Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 28 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 2 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] woont bijna 30 jaar in Nederland en heeft sinds 13 augustus 2011 een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd. Hij stelt dat hij is geboren op [geboortedatum] 1960 in [plaats], Angola. De staatssecretaris heeft het naturalisatieverzoek afgewezen, omdat hij de identiteit en nationaliteit van [appellant] niet met zekerheid kan vaststellen en zijn beroep op bewijsnood niet slaagt. Ook is volgens de staatssecretaris geen sprake van nadelige gevolgen die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn. [appellant] voert aan dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de documenteis in zijn geval niet noodzakelijk is en dat hij zijn identiteit en nationaliteit ook met andere documenten dan met een geboorteakte en paspoort kan aantonen. Hij verwijst naar de uitspraak van de Afdeling van 19 februari 2014, ECLI:NL:RVS:2014:531.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1597
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Hoger beroep
- Nederlanderschap
Bij besluit van 5 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rheden de schuldhulpverlening aan [appellant] beëindigd. Op 11 maart 2019 heeft [appellant] een aanvraag ingediend om te worden toegelaten tot een schuldhulpverleningstraject op basis van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Het college heeft de schuldhulpverlening beëindigd op de grond dat [appellant] niet heeft voldaan aan de informatieplicht. In het besluit op bezwaar van 17 november 2021 heeft het college het bezwaar ongegrond verklaard. Daaraan heeft het college ten grondslag gelegd dat [appellant] de inlichtingenplicht heeft geschonden. Verder heeft het college daaraan ten grondslag gelegd dat [appellant] in strijd heeft gehandeld met artikel 6, eerste en tweede lid, van de Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Rheden, omdat hij inkomsten uit online gokken heeft gehad en een nieuwe schuld is ontstaan door terugvordering van een deel van zijn uitkering op grond van de Participatiewet. Daarbij heeft het college zich gebaseerd op een rapport van de sociale recherche waarin is vermeld dat [appellant] de bankrekening van zijn zoon heeft gebruikt voor onder andere online gokken.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1591
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Hoger beroep
- Geld
Bij besluit van 28 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van zorgappartementen aan De Jokse 17 in Leeuwarden. Op dezelfde dag is dit besluit aan de aanvrager toegezonden, waardoor de termijn van zes weken voor het indienen van bezwaar op 29 oktober 2021 is gaan lopen. Dit betekent dat een bezwaarschrift uiterlijk op 9 december 2021 moest zijn ingediend. Op 10 november 2021 is het besluit gepubliceerd in het gemeenteblad en het huis-aan-huisblad ‘Huis aan Huis Leeuwarden’. Daarin is de verzenddatum van het besluit vermeld en aangegeven dat tot 6 weken na de dag van verzending bezwaar kon worden gemaakt. Op 26 november 2021 heeft [appellant] telefonisch contact opgenomen met de gemeente en verzocht om de omgevingsvergunning en bijbehorende stukken in te zien. Uit het dossier blijkt dat de stukken niet gelicht kon worden vanwege een technisch mankement aan de archiefkast. Hierdoor kon [appellant] de stukken niet inzien, voordat de kast op 3 december 2021 was gerepareerd. [appellant] is op 6 december 2021 verteld dat hij het dossier inmiddels kon inzien.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1623
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Hoger beroep
- Bouwen
Bij besluit van 17 maart 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht zijn beslissing om op 15 maart 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Utrecht aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 15 maart 2023 in Utrecht is aangetroffen naast een aangewezen inzamelvoorziening op het Jacobskerkhof. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een tijdschrift is aangetroffen met daarop zijn adres. [appellant] betwist dat hij de doos naast de ondergrondse container heeft geplaatst. Hij stelt dat hij vuilnis altijd in de container deponeert. [appellant] erkent dat zijn adresgegevens op de doos staan, maar wijst erop dat de naam van zijn zus, [naam], op het in de doos aangetroffen tijdschrift staat, zodat de doos tot haar kan worden herleid. Zij is sinds januari 2023 niet meer in Nederland woonachtig, maar is in maart 2023 nog even in Nederland geweest.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1587
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval
Bij besluit van 8 augustus 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Helmond de aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. Bij besluit van 21 december 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Helmond het door [appellant] daartegen ingestelde bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] huurt een woonruimte boven een café in Helmond waar hij een keuken, badkamer en wc deelt met drie huisgenoten. Hij heeft een aanvraag om een urgentieverklaring gedaan omdat hij psychische klachten heeft. Hij heeft last van geluidhinder van het café en kan daardoor niet goed slapen. Verder zijn er regelmatig discussies met zijn huisgenoten over de schoonmaak. Ook stelt hij dat zijn kinderen en kleinkinderen niet op bezoek kunnen komen of bij hem kunnen logeren. Hij verwacht dat het vinden van een goede woning ertoe leidt dat hij rust kan vinden. Hoewel het college het evident vindt dat [appellant] psychologische problemen heeft, is er volgens het college geen sprake van een urgent huisvestingsprobleem.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1609
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Hoger beroep
- Verordeningen
Bij besluit van 16 januari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel zijn beslissing om op 14 januari 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening van Krimpen aan den IJssel aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. [appellant] betwist niet dat de afvalzak van hem afkomstig is. Volgens hem moet hij ten onrechte een boete van € 120,00 betalen. [appellant] voert aan dat hij de afvalzak aan de afvalcontainer heeft opgehangen, omdat de afvalcontainer geblokkeerd was toen hij zijn afvalzak aanbood. In het rapport van bevindingen van de handhaver, waar het college zich bij de besluitvorming op heeft gebaseerd, is volgens [appellant] ten onrechte opgenomen dat de afvalcontainer wel functioneerde.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1634
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval
Bij twee afzonderlijke besluiten van 24 februari 2022 heeft de Belastingdienst/Toeslagen beslist op het verzoek van [appellante] om een herbeoordeling van haar recht op kinderopvangtoeslag. [appellante] heeft zich bij de Belastingdienst/Toeslagen gemeld als ouder van wie ten onrechte de kinderopvangtoeslag is stopgezet en teruggevorderd (ook bekend als de kinderopvangtoeslagaffaire). In de Wet hersteloperatie toeslagen zijn verschillende financiële compensatieregelingen neergelegd voor gedupeerde ouders. Als een ouder zich heeft gemeld, beoordeelt de Belastingdienst/Toeslagen of deze in aanmerking komt voor een eenmalig forfaitair bedrag van € 30.000,00 (artikel 2.7; ook bekend als de Catshuisregeling). Daarnaast kunnen gedupeerde ouders vragen om een compensatie via een integrale beoordeling van de schade of, als zij die compensatie niet hoog genoeg vinden, om een aanvullende compensatie voor hun werkelijke schade (artikel 2.1). Als een ouder het niet eens is met de toegekende compensatie, kan deze daartegen bezwaar maken.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1619
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Hoger beroep
- Geld
[appellante] heeft verzocht om een herbeoordeling van haar recht op kinderopvangtoeslag. [appellante] heeft zich bij de Belastingdienst/Toeslagen gemeld als ouder van wie ten onrechte de kinderopvangtoeslag is stopgezet en teruggevorderd (ook bekend als de kinderopvangtoeslagaffaire). In de Wet hersteloperatie toeslagen zijn verschillende financiële compensatieregelingen neergelegd voor gedupeerde ouders. Als een ouder zich heeft gemeld, beoordeelt de Belastingdienst/Toeslagen of deze in aanmerking komt voor een eenmalig forfaitair bedrag van € 30.000,00 (artikel 2.7; ook bekend als de Catshuisregeling). Daarnaast kunnen gedupeerde ouders vragen om een compensatie via een integrale beoordeling van de schade of, als zij die compensatie niet hoog genoeg vinden, om een aanvullende compensatie voor hun werkelijke schade (artikel 2.1). Als een ouder het niet eens is met de toegekende compensatie, kan deze daartegen bezwaar maken.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1618
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Hoger beroep
- Geld
Bij besluit van 7 april 2022 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een aanvraag om toevoeging van [appellant] afgewezen. Bij besluit van 9 juni 2022 heeft de raad het door [appellant] daartegen ingestelde bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 15 juni 2023 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. [appellant] heeft op 27 februari 2022 een aanvraag om toevoeging ingediend bij de raad voor het instellen van beroep tegen een besluit van de Immigratie- en naturalisatiedienst. Bij dit besluit is het bezwaar van [appellant] gegrond verklaard, is aan hem een verblijfsdocument afgegeven, maar is zijn verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. Bij het besluit van 7 april 2022, gehandhaafd bij het besluit van 9 juni 2022, heeft de raad deze aanvraag afgewezen, omdat de advocaatkosten niet opwegen tegen zijn belang in deze zaak. Uit de aanvraag is niet gebleken dat sprake is van een zwaarwegend belang om bij uitzondering toch voor een toevoeging in aanmerking te komen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1588
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtsbijstand
Bij besluit van 13 juli 2023 heeft de raad van de gemeente Kampen het bestemmingsplan "Woonwijken Kampen, 6e herziening Kennedylaan 4" vastgesteld. Bij besluit van 14 juli 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Kampen een omgevingsvergunning verleend aan BPD Ontwikkeling B.V. voor het bouwen van 52 appartementen en het kappen van 32 bomen op het perceel Kennedylaan 4 in Kampen. Op dit perceel bevond zich in het verleden een bibliotheek. Aan weerszijden van het plangebieden bevindt zich in de huidige situatie al een appartementencomplex. Aan de ene zijde betreft dit het appartementencomplex Parkstaete en aan de andere zijde het appartementencomplex Coeborch. [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellant sub 3] en [appellant sub 3] wonen in het naastgelegen appartementencomplex Parkstaete. Zij vrezen dat het nieuwe appartementencomplex leidt tot een forse aantasting van hun woon- en leefklimaat, mede vanwege de volgens hen korte afstand tot hun bestaande appartementen, waardoor een directe inkijk zal ontstaan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1627
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Overijssel