Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.294
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202203483/1/A2

Bij besluit van 18 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan Silverstone een vergunning verleend voor het omzetten van de zelfstandige woonruimte aan de [locatie] te Den Haag in onzelfstandige woonruimte voor zes personen. Silverstone is mede-eigenaar van het pand aan de [locatie] te Den Haag. Silverstone heeft een vergunning aangevraagd om de woning om te zetten in onzelfstandige woonruimte voor zes personen. Op grond van de Huisvestingsverordening Den Haag 2019, zoals deze gold van 24 december 2020 tot en met 31 mei 2021, mogen zelfstandige woonruimten in alle wijken van Den Haag niet worden omgezet in onzelfstandige woonruimte voor vier of meer personen zonder vergunning van het college. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gemeenteraad voldoende heeft aangetoond dat er in de gemeente Den Haag zodanige schaarste bestaat aan zelfstandige koopwoningen in het goedkope en middensegment dat de vergunningplicht voor deze segmenten een noodzakelijk en geschikt middel is om de onevenwichtige en onevenredige effecten van deze schaarste te bestrijden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5122
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202203483/1/A2

202203484/1/A2

Bij besluit van 23 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [rechtsvoorganger] van [wederpartij A] en [wederpartij B], een vergunning verleend voor het omzetten van de zelfstandige woonruimte aan de [locatie] te Den Haag in onzelfstandige woonruimte voor zes personen. [wederpartij A] en [wederpartij B] zijn eigenaar van het pand aan de [locatie] te Den Haag. [wederpartij A] en [wederpartij B] hebben een vergunning aangevraagd om de woning om te zetten in onzelfstandige woonruimte voor zes personen. Op grond van de Huisvestingsverordening Den Haag 2019 mogen zelfstandige woonruimten in alle wijken van Den Haag niet worden omgezet in onzelfstandige woonruimte voor vier of meer personen zonder vergunning van het college. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gemeenteraad voldoende heeft aangetoond dat er in de gemeente Den Haag zodanige schaarste bestaat aan zelfstandige koopwoningen in het goedkope en middensegment dat de vergunningplicht voor deze segmenten een noodzakelijk en geschikt middel is om de onevenwichtige en onevenredige effecten van deze schaarste te bestrijden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5119
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202203484/1/A2

202203884/1/R1

Bij besluit van 3 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn de stichting gelast het gebruik van het gebouw Condorweg 1 te Apeldoorn, anders dan het gebruik voor activiteiten die een relatie hebben met een kerkelijk centrum, te staken en gestaakt te houden, onder oplegging van een dwangsom van € 25.000,00 per keer dat een overtreding wordt geconstateerd, met een maximum van € 150.000,00. Op 11 juni 2021 heeft een toezichthouder van de gemeente geconstateerd dat in het gebouw op het perceel een meerdaagse cursus werd gehouden. Op 4 oktober 2021 is geconstateerd dat in het gebouw televisie-opnames werden gemaakt en er een cursus werd georganiseerd. Op 21 oktober 2021 is vervolgens opnieuw geconstateerd dat er in het gebouw een cursus werd gehouden. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat voornoemde activiteiten op het perceel in strijd zijn met het bestemmingsplan en heeft de stichting gelast het gebruik van het perceel anders dan het gebruik voor activiteiten die een relatie hebben met een kerkelijk centrum te staken en gestaakt te houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5138
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202203884/1/R1

202204625/1/R4

Bij besluit van 29 september 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn aan [wederpartij] een last onder dwangsom opgelegd om het aantal zelfstandige wooneenheden in het pand aan de [locatie 1] in Apeldoorn terug te brengen naar één en de kamergewijze verhuur te beëindigen en beëindigd te houden. [wederpartij] is eigenaar van de percelen aan de [locatie 1] en het [locatie 2] in Apeldoorn. De percelen grenzen aan elkaar en er staat één gebouw op. Op de percelen ligt de bestemming "Wonen" en het gebouw heeft de bouwaanduiding "twee-aaneen". [wederpartij] heeft in 2020 een conceptaanvraag gedaan voor het splitsen van het gebouw in zelfstandige wooneenheden. Kort daarna heeft het college aan [wederpartij] meegedeeld dat een eventuele omgevingsvergunningaanvraag afgewezen zou worden. Een toezichthouder van de gemeente heeft geconstateerd dat de [locatie 1] is opgedeeld in zes appartementen met elk een eigen keuken en sanitaire voorzieningen. Volgens het college is hiervoor een omgevingsvergunning voor bouwen nodig en is dit in strijd met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5134
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202204625/1/R4

202205246/1/R3

Bij besluit van 30 juni 2022 heeft de raad van de gemeente Katwijk het bestemmingsplan "Woongebied Valkenhorst" vastgesteld. Het plangebied ligt in de gemeente Katwijk, tussen Katwijk, Leiden en Wassenaar. Het gebied is zo’n 475 ha groot. Het grootste gedeelte van het plangebied werd vroeger gebruikt voor het Marinevliegkamp Valkenburg. Deze vliegbasis is in 2006 gesloten. Het plan beoogt het mogelijk te maken dat deze gronden worden getransformeerd naar een internationaal georiënteerd woon-, werk- en recreatiegebied. In totaal wordt de ontwikkeling van maximaal 5.600 woningen in combinatie met de ontwikkeling van bedrijfslocaties en diverse voorzieningen mogelijk gemaakt. Gemeente Wassenaar, SVG en VVW betogen dat bij het opstellen van het milieueffectrapport ten onrechte niet alle ontwikkelingen in ogenschouw zijn genomen die met de verwezenlijking van Valkenhorst samenhangen. Gemeente Wassenaar betoogt dat in het MER niet de redelijkerwijs in beschouwing te nemen alternatieven zijn onderzocht. Zo is niet onderzocht of er in het gebied ook minder woningbouw kan worden verwezenlijkt, of dat de woningbouw anders over de verschillende deelgebieden wordt verspreid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5127
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202205246/1/R3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202205246/1/R3

202205333/1/R3

Bij besluit van 12 juli 2022 heeft de raad van de gemeente Twenterand het bestemmingsplan "Vriezenveen Lintbebouwing en Centrumgebied PH Hammerweg 111" vastgesteld. Het plan voorziet in een wijziging van de bestemming van het perceel aan de Hammerweg 111 in Vriezenveen, waar Zorgboerderij De Koningshoeve gevestigd is. Deze zorgboerderij biedt dagbesteding en woonbegeleiding aan voor mensen met een hulpvraag. Het perceel krijgt grotendeels de bestemming "Maatschappelijk". De exploitatie van de zorgboerderij op een deel van het perceel was ook al mogelijk onder deze vorige plannen, maar met het nieuwe plan wordt deze mogelijkheid uitgebreid naar een groter deel van het perceel. Daarnaast maakt het plan de bouw van een overdekte binnenbak voor paarden op het perceel mogelijk ter vervanging van de bestaande buitenbak. [appellant] en anderen zijn de eigenaren van vier percelen die naast het perceel liggen. Zij zijn voornemens op deze percelen woningen te bouwen. Zij zijn het niet eens met het bestemmingsplan, omdat zij vinden dat er te veel vee kan worden gehouden en te veel activiteiten kunnen worden georganiseerd ter plaatse van het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5137
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak202205333/1/R3

202207012/1/R3

Bij besluit van 16 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leiden de aanvraag van [appellant] om een omgevingsvergunning voor het vervangen van de kozijnen van de woning aan de [locatie 1] te Leiden afgewezen. De woning van [appellant] is een beeldbepalend pand, gebouwd in 1915, en daarmee onderdeel van het beschermd stadsgezicht van Leiden. Dit betekent dat niet zomaar aanpassingen aan de buitenkant van de woning mogen worden gemaakt. Op 6 september 2019 heeft [appellant] daarom een aanvraag gedaan voor een omgevingsvergunning voor het vervangen van de kozijnen en ruiten van de woning. Het college heeft zich bij haar besluit om geen gebruik te maken van de afwijkingsbevoegdheid gebaseerd op het advies van Erfgoed Leiden & Omstreken. Het advies van ELO van 24 augustus 2019 was negatief, aangezien verlening van de omgevingsvergunning zou leiden tot een wijziging van het gevelbeeld en historische straatbeeld. [appellant] heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Hierna heeft op 8 januari 2020 een informeel overleg plaatsgevonden tussen het college en [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5116
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202207012/1/R3

202207132/1/R1

Bij besluit van 6 oktober 2022 heeft de raad van de gemeente Heumen het bestemmingsplan "Buitengebied, recreatiecentrum Heumens Bos" vastgesteld. Het recreatiecentrum Heumens Bos ligt aan de Vosseneindseweg 46 in Heumen. Het plan voorziet in het realiseren van een nieuwe verkeersveilige verkeersontsluiting en vervangende nieuwbouw van het centrale faciliteitengebouw op de gronden ten westen van het bestaande recreatiecentrum. In het nieuwe centrale faciliteitengebouw komen op de verdieping ook hotelkamers waardoor het recreatieaanbod van het recreatiecentrum wordt verbreed. Vanwege de wens om één eenduidige planologische regeling voor het gehele recreatiecentrum te hebben, is ook het bestaande terrein van het recreatiecentrum meegenomen in dit plan. Inhoudelijk worden geen significante wijzigingen beoogd. [appellant] woont aan de [locatie] in Heumen direct naast het plangebied. In 2012 heeft hij het in het vorige bestemmingsplan "Buitengebied Heumen 2009" als agrarisch bestemde kadastrale perceel met nummer 809 verkocht aan Recla Beheer, eigenaar van het recreatiecentrum. Volgens hem is het perceel verkocht onder de voorwaarde dat daar geen recreatie mocht plaatsvinden en is het plan daarmee dus niet in overeenstemming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5091
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202207132/1/R1

202300675/1/A2

Bij besluit van 4 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [wederpartij] een vergunning verleend voor het omzetten van de zelfstandige woonruimte aan de [locatie] te Den Haag in onzelfstandige woonruimte voor zes personen. [wederpartij] is eigenaar van het pand aan de [locatie] te Den Haag. Hij heeft een vergunning aangevraagd om de woning om te zetten in onzelfstandige woonruimte voor zes personen. Op grond van de Huisvestingsverordening Den Haag 2019, zoals deze gold van 24 december 2020 tot en met 31 mei 2021, mogen zelfstandige woonruimten in alle wijken van Den Haag niet worden omgezet in onzelfstandige woonruimte voor vier of meer personen zonder vergunning van het college. De rechtbank heeft, in verwijzing naar de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 26 april 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:4109, geoordeeld dat de gemeenteraad niet heeft aangetoond dat het noodzakelijk is om in te grijpen in het hogere segment koopwoningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5123
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202300675/1/A2

202300683/1/A2

Bij besluit van 1 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [appellant] om een vergunning voor het omzetten van de zelfstandige woonruimte aan [locatie] te Den Haag in onzelfstandige woonruimte voor zes personen afgewezen. [appellant] is eigenaar van het pand [locatie] te Den Haag. Hij heeft een vergunning aangevraagd om de woning om te zetten in onzelfstandige woonruimte voor zes personen. Op grond van de Huisvestingsverordening Den Haag 2019, zoals deze gold van 24 december 2020 tot en met 31 mei 2021, mogen zelfstandige woonruimten in alle wijken van Den Haag niet worden omgezet in onzelfstandige woonruimte voor vier of meer personen zonder vergunning van het college. De rechtbank heeft artikel 5:1, in samenhang met artikel 5:2, aanhef en onder b, van de Hv 2019 exceptief getoetst. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gemeenteraad een vergunningplicht voor omzetting voor de hele gemeente in de Hv 2019 mocht opnemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5117
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202300683/1/A2

202301342/1/A2

Bij besluit van 30 mei 2022 heeft de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs de aanvraag van de SNIS om bekostiging van een bijzondere scholengemeenschap voor mavo, havo en vwo, afgewezen. De Inspectie van het Onderwijs heeft op 4 april 2022 advies uitgebracht aan de minister over de aanvraag. De inspectie heeft geadviseerd om de aanvraag af te wijzen, omdat niet wordt voldaan aan twee van de zes deugdelijkheidseisen, namelijk de eisen ten aanzien van het burgerschapsonderwijs en de extra ondersteuning voor leerlingen. De inspectie heeft geconcludeerd dat de passages in de aanvraag over het burgerschapsonderwijs vooral herhalingen of parafraseringen van de wettelijke opdracht zijn, die niet aangeven hoe de school dit wil uitwerken in concrete leerdoelen, met aandacht voor aspecten als kennis, houdingen en vaardigheden. De aanvraag en het gesprek daarover met de SNIS zijn wel overtuigend wat betreft haar intenties voor het burgerschapsonderwijs. Verder beschrijft de SNIS niet welke voorzieningen zij zal bieden aan leerlingen die extra ondersteuning behoeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5049
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202301342/1/A2

202301520/1/A3

Bij besluit van 6 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Boekel beslist op het verzoek in de zin van artikel 3 van de toenmalige Wet openbaarheid van bestuur van Coop Vastgoed B.V. Het college heeft daarbij het verzoek afgewezen. Bij besluit van 25 maart 2022 heeft het college het door Coop Vastgoed B.V. daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Tegen dit besluit heeft Coop Vastgoed B.V. beroep ingesteld. Coop Vastgoed B.V. heeft het beroep ingetrokken en de rechtbank verzocht om het college krachtens artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb te veroordelen tot vergoeding van de bij haar opgekomen proceskosten. Het college voert in hoger beroep aan dat de rechtbank hem ten onrechte op grond van artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb heeft veroordeeld in de vergoeding van de bij Coop Vastgoed B.V. opgekomen proceskosten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5113
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202301520/1/A3

202301774/1/A2

Bij besluit van 30 mei 2022 heeft de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs de aanvraag van de SIC om bekostiging van een bijzondere scholengemeenschap voor mavo, havo en vwo, afgewezen. De Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) heeft op 7 april 2022 advies uitgebracht aan de minister over de aanvraag. De inspectie heeft geadviseerd om de aanvraag af te wijzen, omdat het verzoek niet voldoet aan één van de zes deugdelijkheidseisen, namelijk de deugdelijkheidseis ten aanzien van het burgerschapsonderwijs. De inspectie heeft geconcludeerd dat de SIC in de aanvraag geen concrete leerdoelen voor het burgerschapsonderwijs heeft opgenomen. Het is daarom niet duidelijk in hoeverre en hoe de SIC doelgericht en samenhangend aandacht zal besteden aan de wettelijke opdracht tot bevordering van basiswaarden en de sociale en maatschappelijke competenties die daarbij van belang zijn. Onder verwijzing naar het advies heeft de minister de aanvraag afgewezen, omdat die niet voldoet aan de verplichtingen zoals genoemd in artikel 67a, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wet op het voortgezet onderwijs.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5034
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202301774/1/A2

202301945/1/A3

Bij brief van 4 februari 2021 heeft de commissie aan [appellant] meegedeeld dat de ingebrekestelling ten aanzien van het niet tijdig nemen van een beslissing op zijn verzoek om informatie, niet in behandeling wordt genomen. De commissie heeft in een bezwaarprocedure over een handhavingsverzoek, waarin [appellant] belanghebbende was, advies gegeven. [appellant] heeft bij brief van 7 december 2020, onder verwijzing naar de Wet openbaarheid van bestuur, de commissie verzocht alle door de gemeente in die zaak aangeleverde documenten en een kopie van de audio-opname van de hoorzitting, te verstrekken. [appellant] heeft op 6 januari 2021 de commissie in gebreke gesteld wegens het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek. De rechtbank heeft geoordeeld dat de commissie de ingebrekestelling terecht niet in behandeling heeft genomen, omdat het verzoek van [appellant] van 7 december 2020 niet is aan te merken als een Wob-verzoek en daarmee geen aanvraag is, in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5096
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202301945/1/A3

202302021/1/R1

Bij besluit van 2 februari 2023 heeft de raad van de gemeente Aalsmeer het bestemmingsplan "Oosteinderweg 2020" gewijzigd vastgesteld. Het bestreden plan maakt het mogelijk om op het zuidelijke deel van het perceel aan de Oosteinderweg 66 in Aalsmeer ter plaatse van de functieaanduiding "specifieke vorm van agrarisch - dierenopvang" een dierenopvang te exploiteren. Op het zuidelijke deel van het perceel rust de bestemming "Agrarisch - Tuinbouw". De functieaanduiding beslaat, op een strook van 5 m aan de noordkant na, het gehele vlak met die bestemming. Eerder heeft de raad bij besluit van 4 maart 2021 het bestemmingsplan "Oosteinderweg 2020" vastgesteld, dat voorzag in dezelfde ontwikkeling. Het besluit tot vaststelling van dat bestemmingsplan is bij uitspraak van de Afdeling van 13 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2001, vernietigd voor zover het de functieaanduiding "specifieke vorm van agrarisch - dierenopvang" op het perceel betreft. De raad heeft met het voorliggende bestemmingsplan beoogd om het in die uitspraak geconstateerde gebrek te herstellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5115
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202302021/1/R1

202302221/1/R4 en 202302222/1/R4

Bij besluit van 7 november 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht hogere waarden op grond van de Wet geluidhinder vastgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan "Lombokplein Lombok". Het doel van het bestemmingsplan is de herstructurering en herinrichting van de Graadt van Roggenweg en het Westplein, het doortrekken van de Leidse Rijn, de aanleg van meer groen, de aanleg van drie nieuwe bruggen en het toevoegen van drie nieuwe bouwblokken voor maximaal 400 woningen en gemengde functies. Daarnaast maakt dit bestemmingsplan ter hoogte van de HOV-baan bij het hotel van Park Plaza zowel een gelijkvloerse kruising als een ongelijkvloerse kruising mogelijk. Het hotel van Park Plaza staat in het plangebied. De huidige ontsluiting van het hotel zal als gevolg van de voorgenomen herinrichting van het Westplein wijzigen. Voor de nieuwe ontsluiting van het hotel, verslaafdenopvang De Stek en een deel van het Smakkelaarsveld aan de andere zijde van het spoor, maakt het plan drie varianten mogelijk. Naast de gelijkvloerse voorkeursvariant voorziet het plan in twee andere, ongelijkvloerse alternatieve varianten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5099
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202302221/1/R4 en 202302222/1/R4

202302610/1/A3

Bij besluit van 31 januari 2022 heeft de minister voor Rechtsbescherming, op grond van artikel 18, eerste lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en artikel 51b, tweede lid, van de Wjsg, beslist op een verzoek om inzage van [appellant A]. Er loopt een strafprocedure tegen [appellant A]. In die procedure is onder meer een rapportage over zijn persoonlijkheid opgemaakt. [appellant A] wil die rapportage en een aantal bijbehorende stukken inzien. Volgens hem bevatten de stukken niet de juiste informatie. In hoger beroep gaat het voornamelijk nog om het zogenoemde feedbackformulier. In geschil is of het feedbackformulier persoonsgegevens bevat. Volgens de rechtbank is dat niet het geval. [appellant A] is het daar niet mee eens. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het besluit van 31 augustus 2022 vernietigd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het feedbackformulier geen persoonsgegevens bevat. De minister hoefde [appellant A] daarom geen inzage in dit formulier te geven. Gelet hierop heeft de rechtbank bepaald dat de rechtsgevolgen wat betreft het feedbackformulier in stand blijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5092
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202302610/1/A3

202302845/1/A2

Bij besluit van 9 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Losser de Hogeboekelweg, tussen de Zoekerweg en de Lonneker Markeweg, en de Strokappenweg, tussen de Hogeboekelweg en de gemeentegrens met Enschede, verboden verklaard voor alle motorvoertuigen, uitgezonderd voor aanwonenden en voor de exploitatie van aanliggende percelen. Het college heeft eveneens besloten op de Bredelweg, ter hoogte van de aansluiting op de Kennebroeksweg, een bord met een vooraanduiding van de geslotenverklaring te plaatsen. [appellante] exploiteert een melkveehouderij aan de [locatie 1] in Losser. Op een andere locatie, aan de [locatie 2] in Enschede, liggen twee landbouwpercelen van hem. Deze percelen zijn onder andere via de Hogeboekelweg bereikbaar. De Hogeboekelweg is een verbindingsweg tussen Losser en Enschede. Volgens het college rijden automobilisten op de Hogeboekelweg harder dan is toegestaan en is de weg redelijk smal, waardoor conflicten tussen motorvoertuigen en fietsers ontstaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5133
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202302845/1/A2

202302846/1/A2

Bij besluit van 9 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Losser de Hogeboekelweg, tussen de Zoekerweg en de Lonneker Markeweg, en de Strokappenweg, tussen de Hogeboekelweg en de gemeentegrens met Enschede, verboden verklaard voor alle motorvoertuigen, uitgezonderd voor aanwonenden en voor de exploitatie van aanliggende percelen. Het college heeft eveneens besloten op de Bredelweg, ter hoogte van de aansluiting op de Kennebroeksweg, een bord met een vooraanduiding van de geslotenverklaring te plaatsen. De zorgboerderij is gevestigd aan de [locatie] in Losser. De Hogeboekelweg is een verbindingsweg tussen Losser en Enschede. Volgens het college rijden automobilisten op de Hogeboekelweg harder dan is toegestaan en is de weg redelijk smal, waardoor conflicten tussen motorvoertuigen en fietsers ontstaan. Daarnaast is het smalle wegprofiel van de Hogeboekelweg volgens het college niet geschikt om dienst te doen als doorgaande route voor gemotoriseerd verkeer. Daarom heeft het college de verkeersbesluiten genomen. De zorgboerderij ligt net buiten het deel van de weg waarvoor de geslotenverklaring voor gemotoriseerd verkeer geldt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5131
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202302846/1/A2

202302863/1/A2

Bij besluit van 9 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Losser de Hogeboekelweg, tussen de Zoekerweg en de Lonneker Markeweg, en de Strokappenweg, tussen de Hogeboekelweg en de gemeentegrens met Enschede, verboden verklaard voor alle motorvoertuigen, uitgezonderd voor aanwonenden en voor de exploitatie van aanliggende percelen. Het college heeft eveneens besloten op de Bredelweg, ter hoogte van de aansluiting op de Kennebroeksweg, een bord met een vooraanduiding van de geslotenverklaring te plaatsen. [appellante] exploiteert een melkveehouderij aan de [locatie] in Losser. De Hogeboekelweg is een verbindingsweg tussen Losser en Enschede. Volgens het college rijden automobilisten op de Hogeboekelweg harder dan is toegestaan en is de weg redelijk smal, waardoor conflicten tussen motorvoertuigen en fietsers ontstaan. Daarnaast is het smalle wegprofiel van de Hogeboekelweg volgens het college niet geschikt om dienst te doen als doorgaande route voor gemotoriseerd verkeer. Daarom heeft het college de verkeersbesluiten genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5132
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202302863/1/A2

