Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 122.071
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202206419/2/R4, 202206420/2/R4 en 202206421/2/R4

Bij besluit van 15 maart 2021 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat, naar aanleiding van een aanvraag van Vermilion, de geldigheidsduur van de opsporingsvergunning koolwaterstoffen Utrecht verlengd tot en met 31 december 2025.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5924
Datum uitspraak
9 december 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202206419/2/R4, 202206420/2/R4 en 202206421/2/R4

202505417/2/R1

Bij besluit van 18 september 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Venlo One Solar, XAAM en [verzoeker] onder oplegging van dwangsommen gelast om de zonder omgevingsvergunning als kasdak geplaatste zonnepanelen en de op waterbassins drijvende zonnepanelen op de percelen aan de Muldersweg en Boskenweg in Velden te verwijderen en verwijderd te houden, en om het opwekken en terugleveren van energie in strijd met het Omgevingsplan gemeente Venlo te beëindigen en beëindigd te houden. Als One Solar en anderen niet tijdig aan de last over het plaatsen van de zonnepanelen voldoen, verbeuren zij een dwangsom van € 750.000,00 ineens. Als One Solar en anderen niet tijdig aan de last over het opwekken en terugleveren van energie voldoen, verbeuren zij een dwangsom van € 100.000,00 per constatering dat niet aan de last is voldaan, met een maximum van € 1.000.000,00. One Solar en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen die ertoe strekt dat de in bezwaar gehandhaafde last onder dwangsom wordt geschorst, totdat is beslist op hun hoger beroep.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5937
Datum uitspraak
9 december 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202505417/2/R1

202202837/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 7 april 2021 heeft de burgemeester van Alkmaar de woning aan de [locatie] in Alkmaar voor één jaar gesloten. [appellant] huurde de woning aan de [locatie] in Alkmaar. Ten tijde van de besluitvorming stond ook zijn zoon ingeschreven op dit adres. Naar aanleiding van een melding van Melding Misdaad Anoniem heeft de politie in het kader van een strafrechtelijk onderzoek de woning doorzocht. In de woning zijn 6,5 gram cocaïne, een bus pepperspray, weegschalen en weed grinders aangetroffen. De politie heeft vervolgens op 19 februari 2021 een bestuurlijke rapportage opgesteld en deze op 27 maart 2021aangevuld. Naar aanleiding van de bevindingen van de politie heeft de burgemeester besloten om de woning op grond van artikel 13b van de Opiumwet voor één jaar te sluiten overeenkomstig de door hem vastgestelde Beleidsregel handhaving Opiumwet bij drugs in woningen en lokalen, zoals deze toentertijd gold (hierna: de Beleidsregel).

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Drugs

202203401/2/A3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Conclusie van staatsraad advocaat-generaal Widdershoven over de bestuurlijke boete die de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft opgelegd aan een Litouwse transportonderneming. Uit onderzoek van FNV blijkt dat dit bedrijf de regels over de rusttijden niet altijd volgt. De resultaten van dit onderzoek heeft FNV aan de Inspectie Leefomgeving en Transport gegeven. De ILT heeft de resultaten vervolgens meegenomen in haar eigen onderzoek en geconcludeerd dat een Litouwse transportonderneming een boete moet krijgen. FNV wil betrokken zijn bij het tot stand komen van dat besluit en bezwaar kunnen maken tegen de opgelegde boete. Maar volgens de minister is FNV geen belanghebbende in deze procedure. De rechtbank Midden-Nederland is het met de minister eens, maar FNV is tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen. In deze rechtszaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak in augustus 2025 een zogenoemde conclusie gevraagd aan staatsraad advocaat-generaal Widdershoven. Zij wil van de staatsraad A-G weten of, en zo ja, wanneer een derde belanghebbende kan zijn bij een besluit tot het opleggen of weigeren van een bestuurlijke boete. Verder wil zij weten of het daarbij verschil maakt of de boete is opgelegd of geweigerd naar aanleiding van een verzoek om handhaving door de derde of de boete uit eigen beweging door het bestuursorgaan is opgelegd.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Conclusie
  • Boete
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202203401/2/A3

202204509/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 31 mei 2022 heeft de raad van de gemeente Maasgouw het bestemmingsplan "Parkeerterrein Fun Beach Panheel" vastgesteld. Fun Beach Event & Leisurepark, initiatiefneemster, exploiteert een recreatiepark genaamd Fun Beach, dat ligt in recreatiegebied "Leerke Ven", bij Panheel. Het plan voorziet in een nieuw parkeerterrein ten behoeve van Fun Beach, met 1.070 parkeerplaatsen. Verder voorziet het plan in een nieuwe ontsluitingsroute van en naar dit parkeerterrein en in de aanleg van nieuwe natuur. De nieuwe ontsluiting zal plaatsvinden via de Pater Jac. Schreursweg en vervolgens de Rietkamp, die wordt doorgetrokken tot aan het parkeerterrein. Het plan voorziet verder in een nieuwe rotonde bij de kruising Rietkamp en de Pater Jac. Schreursweg, bermversteviging langs de Rietkamp en een opstelstrook voor vrachtauto’s ten behoeve van agrarische activiteiten. De maatschap exploiteert een agrarisch bedrijf aan de [locatie] te Heel en is eigenaar van een perceel dat grenst aan de Rietkamp en de Pater Jac. Schreursweg. De maatschap vreest voor overlast en belemmering van haar bedrijfsvoering, door een verminderde bereikbaarheid van het perceel.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202204509/1/R2

202205642/1/R3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 3 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noardeast-Fryslân aan [maatschap] een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van een ligboxenstal, het plaatsen van een mestsilo en andere, op bijlagen aangegeven werkzaamheden op het perceel [locatie A] in Holwerd. De aanvraag ziet ook op het legaliseren van de bestaande drooginstallatie inclusief luchtwasser en het aanleggen van een tweede ontsluitingsweg. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat er geen aanhaakplicht bestond, omdat op het moment van het verlenen van de omgevingsvergunning een aanvraag op grond van de Wet natuurbescherming, voorheen de Natuurbeschermingswet 1998 was ingediend.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Vee e.a. dieren
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202205642/1/R3

202206400/1/R4(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 9 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug [partij] met een dwangsom gelast om een overtreding op het perceel [locatie 1] in Driebergen-Rijsenburg te beëindigen en beëindigd te houden. [partij] is eigenaar van het perceel. In het achtererfgebied daarvan staan meerdere bijbehorende bouwwerken die al dan niet met een vergunning zijn gebouwd of uitgebreid, waaronder een tuinhuis dat zonder vergunning is uitgebreid en geschikt is gemaakt voor bewoning. Het college heeft aan [partij] op 2 december 2020 een omgevingsvergunning verleend om het tuinhuis te gebruiken als bed & breakfast. Een toezichthouder van de gemeente heeft op 18 juni 2021 een rapport opgesteld van een controle die hij op 16 juni 2021 op het perceel heeft uitgevoerd.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom

202206998/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 23 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht een omgevingsvergunning verleend aan [partij] voor het verbouwen van de kantoren - spreek- en onderzoekskamers tot 24 zelfstandige woningen aan de [locatie] in Maastricht. Het college heeft hierbij een omgevingsvergunning verleend om 10 woningen te realiseren in het voorste pand en 14 woningen in de bebouwing op het achterterrein van het perceel. Het college heeft dat besluit na bezwaren van omwonenden gedeeltelijk herroepen en met instemming van [partij] alleen een omgevingsvergunning verleend voor 10 woningen in het voorste pand aan de [locatie]. Deze omgevingsvergunning is verleend op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a en c, van de Wabo voor het bouwen van een bouwwerk en handelen in strijd met de regels van het bestemmingsplan "Maastricht Zuidwest". [appellant] en anderen wonen in de nabijheid van de [locatie] en zijn het niet eens met de verlening van de omgevingsvergunning. Zij vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202206998/1/R2

202207062/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 25 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch een tijdelijke omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van 23 cabins ten behoeve van een maatschappelijke zorgvoorziening aan de Nieuwe Dijk 3 in ’s-Hertogenbosch voor de duur van 10 jaar. In deze maatschappelijke zorgvoorziening wordt 24 uur per dag zorg en begeleiding verleend aan 22 kwetsbare mensen uit de gemeenten Sint-Michielsgestel, Vught, Haaren, Meierijstad, Boxtel, Zaltbommel, Maasdriel en ’s-Hertogenbosch. De mensen die verblijven in de maatschappelijke zorgvoorziening, hebben problemen op het gebied van verslaving en/of psychiatrie en/of hebben een licht verstandelijke beperking. [appellant] en anderen zijn het niet eens met het plaatsen van de 23 cabins en vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen

202302272/1/R4(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 21 september 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wunseradiel aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van de inrichting op het perceel [locatie 1] te Oosthem van een melkrundveehouderij naar een geitenhouderij. Voor de omschakeling wordt gebruikgemaakt van de bestaande stallen. De bezetting na de verandering bestaat uit 721 melkgeiten (vanaf 1 jaar oud), 220 opfokgeiten (61 dagen tot 1 jaar oud) en 11 opfokgeiten en afmestlammeren (tot en met 60 dagen oud). Er worden ook 7 schapen en 4 paarden gehouden. Voor het perceel is in het verleden in januari 1992 een melding gedaan in het kader van het Besluit melkrundveehouderijen Hinderwet. In de inrichting mogen 64 koeien en 44 stuks jongvee worden gehouden. [appellant A] woont op het perceel [Locatie 2] en [appellante B] op het perceel [Locatie 3]. [appellante B] exploiteert op dit perceel een kleinschalige kinderopvang.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Vee e.a. dieren

202302826/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

In het kader van het project Beter Benutten zijn voor het verhogen van de transportcapaciteit van de 380 kV-hoogspanningsverbinding tussen Maasbracht en Eindhoven naar 4,0 kiloampère, verschillende besluiten tot verlening van omgevingsvergunningen aan TenneT TSO B.V. genomen, waaronder: a. het verlenen van een ontheffing voor het roeren van de grond dieper dan drie meter beneden het maaiveld in grondwaterbeschermingsgebied Heel in de provincie Limburg; b. het verlenen van een omgevingsvergunning voor het constructief aanpassen van verschillende hoogspanningsmasten van de hoogspanningsverbinding binnen de gemeenten Nederweert, Helmond, Geldrop-Mierlo en het verlenen van een omgevingsvergunning voor de aanleg van een tijdelijke kabelverbinding. [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellante sub 3] en anderen zijn het oneens met de capaciteitsvergroting van de hoogspanningsverbinding. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 1] in Mierlo naast hoogspanningsmast nummer 121 en de hoogspanningsverbinding. [appellant sub 2] woont aan de [locatie 2] in Helmond op korte afstand tot hoogspanningsmast nummer 118 en de hoogspanningsverbinding. [appellante sub 3] exploiteert een pluimveehouderij aan de [locatie 3] in Ospel, gemeente Nederweert. Op het perceel bevinden zich een bedrijfswoning, een voormalige bedrijfswoning en meerdere bedrijfsgebouwen. Deze bebouwing is gelegen in de directe nabijheid van de hoogspanningsverbinding.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202302826/1/R2

202303020/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 23 maart 2021 heeft de minister voor Rechtsbescherming een aanvraag van [appellant] om erkenning van zijn beroepskwalificaties voor werkzaamheden als ongeüniformeerd persoonsbeveiliger afgewezen. [appellant] heeft een bedrijf dat beveiligingstrainingen organiseert en ook bij trainingen bemiddelt. Hij is in het bezit van certificaten van diverse opleidingen voor beveiliging die hij heeft gevolgd in het Verenigd Koninkrijk, dat destijds een EU-lidstaat was, en in Polen. Omdat [appellant] in Nederland als ongeüniformeerd persoonsbeveiliger wilde werken, heeft hij een aanvraag gedaan om erkenning van zijn beroepskwalificaties zoals bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties. In bezwaar heeft de minister [appellant] opnieuw in de gelegenheid gesteld recent behaalde certificaten aan te leveren. [appellant] heeft van deze gelegenheid gebruikgemaakt en nieuwe certificaten aangeleverd. De SBB heeft hierover op 26 januari 2022 een aanvullend advies uitgebracht. Volgens de SBB konden ook deze gevolgde opleidingen vanwege hun korte duur niet worden vergeleken met een Nederlandse mbo-opleiding. De minister heeft in bezwaar de afwijzing van de erkenning van de beroepskwalificaties en de compenserende maatregel in stand gelaten. [appellant] heeft inmiddels de mbo-opleiding Beveiliger voor het mogen uitoefenen van de werkzaamheden als ongeüniformeerd persoonsbeveiliger in Nederland afgerond.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Beveiligingswerkzaamheden

202303378/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 25 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van West Betuwe geweigerd aan Geldermalsen Vastgoed B.V. een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van het bedrijfsgebouw en het verhogen van het dak van een bedrijfshal op het perceel Poppenbouwing 23 in Geldermalsen. De aangevraagde omgevingsvergunning heeft betrekking op een gedeelte van de bedrijfshal aan de voorzijde van een bedrijfsverzamelgebouw en ziet op het uitbreiden van de oppervlakte daarvan en het verhogen van het dak. Het bouwplan is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Bedrijventerreinen", omdat met het bouwplan het maximale bebouwingspercentage van 60% in artikel 4.2.3 van de planregels behorende bij de bestemming "Bedrijventerrein" wordt overschreden. Partijen zijn het daarover eens. In artikel 4.3.3 van de planregels is een mogelijkheid opgenomen om af te wijken van het bestemmingsplan. Het college wil van deze mogelijkheid geen gebruik maken, omdat het onder meer vindt dat de uitbreiding leidt tot een onevenredige beperking van de bereikbaarheid van andere bedrijven.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202303378/1/R1

202303441/1/A2 en 202303442/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 12 april 2021 heeft het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal basisonderwijs afgegeven voor [zoon], de zoon van [appellant]. Bij besluit van 12 mei 2021 heeft de stichting besloten om [zoon] onmiddellijk te verwijderen van de Prof. Kohnstammschool in Utrecht en alle medewerking te verlenen om hem een plaats te bieden op de Luc Stevensschool in Utrecht. Het samenwerkingsverband is een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a van de Wet op het primair onderwijs (hierna: Wpo) en heeft onder meer tot taak om te beoordelen of leerlingen toelaatbaar zijn tot het speciaal basisonderwijs. De stichting is het bevoegd gezag van de Prof. Kohnstammschool in Utrecht (hierna: de school). De stichting is voor de school aangesloten bij het samenwerkingsverband. In geschil is of het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring voor speciaal basisonderwijs voor [zoon] mocht afgeven en of de stichting mocht besluiten tot het verwijderen van [zoon] van de school.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Onderwijs

202303483/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 3 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen een aanvraag van [appellanten] om een vergunning voor het omzetten van een zelfstandige woonruimte in onzelfstandige wooneenheden afgewezen. [appellant] is rechthebbende tot het appartementsrecht aan de [locatie] in Nijmegen. Hij heeft het appartement aangekocht voor de huisvesting van zijn dochter en drie vriendinnen van zijn dochter. Op 29 mei 2020 heeft [appellant] daarom een aanvraag ingediend om de zelfstandige woonruimte in het appartement om te zetten in vier onzelfstandige wooneenheden, te bewonen door (in totaal) maximaal vier personen. Het college heeft de aanvraag afgewezen, omdat bij het appartement geen voorziening aanwezig is voor het parkeren van fietsen. Dit is een grond om de vergunning te weigeren, als bedoeld in artikel 15 van de Huisvestingsverordening. Het college heeft ook een leefbaarheidsonderzoek uitgevoerd.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen

202303830/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 12 augustus 2021 heeft de minister van Financiën een verzoek van [appellant] om inzage in zijn persoonsgegevens in de Fraude Signalering Voorziening toegewezen. Bij brief van 7 mei 2021 heeft de Belastingdienst [appellant] medegedeeld dat zijn persoonsgegevens in de FSV waren opgenomen. Vervolgens heeft [appellant] op 13 juni 2021 een verzoek ingediend om inzage in zijn in de FSV geregistreerde persoonsgegevens. Bij besluit van 12 augustus 2021 heeft de minister dat verzoek ingewilligd en daarbij kenbaar gemaakt dat de persoonsgegevens zijn overgenomen uit het Dagboek Persoonsgericht Intensief Toezicht. In beroep heeft [appellant] de rechtbank verzocht om de minister te veroordelen tot schadevergoeding wegens de onrechtmatige verwerking van zijn persoonsgegevens in de FSV. [appellant] heeft aangevoerd dat hij daardoor is aangetast in zijn eer en goede naam. De minister heeft zich op het standpunt gesteld dat niet de bestuursrechter, maar de civiele rechter bevoegd is daarover te oordelen.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens

202304293/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 26 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch een omgevingsvergunning verleend voor het verwijderen van acht bomen en het herplanten van bomen aan de Koningsweg. Bij verkeersbesluit van 20 juli 2021 heeft het college ten behoeve van de herinrichting van de Koningsweg onder meer eenrichtingsverkeer op de Alfons Diepenbrockstraat ingesteld. Het college heeft besloten tot gedeeltelijke herinrichting van de Koningsweg (tussen het Julianaplein en de Lekkerbeetjesstraat). Daarvoor is een aantal verkeersmaatregelen genomen, waaronder het instellen van eenrichtingsverkeer op de Alfons Diepenbrockstraat door het plaatsen van de relevante verkeersborden ter hoogte van de Koningsweg en de Van der Does de Willeboissingel. De nieuwe rijrichting op de Alfons Diepenbrockstraat is van oost naar west, wat betekent dat verkeer alleen nog via de Alfons Diepenbrockstraat de Koningsweg op mag rijden en niet meer andersom. Ter uitvoering van de herinrichting van de Koningsweg heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van acht bomen en het herplanten van zeventien bomen. Appellanten wonen aan de Alfons Diepenbrockstraat of om de hoek aan de Koningsweg. Hun hoger beroep beperkt zich tot de verkeersmaatregel over het instellen van eenrichtingsverkeer op de Alfons Diepenbrockstraat.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Kapvergunningen
  • Wegenverkeerswet

202304512/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 2 september 2021 heeft de minister voor Rechtsbescherming de opsporingsbevoegdheid van de buitengewoon opsporingsambtenaar verlengd en de aanvraag van de Stichting (voor de boa) om een vuurwapen afgewezen. De Stichting is eigenaar van het landgoed De Boom. [persoon] werkt sinds 2006 bij de Stichting als boa. Aan de boa is op 22 januari 2016 opsporingsbevoegdheid verleend voor domein II (Milieu, welzijn en infrastructuur), inclusief de toekenning van de politiebevoegdheden en geweldsmiddelen, te weten handboeien, wapenstok, pepperspray en het vuurwapen. Op 17 februari 2021 heeft de Stichting een aanvraag ingediend voor de verlenging van de opsporingsbevoegdheid van de boa en voor de toekenning van geweldsmiddelen. In het besluit van 2 september 2021 heeft de minister de opsporingsbevoegdheid van de boa verlengd en daarbij alleen de geweldsmiddelen handboeien, korte wapenstok en pepperspray aan hem toegekend. De Stichting betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de minister op goede gronden tot de conclusie is gekomen dat het niet noodzakelijk is om de boa uit te rusten met een vuurwapen.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Wapens en munitie
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202304512/1/A3

