Uitspraak 202100860/1/A2, 202100938/1/A2, 202100950/1/A2, 202100957/1/A2, 202100959/1/A2 en 202100974/1/A2


Volledige tekst

202100860/1/A2, 202100938/1/A2, 202100950/1/A2, 202100957/1/A2,
202100959/1/A2 en 202100974/1/A2.

Datum uitspraak: 16 februari 2021

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in de gedingen tussen:

1.    [appellant sub 1], wonend te [woonplaats] (zaaknummer 202100860/1/A2),

2.    [appellant sub 2], wonend te [woonplaats], en zeventien anderen zoals vermeld in bijlage 1 (zaaknummer 202100938/1/A2),

3.    [appellant sub 3], wonend te [woonplaats] (zaaknummer 202100950/1/A2),

4.    Partijvereniging Vrij en Sociaal Nederland, [appellant sub 4A], gevestigd onderscheidenlijk wonend te Ouderkerk aan de Amstel, gemeente Ouder-Amstel, [appellant sub 4B], wonend te [woonplaats], en [appellant sub 4C], wonend te [woonplaats] (zaaknummer 202100957/1/A2),

5.    [appellant sub 5], wonend te [woonplaats], beweerdelijk mede handelend namens de Partijvereniging Vrij en Sociaal Nederland, gevestigd te Ouderkerk aan de Amstel (zaaknummer 202100959/1/A2),

6.    [appellant sub 6A] en [appellant sub 6B], wonend te [woonplaats] onderscheidenlijk [woonplaats] (zaaknummer 202100974/1/A2),

en

de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (hierna: het centraal stembureau),

verweerder.

Procesverloop

Op 5 februari 2021 heeft het centraal stembureau besloten over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten en het handhaven van de kandidaten op, en de aanduidingen bovenaan, de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer op 17 maart 2021. Daarbij heeft het centraal stembureau de lijst Vrij en Sociaal Nederland ingediend door [appellant sub 4A], geldig verklaard in kieskringen 1, 2, 8, 9, 10 en 12 en de "blanco lijst met als eerste kandidaat [appellant sub 5]" (hierna: de blanco lijst), ingediend door [appellant sub 5], geldig verklaard in kieskringen 3, 4, 6, 7, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 18 en 19.

Tegen dit besluit zijn zes beroepen ingesteld.

Het centraal stembureau heeft verweerschriften ingediend.

De Afdeling heeft de zaken gevoegd ter zitting behandeld op 11 februari 2021, waar zijn verschenen:

- [appellant sub 1] in persoon,

- [appellant sub 2] en anderen, in de persoon van [appellant sub 2A] en bijgestaan door mr. J.E.W. Houtman, advocaat te Amsterdam,

- [appellant sub 3] in persoon,

- Partijvereniging Vrij en Sociaal Nederland, [appellant sub 4A], [appellant sub 4B] en [appellant sub 4C], vertegenwoordigd door [appellant sub 4A] en bijgestaan door mr. J.E.W. Houtman, advocaat te Amsterdam,

- [appellant sub 5] in persoon, bijgestaan door [gemachtigde A] en vergezeld door [gemachtigde B], [gemachtigde C], [gemachtigde D] en [gemachtigde E], naar gesteld mede handelend namens de Partijvereniging Vrij en Sociaal Nederland,

- [appellant sub 6A] en [appellant sub 6B], in persoon, en

- het centraal stembureau, vertegenwoordigd door mr. R.N.A. Al en mr. M. Diamant.

Overwegingen

Inleiding

1.    Op de dag van de kandidaatstelling voor de verkiezing van de Tweede Kamer, 1 februari 2021, zijn twee kandidatenlijsten met de aanduiding "Vrij en Sociaal Nederland" ingeleverd bij het centraal stembureau. Eén door [appellant sub 4A] en één door [appellant sub 5]. Beiden maakten deel uit van het bestuur van de Partijvereniging Vrij en Sociaal Nederland (hierna: VSN), maar in januari 2021 is [appellant sub 5] uitgeschreven als bestuurslid bij de Kamer van Koophandel (hierna: de KvK). Volgens [appellant sub 5] is dit zonder haar medeweten en instemming gebeurd en is zij nog altijd bestuurder en voorzitter van VSN. Het centraal stembureau stelt zich op het standpunt dat hij niet in de binnen VSN ontstane richtingenstrijd kan en wil treden. Dit zou niet gepast zijn gezien de onafhankelijke en neutrale rol van het centraal stembureau. Het centraal stembureau heeft de inleveringen van [appellant sub 4A] en [appellant sub 5] als twee aparte kandidatenlijsten beoordeeld en de door [appellant sub 5] ingediende kandidatenlijst aangeduid als blanco lijst. Bij de beoordeling zijn kandidaten geschrapt en lijsten ongeldig verklaard. Zowel [appellant sub 4A] en zijn medestanders als [appellant sub 5] en haar medestanders kunnen zich niet vinden in het besluit van het centraal stembureau.

