Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 3 oktober 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam het uitwerkingsplan "Food Center Amsterdam - 1e uitwerking" vastgesteld. Het uitwerkingsplan heeft betrekking op een gedeelte van het terrein van Food Center Amsterdam aan de Jan van Galenstraat (hierna: het FCA-terrein). Het is gebaseerd op de bestemming "Bedrijventerrein - Uit te werken" van het bestemmingsplan "Food Center Amsterdam (2e herstelbesluit)", dat de raad van de gemeente Amsterdam op 1 juni 2016 heeft vastgesteld. Het moederplan, dat onherroepelijk is, maakt de herontwikkeling van het FCA-terrein mogelijk. Marktkwartier draagt zorg voor deze herontwikkeling. Met dit uitwerkingsplan wil het college het noordelijke deel van de hiervoor genoemde bestemming uitwerken in zogenoemde eindbestemmingen. Bidfood heeft een bedrijfsvestiging op het huidige FCA-terrein. Haar locatie heeft in het moederplan de bestemming "Bedrijventerrein" en de gebiedsaanduiding "wetgevingszone - wijzigingsgebied 1".
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1311
- Datum uitspraak
- 26 maart 2025
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Noord-Holland
Bij besluit van 28 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor een uitbouw aan de achterzijde van het gebouw aan de [locatie] in Amsterdam. Op 2 februari 2015 is aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor funderingsherstel aan het gebouw, inclusief uitbouw, op het perceel. Bij uitvoering van de werkzaamheden aan de fundering is de uitbouw verwijderd. [appellant] heeft in 2017 een omgevingsvergunning aangevraagd voor een uitbouw van drie bouwlagen en drie dakterrassen. Deze vergunning is door het college geweigerd. Dat besluit is uiteindelijk in hoger beroep in stand gebleven (zie de uitspraak van de Afdeling van 24 februari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:372). [appellant] heeft op 20 februari 2021 wederom een omgevingsvergunning aangevraagd voor de herbouw van de uitbouw. Het bouwplan volgt volgens de aanvraag de oorspronkelijke uitbouw, zoals die aanwezig was voor de uitvoering van de werkzaamheden aan de fundering. Bij besluit van 28 juni 2021 heeft het college deze omgevingsvergunning ook geweigerd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1289
- Datum uitspraak
- 26 maart 2025
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij besluit van 24 oktober 2023 heeft de raad van de gemeente Altena van de gemeente Altena het bestemmingsplan "Kern Sleeuwijk: Hospice Vlietstraat" vastgesteld. Het plan voorziet in de herontwikkeling van een terrein aan de Vlietstraat in Sleeuwijk om daar een hospice te realiseren. Voorheen was dat niet mogelijk omdat het terrein de bestemming "Sport" had en er een sporthal stond. De sporthal is gesloopt en het terrein is niet meer in gebruik. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen tegenover de te realiseren hospice en hebben meerdere redenen naar voren gebracht waarom de locatie niet geschikt zou zijn voor de beoogde ontwikkeling. Beide appellanten betogen dat in Sleeuwijk het risico op wateroverlast groot is. Het gebied dat met het bestemmingsplan wordt herontwikkeld vormt een belangrijke buffer voor het afvoeren van overtollig water. Het bebouwen van het perceel heeft gevolgen voor het grondwaterpeil en belemmert een goede waterhuishouding. Zij vrezen voor problemen en schade aan hun woningen door regenwater en door het water van het riviertje de Bijtelskil.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1283
- Datum uitspraak
- 26 maart 2025
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Noord-Brabant
Bij besluit van 6 december 2022 heeft de minister voor Rechtsbescherming een aanvraag van [appellant] voor een verklaring omtrent het gedrag afgewezen. [appellant] heeft op 9 november 2022 een VOG voor de functie van taxichauffeur voor een chauffeurskaart aangevraagd bij het Kiwa Register B.V.. In het Justitieel Documentatiesysteem zijn justitiële gegevens over [appellant] met betrekking tot verkeersovertredingen bekend. Zo is in het JDS over [appellant] opgenomen dat hij op 13 september 2022 is veroordeeld tot een geldboete van € 300,- wegens het overschrijden van de maximumsnelheid. Hiervoor is hem ook een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen opgelegd voor de duur van 118 dagen. Verder is hem op 7 april 2022 een geldboete van € 397,- opgelegd wegens het overschrijden van de maximumsnelheid, en is hem op 5 februari 2020 een geldboete van € 270,- opgelegd wegens gevaarlijk rijgedrag.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1307
- Datum uitspraak
- 26 maart 2025
- Hoger beroep
- Verklaring omtrent gedrag
Bij besluit van 24 januari 2023 heeft de minister van Justitie en Veiligheid geweigerd te beslissen op het bezwaar dat [appellant] heeft gemaakt tegen een brief van 28 september 2022 omdat dit geen besluit is en hiertegen geen bezwaar open staat. [appellant] heeft de minister in een brief van 7 september 2022 - samengevat - verzocht om uitbetaling van de door de rechtbank aan de staat opgelegde verplichting om vergoeding van immateriële schade te betalen vanwege overschrijding van de redelijke termijn en om rechters met een ondeskundige uitstraling buiten functie te stellen. De minister heeft [appellant] bij brief van 28 september 2022 uitgelegd dat niet hij, maar de rechtbank overgaat tot betaling van de schadevergoeding en hem aangeraden zich hiervoor tot de rechtbank te wenden. Verder heeft de minister meegedeeld dat hij niet bevoegd is om rechters te schorsen. De minister heeft [appellant] bij besluit van 24 januari 2023 te kennen gegeven dat hij geen bezwaar kan maken tegen de brief van 28 september 2022, omdat dit geen besluit is.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1270