202305088/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 13 juli 2021 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de voor [appellante] ingediende aanvraag om een Nederlands paspoort buiten behandeling gesteld. [appellante] is op [geboortedatum] 2005 geboren in [geboorteplaats] (Zwitserland) en verkreeg door geboorte het Nederlanderschap via haar moeder en de Zwitserse nationaliteit via haar vader. Sinds haar geboorte woont ze in Zwitserland. Op 9 september 2010 is voor het laatst een Nederlands paspoort aan haar verstrekt, dat geldig was tot 9 september 2015. Op 12 februari 2021 heeft [appellante] een nieuw Nederlands paspoort aangevraagd. De minister heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen omdat de moeder van [appellante] gedurende een onafgebroken periode van tien jaar hoofdverblijf heeft gehad in Zwitserland en zowel de Zwitserse als de Nederlandse nationaliteit had. Daardoor is de moeder van [appellante] op 2 september 2019 op grond van artikel 15, eerste lid, aanhef en onder c, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, het Nederlanderschap van rechtswege verloren. [appellante] is op die dag op grond van artikel 16, eerste lid, aanhef en onder d, van de RWN, ook haar Nederlanderschap van rechtswege verloren, omdat zij op dat moment minderjarig was.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Paspoort

202305090/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 13 juli 2021 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de voor [kind] ingediende aanvraag om een Nederlands paspoort buiten behandeling gesteld. [kind] is op [geboortedatum] 2006 geboren in [plaats] (Zwitserland) en verkreeg door geboorte het Nederlanderschap via haar moeder en de Zwitserse nationaliteit via haar vader. Sinds haar geboorte woont ze in Zwitserland. Op 27 april 2007 is voor het laatst een Nederlands paspoort aan haar verstrekt, dat geldig was tot 27 april 2012. Op 12 februari 2021 heeft [appellante], de moeder van [kind], een nieuw Nederlands paspoort aangevraagd voor [kind]. De minister heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen omdat [appellante] gedurende een onafgebroken periode van tien jaar hoofdverblijf heeft gehad in Zwitserland en zowel de Zwitserse als de Nederlandse nationaliteit had. Daardoor is [appellante] op 2 september 2019 op grond van artikel 15, eerste lid, aanhef en onder c, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, het Nederlanderschap van rechtswege verloren. [kind] is op die dag op grond van artikel 16, eerste lid, aanhef en onder d, van de RWN, ook haar Nederlanderschap van rechtswege verloren, omdat zij op dat moment minderjarig was.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Paspoort

202305092/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 13 juli 2021 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de aanvraag van [appellante] om een Nederlands paspoort buiten behandeling gesteld.[appellante] is in Nederland geboren. Zij woont sinds 2000 in Zwitserland. [appellante] heeft op 10 juli 2009 voor het laatst een Nederlands paspoort verkregen, dat geldig was tot 10 juli 2014. Op 2 september 2009 heeft zij de Zwitserse nationaliteit aangenomen door naturalisatie. Vanaf dat moment had zij de Nederlandse en de Zwitserse nationaliteit. Op 12 februari 2021 heeft [appellante] een nieuw Nederlands paspoort aangevraagd. De minister heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen omdat [appellante] gedurende een onafgebroken periode van tien jaar hoofdverblijf heeft gehad in Zwitserland en zowel de Zwitserse als de Nederlandse nationaliteit had. Daardoor is zij op 2 september 2019 op grond van artikel 15, eerste lid, aanhef en onder c, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, het Nederlanderschap van rechtswege verloren.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Paspoort

202305304/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 22 juni 2023 heeft de raad van de gemeente Halderberge het bestemmingsplan "Parapluplan Halderberge 2021" gewijzigd vastgesteld. Het plan heeft onder meer tot doel de huisvesting van arbeidsmigranten en seizoenarbeiders te reguleren door een eenduidige begripsbepaling en door het bieden van sturingsmogelijkheden. Met het plan wil de raad voorkomen dat arbeidsmigranten en seizoenarbeiders zich door middel van kamergewijze verhuur vestigen in een woonwijk of hun intrek nemen in recreatieve voorzieningen. In het plan is een verbod opgenomen voor kamergewijze verhuur, maar ook zijn er twee afwijkingsbevoegdheden opgenomen, op grond waarvan onder meer de huisvesting van seizoenarbeiders door middel van kamergewijze verhuur, onder bepaalde voorwaarden, mogelijk is. Vuurin Personeelsdiensten is een uitzend- en/of detacheringsbureau dat zich onder meer richt op arbeidsmigranten binnen de tuinbouw-, food-, logistieke en technische sector. Ook biedt zij sociale begeleiding, service en ondersteuning aan arbeidsmigranten. Zij is voormalig huurster van het pand [locatie] in Oudenbosch, dat in het plangebied ligt. Het pand werd door Vuurin Personeelsdiensten gebruikt voor het huisvesten van voor haar werkzame arbeidsmigranten. [appellant A] en [appellant B] zijn de eigenaren van dat pand en mede-indieners van het beroep. Vuurin Personeelsdiensten en [appellant A] en [appellant B] zijn het niet eens met het plan, omdat de planregeling over kamergewijze verhuur volgens hen discriminatoir is.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant

202305711/1/R4(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 23 januari 2023 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan [appellant] een aanbod als bedoeld in artikel 6.8, eerste lid, aanhef en onder a, van het Besluit geluidhinder gedaan voor het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen aan haar woning aan de [locatie] in Stroe. Bij besluit van 8 februari 2022 heeft de minister het saneringsplan Oost-Nederland 3 vastgesteld en de geluidsproductieplafonds op de referentiepunten langs een aantal rijkswegen verlaagd. In bijlage 3 bij dit besluit is de woning van [appellant] als saneringsobject vermeld. Omdat de geluidbelasting bij deze woning na het treffen van de maatregelen in het saneringsplan hoger is dan de streefwaarde van 60 dB, is deze woning in aanmerking genomen voor het van overheidswege aanbrengen van geluidwerende voorzieningen en is een akoestisch en bouwtechnisch onderzoek, als bedoeld in artikel 6.5 van het Besluit geluidhinder, uitgevoerd bij de woning. De resultaten hiervan zijn neergelegd in twee rapporten van Boorsma en C2 Engineers van 2 en 3 november 2022 over fase A en B van het onderzoek.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Geluid

202305882/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 14 november 2022 heeft de burgemeester van Heeze-Leende besloten om de woning op het adres [locatie] in Leende voor drie maanden te sluiten. [appellant] woonde in de woning op het adres [locatie] in Leende. Op 26 september 2022 heeft de politie een anonieme melding gekregen dat er sinds enige tijd een hennepkwekerij actief is in de woning en dat er in de buurt van de woning een hennepgeur is geroken. De politie heeft naar aanleiding van die melding op 7 oktober 2022 een onderzoek in de woning ingesteld. De rechtbank heeft in de uitspraak van 6 juni 2023 overwogen dat de Beleidsregel voor de bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet 2020 niet op de juiste wijze bekend is gemaakt, waardoor deze niet in werking is getreden. In plaats daarvan is de Beleidsregel voor de bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid) op het besluit van 6 april 2023 van toepassing. In de Beleidsregel 2017 is opgenomen dat bij een eerste overtreding eerst een bestuurlijke waarschuwing wordt gegeven met voornemen tot sluiting op grond van artikel 13b van de Opiumwet.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Drugs

202305902/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 25 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van ’s-Hertogenbosch een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van 23 cabins ten behoeve van een maatschappelijke zorgvoorziening aan de Nieuwe Dijk 3 in ’s-Hertogenbosch voor de duur van 10 jaar. In deze maatschappelijke zorgvoorziening wordt 24 uur per dag zorg en begeleiding verleend aan 22 kwetsbare mensen uit de gemeenten Sint-Michielsgestel, Vught, Haaren, Meierijstad, Boxtel, Zaltbommel, Maasdriel en ’s-Hertogenbosch. De mensen die verblijven in de maatschappelijke zorgvoorziening, hebben problemen op het gebied van verslaving en/of psychiatrie en/of hebben een licht verstandelijke beperking. [appellant A] en [appellante B] zijn het niet eens met het plaatsen van de 23 cabins en vrezen voor onaanvaardbare druk op het woon- en leefklimaat. Verder stellen zij zich op het standpunt dat zij in hun bedrijfsbelangen worden geschaad.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202305902/1/R2

202306721/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 27 juli 2022 heeft de burgemeester van Rotterdam de woning aan de [locatie] in Rotterdam voor drie maanden gesloten. Bij besluit van 29 november 2022 heeft de burgemeester het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] is huurder van de woning aan de [locatie] in Rotterdam. Uit een bestuurlijke rapportage van 28 mei 2022 blijkt dat bij een politieonderzoek een handelshoeveelheid aan diverse soorten harddrugs is gevonden. Daarnaast zijn ook verschillende attributen gevonden die gebruikt kunnen worden voor onder andere het verwerken en verkopen van drugs. Naar aanleiding hiervan heeft de burgemeester de woning voor drie maanden gesloten. De rechtbank heeft de sluiting van de woning in stand gelaten. [appellant] betoogt - kort samengevat - dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het sluiten van de woning noodzakelijk is. Er zijn geen politiewaarnemingen of meldingen waaruit blijkt dat in of vanuit de woning daadwerkelijk is gehandeld, aldus [appellant].