Wettelijk kader

2.    Het gaat in deze gedingen om de uitleg en de toepassing van de Kieswet. De toepasselijke bepalingen zijn opgenomen in bijlage 2.

Leeswijzer

3.    De beroepen en de daarin door appellanten aangevoerde gronden overlappen elkaar grotendeels. De Afdeling heeft de beroepen daarom gevoegd behandeld ter zitting en zal deze ook gevoegd weergeven in deze uitspraak. De aangevoerde gronden gaan over vier onderwerpen: de waarborgsom, de vraag of de inleveringen van [appellant sub 4A] en [appellant sub 5] als één lijst of twee aparte lijsten kunnen of moeten worden aangemerkt, de instemmingsverklaringen en de ondersteuningsverklaringen. De beroepsgronden en het oordeel van de Afdeling zullen in die, ook ter zitting gehanteerde, volgorde weergegeven worden.

Beroepen en beoordeling daarvan

Waarborgsom

4.    De VSN van [appellant sub 4A], [appellant sub 4B] en [appellant sub 4C] betogen dat het centraal stembureau de blanco lijst als ongeldig had moeten aanmerken, omdat een geldig bewijs van betaling van de waarborgsom ontbreekt. Ingevolge artikel H 3 van het Kiesbesluit had de waarborgsom uiterlijk op 18 januari 2021, namelijk de veertiende dag van de kandidaatstelling, betaald moeten zijn. Het door [appellant sub 5] ingediende bewijs van betaling toont dat dit niet is gebeurd. Bovendien is uit het betalingsbewijs niet op te maken dat dit bestemd is voor de door [appellant sub 5] ingeleverde kandidatenlijst. Uit de omschrijving blijkt dat de waarborgsom is bestemd voor "Vrij en Sociaal Nederland". Aangezien de door [appellant sub 4A] ingeleverde kandidatenlijst de enige is waaraan het centraal stembureau die aanduiding heeft toegekend, kan hieruit worden afgeleid dat deze waarborgsom alleen voor de door [appellant sub 4A] ingediende kandidatenlijst bestemd is. Aangezien [appellant sub 4A] de waarborgsom al had betaald, is de door [appellant sub 5] betaalde som op 4 februari 2021 onverschuldigd betaald. Zonder geldig betalingsbewijs had het centraal stembureau geen kieskringen aan de door [appellant sub 5] ingeleverde kandidatenlijst mogen toewijzen. Subsidiair wordt onder verwijzing naar artikel H 12, derde lid, van de Kieswet betoogd dat [appellant sub 5] voor iedere kieskring een betalingsbewijs diende in te leveren. Het centraal stembureau had slechts voor drie kieskringen het verzuim ter zake het betalingsbewijs als hersteld mogen aanmerken, nu [appellant sub 5] dat bewijs slechts voor drie kieskringen heeft ingeleverd.

4.1.    [appellant sub 5] heeft op 4 februari 2021 een bewijs van betaling van de waarborgsom aan het centraal stembureau overgelegd. Voor zover het onder 4 weergegeven betoog ertoe strekt dat [appellant sub 5] de waarborgsom niet op tijd heeft betaald, overweegt de Afdeling als volgt. De termijn voor het betalen van de waarborgsom is een termijn die niet direct fataal is maar zich voor herstel leent. Uit artikel I 2, eerste lid, aanhef en onder f, van de Kieswet, gelezen in samenhang met het vierde lid van dat artikel, volgt dat als het betalingsbewijs van de waarborgsom ontbreekt, de waarborgsom gedurende de verzuimperiode alsnog kan worden betaald. [appellant sub 5] heeft de waarborgsom op 4 februari 2021, binnen de verzuimperiode, betaald en was dus op tijd. Toen [appellant sub 5] de waarborgsom betaalde, was bij haar bekend dat [appellant sub 4A] de som al had betaald voor de door hem ingeleverde lijst Vrij en Sociaal Nederland. Daaruit volgt dat niet anders geconcludeerd kan worden dan dat [appellant sub 5] betaalde ten behoeve van de lijst die zij zelf had ingeleverd, welke ook de aanduiding "Vrij en Sociaal Nederland" had. Ook het betoog dat [appellant sub 5] voor elke kieskring een betalingsbewijs in had moeten leveren, kan niet slagen. Artikel H 12, derde lid, van de Kieswet bepaalt wel dat de indiener van het centraal stembureau voor iedere kieskring (dus twintig keer) een bewijs van betaling ontvangt, maar laat onverlet dat niet per kieskring hoeft te worden betaald en legt door te bepalen dat "een bewijs" moet worden ingeleverd aan de indiener van een kandidatenlijst ook geen verplichting op om voor iedere kieskring een apart betalingsbewijs in te leveren.

Eén lijst of twee aparte lijsten?

5.    [appellant sub 3] en [appellant sub 5] betogen dat het centraal stembureau de door [appellant sub 4A] en [appellant sub 5] ingeleverde lijsten ten onrechte als twee verschillende lijsten heeft aangemerkt. De lijsten hadden moeten worden samengevoegd. Geen van beide lijsten is nu compleet, terwijl ze dat samen wel zijn. [appellant sub 5] voert hiertoe aan dat het centraal stembureau had moeten weten dat de uitschrijving van [appellant sub 5] als bestuurder van VSN niet juist was. [appellant sub 3] voert aan dat de door [appellant sub 5] ingediende lijst was bedoeld als aanvulling op en als herstel van verzuimen van de lijst die door [appellant sub 4A] was ingeleverd. Uit het feit dat [appellant sub 5] een lijst heeft ingeleverd met dezelfde aanduiding en bestaande uit dezelfde kandidaten in dezelfde volgorde als de lijst van [appellant sub 4A], had het centraal stembureau de conclusie moeten trekken dat dit haar intentie was. Deze intentie volgt volgens [appellant sub 3] ook uit het feit dat zij de waarborgsom voor de blanco lijst pas op 4 februari 2021, de laatste dag van de hersteltermijn, heeft betaald. Het centraal stembureau had [appellant sub 5] daarnaast van tevoren moeten meedelen dat de lijst als een aparte inlevering zou worden beschouwd.

5.1.    In dit verband is allereerst van belang wie bevoegd was te handelen namens VSN. Uit een gewaarmerkt uittreksel van het Handelsregister van de KvK van 27 januari 2021 blijkt dat [appellant sub 5] op die datum was uitgeschreven als bestuurder van VSN. Zij is het daar niet mee eens omdat [appellant sub 4A] volgens haar onrechtmatig heeft gehandeld. Er loopt daarover nog een procedure bij de KvK. Dat is echter, wat daar verder ook van zij, bij de besluitvorming van het centraal stembureau niet relevant. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 26 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:266 en de uitspraak van 6 februari 2006, ECLI:NL:RVS:2006:AV1736) dient als objectief criterium te worden uitgegaan van de gegevens zoals deze blijken uit het meest recente uittreksel uit het Handelsregister, in dit geval het uittreksel van het Handelsregister van 27 januari 2021. Dat in het uittreksel de tekst "Dossier in onderzoek ex art 38 juncto 33 t/m 36 Hrw" was vermeld, betekent niet dat het centraal stembureau niet had mogen afgaan op de op dat moment geregistreerde gegevens maar had moeten uitgaan van de laatste onbetwiste gegevens voordat het dossier in onderzoek was genomen noch dat hij eigen onderzoek had moeten verrichten. Uit de meest recente gegevens blijkt dat alleen [appellant sub 4A] bij inlevering van de lijst VSN rechtsgeldig vertegenwoordigde. [appellant sub 5] beschikte niet over een in artikel H 3, tweede lid, van de Kieswet bedoelde machtiging. Dit betekent dat het centraal stembureau terecht aanleiding heeft gezien om op grond van artikel I 6, tweede lid, aanhef en onder a en b, van de Kieswet de aanduiding "Vrij en Sociaal Nederland" boven de lijst met als eerste kandidaat [appellant sub 5] te schrappen. Het centraal stembureau heeft de lijst van [appellant sub 5] dus terecht een blanco aanduiding gegeven. Omdat [appellant sub 5] op de door [appellant sub 4A] ingeleverde kandidatenlijst niet stond vermeld als plaatsvervangend gemachtigde, als bedoeld in artikel H 5 van de Kieswet, en de herstelperiode voor de verzuimen pas op 3 februari 2021 begon, kan de inlevering van [appellant sub 5] niet worden gezien als een aanvulling op of een herstelpoging van de door [appellant sub 4A] ingeleverde lijst. Ook het betoog dat de lijst had moeten worden samengevoegd, omdat het om dezelfde kandidatenlijst ging, kan niet slagen. Nog daargelaten of alle procederende partijen samenvoeging van de lijsten beogen, biedt de Kieswet hiervoor geen grondslag. Het centraal stembureau is daartoe dus niet bevoegd. Het centraal stembureau is ook niet bevoegd om de door [appellant sub 5] ingediende lijst van de nieuwe aanduiding 'Hart voor Vrijheid' te voorzien, zoals [appellant sub 6A] ter zitting heeft verzocht. Voor een nieuwe aanduiding na de datum van registratie daarvan biedt de Kieswet geen grondslag.

5.2.    Uit het hiervoor overwogene volgt eveneens dat [appellant sub 5], anders dan zij heeft beoogd, niet bevoegd was om mede namens VSN beroep in te stellen, zodat zij in deze procedure geacht wordt op eigen naam te procederen.

Instemmingsverklaringen

6.    [appellant sub 1] betoogt dat hij ten onrechte op de blanco lijst staat, van deze lijst moet worden geschrapt en voor die kieskringen als geldige kandidaat op de lijst Vrij en Sociaal Nederland moet worden aangemerkt. VSN, [appellant sub 4A], [appellant sub 4B] en [appellant sub 4C] betogen datzelfde voor [appellant sub 1], en ook voor [appellant sub 4B] en [appellant sub 4C]. Zij hebben nooit een instemmingsverklaring verstrekt voor de blanco lijst, maar enkel voor de door [appellant sub 4A] ingediende lijst Vrij en Sociaal Nederland. De door [appellant sub 5] ingediende instemmingsverklaringen betreffen afschriften van de originele aan [appellant sub 4A] verstrekte exemplaren, die zonder hun toestemming door [appellant sub 5] zijn ingeleverd. Alleen de originele verklaringen zouden mogen tellen, aldus [appellant sub 1] en VSN, [appellant sub 4A], [appellant sub 4B] en [appellant sub 4C].

6.1.    Op de door [appellant sub 1], [appellant sub 4B] en [appellant sub 4C] overgelegde instemmingsverklaringen staat dat deze bedoeld zijn voor de kandidatenlijst "Vrij en Sociaal Nederland". Op 1 februari 2021 zijn twee kandidatenlijsten met daarop de aanduiding "Vrij en Sociaal Nederland" ingeleverd. Het centraal stembureau heeft zich naar het oordeel van de Afdeling terecht op het standpunt gesteld dat uit de verklaringen niet af is te leiden welke lijst met aanduiding "Vrij en Sociaal Nederland" wordt bedoeld, die van [appellant sub 4A] of van [appellant sub 5]. Op de instemmingsverklaringen staat immers niet vermeld wie de indiener is. De Afdeling volgt het centraal stembureau in zijn standpunt dat het aan de kandidaat en zijn of haar partij is om de procedure zo in te richten dat de verklaring door de juiste persoon wordt ingediend.

Een eenmaal overgelegde instemmingsverklaring kan volgens artikel H 9, tweede lid, van de Kieswet, niet worden ingetrokken. Dit betekent dat een kandidaat, nadat de kandidatenlijsten en stukken bij het centraal stembureau zijn ingediend, alleen van een lijst kan worden geschrapt, als zich een van de limitatief in artikelen I 2 en I 6 van de Kieswet opgenomen schrappingsgronden voordoet. Geen van deze schrappingsgronden is hier van toepassing. Dit betekent dat zich in dit geval de uitzonderlijke, door de wetgever niet voorziene, situatie voordoet dat deze drie kandidaten in andere kieskringen op andere kandidatenlijsten staan. In de ene kieskring op de lijst "Vrij en Sociaal Nederland" en in een andere kieskring op de blanco lijst. De Kieswet voorziet slechts in het schrappen van een kandidaat als deze binnen één kieskring op twee verschillende kandidatenlijsten staat (artikel I 6, eerste lid, onder g, van de Kieswet), maar niet als dit in verschillende kieskringen het geval is.

Voor zover wordt betoogd dat alleen de originele, in dit geval aan [appellant sub 4A] verstrekte, versies van hun instemmingsverklaringen mochten worden gebruikt, overweegt de Afdeling als volgt. De Kieswet schrijft niet voor op welke manier, digitaal of fysiek met een 'natte handtekening', instemmingsverklaringen moeten worden ingediend. Het centraal stembureau heeft in zijn verweerschriften en ter zitting toegelicht dat hij bij de uitvoeringspraktijk de vaste werkwijze hanteert dat het bij de inlevering van de instemmingsverklaring niet hoeft te gaan om een origineel stuk. Het centraal stembureau accepteert ook goed leesbare geprinte exemplaren van digitaal aangeleverde instemmingsverklaringen. Deze mogelijkheid bestond al eerder, maar is dit keer om fysiek contact tussen kandidaat en inleveraar te vermijden, door meerdere partijen toegepast. Ook hier is het aan de kandidaat en zijn of haar partij om de procedure zo in te richten dat de verklaring door de juiste persoon wordt ingediend. Het centraal stembureau neemt dan ook aan dat degene die over de instemmingsverklaring en de kopie van het identiteitsbewijs beschikt, daartoe in staat is gesteld door de kandidaat en zijn of haar partij. Deze werkwijze is bij gebreke van een duidelijke regeling niet in strijd met de Kieswet en de Afdeling, acht haar, gelet op het korte tijdsbestek waarin de procedure moet worden doorlopen en waarbij het gaat om een groot aantal kandidatenlijsten met soms veel kandidaten en evenzovele instemmingsverklaringen en een veelvoud aan ondersteuningsverklaringen, niet onbegrijpelijk. Als de wetgever een situatie zoals die zich nu voordoet bij het inleveren van zowel originelen (voor de ene lijst) als van kopieën (voor de andere lijst) ongewenst vindt, dan is het aan hem om duidelijkheid te scheppen.

6.2.    De betogen over de instemmingsverklaringen falen.

Ondersteuningsverklaringen

7.    Voor zover [appellant sub 2] en anderen, VSN, [appellant sub 4A], [appellant sub 4B] en [appellant sub 4C] en [appellant sub 6A] en [appellant sub 6B] (weliswaar met betrekking tot een andere kandidatenlijst) betogen dat de ondersteuningsverklaringen alleen voor één van de twee lijsten bedoeld waren en dat het centraal stembureau alleen van de originele verklaringen uit had mogen gaan en niet van afschriften daarvan, verwijst de Afdeling naar wat zij onder 6.1 heeft overwogen. Net als voor de instemmingsverklaringen geldt voor de ondersteuningsverklaringen dat hieruit niet is af te leiden voor welke lijst met de aanduiding "Vrij en Sociaal Nederland" deze bedoeld waren en dat de vaste werkwijze van het centraal stembureau dat ook kopieën van verklaringen worden geaccepteerd, niet in strijd met de wet en niet onbegrijpelijk is te achten.

7.1.    [appellant sub 2] en anderen, VSN, [appellant sub 4A], [appellant sub 4B] en [appellant sub 4C] en [appellant sub 6A] en [appellant sub 6B] betogen verder dat het centraal stembureau ten onrechte heeft geoordeeld dat sprake is van dubbele ondersteuningsverklaringen en deze ten onrechte buiten beschouwing heeft gelaten. Daarvoor bestaat volgens hen geen wettelijke grondslag. [appellant sub 5] en [appellant sub 6A] en [appellant sub 6B] betogen daarnaast dat het centraal stembureau niet op 5 februari 2021 heeft mogen oordelen dat voor meer kieskringen onvoldoende ondersteuningsverklaringen waren ingeleverd dan op 2 februari 2021.

7.2.    Ondersteuningsverklaringen kunnen, ingevolge artikel H 4, zesde lid, van de Kieswet niet worden ingetrokken. Een ondersteuningsverklaring kan ingevolge artikel I 2, eerste lid, onder a, van de Kieswet en artikel I 6, eerste lid, onder g, van de Kieswet wel buiten beschouwing blijven als een kiezer meer dan één verklaring heeft ondertekend. Hoewel dat in deze bepaling niet letterlijk staat, geldt dit naar het oordeel van de Afdeling ook wanneer er van een ondersteuningsverklaring naast een origineel ook een kopie wordt ingeleverd. Het is namelijk niet de bedoeling van de Kieswet dat verklaringen meermaals gebruikt kunnen worden. De Afdeling volgt [appellant sub 5] en [appellant sub 6A] en [appellant sub 6B] verder niet in hun betoog dat het centraal stembureau niet meer kandidatenlijsten ongeldig mocht verklaren na de hersteltermijn dan daarvoor. Op 3 en 4 februari 2021 was het voor zowel de door [appellant sub 4A] als de door [appellant sub 5] ingediende lijst nog mogelijk om door het centraal stembureau geconstateerde verzuimen te herstellen. Met het herstellen van verzuimen zijn ook meer dubbele ondersteuningsverklaringen ingeleverd. Het centraal stembureau kan dubbele verklaringen niet meetellen. Daarom heeft het centraal stembureau op 5 februari 2021 de kandidatenlijsten in meer kieskringen ongeldig mogen en moeten verklaren wegens een gebrek aan voldoende ondersteuningsverklaringen dan op 2 februari 2021.

7.3.    De betogen over de ondersteuningsverklaringen falen.

Conclusie

8.    De beroepen zijn ongegrond.

9.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart de beroepen ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, voorzitter, en mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen en mr. C.C.W. Lange, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.H.L. Dallinga, griffier.

De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 16 februari 2021

18-949.

BIJLAGE  1

Appellanten in zaaknummer 202100938/1/A2:

1. [appellant sub 2], wonend te [woonplaats];

2. [appellant sub 2B], wonend te [woonplaats];

3. [appellant sub 2C], wonend te [woonplaats];

4. [appellant sub 2D], wonend te [woonplaats];

5. [appellant sub 2E], wonend te [woonplaats];

6. [appellant sub 2F], wonend te [woonplaats];

7. [appellant sub 2G], wonend te [woonplaats];

8. [appellant sub 2H], wonend te [woonplaats];

9. [appellant sub 2A], wonend te [woonplaats];

10. [appellant sub 4B], wonend te [woonplaats];

11. [appellant sub 2I], wonend te [woonplaats];

12. [appellant sub 2J], wonend te [woonplaats];

13. [appellant sub 2K], wonend te [woonplaats];

14. [appellant sub 2L], wonend te [woonplaats];

15. [appellant sub 2M], wonend te [woonplaats];

16. [appellant sub 2N], wonend te [woonplaats];

17. [appellant sub 2O], wonend te [woonplaats];

18. [appellant sub 2P], wonend te [woonplaats].

BIJLAGE 2

Wettelijk kader

Kieswet

Artikel H 3

"[…]

2. Aan degene die de lijst inlevert, kan door de gemachtigde, bedoeld in het derde lid van de artikelen G 1, G 2, G 2a of G 3, de bevoegdheid worden verleend boven de lijst de aanduiding van de desbetreffende groepering te plaatsen, zoals deze door het centraal stembureau is geregistreerd. Een verklaring van de gemachtigde waaruit deze bevoegdheid blijkt, wordt bij de lijst overgelegd.

[…]"

Artikel H 4

"1. Bij de lijst worden, voor iedere kieskring waarvoor de lijst wordt ingeleverd, schriftelijke verklaringen van ondersteuning overgelegd, waarop de kandidaten op dezelfde wijze en in dezelfde volgorde worden vermeld als op de lijst. […]

[…]

5. Een kiezer mag niet meer dan één verklaring van ondersteuning ondertekenen.

6. Een overgelegde verklaring van ondersteuning kan niet worden ingetrokken.

[…]"

Artikel H 5

"Op de lijst worden een of meer personen vermeld die bij verhindering van de inleveraar bevoegd zijn tot het herstel van verzuimen, bedoeld in artikel I 2."

Artikel H 7

"[…]

2. De naam van eenzelfde kandidaat mag niet voorkomen op meer dan één van de lijsten welke voor eenzelfde kieskring zijn ingeleverd.

[…]"

Artikel H 9

"1. Bij de lijst wordt overgelegd een schriftelijke verklaring van iedere daarop voorkomende kandidaat dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op deze lijst voor de kieskring of de kieskringen waarvoor zij is ingeleverd. Tenzij een gemachtigde, bedoeld in de artikelen H 10, eerste lid, of H 10a, eerste lid, wordt aangewezen, wordt op deze verklaring vermeld op welk adres de kandidaat de kennisgeving van zijn benoeming, bedoeld in artikel V 1, wil ontvangen.

2. Een overgelegde verklaring van instemming kan niet worden ingetrokken.

[…]"

Artikel H 12

"1. Indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, moet voor elke lijstengroep, elk niet van een groep deel uitmakend stel gelijkluidende lijsten en elke op zichzelf staande lijst een waarborgsom van € 11 250 dan wel, indien boven de kandidatenlijst de aanduiding is geplaatst van een groepering die blijkens de statuten haar zetel heeft in Bonaire, Sint Eustatius of Saba of, indien het een kandidatenlijst betreft waarboven geen aanduiding is geplaatst, indien de eerstgenoemde kandidaat ingezetene is van Bonaire, Sint Eustatius of Saba, een waarborgsom van USD 11 250 worden betaald aan de Staat.

[…]

3. Degene die de in het eerste lid bedoelde betaling heeft verricht, ontvangt voor elke kieskring een bewijs daarvan. Bij de indiening van een lijst voor een of meer kieskringen moet een bewijs worden ingeleverd.

[…]"

Artikel I 2

"1. Indien bij het onderzoek van een kandidatenlijst voor een kieskring blijkt van een of meer van de volgende verzuimen, geeft het centraal stembureau onverwijld bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs kennis aan degene die de lijst heeft ingeleverd:

a. dat, indien bij de lijst verklaringen van ondersteuning moeten worden overgelegd, niet ten minste het aantal verklaringen voor deze kieskring, genoemd in artikel H 4, eerste lid, is overgelegd, waarbij niet meetellen de verklaringen die niet aan het bepaalde in artikel H 4, eerste lid, tweede volzin, en tweede lid, voldoen, de verklaringen waarop niet een aantekening als bedoeld in artikel H 4, vierde lid, voorkomt en de verklaringen van een kiezer die meer dan één verklaring heeft ondertekend;

[…]

d. dat voor een kandidaat ontbreekt de verklaring dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op de lijst voor deze kieskring;

[…]

f. dat, indien ten behoeve van de lijst een waarborgsom moet worden betaald, het bewijs dat deze betaling is verricht, ontbreekt;

[…]

2. Binnen de termijn van drie dagen na de zitting, bedoeld in artikel I 1, eerste lid, kan degene die de lijst heeft ingeleverd, het verzuim of de verzuimen, in de kennisgeving aangeduid, herstellen bij het centraal stembureau, op de eerste en tweede dag van negen tot zeventien uur en op de derde dag van negen tot vijftien uur.

3. In het geval, bedoeld in het eerste lid onder a, kunnen kiezers gedurende de verzuimperiode alsnog ondersteuningsverklaringen afleggen.

4. In het geval, bedoeld in het eerste lid onder f, kan gedurende de verzuimperiode de waarborgsom alsnog worden betaald.

[…]

6. Bij verhindering of ontstentenis van degene die de lijst heeft ingeleverd, treedt in diens plaats een ingevolge artikel H 5 op de lijst vermelde vervanger."

Artikel 1 5

"Voor een kieskring is ongeldig de lijst:

[…]

c. waarbij, indien bij de lijst verklaringen van ondersteuning moeten worden overgelegd, niet ten minste het aantal geldige verklaringen voor deze kieskring, genoemd in artikel H 4, eerste lid, is overgelegd;

[…]"

Artikel I 6

"1. Het centraal stembureau schrapt, in de volgorde in dit lid aangewezen, van de lijst voor een kieskring de naam van de kandidaat:

[…]

b. van wie niet uit de overgelegde verklaring blijkt dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op de lijst voor deze kieskring;

[…]

g. die voorkomt op meer dan één van de lijsten die voor deze kieskring zijn ingeleverd;

[…]

2. Het centraal stembureau schrapt, in de volgorde in dit lid aangewezen, de aanduiding van een politieke groepering van de lijst voor een kieskring, indien:

a. een daarop betrekking hebbende verklaring als bedoeld in het tweede of derde lid van artikel H 3 ontbreekt;

b. de aanduiding geplaatst is boven meer dan één van de voor dezelfde kieskring ingeleverde lijsten.

[…]"