Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.580
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202105695/1/A3

Bij besluit van 3 januari 2020 heeft de korpschef van politie een verzoek van [appellante] om kennisneming van haar en haar (minderjarige) zoon, [zoon], betreffende politiegegevens deels ingewilligd en deels afgewezen. [appellante] heeft de korpschef verzocht om kennisname van de op haar en haar (minderjarige) zoon, [zoon], betrekking hebbende politiegegevens. Bij het besluit van 3 januari 2020 heeft de korpschef dit verzoek deels ingewilligd. Daarbij heeft de korpschef een overzicht verstrekt van [appellante] en haar zoon betreffende registraties waarin inzage gegeven kan worden. Daarnaast heeft de korpschef een deel van het verzoek, op grond van artikel 27, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wet politiegegevens, afgewezen ter bescherming van de rechten en vrijheden van derden. De rechtbank heeft het daartegen door [appellante] ingestelde beroep ongegrond verklaard. De rechtbank heeft, met toepassing van artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb, kennisgenomen van de gegevens waarvan [appellante] geen kennis heeft mogen nemen. Naar het oordeel van de rechtbank betreft het gegevens die in het kader van de politietaak zijn of worden verwerkt en die herleidbaar zijn naar betrokkenen en derden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3141
Datum uitspraak
2 november 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202105695/1/A3

202105893/1/R1

Bij besluit van 6 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam het wijzigingsplan "Food Center Amsterdam - 2e wijziging" vastgesteld. Het voorliggende wijzigingsplan voorziet in een wijziging van de conserverende bestemming "Bedrijventerrein" naar de bestemming "Woongebied - Uit te werken" binnen het terrein van Food Center Amsterdam aan de Jan van Galenstraat. De wijziging betreft een strook van ongeveer 3.000 m². Het is de bedoeling dat deze strook wordt ontwikkeld tot een onbebouwde openbare ruimte van het toekomstige woongebied die bijdraagt aan betere zichtbaarheid van de Centrale Markthal. Voor de concrete inrichting van het openbaar gebied zal een uitwerkingsplan worden vastgesteld. Bidfood heeft een groothandel voor producten voor de horeca en een webshop voor "food" en "non-food" producten. Zij is gevestigd op het FCA-terrein op ongeveer 58 m afstand ten noorden van het plangebied. Zij vreest ervoor dat er op het FCA-terrein geen plek is voor hervestiging van haar onderneming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3157
Datum uitspraak
2 november 2022
  • Hoger beroep
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202105893/1/R1

202106289/1/R4

Bij besluit van 26 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eersel de eenmanszaak van [appellanten] onder oplegging van een dwangsom gelast om uiterlijk 31 december 2020 de vaste mest op het perceel gemeente Eersel, sectie O, nr. 631 af te voeren naar een erkend verwerker. Bij het besluit van 26 november 2020 heeft het college aan de eenmanszaak van [appellant A], met de handelsnamen [bedrijf A], [bedrijf B] en [bedrijf C], en [appellante B] een last onder dwangsom opgelegd om de meer dan 1500 m³ vaste mest op het perceel af te voeren naar een erkend verwerker. Volgens het college is de opslag van de mest in strijd met artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de artikelen 2.9 en 3.48 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en de artikelen 10.1 en 10.2 van de Wet milieubeheer. [appellanten] stellen zich op het standpunt dat het college ten onrechte een last heeft opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3158
Datum uitspraak
2 november 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202106289/1/R4