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Drugs

202307173/1/R4(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 27 september 2023 hebben provinciale staten van Gelderland het inpassingsplan "Folding Boxboard Eerbeek en omgeving" gewijzigd vastgesteld. Het inpassingsplan voorziet in een herinrichting en uitbreiding van het bedrijfsterrein en de bedrijfsbebouwing van papier- en kartonfabrikant FBE aan de Coldenhovenseweg 12 in Eerbeek, zodat FBE haar vergunde productiecapaciteit kan benutten. Er worden verder geluidswerende voorzieningen geplaatst en er worden bestaande geluidszones en geurzones opgenomen in het inpassingsplan. Ook voorziet het inpassingsplan in een nieuwe ontsluitingsweg in zuidelijke richting en wordt een deel van de Eerbeekse beek verlegd. [appellant sub 1], [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B], [appellant sub3] en [appellant sub 4] wonen allen in de directe omgeving van het plangebied en hebben beroep ingesteld tegen het inpassingsplan. Zij vrezen onder andere voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Inpassingsplan
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202307173/1/R4

202307270/1/R3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 16 september 2022 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van zes recreatiewoningen op het perceel Buorren 31A t/m 31F in Hemelum. Op de locatie geldt het bestemmingsplan "Bestemmingsplan dorpskern Hemelum". De gronden hebben de bestemmingen "Bedrijf" en "Waarde-Archeologie 2" en de functieaanduiding "specifieke vorm van bedrijf — watersportbedrijf". Het bouwplan is in strijd met het bestemmingsplan, omdat op de locatie geen recreatiewoningen zijn toegestaan. Ook voldoet het bouwplan niet aan de bouwregels voor bouwen binnen een bouwvlak. [appellant] woont op [locatie] in Hemelum, dat grenst aan de bouwlocatie. [appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat de rechtbank volgens hem ten onrechte heeft geoordeeld dat voor de vergunningverlening geen verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad nodig was.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen

202307718/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 21 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Beekdaelen aan [partij A] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woning met inpandige garage op het perceel [locatie 1] in Oirsbeek. [partij A] is voornemens om in de nieuwe woning te gaan wonen en om de huidige woning op nummer [locatie 2] dan te verkopen. De woning bestaat visueel gezien uit twee delen. Aan de kant van het perceel van [appellante] zal de woning tweelaags zijn. Het bouwplan is in strijd met het bestemmingsplan omdat het gedeeltelijk is voorzien buiten het bouwvlak en de afstand tot de grens met het perceel [locatie 3] te klein is. [appellante] verzet zich tegen de verleende omgevingsvergunning. Zij vreest voor aantasting van haar woongenot. [appellante] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de afstand van 1,8 m tussen de hoek van de terrasoverkapping van de woning en de grens van haar perceel in strijd is met het bestemmingsplan en dat op dat punt ook afwijking van het bestemmingsplan nodig is.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen

202400063/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 22 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het splitsen van de woning aan de [locatie A] in Maastricht in drie zelfstandige woningen. [partij] is eigenaar van de woning aan de [locatie A]. Zij heeft voor het splitsen van de woning in drie zelfstandige wooneenheden een omgevingsvergunning aangevraagd. [appellant A] woont direct naast de woning. [appellant B] woont op een afstand van ongeveer 100 m van de woning. [appellanten] kunnen zich niet met de verleende omgevingsvergunning verenigen.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan

202400115/1/R3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij brief van 10 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Katwijk [appellant] medegedeeld dat hem van rechtswege een omgevingsvergunning is verleend voor het in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van een opslagloods ten behoeve van wonen op het perceel aan de [locatie] te Katwijk. [appellant] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd om het gebouw op het perceel aan de [locatie] te Katwijk te mogen gebruiken voor wonen. Dit gebruik wijkt af van wat het bestemmingsplan mogelijk maakt. Omdat niet tijdig op deze aanvraag is beslist, is deze vergunning van rechtswege verleend. Een buurman heeft daartegen bezwaar gemaakt. In bezwaar heeft het college de vergunning van rechtswege vervolgens herroepen. Het college wil niet afwijken van het bestemmingplan omdat wonen ter plekke in strijd is met de goede ruimtelijke ordening. Daar is [appellant] het niet mee eens en hij heeft beroep bij de rechtbank ingesteld. Dat beroep heeft de rechtbank ongegrond verklaard. Daartegen is [appellant] in hoger beroep gegaan. Daarover gaat deze uitspraak.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan

202400256/1/R3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 5 november 2021 heeft het college [appellant], onder oplegging van een dwangsom van € 10.000,00 per week (of gedeelte van een week) met een maximum bedrag van € 100.000,00, opgedragen om uiterlijk 1 januari 2022 de bewoning door arbeidsmigranten in het conferentiehotel aan de [locatie] in Rockanje te staken en gestaakt te houden. Bij besluit van 22 december 2021 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard onder herstel van de juridische grondslag van het besluit, in die zin dat het bestreden besluit niet een preventieve maar een reguliere last onder dwangsom betreft en met verbetering van de motivering. Bij besluit van 8 augustus 2022 heeft het college besloten tot invordering over te gaan van de verbeurde dwangsommen tot het gehele verbeurde bedrag van € 100.000,00. [appellant] heeft hier op 16 september 2022 bezwaar tegen gemaakt.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom

202400275/1/R3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 10 oktober 2023 heeft de raad van de gemeente Steenwijkerland het bestemmingsplan "Bergstein Wethouder Slootstraat/De Erfgenamen" vastgesteld. Het plan maakt de ontwikkeling mogelijk van elf woningen op een onbebouwd perceel in de nieuwbouwwijk Bergstein in de kern Tuk, gelegen in de gemeente Steenwijkerland. Uit de plantoelichting blijkt dat de voorgenomen ontwikkeling bestaat uit de realisatie van elf sociale huurwoningen. Het plangebied grenst aan de noordzijde aan de Wethouder Slootstraat en aan de oostzijde aan De Erfgenamen. [appellant] en anderen wonen aan de Wethouder Slootstraat. Zij kunnen zich niet verenigen met het plan, omdat de in het plan voorziene woningen volgens hen niet stroken met de woningbehoefte in Steenwijk. [appellant] en anderen betogen dat het plan niet aansluit op de woningbehoefte in Steenwijk.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202400275/1/R3

202401435/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 8 april 2019 heeft het dagelijks bestuur van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden het verzoek van [appellant] op grond van artikel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming gedeeltelijk ingewilligd. Op 12 februari 2019 heeft het Centraal Meldpunt Openbare Geestelijke Gezondheidszorg van de GGD Gelderland-Midden, onderdeel van de VGGM, een versleutelde e-mail van het Meldpunt Bijzondere Zorg van de GGD Gelderland-Zuid ontvangen. De e-mail bevat een melding van het Radboud universitair medisch centrum. Uit deze melding blijkt dat het Radboudumc het wenselijk acht dat er contact wordt gezocht met [appellant] om voor hem zorg in te schakelen . De melding bevat persoonsgegevens van [appellant], zoals zijn woonsituatie, zijn woonadres, zijn telefoonnummer en geboortedatum. De GGD Gelderland-Zuid heeft vervolgens de VGGM gevraagd om de melding verder in behandeling te nemen, omdat [appellant] in het werkgebied van de VGGM woont.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • Verordeningen

202401766/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 7 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Weert op een aanvraag van [appellant] om brede ondersteuning bij herstel van werk en inkomen aan hem het aanbod gedaan om zich aan te melden voor een traject bij Werk.Kom. Het college heeft aan de besluitvorming ten grondslag gelegd dat [appellant] een gedupeerde aanvrager kinderopvangtoeslag is, als bedoeld in artikel 2.21, eerste lid, aanhef en onder a, van het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen. [appellant] betoogt dat de rechtbank hem op de zitting onvoldoende in de gelegenheid heeft gesteld om de schade die hij door de besluiten heeft geleden te onderbouwen. Verder betoogt hij dat de rechtbank er ten onrechte vanuit is gegaan dat hij zijn gestelde schade niet tot op zekere hoogte aannemelijk heeft gemaakt. In hoger beroep onderbouwt [appellant] zijn gestelde schade met correspondentie tussen hem en de gemeente Weert. Hij stelt dat hij ook immateriële schade heeft geleden.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Geld

202401974/1/V1(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 18 maart 2024 heeft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers appellant meegedeeld dat het hem vanaf 26 maart 2024 niet langer als alleenstaande minderjarige vreemdeling zal opvangen, maar als meerderjarige. Appellant heeft bij de minister van Asiel en Migratie een aanvraag ingediend om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen en verklaard dat zijn geboortedatum [geboortedatum] 2007 is. Het COa heeft hem daarom in een opvanglocatie voor minderjarigen geplaatst in Lijnden. De minister heeft onderzoek gedaan in het Eurodac-systeem. Daaruit is haar gebleken dat appellant in Italië geregistreerd staat als meerderjarige. Als gevolg hiervan heeft de minister de geboortedatum van appellant in Nederland op 2 februari 2024 aangepast naar [geboortedatum] 2004.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige

202402071/1/R3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 1 februari 2024 heeft de raad van de gemeente Teylingen het bestemmingsplan "Chw bestemmingsplan Nieuw Boekhorst, Voorhout" vastgesteld. De raad wil een nieuwe wijk - Nieuw Boekhorst - met maximaal 1.300 woningen aan de noordwestrand van Voorhout laten bouwen. Het plan is vastgesteld om deze ontwikkeling mogelijk te maken. De gronden in het plangebied bestaan nu grotendeels uit agrarisch gebied. Het plan is een zogenoemd "bestemmingsplan met verbrede reikwijdte". Dit betekent dat de raad gebruik heeft gemaakt van extra mogelijkheden voor de inrichting van het bestemmingsplan op basis van artikel 2.4 van de Crisis- en Herstelwet (hierna: Chw) in verbinding met artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202402071/1/R3

202403865/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 26 april 2022 heeft de Belastingdienst/Toeslagen (thans en hierna: Dienst Toeslagen) het verzoek van [appellant] om compensatie vanwege institutionele vooringenomenheid ten aanzien van de toeslagjaren 2005 en 2006 afgewezen. Deze uitspraak gaat over compensatie in het kader van de hersteloperatie toeslagen. De compensatieregeling in de Wet hersteloperatie toeslagen is bedoeld voor gedupeerden van zowel institutionele vooringenomenheid als hardheid van het stelsel. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat hij geen recht heeft op compensatie, omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in 2005 en 2006 kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd. Doordat de Dienst Toeslagen in 2012 is overgestapt naar een ander dataverwerkingssysteem, is informatie van sommige ouders die vóór 2012 kinderopvangtoeslag hadden aangevraagd, verloren gegaan.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Geld

202403953/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij brief van 29 juli 2023 heeft de minister van Financiën [appellant] medegedeeld dat hij niet in aanmerking komt voor een financiële tegemoetkoming wegens een onrechtmatige registratie in de Fraude Signalering Voorziening (hierna: de FSV). Bij besluit van 28 september 2023 heeft de minister het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak van 16 mei 2024 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 28 september 2023 vernietigd, het verzoek om schadevergoeding afgewezen en bepaald dat deze uitspraak in de plaats komt van het vernietigde besluit.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202403953/1/A3

202404683/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 12 juli 2022 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de aanvraag van [appellante] voor een Nederlands paspoort niet in behandeling genomen. [appellante] heeft de Marokkaanse nationaliteit en is op [geboortedatum] 2003 geboren in Marokko uit een bigaam huwelijk. Haar vader heeft de Nederlandse nationaliteit en haar moeder de Marokkaanse nationaliteit. Op 16 juni 2022 heeft [appellante] een Nederlands paspoort aangevraagd bij de Nederlandse ambassade in Rabat, Marokko. De minister heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat [appellante] meerderjarig was toen zij door haar vader op 20 april 2022 werd erkend en daarom niet door de erkenning de Nederlandse nationaliteit heeft verworven. De minister heeft de aanvraag van [appellante] voor een Nederlands paspoort niet in behandeling genomen, omdat zij niet de Nederlandse nationaliteit bezit wat op grond van artikel 9, eerste lid, van de Paspoortwet is vereist. [appellante] is geboren staande een bigaam huwelijk. Dit bigame huwelijk heeft wegens strijd met de openbare orde naar Nederlands recht geen rechtsgevolgen en biedt dus geen basis voor het bestaan van familierechtelijke betrekkingen tussen [appellante] en haar vader.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap

202404876/1/R3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 17 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Kaag en Braassem het bestemmingsplan "Willem van der Veldenweg 24-24a, Leimuiden" vastgesteld. Het plan voorziet in de herontwikkeling van de percelen Willem van der Veldenweg 24 en 24a in Leimuiden. Een schoolgebouw wordt getransformeerd tot een appartementengebouw met vier appartementen en er komen zes grondgebonden woningen. Verder voorziet het plan in een nieuw parkeerterrein voor de St. Jan de Doperkerk. [appellant] woont op het perceel [locatie] in Leimuiden, dat grenst aan de gronden van het plangebied. [appellant] kan zich niet verenigen met het plan, voor zover het plan voorziet in een parkeerterrein op de gronden direct achter zijn perceel.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202404876/1/R3

202405103/1/V1(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 7 juni 2024 heeft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers bepaald dat het betrokkene overplaatst naar een opvangvoorziening voor meerderjarigen. Betrokkene heeft bij de minister van Asiel en Migratie een aanvraag ingediend om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen en verklaard dat zijn geboortedatum [geboortedatum] 2008 is. Het COa heeft hem daarom in een opvanglocatie voor minderjarigen geplaatst. De minister heeft onderzoek gedaan in het Eurodac-systeem. Daaruit is haar gebleken dat betrokkene in Italië geregistreerd staat als meerderjarige. Als gevolg hiervan heeft de minister de geboortedatum van betrokkene in Nederland aangepast naar [geboortedatum] 2005.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202405103/1/V1

202405394/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 27 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Borne aan [appellante] een last onder dwangsom opgelegd in verband met de organisatie van een evenement op haar perceel. [appellante] is eigenaar van een perceel aan de [locatie] in Zenderen. Het college heeft op donderdag 27 oktober 2022 geconstateerd dat op dit perceel een tent is opgericht en is ingericht met apparatuur, er aggregaten zijn geplaatst en dat er een zendmast staat om geluidsgolven te verzenden. Het college heeft ook geconstateerd dat via sociale media door Brekdeer FM uitnodigingen zijn verstuurd voor een evenement op vrijdag 28, zaterdag 29 en zondag 30 oktober 2022. In de uitnodiging wordt het volgende beschreven: "Kom gezellig langs in de feesttent voor een potje pils, gehaktballetje, een dansje en natuurlijk een hoop gezelligheid". Volgens het college organiseert Brekdeer FM grote evenementen in Twente waar honderden mensen op af komen en zendt zij vaak illegaal uit via de ether. De locaties van de evenementen worden tot het laatste moment geheim gehouden en de uitnodigingen worden via sociale media verspreid. Het college heeft vanwege deze constateringen aan [appellante] dezelfde dag een last onder dwangsom opgelegd voor het organiseren van een evenement zonder een vergunning en het verstrekken van zwak alcoholische dranken zonder een ontheffing.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom

202405425/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 8 januari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam een aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] is per 12 januari 2022 een tijdelijke huurovereenkomst aangegaan voor de woning aan de [locatie] in Hardinxveld-Giessendam. De huurovereenkomst is per 11 januari 2024 geëindigd. Het college heeft de afwijzing van de aanvraag in het besluit van 9 april 2024 gehandhaafd onder verwijzing naar artikel 3, tweede lid, aanhef en onder d, van de Urgentieverordening Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden gemeente Hardinxveld-Giessendam, omdat de noodzaak van [appellant] om te verhuizen voorzienbaar was en veroorzaakt door eigen handelen. Toen [appellant] de huurovereenkomst aanging, had zij kunnen weten dat er na twee jaar een woonprobleem zou ontstaan. Het college heeft geen aanleiding gezien om de hardheidsclausule toe te passen, omdat het algemeen belang van een rechtvaardigde woonruimteverdeling zwaarder weegt dan het belang van [appellant] om op de door haar gewenste wijze vorm te geven aan haar woonsituatie.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen

202405432/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 7 september 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht een omgevingsvergunning verleend aan [vergunninghouder] voor het verbouwen van de kantoren tot 9 woningen op het achterterrein aan de [locatie] te Maastricht. [vergunninghouder] is initiatiefnemer van het plan om 9 woningen te realiseren in een voormalig kantoorpand op het achterterrein aan de [locatie] in Maastricht. Bij besluit van 23 januari 2020 was door het college eerst een omgevingsvergunning verleend om 10 woningen te realiseren in het voorste pand op dat perceel en 14 woningen in het pand op het achterterrein. Het college heeft dat besluit na bezwaren van omwonenden gedeeltelijk herroepen en op 6 oktober 2020 met instemming van [vergunninghouder] alleen een omgevingsvergunning verleend voor 10 woningen in het voorste pand.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen

202405442/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 15 februari 2023 heeft de minister van Buitenlandse Zaken geweigerd de optieverklaring van [appellant] te bevestigen. Bij besluit van 6 juli 2023 heeft de minister het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] is in Nederland geboren. [appellant] heeft van 1990 tot 1996 in Australië gewoond en van 2008 tot op heden. Op 19 januari 2001 heeft hij de Australische nationaliteit verkregen door naturalisatie. Daardoor verloor hij op dat moment op grond van artikel 15, aanhef en onder a, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, van rechtswege het Nederlanderschap. Het Nederlanderschap herkrijgen kan alleen, indien met dat verlies het Unieburgerschap verloren ging en op dat moment redelijkerwijs voorzienbaar was dat dit tot onevenredige gevolgen uit het oogpunt van het Unierecht zou leiden. Daarom heeft de minister in deze zaak beoordeeld of het verlies van het Nederlanderschap van [appellant] op 19 januari 2001 in overeenstemming is met het evenredigheidsbeginsel wat betreft de gevolgen ervan uit het oogpunt van het Unierecht. De Immigratie- en Naturalisatiedienst heeft op verzoek van de minister op 6 februari 2023 advies uitgebracht in het kader van Unierechtelijke evenredigheidsbeoordeling. De IND concludeert daarin dat het verlies van het Unieburgerschap op de peildatum niet als onevenredig kan worden beschouwd. Op basis van dit advies heeft de minister geweigerd de optieverklaring van [appellant] te bevestigen. [appellant] is het niet eens met de minister en stelt dat het verlies van het Nederlanderschap en Unieburgerschap voor hem onevenredig is, waardoor hij zijn Nederlandse nationaliteit zou moeten herkrijgen.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap

202405456/1/R3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 17 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Kaag en Braassem het bestemmingsplan "Willem van der Veldenweg 33a, Leimuiden" vastgesteld. Bij besluit van 24 juni 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van tien appartementen en bergingen aan de Willem van der Veldenweg nummers 33d tot en met 33r in Leimuiden. Het plan en de omgevingsvergunning maken een herontwikkeling mogelijk van het perceel Willem van der Veldenweg 33a in Leimuiden. De bestaande bedrijfsbebouwing zal worden gesloopt om plaats te maken voor een gebouw met tien appartementen. De bestaande bedrijfswoning wordt omgezet naar een burgerwoning. [appellant] woont op [locatie] in Leimuiden. Hij kan zich niet verenigen met het plan en de omgevingsvergunning, want hij vindt het appartementengebouw niet passend op deze locatie.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202405456/1/R3

202405740/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 5 augustus 2021 heeft de Dienst Toeslagen, voor zover hier van belang, een aanvraag van [appellante] om compensatie in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag over het toeslagjaar 2014 afgewezen. Aan het besluit heeft de Dienst Toeslagen onder meer ten grondslag gelegd dat uit een onderzoek is gebleken dat bij het beoordelen van het recht op kinderopvangtoeslag over het jaar 2014 geen fouten zijn gemaakt. Volgens de Dienst Toeslagen is bij de besluitvorming over kinderopvangtoeslag over dat jaar geen sprake geweest van institutionele vooringenomenheid en zijn er geen aanknopingspunten voor toepassing van de hardheidsregeling. De rechtbank heeft overwogen dat er geen aanwijzingen zijn dat de vaststelling van de kinderopvangtoeslag over het jaar 2014 het gevolg is van vooringenomenheid of hardheid. Ook is er geen aanleiding om te vermoeden dat de Dienst Toeslagen vanwege vooringenomenheid of hardheid ervan heeft afgezien de vaststelling te corrigeren.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Geld

202406080/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 3 mei 2023 heeft de minister de vaststelling van de subsidie van [appellant] gewijzigd en op nihil gesteld en een bedrag aan ten onrechte uitbetaalde subsidie van € 100.000,- van [appellant] teruggevorderd. appellant] is met ingang van 30 juni 2016 als radioloog in dienst getreden van het ziekenhuis Bernhoven. Daarvoor was hij werkzaam als vrijgevestigd radioloog. Voor de overgang van vrijgevestigd medisch specialist naar specialist in loondienst heeft het ziekenhuis Bernhoven namens [appellant] op 29 februari 2016 subsidie aangevraagd op grond van de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg 2016. Bij besluit van 31 augustus 2016 heeft de minister de gevraagde subsidie ten bedrage van € 100.000,- verleend. Met ingang van 1 maart 2019 is [appellant] als radioloog in loondienst getreden bij Medisch Specialistisch Bedrijf Peelland en gaan werken in het Elkerliek ziekenhuis.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202406080/1/A2

202406483/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 1 juni 2022 heeft de Dienst Toeslagen [appellant] medegedeeld dat hij niet in aanmerking komt voor het compensatiebedrag van € 30.000,00. [appellant] is tot 2011 getrouwd geweest met zijn ex-partner en zij hebben samen een kind. [appellant] heeft zich op 9 juli 2020 gemeld als gedupeerde van de toeslagenaffaire. Hij heeft de Dienst Toeslagen verzocht om de toeslagjaren 2008 en 2009 te herbeoordelen. Bij brief van 1 juni 2022 heeft de Dienst Toeslagen de aanvraag van [appellant] afgewezen en vastgesteld hij niet in aanmerking komt voor de forfaitaire tegemoetkoming van € 30.000,00 als bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, van de Wet hersteloperatie toeslagen, ook bekend als de Catshuisregeling. Op grond van deze bepaling komt alleen de aanvrager van kinderopvangtoeslag in aanmerking voor deze compensatieregeling. Omdat [appellant] geen aanvraag voor kinderopvangtoeslag heeft gedaan, wordt hij niet als gedupeerde ouder aangemerkt. De Dienst Toeslagen heeft het door [appellant] daartegen ingestelde bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld bij de rechtbank.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Geld

202406835/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 26 september 2024 heeft de raad van de gemeente Meierijstad het "Omgevingsplan - Eerste wijzigingsronde 2024" als wijziging van het omgevingsplan van de gemeente Meierijstad vastgesteld. Het besluit tot wijziging ziet onder meer op het wijzigen van de toegestane bedrijfsactiviteiten op het perceel [locatie] in Sint-Oedenrode van een slachterij naar een vleeswaren- en vleesconservenfabriek met een productieomvang van minder dan 1.000 m². [appellante] woont op het perceel [locatie] en voert onder meer aan dat het feitelijk gebruik als burgerbewoning ten onrechte niet als zodanig is bestemd en dat ten onrechte geen rekening is gehouden met de concrete plannen die hij heeft voor zijn perceel.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202406835/1/R2

202407010/1/R4(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 1 oktober 2024 heeft de raad van de gemeente Renkum het bestemmingsplan "De Hes-west 2024" vastgesteld. Op de grens van de gemeenten Renkum en Arnhem ligt de locatie "De Hes". Het plan ziet op het westelijke deel van De Hes, dat in de gemeente Renkum ligt. Het plan maakt de herontwikkeling van dit deel mogelijk tot een woonlocatie met ruim 300 woningen. [appellant sub 3] woont in Otterlo en verzet zich met name tegen het plan vanwege de gevolgen daarvan voor de in het plangebied aanwezige dassenburcht en dassenpopulatie. [appellant sub 1] woont in Arnhem en verzet zich met name tegen het plan vanwege de samenhang met de voorgenomen herontwikkeling van het oostelijke deel van De Hes, dat in Arnhem ligt. De Vereniging heeft tot doel het in de gemeente Renkum behouden respectievelijk bevorderen van een zo gunstig mogelijk woon- en leefmilieu en het in de gemeente Renkum behouden van het voor de zuidelijke Veluwezoom zo specifieke natuurschoon, het dorpskarakter en alles wat daar in de ruimste zin mee verband houdt. Zij kan zich niet met het plan verenigen omdat het twee gebouwen met een bouwhoogte boven de boomkroonhoogte mogelijk maakt.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202407010/1/R4

202407372/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 13 juni 2023 heeft de Dienst Toeslagen op het verzoek van [appellante] tot herbeoordeling van het recht op kinderopvangtoeslag over de jaren 2007 tot en met 2012 aan haar een compensatie van € 103.230,00 toegekend. [appellante] is erkend als gedupeerde ouder van de toeslagenaffaire. Zij heeft op 9 februari 2021 een verzoek gedaan tot herbeoordeling van haar kinderopvangtoeslag over de jaren 2007 tot en met 2012. De Dienst Toeslagen heeft in het kader van de integrale beoordeling vastgesteld dat er sprake is geweest van institutioneel vooringenomen handelen en heeft [appellante] een compensatiebedrag van € 103.230,00 toegekend. Dit bedrag heeft betrekking op de toeslagjaren 2007 tot en met 2010, met uitzondering van december 2010. Voor de maand december van 2010 en de jaren 2011 en 2012 heeft de Dienst Toeslagen geen compensatie toegekend. Het bezwaar van [appellante] tegen dit besluit heeft de Dienst Toeslagen ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het door [appellante] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Geld

202407377/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 13 november 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan Weda, onder oplegging van een dwangsom van € 5.000,00, gelast de onzelfstandige bewoning van een woning zonder bezit van een omzettingsvergunning vóór 1 april 2024 ongedaan te maken en te houden. Weda is eigenaar van de woning aan de [locatie]. De Haagse Pandbrigade heeft de woning op 21 september 2023 gecontroleerd en geconstateerd dat de woning onzelfstandig werd bewoond door een samengesteld gezin, bestaande uit een vader en moeder, hun zwangere dochter en haar man. De dochter en de moeder hebben aan de HPB verklaard dat de dochter en haar man op zoek zijn naar een nieuwe woning. Ook is geconstateerd dat geen gezamenlijk ondertekend huurcontract aanwezig was en door de bewoners geen huisvestingsvergunning was aangevraagd. Het college heeft zich, gelet op het voorgaande, op het standpunt gesteld dat het gezin geen duurzaam gemeenschappelijk huishouden vormde. Omdat Weda niet beschikte over een noodzakelijke omzettingsvergunning voor onzelfstandige bewoning door meer dan twee personen, handelde zij in strijd met artikel 5:2, aanhef en onder b, van de Huisvestingsverordening Den Haag 2023. Het college heeft Weda daarom een last onder dwangsom opgelegd.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom

202407565/1/R4(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 7 juli 2024 heeft het college zijn beslissing om op 27 juni 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 199,57, voor rekening van [appellant] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 27 juni 2024 is aangetroffen naast de ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Jan Romeinstraat 119 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar adres op het adreslabel op de doos staat. [appellant] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat zij niet degene is geweest die de doos naast de ORAC heeft gezet. Zij stelt dat haar minderjarige dochter de doos in de portiek van het appartementengebouw waar zij woont heeft gezet.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval

202407587/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 12 juli 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal een aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellante] heeft drie minderjarige kinderen, geboren in 2012, 2014 en 2017. Zij verbleef blijkens de basisregistratie personen van 2017 tot 2022 in het buitenland. Bij terugkomst naar Nederland in 2022 zijn de kinderen onder toezicht gesteld. Zij verbleven dat jaar bij hun oma in Heemstede. In 2022 heeft [appellante] ingeschreven gestaan en gewoond in Heemstede, gemeente Bloemendaal, en vanaf 1 september 2022 in Apeldoorn. In november 2022 is [appellante] met de kinderen naar Portugal vertrokken, maar de kinderen moesten vanwege de ondertoezichtstelling terugkeren naar Nederland. Op 7 februari 2023 heeft [appellante] zich ingeschreven in de gemeente Bloemendaal. Op 29 mei 2023 heeft [appellante] de aanvraag om urgentieverklaring ingediend, omdat zij geen passende woning voor zichzelf en de kinderen had, maar op diverse adressen verbleef. Het college heeft de aanvraag afgewezen, omdat [appellante] ten tijde van de aanvraag nog niet minimaal twee jaar inwoner was van een van de gemeenten in de regio Zuid-Kennemerland.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen

202407712/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 7 juli 2022 heeft Sociale Banken Nederland een aanvraag van [appellant] om geldschulden over te nemen op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen gedeeltelijk afgewezen. [appellant] is een gedupeerde van de toeslagenaffaire. Hij heeft verzocht om overname van een aantal schulden. In geschil is of de minister terecht heeft geweigerd een schuld van € 3.050,00 aan [persoon 1] en een schuld van € 5.525,00 aan de [persoon 2] en [persoon 3] over te nemen. De rechtbank heeft overwogen dat op het verzoek van [appellant] de Wht van toepassing is, dat de rechter die bepalingen niet kan toetsen aan het rechtszekerheidsbeginsel, en dat de minister de schulden terecht niet heeft overgenomen, omdat niet is gebleken dat de schulden vóór 1 juni 2021 opeisbaar zijn geworden.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Geld

202407933/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 19 november 2024 heeft de raad van de gemeente Nederweert het bestemmingsplan "Tiskeswej Fase 2" vastgesteld. Het plan voorziet in woningen in de kern Nederweert-Eind. [appellanten] betogen dat het aantal voorziene woningen niet overeenkomt met wat de raad heeft beoogd. In dat verband wijzen zij erop dat de raad heeft beoogd te voorzien in 44 woningen bestaande uit 10 of 12 vrijstaande woningen in de vrije sector en 2 of 4 geschakelde woningen in de vrije koopsector.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg

202500413/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 31 oktober 2022 heeft de Belastingdienst/Toeslagen (lees: de minister van Financiën) de aanvraag van [appellant] om overname van zijn schuld bij Freo van € 53.500,00 afgewezen. Bij besluit van 30 juni 2023 heeft de minister van Financiën, in diens hoedanigheid van rechtsopvolger van de Belastingdienst/Toeslagen, het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 23 december 2024 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld. De minister heeft een schriftelijke uiteenzetting ingediend.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Geld

202500447/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 3 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Drechterland van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier bepaald dat de Zuiderdijk en de Schellinkhouterdijk tussen Zuiderdijk 1 in Venhuizen en de Protonweg in Hoorn zijn verboden voor motorfietsen in het weekend van 1 april tot en met 31 oktober. De vereniging Motorrijders Actie Groep heeft eerder een procedure gevoerd over het besluit van 3 mei 2021. Die procedure heeft geleid tot een uitspraak van de Afdeling van 19 juni 2024. In die uitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat het college het verkeersbesluit onzorgvuldig heeft voorbereid. De Afdeling heeft het college opdracht gegeven een nieuw besluit op het bezwaar van de MAG te nemen. Naar aanleiding van de uitspraak van 19 juni 2024 heeft het college Valersi Geluidbureau opdracht gegeven om een geluidsonderzoek te verrichten. Valersi heeft op 7 november 2024 een geluidrapport aan het college overgelegd. Het college heeft het rapport ten grondslag gelegd aan het besluit van 17 december 2024. Tegen dat besluit hebben [appellant sub 2] en [appellant sub 1], twee omwonenden, beroep ingesteld.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Wegenverkeerswet
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202500447/1/A2

202501291/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 10 augustus 2023 heeft de burgemeester van Delft een aanvraag van Red Devil Hot Shot om verruiming van haar openingstijden afgewezen. Red Devil Hot Shot is een shotjes- en cocktailbar aan de Kromstraat 39a te Delft. Red Devil Hot Shot heeft op 30 november 2022 een aanvraag ingediend voor het verruimen van haar openingstijden in afwijking van de exploitatietijden die voor haar op grond van de Algemene plaatselijke verordening van Delft (hierna: APV) gelden. Red Devil Hot Shot wil op donderdag en vrijdag tot 03:00 uur geopend zijn in plaats van tot 01:00 uur en op zaterdag tot 03:00 uur in plaats van tot 02:00 uur. Deze aanvraag is door de burgemeester afgewezen. Volgens de burgemeester kan de verruiming niet worden toegestaan, omdat er veel meldingen zijn binnengekomen over Red Devil Hot Shot over geluidsoverlast in de avond en nacht en is het daarom aannemelijk dat de verruiming nadelige gevolgen zal hebben voor het woon- en leefklimaat.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • Verordeningen
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202501291/1/A3

202501435/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 30 maart 2023 heeft het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland de subsidie aan ’t Smallert vastgesteld op nihil. Bij besluit van 4 april 2023 heeft het college de uitgekeerde voorschotten van € 74.127,67 teruggevorderd van ‘t Smallert. Het college is de Management Autoriteit Oost-Nederland van subsidies uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Het college heeft, op aanvraag van 18 juni 2020, aan Twentevis, ’t Smallert en twee andere bedrijven in totaal een subsidie van € 1.464.273,46 verleend voor het "Circulair samenwerkingsproject voor duurzame viskweek in Oost-Nederland". Het project is gericht op de ontwikkeling van een verwerkingsproces van visreststromen tot grondstof voor visvoer ten behoeve van circulair gekweekte forel. De projectperiode liep van 1 juli 2020 tot en met 30 juni 2023. Twentevis is de penvoerder van het project. Het bedrag van € 1.464.273,46 is onderverdeeld en verleend per subsidiepartner. De aan ’t Smallert verleende subsidie bedraagt € 293.452,28.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • persaankondiging bij de uitspraak in de zaak 202501435/1/A2

202501481/1/R4(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 29 augustus 2024 heeft het college zijn beslissing om op 21 augustus 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 199,57, voor rekening van [appellant] komt. Het bestreden besluit is bekendgemaakt op 4 december 2024, zodat de termijn voor het indienen van een beroepschrift uit artikel 6:7 en artikel 6:8, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) is begonnen op 5 december 2024 en geëindigd op 15 januari 2025.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval

202503805/1/V3

Bij besluit van 21 oktober 2024 heeft de minister een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen als kennelijk ongegrond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5936
Datum uitspraak
8 december 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503805/1/V3

202504363/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij beslissing van 14 februari 2025 heeft de examencommissie Marketing, Sales & Trade van de Hogeschool van Amsterdam vastgesteld dat [appellant] plagiaat heeft gepleegd bij een toetsonderdeel van het vak ‘Koers bepalen 1’. De examencommissie heeft het toetsresultaat ongeldig verklaard en de aanduiding ‘FR’ (fraude) geregistreerd. [appellant] studeert Commerciële Economie aan de Hogeschool van Amsterdam, waar hij in het studiejaar 2024-2025 het vak ‘Koers bepalen 1’ heeft gevolgd. Dit vak bestaat uit drie sprints van ieder twee weken. Tijdens iedere sprint moeten studenten een groepsopdracht maken. [appellant] heeft sprint 1 en sprint 2 samen met zijn groepje voltooid. De docent heeft in de werkhouding van [appellant] aanleiding gezien om hem uit zijn groepje te zetten en te bepalen dat hij sprint 3 zelfstandig moet maken.Op 15 januari 2025 heeft de examinator melding gemaakt van een vermoeden van fraude in de op 12 januari 2025 door [appellant] ingeleverde opdracht voor sprint 3. Deze opdracht vertoont voor 87% overeenkomsten met andere werken, waarvan 60% met het werk van het voormalige samenwerkingsgroepje van [appellant].

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken

202504488/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij besluit van 17 juli 2023 heeft de Dienst Wegverkeer een aanvraag van [wederpartij] om een Nederlands rijbewijs afgewezen. [wederpartij] heeft in het verleden zijn Nederlandse rijbewijs omgewisseld voor een Tsjechisch rijbewijs, omdat hij toen in Tsjechië woonde en werkte. De geldigheid van het Tsjechische rijbewijs is door de Tsjechische autoriteiten opgeschort, omdat [wederpartij] niet volledig heeft voldaan aan alimentatieverplichtingen in Tsjechië. [wederpartij] woont inmiddels weer in Nederland en wenst in het bezit te komen van een Nederlands rijbewijs, omdat hij voor zijn werk een rijbewijs nodig heeft. De RDW heeft de aanvraag om een Nederlands rijbewijs afgewezen, omdat het Tsjechische rijbewijs nog steeds ongeldig is. Volgens de RDW is het op grond van Europese en nationale regelgeving daarom niet mogelijk om een Nederlands rijbewijs te verstrekken.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet

202504903/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij beslissing van 31 augustus 2024 heeft de examencommissie Communicatie besloten dat het door [appellant] ingediende afstudeerrapport niet zal worden beoordeeld. Bij beslissing van 12 juni 2025 heeft het College van Beroep voor de Examens van Hogeschool Inholland het door [appellant] daartegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellant] volgt sinds het studiejaar 2001-2002 de opleiding Communicatie VT aan Hogeschool Inholland. Hij is in het studiejaar 2023-2024 begonnen aan de afstudeeropdracht. Op 31 augustus 2024 heeft hij het rapport ingeleverd. De examencommissie heeft besloten het rapport niet te beoordelen, omdat hij niet aan alle ingangseisen voldeed. [appellant] betoogt dat het CBE ten onrechte tot de beslissing is gekomen dat de examencommissie het rapport terecht niet heeft beoordeeld. Hij voert daartoe aan dat hij wel voldeed aan de ingangseisen voor het afstuderen.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken

202504950/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij e-mail van 12 augustus 2025 heeft [appellant] de commissaris van de Koning van de provincie Gelderland verzocht om over te gaan tot indeplaatsstelling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hattem voor de huisvesting van statushouders. [appellant] heeft asiel aangevraagd in Nederland. Zijn aanvraag is goedgekeurd en hij beschikt sinds 11 november 2024 over een tijdelijke verblijfsvergunning. Op grond van artikel 28 van de Huisvestingswet dragen burgemeester en wethouders zorg voor de voorziening in de huisvesting van vergunninghouders in de gemeente overeenkomstig de voor de gemeente geldende taakstelling. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers heeft [appellant] gekoppeld aan de gemeente Hattem. Dit betekent dat de gemeente Hattem zorg draagt voor een passende woning voor [appellant]. [appellant] heeft zich op het standpunt gesteld dat er sprake is van taakverwaarlozing aan de kant van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hattem, omdat hij nog geen woning heeft gekregen. De commissaris van de Koning heeft dit verzoek doorgezonden naar het college.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Andere zaken - Overige

202505168/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij beslissing van 17 maart 2025 heeft de Commissie voor de examens van de Open Universiteit, namens de examinator, aan [appellante] meegedeeld dat haar tentamen Inleiding privaatrecht (RB0204) (hierna: het tentamen) is beoordeeld met het cijfer 5,3. [appellante] is het niet eens met de beslissing van 17 maart 2025 en is van mening dat haar een hoger cijfer toekomt. Het CBE heeft in de beslissing van 23 juli 2025 vooropgesteld dat het geen inhoudelijke (her)beoordeling van de antwoorden en het antwoordmodel kan geven, omdat dit gelet op artikel 7.61, tweede lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek buiten de reikwijdte van het administratief beroep valt. Het CBE heeft verder geoordeeld dat de examinator voldoende gemotiveerd heeft toegelicht waarom het antwoordmodel juist is en waarom de door [appellante] gegeven antwoorden niet juist gerekend kunnen worden. Naar oordeel van het CBE heeft [appellante] geen concrete voorbeelden gegeven waaruit blijkt dat de vraagstelling onvoldoende informatie bevat om deze juist te kunnen beantwoorden.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken

202505348/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij beslissing van 12 mei 2025 heeft de examencommissie Rotterdam Academy (hierna: de examencommissie) de herkansing van het tentamen van de cursus Constructieleer - 2 (hierna: het tentamen) van [appellant] beoordeeld. Bij beslissing van 8 september 2025 heeft het College van Beroep voor de Examens van Hogeschool Rotterdam het door [appellant] daartegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellant] volgt de opleiding Ad Maintenance & Mechanics (hierna: de opleiding). Hij heeft de herkansing van het tentamen niet gehaald. Hij haalde hiervoor het cijfer 4,9. Het gaat om een tentamen waarbij studenten de antwoorden digitaal invullen en papieren uitwerkingen bij de surveillant kunnen inleveren. Een examinator beoordeelt de digitale antwoorden en kan punten toekennen voor deelantwoorden of berekeningen die op papier zijn uitgewerkt. Op 2 juli 2025 heeft de examencommissie een schikkingsvoorstel aan [appellant] aangeboden. Op 4 juli 2025 heeft [appellant] dat voorstel afgewezen.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken

202505445/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij beslissing van 20 augustus 2025 heeft de BSA-commissie, namens het Faculteitsbestuur, een bindend negatief studieadvies aan [appellante] gegeven. Bij beslissing van 15 oktober 2025 heeft het college van beroep voor de examens van de Vrije Universiteit Amsterdam het daartegen door [appellante] ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellante] is in het studiejaar 2024-2025 begonnen met de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Bij beslissing van 20 augustus 2025 heeft [appellante] een BNSA gekregen, omdat zij 24 studiepunten van het propedeutisch jaar heeft gehaald en daarmee niet heeft voldaan aan de studievoortgangsnorm van 42 studiepunten.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken

202505487/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 10 december 10:15 uur gepubliceerd)

Bij beslissing van 28 augustus 2025 heeft het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam bepaald dat het instellingscollegegeld voor [appellant] € 15.800,00 bedraagt voor het studiejaar 2025-2026. Aan de beslissing heeft het CvB ten grondslag gelegd dat [appellant] in februari 2009 een bacheloropleiding heeft afgerond, waardoor hij niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 7.45a, eerste, tweede of zesde lid, gelezen in samenhang met artikel 7.46, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. [appellant] voldoet ook niet aan de voorwaarden om aanspraak te maken op het wettelijk collegegeld in verband met gelijktijdig gevolgde opleidingen. Ook is de overgangsregeling van artikel 21 van het Inschrijvingsbesluit Universiteit van Amsterdam 2025-2026 niet van toepassing, omdat [appellant] per 1 september 2025 de nominale duur van de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid plus één extra jaar heeft verbruikt. [appellant] staat dan immers voor het vijfde jaar voor deze opleiding ingeschreven. Het CvB heeft [appellant] op 12 november 2025 op zijn verzoek uitgeschreven per 30 september 2025. [appellant] betoogt in beroep dat het instellingscollegegeld onevenredig is.

Datum uitspraak
10 december 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken

BRS.24.000379

Bij besluit van 14 oktober 2024 heeft de minister betrokkene in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5910
Datum uitspraak
8 december 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000379

BRS.25.001035

Bij besluit van 26 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5893
Datum uitspraak
8 december 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001035

BRS.25.001038

Bij besluit van 28 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5895
Datum uitspraak
8 december 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001038

BRS.25.001040

Bij besluit van 23 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5896
Datum uitspraak
8 december 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001040

BRS.25.001281

Bij besluiten van 18 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5913
Datum uitspraak
8 december 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001281

BRS.25.001361

De minister van Asiel en Migratie heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 7 mei 2025 in zaak nr. NL25.10429.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5909
Datum uitspraak
8 december 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001361

BRS.25.002029 en BRS.25.002046

Bij besluit van 16 september 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5901
Datum uitspraak
8 december 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.002029 en BRS.25.002046

BRS.25.002105

Bij besluit van 24 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5905
Datum uitspraak
8 december 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.002105

202406352/3/V2

Bij besluit van 14 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5931
Datum uitspraak
5 december 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406352/3/V2

BRS.24.000376

Bij besluit van 7 oktober 2024 heeft de minister betrokkene in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5882
Datum uitspraak
5 december 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000376

BRS.25.001943

Bij besluit van 12 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie vastgesteld dat verzoeker geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5911
Datum uitspraak
5 december 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001943

BRS.25.001947

Bij besluit van 20 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5892
Datum uitspraak
5 december 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001947

BRS.25.002120

Bij besluit van 19 augustus 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5888
Datum uitspraak
5 december 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.002120

BRS.25.002148

Bij besluit van 11 september 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5889
Datum uitspraak
5 december 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.002148

BRS.25.002181

Bij besluit van 4 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5883
Datum uitspraak
5 december 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.002181

BRS.25.002186

Bij besluit van 2 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5884
Datum uitspraak
5 december 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.002186

BRS.25.002188

Bij besluit van 2 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5885
Datum uitspraak
5 december 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.002188

202402972/2/A3

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 2 april 2024 in zaak nr. 23/972. De minister van Financiën heeft de vertrouwelijke versie van een gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk. Het gaat om een besluit van 28 november 2022 over een inzageverzoek op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming van een minderjarig kind. Volgens de minister is [appellant] niet de wettelijke vertegenwoordiger van het minderjarige kind. Daarom heeft hij geen recht op inzage van de persoonsgegevens van dat kind. De bescherming van de rechten en vrijheden van het minderjarige kind wegen volgens de minister zwaarder dan het belang van [appellant] om kennisname van gegevens over dat kind.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5923
Datum uitspraak
5 december 2025
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202402972/2/A3

202303123/1/V1

Bij besluit van 10 januari 2022 heeft de staatsecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om betrokkene een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5899
Datum uitspraak
4 december 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202303123/1/V1

202307548/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5900
Datum uitspraak
4 december 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307548/1/V1

202504557/2/R2

Bij besluit van 19 januari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven aan Springplank040 een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen en het in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van het pand aan de Cyclamenstraat 1 voor de huisvesting van voormalige dak- en thuislozen. Het gaat om 19 zelfstandige wooneenheden. [verzoeker] woont aan de [locatie] op ongeveer 100 m afstand van het bouwplan. Hij is het niet eens met de verleende vergunning en heeft daartegen bezwaar gemaakt. Het college heeft zijn bezwaar bij het besluit van 20 maart 2024 niet-ontvankelijk verklaard, omdat [verzoeker] geen zicht heeft op het project en dit wat ruimtelijke uitstraling betreft volgens het college geen gevolgen van enige betekenis voor hem heeft. [verzoeker] heeft daartegen beroep ingesteld. Omdat [verzoeker] vreest voor een aantasting van zijn woon- en leefklimaat heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5898
Datum uitspraak
4 december 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202504557/2/R2

BRS.25.000817

Bij besluit van 18 juni 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5825
Datum uitspraak
4 december 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000817

BRS.25.002255

Bij besluiten van 24 september 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie de aanvragen van verzoekers om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5906
Datum uitspraak
4 december 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.002255

202503418/2/R2

Bij besluit van 17 april 2025 heeft de raad van de gemeente Hilvarenbeek het "Omgevingsplan eerste wijziging Biest-Houtakker" als wijziging van het omgevingsplan van de gemeente Hilvarenbeek vastgesteld. Het besluit betreft een verhuizing van regels van het bestemmingsplan "Kern Biest-Houtakker" naar het omgevingsplan van de gemeente Hilvarenbeek. [verzoeker A] en [verzoeker B] wonen aan de [locatie] in Biest-Houtakker. Naast hun perceel liggen gronden die in het bestemmingsplan "Kern Biest-Houtakker" de bestemmingen "Groen" en "Verkeer-Verblijfsgebied" hadden. Op deze gronden ligt een smalle, openbare weg, de Eekhof genaamd. Deze weg wordt gebruikt als één van de twee ontsluitingswegen voor de woonwijk die met het onherroepelijke bestemmingsplan "Beverakkers IV" mogelijk is gemaakt. Met het besluit tot wijziging is aan de gronden naast het perceel van [verzoeker A] en [verzoeker B] de functie "Openbaar gebied" toegekend. Deze functie maakt onder andere een weg voor gemotoriseerd verkeer mogelijk. [verzoeker A] en [verzoeker B] zijn het daar niet mee eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5834
Datum uitspraak
3 december 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202503418/2/R2

202505241/1/V1

Bij besluit van 4 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat appellant geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5835
Datum uitspraak
3 december 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202505241/1/V1

BRS.25.001041

Bij besluit van 9 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5819
Datum uitspraak
3 december 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001041

BRS.25.001706

Bij besluit van 9 oktober 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5818
Datum uitspraak
3 december 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001706

BRS.25.001725

Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:5808
Datum uitspraak
3 december 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.001725
12...1.221volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon