Uitspraak 202201810/1/R1


Volledige tekst

202201810/1/R1.
Datum uitspraak: 20 september 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1.       [appellant sub 1], wonend te Zeewolde,

2.       [appellant sub 2], wonend te Zeewolde,

3.       [appellant sub 3], wonend te Zeewolde,

4.       LTO Noord, gevestigd te Zwolle,

5.       Coöperatie Mobilisation for the Environment, gevestigd te Nijmegen,

6.       [appellante sub 6] en anderen, gevestigd te Zeewolde,

7.       Stichting DataTruc Zeewolde en [appellant sub 7B], gevestigd respectievelijk wonend te Zeewolde,

8.       [appellant sub 8], wonend te Zeewolde,

9.       Windpark Zeewolde, gevestigd te Zeewolde,

appellanten,

en

1.       de raad van de gemeente Zeewolde,

2.       het college van burgemeester en wethouders van Zeewolde,

verweerders.

Procesverloop

Bij besluit van 16 december 2021 heeft de raad het bestemmingsplan "Trekkersveld IV" vastgesteld. Bij besluiten van 18 maart 2022 heeft het college ten behoeve van het plan hogere waarden vastgesteld.

[appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellant sub 3], LTO Noord, Coöperatie Mobilisation for Environment, [appellante sub 6] en anderen, DataTruc Zeewolde en [appellant sub 7B], [appellant sub 8] en Windpark Zeewolde hebben daartegen beroep ingesteld.

Verweerders hebben een verweerschrift ingediend.

De raad, [appellant sub 2], Windpark Zeewolde en Polder Networks BV hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft op 6 juni 2023 een regiezitting gehouden waar [appellant sub 2], [appellante sub 6] en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde A], vergezeld door [gemachtigde B], [appellant sub 3], Coöperatie Mobilisation for the Environment, vertegenwoordigd door mr. drs. H.M. Zwetsloot, en de raad en het college, vertegenwoordigd door mr. M. Rus-van der Velde en mr. R. Helder, beiden advocaat te Utrecht, zijn verschenen.

Na de regiezitting heeft de raad op verzoek van de Afdeling nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft en heeft het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Inleiding

1.       Het bestemmingsplan voorziet in de ontwikkeling van een datacenter en de aanleg van een bedrijventerrein van ongeveer 35 ha grenzend aan het bedrijventerrein Trekkersveld III.

Procesbelang

2.       De raad stelt dat appellanten geen procesbelang meer hebben bij een inhoudelijke beoordeling van hun beroep voor zover dat betrekking heeft op de ontwikkeling van het datacenter omdat, zoals in het verweerschrift staat, de gegadigde voor dat datacenter (Meta/Facebook) zich heeft teruggetrokken en het datacenterproject niet zal worden gerealiseerd.

2.1.    Anders dan de raad stelt, hebben appellanten procesbelang bij een beoordeling van hun beroep. Het plan maakt namelijk de realisatie van een datacenter juridisch mogelijk en de komst daarvan is niet volledig uitgesloten. Meta/Facebook heeft er weliswaar van afgezien, maar de planregels sluiten niet uit dat een andere initiatiefnemer het plan zou kunnen realiseren. De omstandigheden dat door de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening een voorbereidingsbesluit is genomen en dat een ontwerpbesluit algemene maatregel van bestuur tot wijziging van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: het Barro) in verband met instructieregels voor zogenoemde hyperscale datacentra is gepubliceerd, leiden niet tot een ander oordeel. Een voorbereidingsbesluit geldt namelijk maar tijdelijk en het Barro kan weer worden gewijzigd. Daarmee is het procesbelang gegeven.

Uitvoerbaarheid

3.       LTO Noord, DataTruc Zeewolde en [appellant sub 7B] en [appellant sub 8] betogen dat onzekerheid bestaat over de uitvoerbaarheid van het plan. Zij voeren aan dat de benodigde gronden niet beschikbaar zijn voor de ontwikkeling van het datacenter, omdat de Staat eigenaar is van een groot deel van die gronden. Er is ten onrechte geen exploitatieplan opgesteld.

3.1.    Vaststaat dat de gemeente en initiatiefnemer van het datacenter geen eigenaar zijn van de benodigde gronden. In hoofdstuk 6 van de plantoelichting is ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan. Hierin staat dat met de initiatiefnemer een anterieure overeenkomst is gesloten en dat het kostenverhaal hiermee is verzekerd. Naar het oordeel van de Afdeling mocht de raad er op het moment van het vaststellen van het plan echter niet zonder meer van uitgaan dat geen gerede twijfel bestond over de uitvoerbaarheid van het plan. Uit de stukken blijkt namelijk dat de overeenkomst is gesloten tussen de gemeente, de provincie Flevoland en Polder Networks. De Staat is kennelijk geen deelnemer in de genoemde overeenkomst, terwijl die een groot deel van de betreffende gronden in eigendom heeft. Op het moment van de vaststelling van het plan was er ook geen zekerheid dat de Staat de gronden zou verkopen. De raad heeft verder niet duidelijk gemaakt welke afspraken zijn gemaakt en of hij wel verwachtte minnelijke overeenstemming met de Staat te kunnen bereiken. Gelet hierop berust het besluit in strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht niet op een deugdelijke motivering. De omstandigheid dat de initiatiefnemer zich nadien heeft teruggetrokken uit het project en het datacenter in ieder geval niet meer door de initiatiefnemer zal worden gerealiseerd, bevestigt in zoverre ook dat onvoldoende vaststaat dat het plan uitvoerbaar is.

Het betoog slaagt.

3.2.    De Afdeling ziet geen ruimte om het deel van het bestemmingsplan voor zover dat ziet op de realisatie van het bedrijventerrein in stand te laten. In een brief van 1 mei 2023 heeft de raad namelijk erkend dat het niet kunnen realiseren van het datacenter gevolgen heeft voor de beoordeling van de effecten van het bedrijventerrein. Gezien de samenhang tussen de plandelen zal de Afdeling het besluit in zijn geheel vernietigen.

Conclusie

4.       De beroepen van LTO Noord, DataTruc Zeewolde en [appellant sub 7B] en [appellant sub 8] zijn gegrond. De Afdeling komt niet toe aan een beoordeling van de overige gronden van deze appellanten.

5.       Gelet op de aard van het gebrek ziet de Afdeling aanleiding de overige beroepen ook gegrond te verklaren (vergelijk de uitspraak van 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2453).

6.       Uit een oogpunt van rechtszekerheid en gelet op artikel 1.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening ziet de Afdeling aanleiding de raad op te dragen het hierna in de beslissing nader aangeduide onderdeel van deze uitspraak binnen vier weken na verzending van de uitspraak te verwerken op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl.

7.       Omdat het plan niet in stand blijft, worden de besluiten tot vaststelling van hogere waarden ook vernietigd.

Proceskosten

8.       De raad en het college moeten de proceskosten van [appellant sub 3] en Coöperatie Mobilisation for the Environment vergoeden. Bij de overige appellanten is niet gebleken van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verklaart de beroepen gegrond;

II.       vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Zeewolde van 16 december 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Trekkersveld IV";

III.      vernietigt de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde van 18 maart 2022 tot vaststelling van hogere waarden;

IV.      draagt de raad van de gemeente Zeewolde op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat het hiervoor onder II vermelde onderdeel wordt verwerkt op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl;

V.       veroordeelt de raad van de gemeente Zeewolde en het college van burgemeester en wethouders van Zeewolde tot vergoeding van bij appellanten in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van:

a.       € 43,79 aan [appellant sub 3];

b.       € 1.674,00 aan Coöperatie Mobilisation for the Environment, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

VI.      gelast dat de raad van de gemeente Zeewolde en het college van burgemeester en wethouders van Zeewolde aan de hierna vermelde appellanten het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht vergoeden ten bedrage van:

a.       € 184,00 aan [appellant sub 1];

b.       € 184,00 aan [appellant sub 2];

c.       € 184,00 aan [appellant sub 3];

d.       € 365,00 aan LTO Noord;

e.       € 365,00 aan Coöperatie Mobilisation for the Environment;

f.        € 365,00 aan [appellante sub 6] en anderen, met dien verstande dat bij betaling aan één van hen de bestuursorganen aan hun betalingsverplichting hebben voldaan;

g.       € 365,00 aan Stichting DataTruc Zeewolde en [appellant sub 7B], met dien verstande dat bij betaling aan één van hen de bestuursorganen aan hun betalingsverplichting hebben voldaan;

h.       € 184,00 aan [appellant sub 8];

i.        € 365,00 aan Windpark Zeewolde.

Aldus vastgesteld door mr. A. ten Veen, voorzitter, en mr. J. Gundelach en mr. H.J.M. Besselink, leden, in tegenwoordigheid van mr. F. Dinleyici, griffier.

w.g. Ten Veen
voorzitter

w.g. Dinleyici
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 20 september 2023

909