Uitspraak 202000710/2/R4


Volledige tekst

202000710/2/R4.
Datum uitspraak: 9 december 2020

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

[verzoeker A] en [verzoeker B], gevestigd te Hattem (hierna tezamen en in enkelvoud: [verzoeker]),

verzoekers,

en

de raad van de gemeente Hattem,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 16 december 2019 heeft de raad het bestemmingsplan "’t Veen-Noord Hattem" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld.

[verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek gelijktijdig met de bodemprocedure behandeld op zitting van 13 november 2020 waar [verzoeker], vertegenwoordigd door mr. F.R.H. Kuiper, advocaat te Hattem, [gemachtigde A] en [gemachtigde B] en de raad, vertegenwoordigd door mr. M.R. Kruisselbrink, advocaat te Zwolle, S.F. Herder en J.D. Pondman, zijn verschenen. Voorts is [partij], vertegenwoordigd door [gemachtigde C] en [gemachtigde D], ter zitting gehoord.

Overwegingen

1.    Bij uitspraak van heden in zaaknummer 202000710/1/R4 heeft de Afdeling op het beroep beslist. Derhalve is geen sprake meer van een geding. Daarom dient het verzoek als ongegrond te worden afgewezen.

2.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. B.P.M. van Ravels, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. S. Vermeulen, griffier.

De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 9 december 2020

700.