- Datum uitspraak
- 26 maart 2025
- Hoger beroep
- Geld
- Schadevergoeding
Bij besluit van 28 februari 2023 heeft de Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond de aanvraag van [appellant] voor een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] huurt een particuliere studio aan de [locatie] in Rotterdam. Bij besluit van 16 mei 2022 heeft de Belastingdienst/Toeslagen bepaald dat deze woning niet voldoet aan de voorwaarden voor een zelfstandige woonruimte en dat hij daarom met ingang van 1 januari 2022 niet langer recht op huurtoeslag heeft. Naar aanleiding hiervan heeft [appellant] op 5 januari 2022 een urgentieverklaring wegens woonlasten aangevraagd. Hij stelt dat hij de studio zonder de huurtoeslag niet langer kan bekostigen. De SUWR heeft de aanvraag afgewezen, omdat [appellant] niet voldoet aan het vereiste van een zelfstandige woning in artikel 5.3, eerste lid, van bijlage 1 van de Verordening Woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2020.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1275
- Datum uitspraak
- 26 maart 2025
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 20 december 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeist aan Hillside Development B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van het pand aan de [locatie 1] in Zeist tot zes appartementen. Het bouwplan voorziet in de verbouwing van het pand aan de [locatie 1] waarin zich nu op de begane grond een slagerij en broodjeszaak bevonden en op de verdieping een zelfstandige woning. In totaal zullen in het gebouw zes appartementen worden gerealiseerd, waarvan er vijf op de begane grond zullen komen. Er zijn geen parkeerplaatsen aanwezig op het perceel. Parkeren zal plaatsvinden in de openbare ruimte. Het college stelt zich op het standpunt dat het bouwplan past binnen de ter plaatse geldende bestemmingsplannen "Zeist Centrum e.o." en "Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist" en heeft een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen verleend. [appellant A] en anderen wonen aan de Jacob van Lenneplaan, een zijstraat van de Bergweg. Zij hebben vanuit hun woningen geen zicht op het perceel, maar vrezen dat de realisering van de appartementen zal leiden tot een verdere toename van de parkeerdruk in hun straat.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1313
- Datum uitspraak
- 26 maart 2025
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij besluit van 29 maart 2023 heeft Instituut Mijnbouwschade Groningen de aanvraag van [appellant] om vergoeding van bijkomende kosten afgewezen. [appellant] was eigenaar van de woonboerderij aan de [locatie 1], [locatie 2], [locatie 3], [locatie 4] en [locatie 5] te Groningen. Op 19 december 2022 heeft [appellant] een aanvraag bij het Instituut ingediend voor vergoeding van bijkomende kosten. Op 11 januari 2023 heeft hij toegelicht dat hij € 25.000,- aan huurinkomsten is misgelopen door de uitgestelde ontwikkeling van het project [locatie 1/2]. Hierdoor heeft hij niet meerdere wooneenheden kunnen realiseren binnen de overkapping van de woonboerderij. Het uitstel van het project is volgens hem het gevolg van uitblijvende besluitvorming over constructieve versterking voor aardbevingsbestendigheid van de nog af te bouwen wooneenheden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1304
- Datum uitspraak
- 26 maart 2025
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
Bij brief van 24 mei 2023 heeft de burgemeester van Delft een bestuurlijke waarschuwing aan [appellant] gegeven. [appellant] huurt de woning aan het [locatie] in Delft. De politie heeft de woning in het kader van een opsporingsonderzoek - waarin de hoofdverdachte een familielid is van [appellant] - op 21 maart 2023 doorzocht. In de daarover opgemaakte bestuurlijke rapportage van 28 maart 2023 staat dat daarbij 2,04 g cocaïne, € 5.570,00, meerdere mobiele telefoons en niet aan [appellant] toebehorende bankpassen en identiteitsbewijzen zijn aangetroffen. Uit onderschepte berichtgeving tussen de hoofdverdachte en [appellant] blijkt dat in de periode van 22 augustus 2022 tot en met 24 december 2022 eenentwintig keer spullen door de brievenbus zijn gegooid waarbij het onderzoeksteam vermoedt dat dit gaat om geld of verdovende middelen. Uit de onderschepte berichtgeving blijkt ook dat [appellant] en de hoofdverdachte een verschil in gewicht van verdovende middelen bespreken. De burgemeester heeft naar aanleiding hiervan overeenkomstig de Beleidsregel bestuurlijke handhaving artikel 13b van de Opiumwet Delft 2022 een bestuurlijke waarschuwing aan [appellant] gegeven.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1276
- Datum uitspraak
- 26 maart 2025
- Hoger beroep
- Drugs
Bij besluit van 19 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen, afgewezen. [appellant] stelt afkomstig te zijn uit Togo en geboren te zijn op [geboortedatum] 1984. In 2009 is hem een verblijfsvergunning verleend in het kader van de Regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet (Ranov). De staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen, omdat hij twijfelt aan de identiteit en nationaliteit van [appellant]. De staatssecretaris heeft deze twijfel gebaseerd op een individueel ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken van 5 april 2001. Volgens de staatssecretaris heeft [appellant] deze twijfel niet weggenomen met de stukken die hij heeft overgelegd. Hij heeft namelijk geen originele geboorteakte en geen geldig Togolees paspoort overgelegd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2025:1268
- Datum uitspraak
- 26 maart 2025
- Hoger beroep
- Nederlanderschap