202107079/1/R4

Bij besluiten van respectievelijk 13 september 2021 en 16 september 2021 hebben de minister van EZK en de minister van BZK het inpassingsplan "Porthos transport en opslag van CO2" vastgesteld. Bij besluit van 22 september 2021 heeft de minister van EZK aan N.V. Nederlandse Gasunie een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen, het oprichten en in werking hebben van een compressorstation op een ongenummerd perceel aan de Aziëweg in Rotterdam. In deze uitspraak wordt een oordeel gegeven over de zogenoemde partiële bouwvrijstelling, die is geregeld in artikel 2.9a van de Wet natuurbescherming en artikel 2.5 van het Besluit natuurbescherming. Deze artikelen zijn op 1 juli 2021 in werking getreden. De regeling komt erop neer dat de stikstofdepositie die wordt veroorzaakt door een aantal specifiek aangewezen activiteiten van de bouwsector niet meer afzonderlijk hoeft te worden onderzocht en beoordeeld. De ministers hebben deze regeling toegepast bij het nemen van besluiten over het Porthos-project. MOB heeft beroep ingesteld tegen verschillende besluiten die zijn genomen voor het Porthos-project. Daarbij heeft zij aangevoerd dat de regeling van de partiële bouwvrijstelling onverbindend is. Zij vreest dat de stikstofdepositie die wordt veroorzaakt door de aangewezen activiteiten van de bouwsector leidt tot een aantasting van de natuurwaarden in de Natura 2000-gebieden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3159
Datum uitspraak
2 november 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • Inpassingsplan
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202107079/1/R4
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202107079/1/R4

202107089/1/V6

Bij besluit van 2 mei 2019 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een boete opgelegd van € 1.250,00. Bij brief van 12 februari 2016 heeft de minister [appellante] meegedeeld dat zij inburgeringsplichtig is. Haar inburgeringstermijn is gestart op 20 januari 2016 en zij had tot 19 januari 2019 de tijd om in te burgeren. Omdat [appellante] niet voor die datum aan de inburgeringsplicht heeft voldaan, heeft de minister haar een boete opgelegd van € 1.250,00. De minister heeft bij Argonaut medisch advies gevraagd. De verzekeringsarts van Argonaut heeft op 17 april 2019 en 18 februari 2020 medische adviezen gegeven. In de adviezen staat dat er geen medische reden is waardoor [appellante] vanwege de zorg voor haar echtgenoot gedurende een periode van ten minste drie aaneengesloten maanden geen onderwijs heeft kunnen volgen. De minister heeft het verzoek van [appellante] om verlenging van de inburgeringstermijn op basis van die medische adviezen afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3143
Datum uitspraak
2 november 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202107089/1/V6

202107269/1/R1

Bij besluit van 13 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een dakkapel in het achtergeveldakvlak op de tweede verdieping van de woning aan de [locatie 1] in Amsterdam. [appellant] is eigenaar en bewoner van de woning aan de [locatie 1] in Amsterdam. Het college heeft hem aanvankelijk een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een dakkapel in het achtergeveldakvlak op de tweede verdieping van zijn woning, omdat de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit een positief welstandsadvies had gegeven en er ook overigens geen gronden waren om de omgevingsvergunning te weigeren. In de bestaande situatie is er al een (vergunningvrije) dakkapel in het achtergeveldakvlak op de eerste verdieping. [appellant] wil een tweede dakkapel realiseren aan de achterkant van zijn woning, waar in de bestaande situatie twee dakramen zijn. [partij] woont in de naastgelegen woning aan de [locatie 2] en is het niet eens met de vergunningverlening, omdat het bouwplan volgens hem niet voldoet aan redelijke eisen van welstand en het college daarom de omgevingsvergunning had moeten weigeren. Hij heeft daartoe in bezwaar een "second opinion" over het welstandsadvies overgelegd van 7 januari 2020 van de commissie voor second opinions van Mooi Noord-Holland. Deze heeft een negatief oordeel gegeven over het bouwplan, omdat dit niet voldoet aan twee welstandscriteria.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3136
Datum uitspraak
2 november 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202107269/1/R1

202107547/1/A2

Bij besluit van 2 juni 2020 heeft de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen aan [appellant] een schadevergoeding toegekend van € 28.723,50. Bij besluit van 3 maart 2021 heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en een schadevergoeding toegekend van in totaal € 30.424,05. [appellant] is sinds 1990 eigenaar van de woning aan de [locatie] te Hoogkerk. De vrijstaande woning met schuur is een monumentale (kop-hals-romp) boerderij en is gebouwd in 1910. Op 20 november 2013 heeft [appellant] schade als gevolg van mijnbouwactiviteiten in het Groningenveld gemeld bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. Na opname van de schade heeft Octa Adviseurs B.V. in opdracht van de NAM op 27 augustus 2014 een taxatierapport bevingsschade uitgebracht. In het taxatierapport is vermeld dat geen van de schades in verband kan worden gebracht met aardbevingen. De aangetroffen schades zijn mogelijk veroorzaakt door zetting, verzakking en ouderdom.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3151
Datum uitspraak
2 november 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202107547/1/A2

