kredietbank Den Haag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2069
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202401383/1/A2

202401996/1/A2

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, mag de minister voor Rechtsbescherming als beoordelingsmaatstaf hanteren dat de betrouwbaarheid en integriteit van beveiligingsmedewerkers boven iedere twijfel verheven moeten zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2143
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • uitspraakin de zaak202401996/1/A2

202402560/1/R1

Bij besluit van 26 maart 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van IJsselstein het locatieplan voor Eiteren (PV45) vastgesteld. Bij het besluit is de locatie tegenover [locatie 1] aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] wonen op onderscheidenlijk [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3]. Zij zijn het niet eens met het besluit. Volgens hen is een ORAC op de locatie niet nodig en zijn er geschiktere locaties. [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] betogen dat de noodzaak voor een ORAC op de locatie ontbreekt. Zij verwijzen naar het beleid dat is neergelegd in de "Aanwijzingsprocedure ondergrondse restafvalcontainers". Daarin staat volgens hen dat alleen woningen met een perceel dat kleiner is dan 130 m² toegang moeten krijgen tot een ORAC. Volgens hen wijkt het college van dat beleid af, omdat de ORAC op de aangewezen locatie is bedoeld voor woningen met een perceel dat groter is dan 130 m².

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2084
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202402560/1/R1

202402688/1/A2

Bij besluit van 22 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zundert een aanvraag van [appellante] om tegemoetkoming in planschade afgewezen. Bij brief van 18 augustus 2020 heeft [appellante] het college verzocht om tegemoetkoming in planschade die zij, in de vorm van waardevermindering van de onroerende zaken, heeft geleden door de inwerkingtreding van het bij raadsbesluit van 24 augustus 2015 vastgestelde Reparatieplan bestemmingsplan Buitengebied Zundert en alle daaropvolgende planologische maatregelen, waaronder het bij raadsbesluit van 11 juli 2017 vastgestelde Aanpassingsplan reparatieplan bestemmingsplan Buitengebied Zundert. Volgens [appellante] heeft het reparatieplan geleid tot een beperking van de gebruiksmogelijkheden van de percelen en hebben zowel het reparatieplan als het aanpassingsplan geleid tot een verruiming van de gebruiksmogelijkheden van de percelen aan de Gelderdonksestraat 3, 5 en 7 in Rijsbergen (hierna: de buurpercelen), waardoor zij eveneens schade heeft geleden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2092
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202402688/1/A2

202402756/1/R4

Bij besluit van 13 oktober 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel zijn beslissing om op 29 september 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Ouder-Amstel 2021 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Bij besluit van dezelfde datum heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 120,00, voor rekening van [appellant] komen. Bij bezwaarschrift van 6 januari 2024 heeft [appellant] bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het college van 13 oktober 2023. Het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel heeft dit bezwaarschrift op 9 januari 2024 ontvangen. Bij besluit van 29 januari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel zich op het standpunt gesteld dat het bezwaar niet-ontvankelijk is, omdat het bezwaarschrift niet binnen de daarvoor geldende termijn is ingediend en er volgens het college geen aanleiding is om de overschrijding van de bezwaartermijn verschoonbaar te achten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2054
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202402756/1/R4

202402989/1/V6

Bij besluit van 2 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [wederpartij] om hem het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. [wederpartij] is geboren op [geboortedatum] 1971 en heeft de Somalische nationaliteit. Hij heeft een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. De staatssecretaris heeft het naturalisatieverzoek afgewezen. Volgens hem kan [wederpartij] niet als voldoende ingeburgerd worden beschouwd in de zin van artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d, van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Volgens de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid wijst [wederpartij] de democratische rechtsorde af. De rechtbank heeft het beroep van [wederpartij] gegrond verklaard, omdat het besluit van 4 oktober 2021 volgens haar in strijd is met het motiverings- en het zorgvuldigheidsbeginsel. De rechtbank heeft overwogen dat het individueel ambtsbericht en het nadere onderzoek het standpunt van de staatssecretaris niet kunnen dragen. Volgens de rechtbank kan niet met zekerheid worden gesteld dat de eigenaren van de inbeslaggenomen apparaten een link hebben met IS.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2057
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202402989/1/V6

202403121/2/R4

[appellante] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van de gemeente Epe van 27 maart 2024 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Eekterveld IV". De raad heeft een gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2044
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202403121/2/R4

