Uitspraak 202107818/1/R1 en 202107818/2/R1


Volledige tekst

202107818/1/R1 en 202107818/2/R1.
Datum uitspraak: 10 juni 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) en, met toepassing van artikel 8:86 van die wet, op het beroep, in het geding tussen:

Studio Seven Architecten B.V. en anderen, gevestigd dan wel wonend te Den Haag,

verzoekers,

en

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 26 oktober 2021 heeft het college het definitief plaatsingsplan gewijzigde locaties ondergrondse restafvalcontainers (hierna: ORAC’s) vastgesteld in het stadsdeel Centrum in de wijk Zuidwal II (wijk 14) te Den Haag.

Tegen dit besluit hebben Studio Seven Architecten B.V. en anderen beroep ingesteld.

Studio Seven Architecten B.V. en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Studio Seven Architecten B.V. en anderen hebben nadere stukken ingediend.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 31 mei 2022, waar Studio Seven Architecten B.V. en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. M.B. de Jong, rechtsbijstandverlener te Amsterdam, en B.G.J. Rutten-Albert, en het college, vertegenwoordigd door D. Khougiani, W. van der Eijk en ing. drs. P. Haasnoot, zijn verschenen.

Partijen hebben toestemming gegeven onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.

Overwegingen

1.       In dit geval kan nader onderzoek redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van de zaak en bestaat ook overigens geen beletsel om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, van de Awb onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.

Inleiding

2.       In het bestreden besluit heeft het college door vaststelling van een plaatsingsplan een gewijzigde locatie voor twee ORAC’s in het stadsdeel Centrum in de wijk Zuidwal II aangewezen. Volgens de tekst van de Nota van Antwoord op de tegen het ontwerp plaatsingsplan ingebrachte zienswijzen (hierna: de Nota van Antwoord) worden op de locatie 14-08 voorziene ORAC’s verplaatst van de hoek Lange Beestenmarkt/Prinsengracht naar de Lange Beestenmarkt ter hoogte van Lange Beestenmarkt 11 te Den Haag (hierna: de gewijzigde locatie). De gewijzigde locatie wordt aangeduid met locatie 14-08B. Volgens het college gaat de voorkeur uit naar de gewijzigde locatie. Bij het graven van een proefsleuf voor de plaatsing van de ORAC’s op de locatie 14-08 is door de aannemer namelijk naast een aantal leidingen een houten bekisting aangetroffen en een sterke benzinelucht geroken, terwijl voor de gewijzigde locatie slechts één waterleiding hoeft te worden verlegd.

3.       Studio Seven Architecten B.V. is gevestigd op het adres Lange Beestenmarkt 13C, [appellanten A] wonen op het adres [locatie A] en [appellanten B] wonen op het adres [locatie B]. De gewijzigde locatie bevindt zich in hun onmiddellijke omgeving. Studio Seven Architecten B.V. en anderen kunnen zich niet verenigen met de aanwijzing van de gewijzigde locatie, omdat zij vrezen voor aantasting van hun woon- en leefklimaat.

Toetsingskader

4.       Bij de keuze van een locatie voor ORAC’s moet het college een afweging maken van alle belangen die betrokken zijn bij de vaststelling van het locatieplan. Daarbij heeft het college beleidsruimte. De Afdeling beoordeelt, aan de hand van de beroepsgronden, of de nadelige gevolgen van de aanwijzing van de locatie niet onevenredig zijn in verhouding tot de met de aanwijzing te dienen doelen (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 2 februari 2022 over evenredigheidstoetsing, ECLI:NL:RVS:2022:285). Daarbij beoordeelt zij of het college de gekozen locatie geschikt heeft kunnen achten voor de plaatsing van de ORAC’s.

5.       Bij het bepalen van de locaties voor de ORAC's heeft het college de randvoorwaarden, zoals neergelegd in het "Voorstel van het college inzake 4e Programma Ondergrondse Restafvalcontainers (ORAC's): 1000 extra", met kenmerk RIS 280886, gehanteerd. Deze houden onder meer in:

- Bomen: zo min mogelijk kappen of verplaatsen van bomen.

- Ondergrondse infrastructuur: zo min mogelijk omleggen van reeds aanwezige kabels, leidingen en riolering.

- Overige obstakels: zo min mogelijk verplaatsen van lichtmasten, telefoonzuilen, HTM-masten en bovenleidingen.

- Bereikbaarheid leegwagen: de leegwagen moet voldoende ruimte hebben om de ORAC’s te kunnen legen.

Ingetrokken beroepsgrond

6.       Op de zitting hebben Studio Seven Architecten B.V. en anderen hun betoog dat het college het bestreden besluit niet zorgvuldig heeft voorbereid, omdat zij niet tijdig en adequaat zijn geïnformeerd over de voorgenomen wijziging, ingetrokken.

Gevolgen van het gebruik van ORAC’s in het algemeen

7.       Aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt de Afdeling of het college de gevolgen van de aanwijzing voor de omgeving aanvaardbaar heeft kunnen achten. Die beoordeling kan ook betrekking hebben op nadelen die inherent zijn aan het gekozen inzamelsysteem, zoals geluid- en geuremissie van het gebruik van een ORAC. Deze gevolgen hoeven onder normale omstandigheden niet aan een aanwijzing van een locatie voor de plaatsing van een ORAC in de weg te staan. Daarbij is van belang dat geluid- en geurhinder door de constructie van ORAC’s en door het regelmatig legen en schoonmaken ervan zoveel mogelijk wordt voorkomen. De Afdeling beoordeelt daarom enkel of locatiespecifieke of andere bijzondere omstandigheden het maken dat het college in die gevolgen reden had moeten zien om de locatie niet aan te wijzen voor de plaatsing van een ORAC (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 24 juni 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1464, overweging 7.1).

7.1.    In de door Studio Seven Architecten B.V. en anderen in algemene zin geuite vrees voor geur- en geluidhinder heeft het college geen belemmering voor aanwijzing van de gewijzigde locatie hoeven zien.

7.2.    Het betoog faalt.

Is de gewijzigde locatie geschikt?

8.       Studio Seven Architecten B.V. en anderen betogen dat de gewijzigde locatie 14-08B niet geschikt is. Zij vrezen voor oneigenlijk gebruik van de ORAC’s door bewoners in de Lange Beestenmarkt die geen binding met de buurt hebben en door (horeca)bedrijven die met name aan de Boekhorststraat zijn gevestigd, met als gevolg dat de containers snel vol zitten en huisvuil naast de containers wordt geplaatst. Dit leidt volgens Studio Seven Architecten B.V. en anderen onder meer tot zwerfvuil en stankoverlast.

8.1.    Het college heeft op zitting toegelicht dat bedrijven geen gebruik mogen maken van ORAC’s, omdat zij verantwoordelijk zijn voor het afsluiten van een eigen afvalverwerkingscontract. Hier ziet de gemeente ook op toe. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft het college zich dan ook terecht op het standpunt gesteld dat als bedrijven hun bedrijfsafval toch in de ORAC’s deponeren, dit een kwestie van handhaving is. Voor zover Studio Seven Architecten B.V. en anderen vrezen dat huisvuil van omringende bewoners en bedrijfsafval naast de containers zal worden geplaatst, stelt het college dat dit niet is toegestaan. Omwonenden kunnen een melding doen bij de gemeente als huishoudelijk afval of bedrijfsafval wordt aangetroffen, zodat het college hiertegen handhavend kan optreden. Het college wijst er verder op dat de ORAC’s twee keer per week worden geleegd en dat er sensoren op de ORAC’s zullen worden geplaatst die signaleren of de ORAC’s bijna vol zitten. De Haagse Milieu Service (HMS) krijgt dan een melding en gaat de ORAC’s eerder dan gepland legen. Volgens het college leert de ervaring dat de straten met ORAC’s schoner zijn dan in de situatie ervoor. De voorzieningenrechter ziet in wat Studio Seven Architecten B.V. en anderen hebben aangevoerd geen reden om te twijfelen aan de juistheid van hetgeen het college heeft toegelicht.

Gelet op het vorenstaande biedt wat Studio Seven Architecten B.V. en anderen over het oneigenlijk gebruik van de containers en daarmee gepaard gaande vrees voor zwerfvuil en stankoverlast naar voren hebben gebracht geen grond voor het oordeel dat het college niet de gewijzigde locatie heeft mogen aanwijzen voor het plaatsen van ORAC’s. De stelling van Studio Seven Architecten B.V. en anderen dat in de wijk Centrum, stadsdeel Zuidwal II, meer aandacht moet worden besteed aan problematiek rondom oneigenlijk gebruik van de containers dan in veel andere wijken in Den Haag, doet naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet af aan de mogelijkheid voor het college hiertegen handhavend op te treden.

8.2.    Het betoog faalt.

9.       Studio Seven Architecten B.V. en anderen betogen verder dat de gewijzigde locatie ongeschikt is, omdat door het plaatsen van de ORAC’s hun uitzicht zal worden aangetast. Hierbij wijzen zij erop dat zij vanuit hun bedrijf dan wel woningen direct uitkijken op de containers.

9.1.    In de Nota van Antwoord staat dat het bovengrondse gedeelte van de ORAC’s 1 m hoog is en op veel locaties tussen geparkeerde auto's is geplaatst en dat het college daarom niet uitgaat van een verslechtering van het straatbeeld, uitzicht of woongenot. Verder staat in de Nota van Antwoord dat bij plaatsing van ORAC’s altijd rekening wordt gehouden met een minimale afstand van 1,5 m tussen de voorziene ORAC’s en de gevel van aangrenzende gebouwen.

9.2.    De voorzieningenrechter begrijpt dat het uitzicht van Studio Seven Architecten B.V. en anderen in enige mate zal worden aangetast door de plaatsing van de ORAC’s. Dit betekent echter niet dat het bestreden besluit daarom onrechtmatig is. De ORAC’s worden op een minimale afstand van 1,5 m, die het college hanteert tussen gevel en ORAC’s, van hun gevels geplaatst. Verder is de omvang van de ORAC’s bovengronds beperkt en kleiner dan die van een geparkeerde auto, zodat de aantasting van het uitzicht beperkt is. Wat Studio Seven Architecten B.V. en anderen hebben aangevoerd over de aantasting van hun uitzicht biedt dan ook geen grond voor het oordeel dat het college niet de gewijzigde locatie heeft mogen aanwijzen voor het plaatsen van ORAC’s.

9.3.    Het betoog faalt.

Is er een geschiktere alternatieve locatie in de Lange Beestenmarkt?

10.     Studio Seven Architecten B.V. en anderen hebben ter zitting aangevoerd dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met mogelijke alternatieve locaties in de Lange Beestenmarkt. Volgens hen zijn in het noordelijke deel van deze straat geschiktere alternatieve locaties voor de gewijzigde locatie.

10.1.  Het college stelt zich op het standpunt dat de door Studio Seven Architecten B.V. en anderen ter zitting genoemde alternatieven niet geschikter zijn voor het plaatsen van de ORAC’s dan de gewijzigde locatie.

Voor de uiteindelijke keuze voor de gewijzigde locatie heeft het college erop gewezen dat ter plaatse van de vorige locatie 14-08 kabels en leidingen en een houten bekisting zijn aangetroffen en een sterke benzinelucht is geroken, terwijl voor de gewijzigde locatie slechts één waterleiding hoeft te worden verlegd. Met betrekking tot de aangedragen alternatieven op de hoek Lange Beestenmarkt/Prinsengracht aan zowel de oost- als de westzijde van de straat heeft het college ter zitting toegelicht dat het deze vanwege bovengrondse infrastructuur ten behoeve van straatverlichting, de aanwezigheid van een boom aan de westzijde van de straat en de ligging van meerdere kabels en leidingen in de grond, waaronder een gasleiding, waterleiding, datakabels en elektriciteitskabels, ongeschikt heeft geacht. Over de aangedragen alternatieven tussen de vorige locatie en de gewijzigde locatie - ter hoogte van een ingang van het PAARD - heeft het college in de Nota van Antwoord uiteengezet dat ook daar kabels en leidingen in de grond liggen, waaronder aan de oostzijde elektriciteitskabels en aan de westzijde een waterleiding en een huisaansluiting, zodat de locaties aan weerszijden van de straat om die reden niet geschikter zijn te achten. Met betrekking tot de ter zitting aangedragen locatie 1,0 m noordelijker dan de gewijzigde locatie heeft het college toegelicht aangegeven dat het deze niet geschikt heeft geacht, omdat zich aldaar een gasleiding onder de grond bevindt en vanwege bovengrondse infrastructuur ten behoeve van straatverlichting en de aanwezigheid van een boom.

10.2.  De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van hetgeen het college met betrekking tot de geschiktheid van de aangedragen alternatieve locaties naar voren heeft gebracht. Gelet op de gegeven uiteenzetting van het college en in aanmerking genomen de randvoorwaarden, is de voorzieningenrechter van oordeel dat het college de aangedragen alternatieve locaties ongeschikt heeft mogen achten. Ook voor het overige geeft hetgeen Studio Seven Architecten B.V. en anderen aanvoeren geen aanleiding voor het oordeel dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met mogelijke alternatieve locaties.

10.3.  Het betoog faalt.

Conclusie en proceskosten

11.     Het beroep is ongegrond.

12.     Het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening wordt afgewezen.

13.     Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verklaart het beroep ongegrond;

II.       wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. E.A. Minderhoud, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.C. Lammers, griffier.

w.g. Minderhoud
voorzieningenrechter

w.g. Lammers
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 10 juni 2022

890