202107778/1/A3

Bij besluit van 21 juli 2020 heeft de burgemeester van Veenendaal [appellant] de toegang tot de vergaderingen van de raad van de gemeente Veenendaal ontzegd voor de duur van drie maanden met ingang van 1 september 2020.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3148
Datum uitspraak
2 november 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202107778/1/A3

202107882/1/R1

Bij besluit van 20 april 2020 heeft het college het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen de verspreiding van houtrook afkomstig van het adres [locatie 1] te 's-Gravenpolder, afgewezen. [appellant] woont op het adres [locatie 2] in ’s-Gravenpolder. Bij wind uit noordelijke richting ervaart hij overlast van het stoken van de houtkachel door [buurman] die op het adres [locatie 1] woont. [appellant] heeft dan last van stank en geprikkelde ogen. Hij heeft op 10 februari 2020 bij het college een verzoek ingediend om hiertegen handhavend op te treden. Het college heeft dit verzoek bij het in bezwaar gehandhaafde besluit van 20 april 2020 afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het onderzoek van het college of sprake is van houtrookoverlast beperkt is geweest, nu slechts eenmaal een ambtenaar ter plaatse is geweest om te ruiken of sprake was van overmatige geurhinder. Het college had volgens de rechtbank meer onderzoek kunnen doen. Dit laat volgens de rechtbank echter onverlet dat dit onderzoek, zelfs als het was uitgevoerd door een zogenaamde gecertificeerde neus, niet had kunnen bijdragen aan het door [appellant] gewenste resultaat, namelijk het vaststellen van overmatige houtrookoverlast.

Datum uitspraak
2 november 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202107882/1/R1

202107992/1/V6

Bij besluit van 25 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellante] om haar het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. De staatsecretaris heeft het verzoek afgewezen, omdat hij de identiteit en nationaliteit van [appellante] niet met de vereiste zekerheid kan vaststellen. Hij heeft hiervoor als reden gegeven dat op grond van informatie uit het vreemdelingenrechtelijke dossier van [appellante] twijfel bestaat over haar identiteit en nationaliteit. De staatssecretaris heeft erop gewezen dat haar echtgenoot op 21 februari 2012 een verzoek om nareis heeft ingediend en daarbij heeft aangegeven dat [appellante] geboren is op [geboortedatum] 1985 in Lafa Isse, Somalië. [appellante] heeft echter tijdens het interview dat op 15 april 2013 in het kader van nareis is afgenomen, verklaard dat zij geboren is op [geboortedatum] 1982, in Lafa Isse, op de grens van Ethiopië en Somalië. [appellante] heeft daarnaast een paspoort overgelegd, waarin staat dat ze op [geboortedatum] 1982 is geboren in Mogadishu, Somalië. Verder heeft [appellante] tijdens het eerste gehoor op 6 september 2013 verklaard te zijn geboren op [geboortedatum] 1985. Volgens de staatssecretaris blijkt uit het rapport taalanalyse van 12 oktober 2015 dat [appellante] te herleiden is tot de spraakgemeenschap binnen Djibouti, Noord-Somalië en Ethiopië. Zij spreekt geen Amhaars zodat het niet voor de hand ligt dat zij geboren en getogen is in Ethiopië, zoals zij stelt. Omdat [appellante] meerdere afwijkende geboortedata en geboorteplaatsen heeft opgegeven, bestaat er bij de staatssecretaris twijfel over haar identiteit en nationaliteit. De staatssecretaris heeft daarnaast opgemerkt dat [appellante] mogelijk ook niet voldoet aan het vereiste van artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, omdat haar verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd bij besluit van 3 november 2016 met terugwerkende kracht is ingetrokken tot 6 september 2013.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:3144
Datum uitspraak
2 november 2022
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202107992/1/V6
vorige pagina1...1.4751.4761.477...12.058volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon