Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij beslissing van 26 april 2023 heeft het college vastgesteld dat aan [appellant] een dwangsom ter hoogte van € 427,00 is verschuldigd vanwege het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar tegen de beslissing van 21 november 2022. Bij beslissing van 18 juli 2023 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en de hoogte van de verbeurde dwangsommen nader vastgesteld op € 450,00. [appellant] heeft aangevoerd dat het college ten onrechte niet op zijn ingebrekestelling van 11 mei 2023 heeft beslist en het college hem daarom een hogere dwangsom is verschuldigd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1985
- Datum uitspraak
- 8 mei 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mondelinge uitspraak
- Studentenzaken
Het beroep richt zich tegen het besluit van 29 april 2024, waarbij het centraal stembureau heeft geoordeeld over de geldigheid van de ingeleverde kandidatenlijsten. NL PLAN is voor het ingestelde beroep griffierecht verschuldigd. Bij brief van 6 mei 2024 is NL PLAN daarop gewezen en is haar daarvoor een termijn gesteld. De Afdeling stelt vast dat tot op heden het griffierecht niet op rekening van de Raad van State is bijgeschreven of contant op het adres van de Raad van State is voldaan. Niet is gebleken van feiten of omstandigheden op grond waarvan redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat NL PLAN in verzuim is geweest.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1984
- Datum uitspraak
- 8 mei 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Mondelinge uitspraak
- Kieswet
Het beroep richt zich tegen het besluit van 29 april 2024, waarbij het centraal stembureau de kandidatenlijst van Jezus Leeft ongeldig heeft verklaard, omdat de lijst niet voldoet aan het bij ministeriële regeling vastgestelde model.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1912
- Datum uitspraak
- 6 mei 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Mondelinge uitspraak
- Kieswet
Bij besluit van 5 januari 2023 heeft de minister van Financiën geweigerd om de private schulden van [verzoeker] aan [persoon A](€ 330.000,-), [persoon B] (€ 94.000,-) en [persoon C] (€ 23.000,-) over te nemen, omdat niet wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 4.1, derde lid en onder b, van de Wet hersteloperatie toeslagen. Het bezwaar daartegen is ongegrond verklaard en de rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1943
- Datum uitspraak
- 23 april 2024
- Mondelinge uitspraak
- Voorlopige voorziening
- Geld
Op 22 april 2023 heeft Blije Buren de woonboot [naam woonboot] afgemeerd op de locatie tegenover Wittenburgergracht 12 in Amsterdam zonder dat zij een ligplaatsvergunning had. De woonboot ligt naast de sluis/noodkering Nieuwe vaart. De beheerder van die sluis heeft op 25 april 2023 aan Nautisch Toezicht laten weten dat de woonboot hinder veroorzaakt omdat die te dichtbij ligt. De zogenoemde schaag van de sluisdeur zou de woonboot (kunnen) raken als die dichtgaat. Daardoor is de situatie niet meer veilig. Omdat Blije Buren de woonboot niet heeft verplaatst terwijl het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam daar wel om heeft verzocht, heeft het college dat op 17 mei 2023 alsnog laten doen. Sindsdien ligt de boot in de bewaarhaven van de gemeente Amsterdam. De kosten voor het bewaren zijn inmiddels zodanig opgelopen dat het college de woonboot wil laten vernietigen. Blije Buren heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank en verzocht om als voorlopige voorziening de boot te kunnen terugplaatsen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1646
- Datum uitspraak
- 18 april 2024
- Mondelinge uitspraak
- Voorlopige voorziening
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
- Verordeningen
Het verzoek richt zich tegen de uitspraak van 9 februari 2024 van de rechtbank Overijssel. Daarin heeft de rechtbank het beroep van [wederpartij A] en [wederpartij B] gegrond verklaard en het besluit op bezwaar van 7 augustus 2023 vernietigd, voor zover daarin is beslist dat het pand op het perceel [locatie] in Zwolle teruggebracht moet worden naar één woning. De rechtbank heeft het college van burgemeester en wethouders van Zwolle opgedragen om met inachtneming van deze uitspraak binnen zes weken een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. De rechtbank heeft daarbij de voorlopige voorziening getroffen dat het primaire besluit van 7 juli 2022 wordt geschorst tot zes weken na de nieuwe beslissing op het bezwaar van het college.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1565
- Datum uitspraak
- 15 april 2024
- Mondelinge uitspraak
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 23 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oisterwijk het handhavingsverzoek van [appellant] tegen de aanbouw op het perceel aan de [locatie] afgewezen. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de aanbouw vergunningvrij kon worden gebouwd op grond van artikel 2, aanhef en onderdeel 3, onder a, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. Het bouwwerk van 3,63 meter breedte, 6,8 meter lengte en 3 meter hoogte valt namelijk binnen de maximaal toegestane oppervlakte uit dit artikel en steekt niet meer dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. Ook is de aanbouw een bijbehorend bouwwerk bij de bestaande woning.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1579
- Datum uitspraak
- 15 april 2024
- Mondelinge uitspraak
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 30 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Geldrop-Mierlo [wederpartij] gelast de met de beheersverordening strijdige kamerverhuur aan de [locatie] in Geldrop te beëindigen en beëindigd te houden op straffe van het verbeuren van een dwangsom van € 5.000 per maand of gedeelte van een maand, met een maximum van € 20.000. iet in geschil is dat het gebruik van de woning voor kamergewijze verhuur in strijd is met de beheersverordening "Huisvesting Geldrop-Mierlo" die geldt voor de [locatie]. Op grond van het overgangsrecht mag het bestaande gebruik echter worden voortgezet, als dat gebruik reeds bestond en was toegestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening op 17 april 2020.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1583
- Datum uitspraak
- 15 april 2024
- Mondelinge uitspraak
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente 's-Hertogenbosch van 10 oktober 2023, waarbij het bestemmingsplan "Brugstraat 36 Vinkel" is vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van vier nieuwe woningen en de splitsing van de bestaande monumentale boerderij mogelijk. Ook wordt aan een deel van het plangebied de bestemming "Agrarisch met waarden" toegekend. [appellant] kan zich niet verenigen met het bestemmingsplan, omdat het plan leidt tot een onaanvaardbare aantasting van zijn privacy.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1575
- Datum uitspraak
- 15 april 2024
- Mondelinge uitspraak
- RO - Noord-Brabant
Het verzoek richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Oirschot van 26 september 2023, waarbij het bestemmingsplan "Verbindingsweg Kempenweg-Eindhovensedijk" is vastgesteld. De buurtgroep heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Ter zitting is gebleken dat het verzoek is gericht op het voorkomen van onomkeerbare schade aan de natuur, waaronder de kap van bomen en bosschages, als gevolg van de aanleg van de verbindingsweg die het plan mogelijk maakt. Ook is ter zitting duidelijk geworden dat het verzoek geen betrekking heeft op de uitvoering van deelfase 2a van de verbindingsweg, zoals geduid in de raadsinformatiebrief van het college van burgemeester en wethouders van Oirschot van 9 april 2024, die de raad ter zitting heeft overgelegd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1572
- Datum uitspraak
- 11 april 2024
- Mondelinge uitspraak
- Voorlopige voorziening
- RO - Noord-Brabant