202403157/1/R1

Bij besluit van 16 april 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vlissingen het "spreidingsplan locaties afvalinzamelvoorzieningen Paauwenburg-omgekeerd inzamelen" vastgesteld. Daarbij is onder meer de locatie aan de Abraham Kuyperstraat ter hoogte van de Abraham Kuyperstraat 23 aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. Bij het besluit zijn 33 locaties in de wijk Paauwenburg in Vlissingen aangewezen als locatie voor de plaatsing van een boven- of ondergrondse afvalcontainer. Onder meer de locatie aan Abraham Kuyperstraat ter hoogte van de Abraham Kuyperstraat 23 is aangewezen voor de plaatsing van een ORAC. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 1] en [appellant sub 2] woont aan de [locatie 2]. Zij zijn het niet eens met de plaatsing van een container op de bestreden locatie. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] betogen dat een ORAC op de bestreden locatie niet nodig is, omdat er al drie locaties in de nabijheid zijn. Als de bestreden locatie vervalt, wordt volgens [appellant sub 1] en [appellant sub 2] nog steeds voldaan aan de loopafstanden in de randvoorwaarden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2082
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202403157/1/R1

202403209/1/A2

Bij besluit van 23 september 2021 heeft de Belastingdienst/Toeslagen (nu: de Dienst Toeslagen) het verzoek van [appellant] om herziening van het besluit van 2 juli 2021 tot afwijzing van zijn aanvragen om kindgebonden budget voor de jaren 2019 en 2021, afgewezen. [appellant] en zijn ex-partner hebben co-ouderschap over hun twee kinderen. De kinderen blijven om de week bij [appellant]. [appellant] krijgt van de Sociale Verzekeringsbank (hierna: de SVB) de helft van de kinderbijslag uitbetaald via de lopende aanvraag van zijn ex-partner. Niet in geschil is dat de ex-partner de rechthebbende voor de kinderbijslag is en kindgebonden budget ontvangt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2045
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202403209/1/A2

202403323/1/A2

Bij besluit van 20 februari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht één parkeervak in de Aelbert Cuyplaan in Hendrik-Ido-Ambacht aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen en een daarnaast gelegen tweede parkeervak aangewezen dat in de toekomst mogelijk kan worden ingericht als parkeervak voor het opladen van elektrische voertuigen. CityCharging - een zogenaamde Charge Point Operator - heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht verzocht om een verkeersbesluit te nemen, inhoudende dat twee parkeervakken worden aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen nabij Aelbert Cuyplaan 90 in Hendrik-Ido-Ambacht, zodat zij een oplaadpaal met twee oplaadpunten kan plaatsen. De rechtbank heeft overwogen dat het college in overeenstemming met de beleidsregels de behoefte aan de oplaadpaal heeft aangetoond en de locatie van het parkeervak heeft vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2081
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202403323/1/A2

202403526/1/A2

Bij besluit van 25 mei 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rozendaal aan [appellante sub 1] een tegemoetkoming in planschade van € 2.000,00 toegekend. Op 21 december 2021 heeft [appellante sub 1] het college verzocht om tegemoetkoming in planschade die zij, in de vorm van waardevermindering van de woning, heeft geleden door de inwerkingtreding op 24 april 2017 van het op 31 januari 2017 vastgestelde bestemmingsplan Dorpsschool Rozendaal (hierna: het nieuwe bestemmingsplan). Volgens [appellante sub 1] is het op grond van het nieuwe bestemmingsplan toegestaan om in een gebied in de nabijheid van de woning een schoolcomplex te realiseren en verdwijnt hierdoor de landelijke sfeer van de stille groene omgeving. In een advies van 4 april 2022 heeft Langhout geconstateerd dat het plangebied op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan Kom 2008 de bestemmingen ‘Agrarisch gebied met landschappelijke waarden’, ‘Groen’ en ‘Verblijfsgebied’ had.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2080
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202403526/1/A2

202403616/1/R4

Bij besluit van 25 april 2024 heeft de raad van de gemeente Harderwijk het bestemmingsplan "Stadsweiden - Randmeer" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk het woonzorgcentrum Randmeer en de appartementsgebouwen daaromheen in Harderwijk te herontwikkelen. Beoogd is de sloop van het hoofdgebouw Randmeer en het appartementsgebouw aan de oostzijde van het plangebied, met samen 101 wooneenheden. De te slopen gebouwen worden vervangen door twee appartementsgebouwen met in totaal 156 wooneenheden. Verder wordt het appartementsgebouw aan de zuidwestzijde van het plangebied met 40 wooneenheden gerenoveerd. [appellante] is eigenaar van een appartement in een gebouw naast het plangebied. Zij vreest met name dat het plan zal leiden tot forse parkeeroverlast bij onder meer haar appartement. Zij wijst er daarbij op dat niet is gegarandeerd dat de nieuwe appartementen zullen worden bewoond door de doelgroep die de raad en de ontwikkelaar, Stichting Habion, voor ogen hebben.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2068
Datum uitspraak
7 mei 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202403616/1/R4
vorige pagina1...161718...1.203volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon