Uitspraak 201808740/3/A1


Volledige tekst

201808740/3/A1.
Datum beslissing: 13 december 2019

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in het hoger beroep van:

Bungalowpark "De Stille Wille" Meijel B.V., [appellant sub 2], [appellant sub 3] en [appellant sub 4], gevestigd en wonend te Meijel en Panningen, beide gemeente Peel en Maas, en Eindhoven (hierna: De Stille Wille en anderen)

appellanten,

tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg (hierna: de rechtbank) van 25 oktober 2018 in zaken nrs. 18/2108, 18/1992, 18/2109, 18/1993, 18/2110, 18/1994, 18/2111, 18/1995, 18/2112, 18/1996, 18/2113 en 18/1997 in het geding tussen:

De Stille Wille en anderen

en

het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas.

Procesverloop

De Stille Wille en anderen hebben hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 25 oktober 2018 in de op het voorblad vermelde zaken.

Het college heeft op verzoek van de Afdeling een aantal gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) meegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.

Het betreft twee dossiermappen met controleformulieren met bijlagen van 24 uitgevoerde controles op recreatiepark De Stille Wille.

Overwegingen

1.    Het college heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van de stukken kennis zal nemen. Het college heeft verzocht dat alleen de Afdeling kennis zal nemen van de persoonsgegevens in de twee dossiermappen.

2.    Het gaat bij een verzoek tot beperkte kennisneming niet om openbaarmaking van stukken, maar om de vraag of aan de procespartijen kennisneming van stukken mag worden onthouden. Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of gewichtige redenen aanwezig zijn op grond waarvan een uitzondering gerechtvaardigd is op het uitgangspunt van het bestuursprocesrecht dat de rechter recht doet op basis van stukken die aan de procespartijen bekend zijn. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.

3.    Het college heeft aan De Stille Wille en anderen bij verschillende besluiten lasten onder dwangsom opgelegd, omdat het college zich op basis van controles op recreatiepark De Stille Wille op het standpunt stelt dat De Stille Wille en anderen in strijd met het bestemmingsplan recreatiebungalows voor bewoning laat gebruiken. Naderhand zijn door het college invorderingsbesluiten genomen die op voet van artikel 6:19 van de Awb onderdeel uitmaken van het hoger beroep.

4.    De Afdeling heeft kennis genomen van de stukken in de twee dossiermappen. Op de controleformulieren is aangetekend door hoeveel personen een bepaalde recreatiebungalow ten tijde van de controle werd bewoond dan wel dat de recreatiebungalow niet werd bewoond. Op een aantal controleformulieren staan tevens namen van personen waaraan huur wordt betaald, namen van werkgevers, uitzendbureaus en contactpersonen van uitzendbureaus. Een enkele keer lijken op een controleformulier de namen van de controleurs die de controle hebben uitgevoerd te zijn vermeld. De bijlagen bij de controleformulieren bevatten foto’s van identiteitsbewijzen, van bij recreatiebungalows geparkeerde auto’s met leesbare kentekens, van recreatiebungalows en het interieur daarvan, van huurovereenkomsten en van arbeidsovereenkomsten.

4.1.    De namen van werkgevers, uitzendbureaus en contactpersonen van uitzendbureaus op controleformulieren en de foto’s van identiteitsbewijzen en van arbeidsovereenkomsten in de bijlagen betreffen persoonsgegevens van derden. De Afdeling acht aannemelijk dat kennisneming van de persoonsgegevens van derden zal leiden tot aantasting van het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Naar het oordeel van de Afdeling weegt het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer in dit geval zwaarder dan het belang van De Stille Wille en anderen om kennis te nemen van de hiervoor vermelde persoonsgegevens. De Stille Wille en anderen worden zonder kennis te kunnen nemen van deze persoonsgegevens ook niet in hun procesvoering belemmerd. Zij worden door de beperkte kennisneming niet zodanig in hun belangen geschaad, dat hun belang zwaarder dient te wegen. De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming in zoverre gerechtvaardigd.

4.2.    Op de foto’s van recreatiebungalows en van het interieur daarvan staan geen personen afgebeeld en de foto’s bevatten ook anderszins geen persoonsgegevens. De aanduiding op de controleformulieren over het aantal personen dat een recreatiebungalow bewoont of dat een recreatiebungalow niet is bewoond, betreft evenmin persoonsgegevens. Eerbiediging van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer vormt dus geen reden voor beperkte kennisneming van deze gegevens. Een andere reden heeft het college niet aan het verzoek tot beperkte kennisneming ten grondslag gelegd.

Gezien het voorgaande acht de Afdeling het verzoek tot beperkte kennisneming in zoverre niet gerechtvaardigd.

4.3.    De informatie op de controleformulieren en op de foto’s in de bijlagen over de huur en verhuur van recreatiebungalows, waaronder de namen van huurders en foto’s van huurovereenkomsten, bevat persoonsgegevens van derden. De foto’s in de bijlagen waarop bij recreatiebungalows geparkeerde auto’s met leesbare kentekens staan afgebeeld betreffen persoonsgegevens van derden voor zover deze auto’s niet op naam van De Stille Wille en anderen zijn gesteld (vergelijk de uitspraken van de Afdeling van 17 december 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4548, en 26 juli 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2008). De hiervoor vermelde informatie kan in beginsel van belang zijn voor het antwoord op de vraag of een recreatiebungalow ten tijde van de controle werd bewoond.

De Afdeling is van oordeel dat de enkele omstandigheid dat op de controleformulieren en in de bijlagen persoonsgegevens zijn opgenomen in dit geval onvoldoende aanleiding biedt voor het oordeel dat er gewichtige redenen zijn als bedoeld in artikel 8:29 van de Awb. Het college heeft deze controlegegevens aan de besluiten tot het opleggen van lasten onder dwangsom ten grondslag gelegd. Een betrokkene dient in beginsel de mogelijkheid te hebben om de juistheid van die gegevens te kunnen nagaan. Naar het oordeel van de Afdeling weegt het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer in dit geval minder zwaar dan het belang van De Stille Wille en ander om van deze gegevens kennis te kunnen nemen.

Voor zover op een controleformulier namen van controleurs zijn vermeld, vormt de enkele vermelding daarvan evenmin voldoende aanleiding voor het oordeel dat er gewichtige redenen zijn als bedoeld in artikel 8:29 van de Awb. Een betrokkene dient in beginsel de mogelijkheid te hebben om te kunnen nagaan of de controleurs die de controles hebben uitgevoerd daartoe bevoegd zijn. Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 3 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2972. Het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer weegt in dit geval minder zwaar dan het belang van De Stille Wille en ander om van dit gegeven kennis te kunnen nemen.

De Afdeling acht op grond van het voorgaande het verzoek tot beperkte kennisneming van de stukken in zoverre niet gerechtvaardigd.

5.    De Afdeling bepaalt dat de twee dossiermappen met controleformulieren met bijlagen van 24 uitgevoerde controles op recreatiepark De Stille Wille worden teruggezonden aan het college.

De Afdeling wijst erop dat indien de toestemming als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb wordt verleend, het college deze twee dossiermappen met ongeschoonde gegevens opnieuw aan de Afdeling zal moeten toezenden.

6.    Indien het college geen gehoor geeft aan het in dictumonderdeel III. aangeduide verzoek om een geschoonde versie van de stukken in de twee dossiermappen toe te sturen, kan de Afdeling daaraan gevolgen verbinden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.    wijst het verzoek af wat betreft:

-    de controleformulieren, behoudens ten aanzien van daarop vermelde namen van werkgevers, uitzendbureaus en contactpersonen van uitzendbureaus;

-    foto’s van recreatiebungalows en het interieur daarvan;

-    foto’s van huurovereenkomsten

-    foto’s van bij recreatiebungalows geparkeerde auto’s;

II.    willigt het verzoek voor het overige in;

III.    verzoekt het college binnen veertien dagen na heden een geschoonde versie van de stukken in de twee dossiermappen aan de Afdeling en de andere partijen toe te sturen.

Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. H. Oranje, griffier.

w.g. Daalder    w.g. Oranje
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer    griffier

Uitgesproken in het openbaar op 13 december 2019