202302889/1/A2

Bij besluit van 9 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Losser de Hogeboekelweg, tussen de Zoekerweg en de Lonneker Markeweg, en de Strokappenweg, tussen de Hogeboekelweg en de gemeentegrens met Enschede, verboden verklaard voor alle motorvoertuigen, uitgezonderd voor aanwonenden en voor de exploitatie van aanliggende percelen. Het college heeft eveneens besloten op de Bredelweg, ter hoogte van de aansluiting op de Kennebroeksweg, een bord met een vooraanduiding van de geslotenverklaring te plaatsen. De Hogeboekelweg is een verbindingsweg tussen Losser en Enschede. Volgens het college rijden automobilisten op de Hogeboekelweg harder dan is toegestaan en is de weg redelijk smal, waardoor conflicten tussen motorvoertuigen en fietsers ontstaan. Daarnaast is het smalle wegprofiel van de Hogeboekelweg volgens het college niet geschikt om dienst te doen als doorgaande route voor gemotoriseerd verkeer. Daarom heeft het college de verkeersbesluiten genomen. [appellant] e.a. wonen aan de Hogeboekelweg of aan de Strokappenweg. Sommige appellanten hebben percelen die buiten de gesloten verklaarde zone liggen en andere appellanten hebben percelen die binnen die zone liggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5130
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202302889/1/A2

202303323/1/A3

Bij besluit van 19 januari 2022 heeft de korpschef van politie een verzoek van [appellant] om inzage op grond van artikel 25 van de Wet politiegegevens toegewezen. Bij besluit van 28 juni 2022 heeft de korpschef het besluit van 19 januari 2022 gedeeltelijk ingetrokken en vervangen door dit besluit. [appellant] heeft de korpschef op grond van artikel 25 van de Wpg verzocht om inzage in over hem verwerkte politiegegevens. In het besluit van 19 januari 2022 heeft de korpschef dit verzoek gedeeltelijk toegewezen. In drie van de veertien documenten heeft de korpschef geen inzage verleend. Bij het besluit van 28 juni 2022 heeft de korpschef het besluit van 19 januari 2022 gedeeltelijk ingetrokken en besloten dat [appellant] alsnog gedeeltelijk inzage krijgt in twee van de drie documenten en in één document gehele inzage. Op de zitting bij de rechtbank heeft [appellant] zijn beroep beperkt tot vijf documenten. Daarbij heeft hij opgemerkt dat het hem niet te doen is om de namen van de verbalisanten die erin staan, maar alleen om controle van de weggelakte passages. Hij wil weten of deze inderdaad niet op hem zien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5090
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Politiegegevens
  • uitspraakin de zaak202303323/1/A3

202303508/1/A2

Bij besluit van 3 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Deurne de aanvraag van [partijen] om tegemoetkoming in planschade afgewezen. [partijen] is sinds 4 januari 1979 eigenaar van het perceel met opstallen aan de [locatie] in Deurne. Op 8 juli 2017 hebben provinciale staten van Noord-Brabant de Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017, vastgesteld. Deze verordening is in werking getreden op 15 juli 2017. Uit artikel 26.1, tweede lid, van de verordening volgt dat een gemeenteraad in een bestemmingsplan moet vastleggen dat de uitbreiding van een hokdierhouderij in een stalderingsgebied (een door de provincie aangewezen gebied) alleen is toegestaan als bewijs is overgelegd dat in het stalderingsgebied een bestaand deel van een hokdierverblijf is gesaneerd en de oppervlakte van de sanering 110% bedraagt van de oppervlakte die is gemoeid met de uitbreiding van het nieuwe hokdierverblijf. Tot het tijdstip dat een bestemmingsplan in overeenstemming is met artikel 26.1, tweede lid, van de verordening, geldt de stalderingsregeling, zoals bedoeld in artikel 35, derde lid, van de verordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5104
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202303508/1/A2

202303684/1/R1

Bij brief van 13 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen aan [appellant sub 2] naar aanleiding van haar aanvraag om een omgevingsvergunning medegedeeld dat zij vergunningvrij een dakkapel op haar woning kan plaatsen. [appellant sub 2] woont in het appartement aan [locatie 1] in Amstelveen. Zij heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het vervangen van de dakkapel op haar woning door een grotere dakkapel. De dakkapel is voorzien aan de voorzijde van haar woning en is zichtbaar vanaf de openbare weg. Het college heeft naar aanleiding van de aanvraag van [appellant sub 2] medegedeeld dat voor de dakkapel geen omgevingsvergunning nodig is. Ook heeft het college haar te kennen gegeven dat nog leges moeten worden betaald voor de behandeling van haar aanvraag. [appellant sub 1] woont in [woonplaats] en is eigenaar van het appartement aan de [locatie 2] in Amstelveen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5129
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202303684/1/R1

202304202/1/A2

Bij besluit van 23 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer de aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. Op 9 februari 2017 is het bestemmingsplan Nieuw Calslagen 2016 vastgesteld. Het bestemmingsplan is in werking getreden op 10 mei 2017 en onherroepelijk geworden op 13 september 2017. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van maximaal 15 woningen in een direct ten oosten van het perceel gelegen gebied. Op 30 april 2020 heeft [appellant] een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade ingediend. Hij heeft aangevoerd dat hij inkomensderving heeft geleden, omdat hij, als gevolg van de komst van de 15 woningen op korte afstand van het perceel, het perceel niet (meer) overeenkomstig de daarop rustende bestemming als jachthaven kan (gaan) exploiteren. De exploitatie van de jachthaven is feitelijk onmogelijk gemaakt. De rechtbank heeft overwogen dat het bij planschade alleen gaat om schade vanwege rechtmatig overheidshandelen en dus niet om de schade die voortvloeit uit ander handelen van de overheid, ook al zou dat handelen onrechtmatig zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5097
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202304202/1/A2

202304257/1/A3

Bij besluit van 19 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag een last onder dwangsom aan [bedrijf] opgelegd vanwege overtreding van artikel 5:2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag. Op 6 december 2019 heeft [bedrijf] verzocht om ontheffing van het in artikel 5.2 van de APV gestelde verbod. De aanvraag ziet op de locatie Dekkershoek ter hoogte van [locatie], waar het bedrijfspand van [bedrijf] is gevestigd. Het tegen de daarop genomen besluiten van 19 april 2019 en 22 mei 2020 ingediende bezwaar is door het college bij besluit van 5 januari 2021 ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 16 maart 2022 heeft de rechtbank het door [bedrijf] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 5 januari 2021 vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen van dat besluit in stand blijven. Bij uitspraak van 22 maart 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:1168) heeft de Afdeling deze uitspraak vernietigd voor zover daarbij de rechtsgevolgen van het besluit op bezwaar, voor zover dat ziet op de afwijzing van het verzoek om ontheffing, in stand zijn gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5106
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202304257/1/A3

202304850/1/A3

Bij besluit van 31 januari 2022 heeft de minister van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellant] om inzage gedeeltelijk toegewezen. [appellant] heeft op 16 oktober 2021 de minister verzocht om inzage in verwerkte persoonsgegevens over zijn detentie in de Penitentiaire Inrichting Lelystad en Nieuwegein, specifiek in het penitentiair dossier over de periode van 25 oktober 2021 tot en met 20 januari 2022 en het inrichtingsdossier van de PI Lelystad en de PI Nieuwegein. Op 31 januari 2022 heeft de minister het verzoek van [appellant] gedeeltelijk toegewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de beroepsgrond van [appellant] over het inrichtingsdossier niet slaagt. De minister heeft toegelicht dat zes maanden na afloop van de detentie het inrichtingsdossier op grond van artikel 39, vierde lid, van de Penitentiaire maatregel wordt vernietigd. Zowel de detentie in Lelystad als de detentie in Nieuwegein waren geëindigd langer dan zes maanden vóór de zitting bij de rechtbank, daarom heeft de rechtbank het niet ongeloofwaardig geacht dat de dossiers niet meer bestaan. [appellant] kan om die reden geen inzage meer krijgen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5089
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202304850/1/A3

202305079/1/R1

Bij besluit van 27 juni 2023 heeft de raad van de gemeente Nederweert het bestemmingsplan "Kreijel 1 Ospel" vastgesteld. Het plan maakt de uitbreiding tot maximaal 17 camperstandplaatsen mogelijk van de campercamping op het perceel ten zuiden van de Kreijel en ten westen van de Waatskamp in Ospel. Dit plan kent aan de noordelijke helft van het plangebied de bestemming "Recreatie" toe. Op dat deel van het plangebied rusten ook de functieaanduidingen "specifieke vorm van groen - landelijke inpassing kreijel 1", "specifieke vorm van recreatie - campercamping" en "specifieke vorm van recreatie "camperstandplaatsen". Hier is naast 17 camperplaatsen ook een recreatieverblijf voor maximaal acht personen toegestaan. Ook zijn een bedrijfswoning, facilitaire voorzieningen en een watertappunt toegestaan. [appellant A] en [appellant B] wonen nabij het plangebied. Zij kunnen zich om verschillende redenen niet verenigen met het plan. [partij] is de initiatiefnemer van het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5114
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202305079/1/R1

202306172/1/R4

Bij besluit van 2 februari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 23 januari 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 23 januari 2023 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de [locatie 1] in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellante] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat zij niet degene is geweest die de doos naast de ORAC heeft gezet. [appellante] stelt dat de aangetroffen doos een cadeau bevatte dat zij had gegeven aan de zwangere dochter van een vriendin van haar. Zij stelt dat die dochter het cadeau in haar eigen woning aan de [locatie 2] heeft uitgepakt en de lege doos, samen met een andere doos van een ander cadeau, in haar bedrijfsauto heeft gelegd om later weg te gooien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5095
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202306172/1/R4

202306486/1/A2

Bij besluit van 24 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [appellant] een vergunning verleend voor het omzetten van de zelfstandige woonruimte aan [locatie] te Den Haag in onzelfstandige woonruimte voor vier personen. [appellant] is eigenaar van het pand [locatie] te Den Haag. Hij heeft een vergunning aangevraagd om de woning om te zetten in onzelfstandige woonruimte voor vier personen. Op grond van de Huisvestingsverordening Den Haag 2019, zoals deze gold van 24 december 2020 tot en met 31 mei 2021, (hierna: Hv 2019, versie 3) en van toepassing was ten tijde van het besluit van 1 april 2021, mogen zelfstandige woonruimten in alle wijken van Den Haag niet worden omgezet in onzelfstandige woonruimte voor vier of meer personen zonder vergunning van het college. Het college heeft bij besluit van 24 maart 2020 de gevraagde omzettingsvergunning verleend. Verschillende belanghebbenden hebben daartegen bezwaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5128
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202306486/1/A2

202306927/1/R1

Bij besluit van 21 september 2023 heeft de raad van de gemeente Roerdalen het bestemmingsplan "Het Brombemke te Sint Odiliënberg" vastgesteld. Het plan voorziet in woningbouw op een locatie aan de [locatie 1] in Sint Odiliënberg, waar voorheen een school en een kinderboerderij waren gevestigd. Het plan maakt de bouw van zestien levensloopbestendige twee-onder-één-kap woningen mogelijk. [appellant] woont aan de [locatie 2], zijn achtertuin grenst aan het plangebied. Hij kan zich niet verenigen met het plan. [appellant] voert in de eerste plaats aan dat de gemeente tekort is geschoten door de burgers niet tijdig te informeren over de plannen met dit gebied. Pas na het bekendmaken van het ontwerpplan konden omwonenden inbreng hebben. [appellant] keert zich verder tegen het feit dat het plan erin voorziet dat direct achter zijn tuin een geluidscherm van 2 m hoog wordt gerealiseerd. Zijn vrije uitzicht gaat daardoor volledig verloren. Hij begrijpt ook niet waarom daar een geluidscherm nodig is. De daarachter aan te leggen parkeerplaatsen zouden ook elders kunnen worden aangelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5098
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202306927/1/R1

202307590/1/R3

Bij besluit van 25 september 2023 heeft de raad van de gemeente Heerenveen het bestemmingsplan "Gentiaansingel K. Molweg Jubbega" vastgesteld. Bij besluit van 25 september 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Gentiaansingel en K. Molweg, Jubbega" vastgesteld. Dit bestemmingsplan voorziet voor de K. Molweg in de mogelijkheid om bestaande huurwoningen te vervangen door twee keer vier rijwoningen en één keer drie rijwoningen. [appellant] woont tegenover het plangebied en vreest in het bijzonder nadelige gevolgen van het bestemmingsplan voor de waterhuishouding in en rond het plangebied ter hoogte van de K. Molweg. Accolade is verhuurder van woningen in het plangebied en initiatiefnemer tot sloop en vervanging van deze woningen door nieuwbouw. [appellant] heeft zich op het standpunt gesteld dat de raad hem onvoldoende in de gelegenheid heeft gesteld om zijn zienswijze mondeling toe te lichten tijdens een commissievergadering. Op zijn verzoek om het horen door deze commissie uit te stellen heeft hij geen reactie ontvangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5093
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202307590/1/R3

202307656/1/V6

Bij besluit van 22 januari 2014, gehandhaafd bij besluit van 21 september 2017, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het Nederlanderschap van [wederpartij] ingetrokken. [wederpartij] verblijft sinds 21 januari 1999 in Nederland. In september 2006 heeft hij het Nederlanderschap verkregen. In januari 2014 heeft de staatssecretaris het Nederlanderschap van [wederpartij] ingetrokken op grond van artikel 14, eerste lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Volgens de staatssecretaris heeft [wederpartij] in de toelatings- en naturalisatieprocedure gezwegen over zijn rol bij de gebeurtenissen in Rwanda voorafgaand aan en tijdens de genocide in 1994, terwijl hij wist of in ieder geval redelijkerwijs kon vermoeden dat die informatie relevant was voor het verzoek om verlening van het Nederlanderschap. De staatssecretaris brengt [wederpartij] in verband met het aansturen en faciliteren van Hutu-milities en het voorbereiden van aanvallen op en het doden van en opdracht geven tot het doden van personen van Tutsi afkomst. De staatssecretaris heeft dit gebaseerd op informatie uit een artikel 1F-onderzoek van de unit 1F van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van 13 mei 2013.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5035
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202307656/1/V6

202307660/1/V1

Bij besluit van 27 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd en de aan hem verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken. De staatssecretaris heeft de vreemdeling ook opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd. De vreemdeling heeft de Rwandese nationaliteit en verblijft sinds 21 januari 1999 in Nederland. De minister heeft hem bij besluit van 19 oktober 2001 een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend. Daarna is deze vergunning omgezet in een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. Op 11 september 2006 heeft de vreemdeling het Nederlanderschap verkregen. De unit 1F van de Immigratie- en Naturalisatiedienst heeft naar aanleiding van publicaties in de Rwandese krant ‘The New Times’ en het Nederlandse dagblad ‘De Pers’ een onderzoek ingesteld naar de mogelijke betrokkenheid van de vreemdeling bij de genocide in Rwanda in 1994. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft hierin aanleiding gezien om het Nederlanderschap van de vreemdeling bij besluit van 22 januari 2014 in te trekken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5036
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307660/1/V1

202307949/1/R1

Bij besluit van 8 november 2023 heeft de raad van de gemeente Amstelveen het bestemmingsplan "Alsemlaan-Jasmijnlaan 2023" vastgesteld. Bij besluit van 14 november 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van 110 zorgwoningen, een zogenoemde respijtzorgvoorziening en een collectieve ruimte, met parkeergarage op de adressen Alsemlaan 2 tot en met 114 te Amstelveen. De woningen worden verdeeld over twee gebouwen. Daaronder is het mogelijk een parkeerkelder te realiseren met 88 plaatsen. De woningen zijn bestemd voor mensen met een zorgbehoefte of een zorgbehoefte in de toekomst. Het plangebied ligt in de woonwijk Westwijk Zuidoost en beslaat een perceel dat wordt doorsneden door een fietspad. [appellant] en anderen wonen nabij het plangebied. Zij kunnen zich om verschillende redenen niet verenigen met het plan en de omgevingsvergunning. De Heemraad B.V. is de uitvoerder van het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5112
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202307949/1/R1

202400862/1/V6

Bij besluit van 6 maart 2023 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een verzoek van appellanten om op enige wijze hun overkomst naar Nederland te faciliteren, afgewezen. Appellanten hebben de Afghaanse nationaliteit en verblijven in Afghanistan. Zij bestaan uit [appellant A], geboren op [geboortedatum] 1982, zijn echtgenote [appellant B], geboren op [geboortedatum] 1994, en hun zes kinderen. Op 29 december 2021 heeft [appellant A] zich gewend tot het ministerie van Defensie met een verzoek hem over te brengen naar Nederland. Op 28 februari 2023 heeft [appellant A] de minister van Buitenlandse Zaken gevraagd om hen vanuit Afghanistan naar Nederland over te brengen. [appellant A] stelt dat hij tussen 2007 en 2010 als bewaker van de ‘Afghan Security Guard’ werkzaam was voor de Nederlandse krijgsmacht in Uruzgan, Afghanistan. De minister heeft de aanvraag afgewezen, omdat [appellant A] niet valt onder de bij de brief van 11 oktober 2021 getroffen speciale voorziening (de Kamerbrief).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5111
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202400862/1/V6

202401154/1/R1

Bij besluit van 21 december 2023 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "’t Warderschip" vastgesteld. Het plan voorziet in de herontwikkeling van het bestaande gebouw ’t Warderschip op het Buikslotermeerplein in Amsterdam. Het plan maakt herontwikkeling van de bestaande onderste twee bouwlagen mogelijk, en voorziet daarnaast in het toevoegen van een woontoren van maximaal 70 m hoog ter plaatse van de te slopen westelijke punt van het gebouw. [appellant sub 1] woont op de derde bouwlaag van het bestaande en te handhaven deel van 't Warderschip. [appellant sub 2] is architect en woont elders in Amsterdam-Noord. Zij kunnen zich beiden niet verenigen met het plan. [appellant sub 1] stelt dat het plan tot een ernstige verstoring van zijn privacy en rust zal leiden. Volgens hem zal het leiden tot vermindering van daglicht, toename van inkijk, parkeeroverlast en geluidoverlast en veel stof. Hij vreest dat de geluidhinder vanwege de bouw ertoe zal leiden dat hij tijdelijk elders zal moeten verblijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5094
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202401154/1/R1

202401831/1/A2

Bij besluit van 25 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zundert een verzoek van [appellant] om nadeelcompensatie afgewezen. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie] in Zundert. Bij brief van 23 maart 2020 heeft hij het college verzocht om vergoeding van schade die hij in de vorm van waardevermindering van de woning heeft geleden door een verkeersbesluit van 24 april 2018 ten behoeve van het realiseren van bushaltes in de [locatie] op korte afstand van de woning. De plaatselijke OV-exploitant verzorgt hier bijna dagelijks vanaf 6:00 uur in de ochtend tot 23:00 uur in de avond het openbaar vervoer. Volgens [appellant] heeft de plaatsing van de haltes geleid tot een aanzienlijke bedrijvigheid voor de woning en wordt het omgevingsgeluid gedomineerd door optrekken en afremmen van bussen. Het college heeft voor het op het verzoek van [appellant] te nemen besluit advies gevraagd aan de SAOZ.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5103
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202401831/1/A2

202402956/1/A2

Bij besluit van 13 september 2023 heeft Sociale Banken Nederland de aanvraag van [appellante] om terugbetaling van een afgeloste schuld van € 10.706,- aan Data Entry Services Suriname afgewezen. [appellante] is aangemerkt als gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire. Zij heeft het compensatiebedrag dat zij om deze reden van de Belastingdienst/Toeslagen heeft ontvangen gebruikt om een schuld van € 10.706,- aan Data Entry Services Suriname af te lossen, die volgens haar verband houdt met de organisatie van de uitvaart van haar broer in Suriname. De minister heeft het verzoek van [appellante] om terugbetaling van dit bedrag afgewezen, omdat het volgens hem een zogenoemde informele private schuld betreft. [appellante] heeft het bestaan van de schuld niet onderbouwd met een notariële akte of een rechterlijke uitspraak, zodat deze volgens de minister niet in aanmerking komt voor terugbetaling op grond van de artikelen 4.3. en 4.1. van de Wet hersteloperatie toeslagen. [appellante] is het hier niet mee eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5100
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202402956/1/A2

202403577/1/A2

Bij besluiten van 1 mei 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag [appellanten] geschrapt uit het Nederlandse kiezersregister voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement van 6 juni 2024. Aan de besluiten van 1 mei 2024 heeft het college ten grondslag gelegd dat [appellanten] bij de gemeente Den Haag voor de aankomende verkiezing van de leden van het Europees Parlement zijn geregistreerd als kiezer buiten Nederland, dat [appellanten] volgens informatie van de Portugese autoriteiten ook in Portugal als kiezer voor deze verkiezing zijn geregistreerd en dat het niet is toegestaan om twee keer te stemmen. Verder is in deze besluiten vermeld dat [appellanten] nog wel hun stem kunnen uitbrengen in Portugal en dat zij als kiezer buiten Nederland geregistreerd blijven voor toekomstige verkiezingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5102
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202403577/1/A2

202404974/1/R4

Bij besluit van 18 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Rozendaal het bestemmingsplan "Pinkenberg" vastgesteld. Het plan voorziet in een productiegebouw voor drinkwater met bijbehorende voorzieningen op de gronden tussen de Pinkenbergseweg en de Kluizenaarsweg in Rozendaal. Drinkwaterbedrijf Vitens is eigenaar van de gronden, die op grond van het vorige plan al de enkelbestemming "Waterwingebied" hadden. In het plangebied bevindt zich een boerderij met schuur die samen zijn aangewezen als rijksmonument. Het nieuwe bestemmingsplan komt erop neer dat er op ongeveer 7 m ten zuiden van het rijksmonument een bouwvlak is opgenomen voor waterwinvoorzieningen. [appellant] woont aan de [locatie], op korte afstand van het plangebied. Hij vindt dat het plan leidt tot aantasting van het culturele erfgoed en de landschappelijke waarden in en nabij het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4959
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202404974/1/R4

202405485/1/A2

Bij beslissing van 24 januari 2024 hebben examinatoren van de opleiding HBO-ICT van het domein Techniek van de Hogeschool Windesheim het "Project Web Development (ICT.SE.WD.PRJCT.V23): A Assessment" van [appellant] beoordeeld met een 3.6. [appellant] is sinds studiejaar 2021-2022 ingeschreven bij de opleiding HBO-ICT van het domein Techniek van de Hogeschool Windesheim in Zwolle. In het studiejaar 2023-2024 heeft [appellant] het vak Project Web Development gevolgd. Het vak Project Web Development betreft een stage van 10 weken die in groepsverband kan worden afgelegd. Vanaf november 2023 tot en met januari 2024 heeft [appellant] stage gelopen bij Abbott Logistiek in Zwolle. De bedrijfsmentor vanuit het stagebedrijf heeft [appellant] beoordelingen gegeven variërend van een ruim voldoende tot meermaals goed. De examinatoren vanuit de Hogeschool hebben [appellant] echter op 24 januari 2024 een onvoldoende beoordeling, namelijk een 3.6, gegeven. [appellant] is het niet eens met zijn beoordeling voor het werk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5110
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202405485/1/A2

202405579/1/A2

Bij beslissing van 24 januari 2024 hebben de examinatoren van de opleiding HBO-ICT van het domein Techniek van de Hogeschool Windesheim het "Project Web Development (ICT.SE.WD.PRJCT.V23): A Assessment" van [appellant] beoordeeld met een 3.6. [appellant] is sinds studiejaar 2021-2022 ingeschreven bij de opleiding HBO-ICT van het domein Techniek van de Hogeschool Windesheim in Zwolle. In het studiejaar 2023-2024 heeft [appellant] het vak Project Web Development gevolgd. Het vak Project Web Development betreft een stage van 10 weken die in groepsverband kan worden afgelegd. Vanaf november 2023 tot en met januari 2024 heeft [appellant] stage gelopen bij [stagebedrijf] in Zwolle. De bedrijfsmentor vanuit het stagebedrijf heeft [appellant] beoordelingen gegeven variërend van een ruim voldoende tot meermaals goed. De examinatoren vanuit de Hogeschool hebben [appellant] echter op 24 januari 2024 een onvoldoende beoordeling, namelijk een 3.6, gegeven. [appellant] is het niet eens met zijn beoordeling voor het werk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5108
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202405579/1/A2

202405586/1/A2

Bij beslissing van 24 januari 2024 hebben examinatoren van de opleiding HBO-ICT van het domein Techniek van de Hogeschool Windesheim het "Project Web Development (ICT.SE.WD.PRJCT.V23): A Assessment" van [appellant] beoordeeld met een 3.6. [appellant] is sinds studiejaar 2021-2022 ingeschreven bij de opleiding HBO-ICT van het domein Techniek van de Hogeschool Windesheim in Zwolle. In het studiejaar 2023-2024 heeft [appellant] het vak Project Web Development gevolgd. Het vak Project Web Development betreft een stage van 10 weken die in groepsverband kan worden afgelegd. Vanaf november 2023 tot en met januari 2024 heeft [appellant] stage gelopen bij [stagebedrijf] in Zwolle. De bedrijfsmentor vanuit het stagebedrijf heeft [appellant] beoordelingen gegeven variërend van een ruim voldoende tot meermaals goed. De examinatoren vanuit de Hogeschool hebben [appellant] echter op 24 januari 2024 een onvoldoende beoordeling, namelijk een 3.6, gegeven. [appellant] is het niet eens met zijn beoordeling voor het werk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5109
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202405586/1/A2

202406443/1/A2

Bij beslissing van 26 augustus 2024 heeft de examencommissie Maatschappijwetenschappen van de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences, namens de decaan, aan [appellant] een negatief bindend studieadvies uitgebracht. Bij beslissing van 19 september 2024 heeft het college van beroep voor de examens van Tilburg University het door [appellant] daartegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellant] is een student aan de Tilburg University. In het studiejaar 2021-2022 stond hij ingeschreven voor de bacheloropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen en in het studiejaar 2022-2023 stond hij ingeschreven voor de bacheloropleiding Personeelswetenschappen. Voor beide opleidingen is de inschrijving beëindigd wegens een negatief BSA. [appellant] heeft in die studiejaren onvoldoende studiepunten behaald (respectievelijk 6 en 10 ECTS). In het studiejaar 2023-2024 stond [appellant] ingeschreven voor de bacheloropleiding Sociologie. Omdat hij dat studiejaar onvoldoende studiepunten heeft behaald (15 ECTS), heeft de examencommissie een negatief BSA uitgebracht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5088
Datum uitspraak
11 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202406443/1/A2

202302160/1/V2

Bij besluit van 24 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5073
Datum uitspraak
10 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202302160/1/V2

202305280/1/V1

Bij besluit van 25 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5072
Datum uitspraak
10 december 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202305280/1/V1

202306964/1/V1

Bij besluit van 3 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5071
Datum uitspraak
10 december 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202306964/1/V1

202402969/1/V2

Bij besluit van 7 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5070
Datum uitspraak
10 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202402969/1/V2

202403364/1/V3

Bij besluit van 13 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5068
Datum uitspraak
10 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202403364/1/V3

202403584/1/V3

Bij besluit van 29 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5067
Datum uitspraak
10 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403584/1/V3

202405626/2/R1

Bij besluit van 4 juli 2024 heeft de raad van de gemeente Haarlemmermeer het bestemmingsplan "Vijfhuizen d'Yserinckweg 1" vastgesteld. Het plan maakt het mogelijk om op het perceel d'Yserinckweg 1 in Vijfhuizen een complex met 6 appartementen te bouwen met een maximale bouw- en goothoogte van 11 en 8 m. Dos Hombres is hiervan de initiatiefnemer. Zij heeft inmiddels een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend en wil in mei 2025 beginnen met de bouw van het appartementencomplex. [verzoeker] woont direct ten oosten van het plangebied aan de [locatie]. Volgens hem zal het appartementencomplex leiden tot een onaanvaardbare aantasting van zijn privacy en de bezonning op zijn perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5069
Datum uitspraak
10 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202405626/2/R1

202406598/1/V3

Bij besluit van 26 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5053
Datum uitspraak
10 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202406598/1/V3

202406768/1/V1

Bij besluit van 5 juni 2024 heeft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) de vreemdeling overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie in Hoogeveen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5066
Datum uitspraak
10 december 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202406768/1/V1

202407060/1/V3 en 202407060/2/V3

Bij besluit van 14 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5144
Datum uitspraak
10 december 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407060/1/V3 en 202407060/2/V3

202407318/1/V3 en 202407318/2/V3

Bij besluit van 8 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5076
Datum uitspraak
10 december 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407318/1/V3 en 202407318/2/V3

202201127/1/V3

Bij besluit van 1 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5043
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201127/1/V3

202206895/1/V3

Bij besluit van 3 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5058
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202206895/1/V3

202304559/2/V2

Bij besluit van 24 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5061
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304559/2/V2

202305705/1/V3

Bij besluit van 8 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5062
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202305705/1/V3

202306479/1/V2

Bij besluit van 8 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Bij besluit van 23 september 2023 heeft hij een aanvraag om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5063
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202306479/1/V2

202405788/2/A3

Bij besluit van 4 augustus 2023 heeft de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur het verzoek van [verzoeker] om informatie openbaar te maken gedeeltelijk toegewezen. [verzoeker] heeft de minister op grond van de Wet open overheid verzocht om dossiers uit 2022 over gegronde bezwaren tegen lasten onder dwangsom of lasten onder bestuursdwang met betrekking tot de wettelijke regeling op het houden van dieren, openbaar te maken. De minister heeft appellante hierover geïnformeerd omdat de op haar betrekking hebbende gegevens vallen binnen de reikwijdte van het door [verzoeker] gedane verzoek. Vervolgens heeft de minister het verzoek in zoverre toegewezen dat de in het verzoek gevraagde informatie gedeeltelijk openbaar wordt gemaakt met toepassing van artikel 5.1 van de Woo. Daarna heeft de minister het bezwaar van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard. Appellante heeft hiertegen beroep ingesteld. Appellante betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de foto’s van haar hond openbaar mogen worden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5048
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202405788/2/A3

202406322/1/V3.

Bij besluit van 14 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5060
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406322/1/V3.

202406407/1/V1

Bij besluiten van 4 april 2023 heeft de minister van Buitenlandse Zaken aanvragen om de vreemdelingen een visum voor kort verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5059
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202406407/1/V1

202406691/1/V3

Bij besluit van 13 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5057
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202406691/1/V3

202407007/1/V2 en 202407007/2/V2

Bij besluit van 4 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5056
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407007/1/V2 en 202407007/2/V2

202407036/1/V3

Bij besluit van 29 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5044
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407036/1/V3

202407068/1/V2 en 202407068/2/V2

Bij besluit van 5 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5055
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407068/1/V2 en 202407068/2/V2

202407146/1/V2

Bij besluit van 1 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5054
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407146/1/V2

202407166/1/V3 en 202407166/2/V3

Bij besluit van 2 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5074
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407166/1/V3 en 202407166/2/V3

202407225/1/V3 en 202407225/2/V3

Bij besluit van 2 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5078
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407225/1/V3 en 202407225/2/V3

202407278/2/A2

Bij beslissing van 22 augustus 2024 heeft de examencommissie een bindend negatief studieadvies gegeven voor de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University. [verzoeker] vraagt om een voorlopige voorziening zodat zij onderwijs kan blijven volgen en tentamens kan blijven maken. Zij heeft op 10 december 2024, 12 december 2024 en 17 december 2024 tentamens die van belang zijn voor haar studievoortgangsnorm. Zonder voorlopige voorziening zal zij de tentamens niet kunnen maken en loopt zij studievertraging op met onomkeerbare gevolgen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5065
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202407278/2/A2

BRS.24.000180

Bij besluit van 1 mei 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5029
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000180

BRS.24.000184

Bij besluit van 20 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5027
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000184

BRS.24.000321

Bij besluit van 14 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5017
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000321

BRS.24.000377

Bij besluit van 3 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5033
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000377

202406918/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit van het college van beroep voor de examens van de Universiteit Utrecht van 16 oktober 2024, waarbij het CBE het door [appellant] gemaakte administratief beroep tegen de beslissing van 21 augustus 2024 ongegrond heeft verklaard. [appellant] heeft in het studiejaar 2023-2024 bepaalde keuzes gemaakt die hebben geresulteerd in onvoldoende studieresultaten waardoor hij niet heeft voldaan aan de voorwaarden voor een positief studieadvies.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5167
Datum uitspraak
9 december 2024
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Mondelinge uitspraak
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202406918/1/A2

202407108/3/V2

Bij besluit van 2 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5148
Datum uitspraak
8 december 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407108/3/V2

202407186/3/V3

Bij besluit van 1 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5146
Datum uitspraak
8 december 2024
  • Mondelinge uitspraak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407186/3/V3

202305010/1/V2

Bij besluit van 6 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5040
Datum uitspraak
6 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202305010/1/V2

202400551/5/R2

Bij besluit van 7 oktober 2022 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant het verzoek van de Stichting Brabantse Milieufederatie en andere om handhavend op te treden tegen [verzoekster] dat zonder de vereiste natuurvergunning een pluimveehouderij in werking heeft aan de [locatie] in [plaats], afgewezen. De voorgeschiedenis en wat partijen verdeeld houdt is beschreven in de uitspraak van 14 augustus 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3267. In die uitspraak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling de voorlopige voorziening getroffen dat de toegestane maximale dierbezetting van de stallen 5, 6 en 7 zoals genoemd in het besluit 2 juli 2024 op bladzijde 4 wordt geschorst en is bepaald dat [verzoekster] geen ouderdieren van vleeskuikens in opfok mag houden aan de [locatie] in Someren, totdat de Afdeling op het hoger beroep en het beroep heeft beslist. Na deze uitspraak heeft het college vastgesteld dat [verzoekster] de overtreding niet heeft beëindigd en dat de dwangsom daarom is verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5019
Datum uitspraak
6 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202400551/5/R2

202404915/1/R1 en 202404915/2/R1

Bij besluit van 19 januari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan het Montessori Lyceum Amsterdam (hierna: MLA) een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen/verbouwen van 2 schoolgebouwen inclusief 3 sportzalen op de locatie Pieter de Hoochstraat 59 in Amsterdam. MLA wil haar schoolcomplex aan de Pieter de Hoochstraat 59 in Amsterdam vernieuwen. De aanleiding daarvoor is volgens MLA dat de aangescherpte visie op onderwijs en de bijbehorende werkwijze op dit moment onvoldoende is in te passen in de huidige gebouwen. Daarnaast is een deel van de gebouwen in een zodanig matige technische staat, dat ingrijpen noodzakelijk is om het comfort en de veiligheid voor leerlingen en medewerkers te waarborgen. MLA wil in afwijking van het geldende planologische regime gedeeltelijk buiten de bouwvlakken bouwen, gedeeltelijk de maximale bouwhoogte overschrijden en een halfverdiepte fietsenkelder bouwen. Het binnenterrein wordt vergroend. Het college heeft voor het bouwplan een omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, sub 2 van de Wabo in samenhang met artikel 4, aanhef en onderdeel 1, van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5045
Datum uitspraak
6 december 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202404915/1/R1 en 202404915/2/R1

202407121/1/V2

Bij besluit van 1 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5041
Datum uitspraak
6 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407121/1/V2

202407186/1/V3 en 202407186/2/V3

Bij besluit van 1 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5052
Datum uitspraak
6 december 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407186/1/V3 en 202407186/2/V3

202407304/2/V3

Bij besluiten van 3 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5051
Datum uitspraak
6 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407304/2/V3

202407321/2/V3

Bij besluit van 14 november 2023 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5050
Datum uitspraak
6 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407321/2/V3

202205200/1/V1

De vreemdelingen hebben tegen het uitblijven van besluiten op aanvragen om hun een verblijfvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen beroepen ingesteld bij de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5020
Datum uitspraak
5 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205200/1/V1

202404084/1/V2

Bij besluit van 29 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5021
Datum uitspraak
5 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404084/1/V2

202404110/1/R1 en 202404110/2/R1

Bij besluit van 30 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht een omgevingsvergunning verleend aan ADFN B.V. voor het realiseren van een zogeheten foodhal aan de Rechtstraat 79 en de Wycker Grachtstraat 30 en 32A in Maastricht. Het college heeft aan ADFN een afwijkingsomgevingsvergunning verleend voor de realisering van een foodhal aan de Rechtstraat 79 en de Wycker Grachtstraat 30 en 32A met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, sub 2 van de Wabo in samenhang met artikel 4, aanhef en onderdeel 9, van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht. [appellant] en anderen zijn het daar niet mee eens. Zij zijn omwonenden en vrezen voor een onaanvaardbare aantasting van hun woon- en leefklimaat als gevolg van de foodhal. Ook vrezen zij dat ADFN niet het foodhal-concept zal realiseren zoals dat in de omgevingsvergunning is voorgeschreven. De rechtbank was onder meer van oordeel dat niet hoeft te worden gevreesd voor een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat van [appellant] en anderen als gevolg van de foodhal.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4972
Datum uitspraak
5 december 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202404110/1/R1 en 202404110/2/R1

202405357/3/V1

Bij uitspraak van 30 juli 2024 in zaak nr. NL22.22949 heeft de rechtbank bepaald dat de minister binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak met inachtneming daarvan een nieuw besluit neemt op het door de vreemdeling gemaakte bezwaar tegen de afwijzing van een aanvraag om haar een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5022
Datum uitspraak
5 december 2024
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202405357/3/V1

202406205/1/V3

Bij besluiten van 20 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5023
Datum uitspraak
5 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406205/1/V3

202406668/2/V2

Bij besluit van 5 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en hem opgedragen de Europese Unie binnen vier weken te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5038
Datum uitspraak
5 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406668/2/V2

202406669/2/V2

Bij besluit van 5 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en hem opgedragen de Europese Unie binnen vier weken te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5037
Datum uitspraak
5 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406669/2/V2

202406723/2/V3

Bij besluit van 30 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5024
Datum uitspraak
5 december 2024
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406723/2/V3

202406911/1/V3

Bij besluit van 9 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5025
Datum uitspraak
5 december 2024
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406911/1/V3

202406913/1/V1 en 202406913/2/V1

Bij besluit van 23 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5026
Datum uitspraak
5 december 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406913/1/V1 en 202406913/2/V1

202407108/1/V2 en 202407108/2/V2

Bij besluit van 2 oktober 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:5039
Datum uitspraak
5 december 2024
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407108/1/V2 en 202407108/2/V2

BRS.24.000199

Bij besluit van 26 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4960
Datum uitspraak
5 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000199

BRS.24.000209

Bij besluit van 28 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4961
Datum uitspraak
5 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000209

BRS.24.000288

Bij besluit van 12 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2024:4948
Datum uitspraak
5 december 2024
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000288
vorige pagina1...394041...1.203volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon