Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.346
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202501850/1/V2

Bij besluit van 26 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd. Bij uitspraak van 4 maart 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit vernietigd voor zover dat gaat over de ingangsdatum van de verblijfsvergunning, bepaald dat de verblijfsvergunning wordt verleend met ingang van 18 juli 2022 en bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het besluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1876
Datum uitspraak
25 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501850/1/V2

202501950/1/V2 en 202501950/2/V2

Bij besluit van 19 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld. Bij besluit van 17 oktober 2023 heeft de staatssecretaris het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 7 maart 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1872
Datum uitspraak
25 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202501950/1/V2 en 202501950/2/V2

202502417/1/V3 en 202502417/2/V3

Bij besluit van 2 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 25 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank het verzoek van appellant om een voorlopige voorziening te treffen, afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. J.A. Nijland, advocaat in Amsterdam, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1887
Datum uitspraak
25 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502417/1/V3 en 202502417/2/V3

BRS.25.000387 en BRS.25.000388

Bij besluiten van 28 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1799
Datum uitspraak
25 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000387 en BRS.25.000388

202401297/3/R3

Innoldvest B.V. heeft bij brief verzocht om wraking van staatsraden mr. P.H.A. Knol, mr. J. Hoekstra en mr. M.J.M. Ristra-Peeters (hierna: de staatsraden) als leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaak nr. 202401297/1/R3. Innoldvest heeft aan haar verzoek om wraking ten grondslag gelegd dat als gevolg van de gang van zaken op de zitting van 18 maart 2025 de staatsraden bij haar de indruk hebben gewekt partijdig en vooringenomen te zijn. Innoldvest heeft hierover, kort samengevat, aangevoerd dat de staatsraden op de zitting de suggestie hebben gewekt dat haar beroep niet-ontvankelijk zou worden verklaard dan wel dat bepaalde gronden buiten beschouwing zouden worden gelaten. Ook hebben de staatsraden op de zitting door de toon en inhoud van de vraagstelling een bagatelliserende houding over haar standpunten aangenomen waardoor Innoldvest zich niet serieus genomen voelde. Verder blijkt volgens Innoldvest uit de bevraging op de zitting dat de staatsraden onvoldoende kennis hadden van de relevante feiten in deze zaak. Door het stellen van oneigenlijke vragen en het leggen van de nadruk op details hebben de staatsraden bij haar de indruk gewekt dat zij de kern van de zaak niet goed voor ogen hebben. Innoldvest vertrouwt er daarom niet op dat er sprake is van een eerlijk proces.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1866
Datum uitspraak
25 april 2025
  • Wraking
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202401297/3/R3

202403286/2/A3

De burgemeester van Amsterdam heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van het stuk kennis zal nemen. Volgens de burgemeester is dat nodig omdat in de bestuurlijke rapportages strafrechtelijke bijzondere persoonsgegevens zijn opgenomen. De Afdeling vat deze motivering zo op dat de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het belang van de opsporing en vervolging van strafbare feiten in de weg staan aan kennisneming van de bestuurlijke rapportage door Juwelier Aramis.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1868
Datum uitspraak
25 april 2025
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202403286/2/A3

202500489/1/R2

Bij besluit van 17 oktober 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Baarle-Nassau geweigerd aan [appellante] een omgevingsvergunning te verlenen voor de bouw van een nieuwe geitenstal op het adres [locatie] in Baarle-Nassau en het wijzigingen van de gebruikersfunctie van een bestaande stal op dat adres naar een dierenverblijf voor de huisvesting van geiten. In de uitspraak van 19 juni 2024 heeft de rechtbank het beroep van [appellante] gegrond verklaard. Verder heeft de rechtbank bij die uitspraak het besluit van het college van 17 oktober 2023 vernietigd. De rechtbank heeft het college opgedragen binnen zes maanden na de verzending van de uitspraak een nieuw besluit te nemen op de aanvraag van [appellante]. [appellante] heeft, nu het college geen gevolg heeft gegeven aan de uitspraak van de rechtbank van 19 juni 2024, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om een omgevingsvergunning. [appellante] verzoekt de Afdeling haar beroep gegrond te verklaren en het college op te dragen binnen zeven dagen alsnog een besluit te nemen op de aanvraag voor de omgevingsvergunning, dit onder oplegging van een dwangsom van € 150,00 voor elke dag dat het college die termijn overschrijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3304
Datum uitspraak
25 april 2025
  • Hoger beroep
  • Vereenvoudigde behandeling
  • Bouwen
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak202500489/1/R2

202406951/2/A3

[verzoeker] is een bouwbedrijf. Naar aanleiding van een melding van een arbeidsongeval op 28 januari 2020 zijn inspecteurs van de Nederlandse Arbeidsinspectie een onderzoek gestart. Daarvan is een boeterapport opgesteld. De minister heeft naar aanleiding daarvan op 9 mei 2022 [verzoeker] een bestuurlijke boete opgelegd van € 18.000,- vanwege overtreding van artikel 16, tiende lid, van de Arbeidsomstandighedenwet, in samenhang gelezen met artikel 3.16, vijfde lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Die boete heeft de minister verlaagd naar € 13.500,-. Daarnaast heeft de minister op 9 mei 2022 een waarschuwing opgelegd dat bij een toekomstige soortgelijke overtreding kan worden overgegaan tot stillegging van werk om verdere herhaling van de overtreding te voorkomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1864
Datum uitspraak
24 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202406951/2/A3

202500165/1/V3

Bij besluit van 24 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1857
Datum uitspraak
24 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500165/1/V3

202500809/2/V2

Bij besluit van 14 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan verzoekers verleende verblijfsvergunningen regulier voor bepaalde tijd ingetrokken, een aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van die verblijfsvergunningen afgewezen, en een aanvraag om hun een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd of een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 17 mei 2023 heeft de staatssecretaris het daartegen door verzoekers gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1867
Datum uitspraak
24 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202500809/2/V2

202500987/2/R2 en 202500994/2/R2

Bij besluiten van 16 december 2024 heeft de raad van de gemeente Best de bestemmingsplannen "Spoorweglaan Best" en "Spoorweglaan - Vogelkers" gewijzigd vastgesteld. De bestemmingsplannen maken de uitbreiding van de bestaande wijk Salders in het noordoosten van Best mogelijk. De plangebieden liggen naast elkaar en worden begrensd door de Ringweg in het noorden, de rijksweg A2 in het oosten en de spoorlijn Amsterdam - Maastricht in het westen. Het bestemmingsplan "Spoorweglaan Best" maakt de bouw van maximaal 25 appartementen mogelijk, verdeeld over twee aaneengesloten gebouwen. Het bestemmingsplan "Spoorweglaan - Vogelkers" maakt de bouw van 24 appartementen, 9 geschakelde patiowoningen en 2 vrijstaande woningen mogelijk. Een bestaande bedrijfswoning wordt herbestemd. [verzoekers] wonen aan de [locatie] in Best. Hun perceel ligt direct naast de gronden waarop het bestemmingsplan "Spoorweglaan - Vogelkers" betrekking heeft. Zij zijn het niet eens met beide bestemmingsplannen. Zij vrezen dat hun woon- en leefklimaat wordt aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1798
Datum uitspraak
24 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202500987/2/R2 en 202500994/2/R2

202501359/1/V3

Bij besluit van 19 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1856
Datum uitspraak
24 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501359/1/V3

202501391/2/A3

Bij besluit van 17 januari 2024 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een verzoek van [wederpartij] op grond van de Wet open overheid gedeeltelijk afgewezen. [wederpartij] werkte bij de Omgevingsdienst IJsselland en stelt daar een onveilige werkomgeving te hebben ervaren. Volgens hem heeft de ODIJ zich niet als goed werkgever gedragen, wat heeft geleid tot klacht- en ontslagprocedures. Daarvan heeft [wederpartij] een melding gemaakt bij de Nederlandse Arbeidsinspectie, die vervolgens een onderzoek heeft gedaan bij de ODIJ. Over dit onderzoek heeft [wederpartij] een Woo-verzoek ingediend bij de minister. De minister heeft dit verzoek gedeeltelijk afgewezen. Volgens de minister heeft de ODIJ, naar aanleiding van een eerder Woo-verzoek van [wederpartij], over de documenten 1-7, 9-16, 19 en 20 op 28 december 2023 een besluit genomen en heeft de ODIJ die documenten openbaargemaakt. Het bezwaar van [wederpartij] tegen dat besluit heeft de minister niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1852
Datum uitspraak
24 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202501391/2/A3

202501730/1/V3

Bij besluit van 27 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1855
Datum uitspraak
24 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501730/1/V3

202501778/1/V3

Bij besluit van 4 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1792
Datum uitspraak
24 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501778/1/V3

202501998/1/V2 en 202501998/2/V2

Bij besluit van 9 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1854
Datum uitspraak
24 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501998/1/V2 en 202501998/2/V2

202502013/1/V3 en 202502013/2/V3

Bij besluit van 22 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 31 maart 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. S. Thelosen, advocaat in Amsterdam, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1869
Datum uitspraak
24 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502013/1/V3 en 202502013/2/V3

202502054/1/V2 en 202502054/2/V2

Bij besluit van 13 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1853
Datum uitspraak
24 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502054/1/V2 en 202502054/2/V2

202502178/1/V3 en 202502178/2/V3

Bij besluit van 24 januari 2025 heeft de minister een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 7 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. M. Demirtas, advocaat in Arnhem, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1871
Datum uitspraak
24 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502178/1/V3 en 202502178/2/V3

BRS.25.000284

Bij besluiten van 12 augustus 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1860
Datum uitspraak
24 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000284

202403318/1/V2

Bij besluit van 30 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd of een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1788
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202403318/1/V2

202403362/1/V2

Bij besluit van 17 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1766
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202403362/1/V2

202403366/1/V2

Bij besluit van 17 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1789
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202403366/1/V2

202406434/1/V6 en 202406434/2/V6

Bij besluit van 27 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen, afgewezen. [appellant] woont op Curaçao, heeft de Libanese nationaliteit en wil Nederlander worden. De staatssecretaris heeft het verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen, afgewezen. [appellant] kan volgens de staatssecretaris namelijk niet als ingeburgerd in de zin van artikel 8, aanhef en onder d, van de Rijkswet op het Nederlanderschap worden beschouwd, omdat hij de naturalisatietoets niet met een goed resultaat heeft afgelegd. In een advies van Arbo Consult van 20 september 2020, gebaseerd op een neuropsychologisch advies, staat dat [appellant] een IQ van 50 heeft en dat hij naar alle waarschijnlijkheid niet in staat is binnen vijf jaar alle onderdelen van de naturalisatietoets af te leggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1744
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202406434/1/V6 en 202406434/2/V6

202500452/2/R2

Bij besluit van 19 september 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied-herziening EuroParcs Kaatsheuvel" gewijzigd vastgesteld. Het plan maakt de uitbreiding van het bestaande recreatiepark EuroParcs Kaatsheuvel op het perceel Haestrechtstraat 24 in Kaatsheuvel mogelijk. Het plan maakt de uitbreiding van het bestaande recreatiepark EuroParcs Kaatsheuvel op het perceel Haestrechtstraat 24 in Kaatsheuvel mogelijk. [verzoeker A] is eigenaar van de kadastrale percelen, gemeente Loon op Zand sectie O nummers 162, 163, 164 en 165. Deze percelen hebben een agrarische bestemming en liggen nabij het plangebied. [verzoeker B], in zijn hoedanigheid als echtgenoot van [verzoeker A], en [verzoeker A] hebben de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat het bestemmingsplan wordt geschorst totdat de Afdeling op het beroep heeft beslist. Zij kunnen zich namelijk niet verenigen met het plan, omdat door het plan, volgens hen, de gebruiksmogelijkheden op hun percelen worden beperkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1796
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202500452/2/R2

202500965/1/A2 en 202500965/2/A2

Bij beslissing van 1 oktober 2024 heeft de examinator van de onderwijseenheid LINK GEEL aan [verzoeker] het eindresultaat NIV- (onder verwacht niveau) toegekend. [verzoeker] is masterstudent Geneeskunde aan de Universiteit Utrecht. In het kader van deze opleiding heeft hij in het studiejaar 2024-2025 de klinische cursus LINK GEEL gevolgd, waarbij studenten verschillende coschappen doorlopen op diverse medische afdelingen en instellingen. [verzoeker] heeft als onderdeel van dit vak zijn coschap op de afdeling dermatologie in het Universitair Medisch Centrum Utrecht doorlopen. [verzoeker] werd hierbij vier dagen in de week ingepland voor een periode van vier weken. In de vierweekse coschappen ontvangen studenten een tussentijdse beoordeling na twee weken om hun voortgang te evalueren en gerichte feedback te krijgen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1745
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202500965/1/A2 en 202500965/2/A2

202501544/1/V3

Bij besluit van 20 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1790
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501544/1/V3

202502101/2/V2

Bij besluit van 7 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1795
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502101/2/V2

202102206/2/R2

Bij uitspraak van 9 oktober 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4067, heeft de Afdeling uitspraak gedaan op verschillende hoger beroepen gericht tegen een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, over een omgevingsvergunning ten behoeve van het voormalige recreatiepark Het Roekenbosch in Venray. In die zaak heeft [verzoekster] verzocht om toekenning van een schadevergoeding vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1820
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202102206/2/R2

202200399/1/R2

Bij besluit van 14 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heerlen aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woning aan de Burgemeester Slanghenstraat in Hoensbroek, op de locatie kadastraal bekend als sectie U, nummer 1364. Op 24 november 2020 heeft [partij] een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het bouwen van een woning op het perceel. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Bedrijfsterrein De Koumen 1978" (hierna: het bestemmingsplan). Op het perceel rust de bestemming "Recreatieve doeleinden 2". De bouw van een woning past niet binnen deze bestemming. [appellante] woont aan de [locatie] in Hoensbroek. Zij kan zich niet met het bouwplan verenigen, omdat zij met name vreest voor toenemende wateroverlast bij haar woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1821
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202200399/1/R2

202202375/1/R3

Bij besluit van 24 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Rotterdam het bestemmingsplan "Hoofdweg 480-490" vastgesteld. Bij besluit van 25 maart 2022 heeft het college een omgevingsvergunning verleend aan Triple Living Nederland B.V. voor de activiteiten ‘bouwen’ en ‘uitrit aanleggen of veranderen’ op de locatie Hoofdweg 480-490 te Rotterdam. Het perceel ligt ten zuiden van de Hoofdweg en wordt verder begrensd door de Djeddalaan, het Akkabapad en de Semiramistuin. Het voornemen is om het perceel te herontwikkelen naar maximaal 375 woningen met daarbij enkele maatschappelijke en commerciële functies. De voorziene bebouwing heeft bouwhoogten variërend tussen 16 meter en maximaal 70 meter. [appellant sub 1] woont aan de [locatie A] in Rotterdam, op ongeveer 52 m ten zuidoosten van het plangebied. [appellante sub 2] woont aan de [locatie B] in Rotterdam, op ongeveer 29 m ten oosten van het plangebied. [appellant sub 1] en [appellante sub 2] vrezen dat het plan leidt tot onaanvaardbare gevolgen voor hun woon- en leefklimaat vanwege, onder meer, de voorziene maximale bouwhoogte, verwachte verkeerstoename en parkeerdruk in de wijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1846
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202202375/1/R3

202202624/1/R1

Bij besluit van 30 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Cranendonck [appellant] gelast vóór 22 maart 2021 de zonder omgevingsvergunning gerealiseerde bouwwerken en erfafscheiding op het perceel [locatie] te Budel-Dorplein, kadastraal bekend gemeente Budel, sectie G, nummer 787 en 1344, te verwijderen en verwijderd te houden, onder oplegging van een dwangsom van € 500,00 per week voor ieder bouwwerk met een maximum van € 7.500,00 en een dwangsom van € 500,00 per week voor de erfafscheiding met een maximum van € 2.500,00. [appellant] woont op het perceel [locatie]. Het perceel heeft op grond van het geldende bestemmingsplan "Kom Budel-Dorplein" de bestemming "Wonen" en de bestemming "Tuin". Het perceel is ook gelegen binnen het gebied dat op 21 april 2011 is aangewezen als beschermd dorpsgebied, in de zin van artikel 1, onder g, van de Monumentenwet 1988. Naar aanleiding van meldingen door buurtbewoners hebben toezichters van de gemeente Cranendonck controles uitgevoerd naar de bouwwerken en de erfafscheiding op dit perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1844
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202202624/1/R1

202203273/1/A3

Bij besluit van 5 maart 2020 heeft de burgemeester van Rotterdam aan Taste of Heaven een exploitatievergunning verleend voor het uitbreiden van de vloeroppervlakte van de bestaande horeca-inrichting voor daghoreca categorie 1 (licht) aan de Jonker Fransstraat 88a in Rotterdam van 52 m2 naar 118,7 m2 binnenruimte en van 11,05 m2 naar 18,9 m2 terras. De aanvraag om een exploitatievergunning van Taste of Heaven ziet op het uitbreiden van de vloeroppervlakte van de bestaande horeca-inrichting voor daghoreca in het pand en op het terras aan de Jonker Fransstraat 88a in Rotterdam met de vloeroppervlakte van het naastgelegen pand en terras aan de Jonker Fransstraat 90a. [partij] heeft inmiddels de horeca-inrichting overgenomen en heeft daarvoor eveneens een exploitatievergunning gekregen waartegen door [wederpartij] op dezelfde gronden bezwaar is gemaakt. De burgemeester heeft de vergunning verleend voor categorie 1 (licht), type ‘daghoreca’. De panden zijn bouwkundig samengevoegd. [wederpartij] woont boven de horeca-inrichting en heeft bezwaar gemaakt tegen de verleende exploitatievergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1767
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202203273/1/A3

202203485/1/R3 en 202203486/1/R3

Bij besluit van 24 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan Taste of Heaven B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van haar tearoom naar het naastgelegen pand. De aanvraag om een omgevingsvergunning gaat over het uitbreiden van de vloeroppervlakte van de bestaande horeca-inrichting in het pand aan de Jonker Fransstraat 88a in Rotterdam met de vloeroppervlakte van het naastgelegen pand aan de Jonker Fransstraat 90a. Hiervoor is het nodig om een interne scheidingsmuur weg te halen. De rechtbank heeft in de uitspraken van 22 april 2022 overwogen dat het college de omgevingsvergunning in strijd met het Horecagebiedsplan Kralingen-Crooswijk 2019-2021 heeft verleend. De rechtbank heeft daarom de beroepen van [partij A] en de VvE gegrond verklaard en de besluiten van 19 maart 2020 vernietigd. Vervolgens heeft de rechtbank op grond van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Awb zelf in de zaak voorzien door het besluit van 24 september 2019 te herroepen en de aanvraag om een omgevingsvergunning alsnog te weigeren wegens strijd met het Horecagebiedsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1843
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202203485/1/R3 en 202203486/1/R3

202204430/1/R1

Bij besluit van 8 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Huizen, naar aanleiding van een verzoek om handhaving van [appellant], geweigerd handhavend op te treden tegen de dakkapel op de woning [locatie 1] in Huizen. [appellant] woont op het perceel [locatie 2] dat is gelegen ten noorden van, en tegenover, het perceel [locatie 1]. [partijen] zijn de bewoners van de woning [locatie 1]. [appellant] voert aan dat zij een ernstige aantasting van haar uitzicht en privacy ervaart als gevolg van de dakkapel op de woning [locatie 1]. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat voor de dakkapel wel een omgevingsvergunning is vereist, omdat niet wordt voldaan aan artikel 2, aanhef en vierde lid, onder e, van bijlage II van het Bor.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1842
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202204430/1/R1

202205277/1/A3

Bij besluit van 25 mei 2021 heeft de bewaarder van het kadaster en de openbare registers het herstelverzoek van [appellant] afgewezen. [appellant] is eigenaar van een perceel aan de [locatie] en heeft met de buren een geschil over de (kadastrale) erfgrens. De gemeente Westerkwartier heeft daarom het kadaster verzocht om een grensreconstructie. Deze grensreconstructie heeft op 10 augustus 2020 plaatsgevonden. [appellant] heeft hierover een klacht ingediend, op grond waarvan op 8 januari 2021 een andere landmeetkundig specialist opnieuw de grens heeft uitgezet in het terrein. Uit deze grensreconstructie bleek dat de grensreconstructie van 10 augustus 2020 niet correct is uitgevoerd. Van de reconstructie van 8 januari 2021 is een relaas van bevindingen opgemaakt. [appellant] heeft een verzoek tot herstel van een misslag in de basisregistratie kadaster ingediend omdat volgens hem kort gezegd de laatste grensreconstructie niet klopt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1847
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202205277/1/A3

202205792/1/R1

Bij besluit van 26 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland aan Stichting Leefgoed De Olifant een omgevingsvergunning verleend voor onder meer het bouwen van een woning op het perceel aan Bramenlaan 4 in Burgh-Haamstede. Stichting De Olifant heeft op 19 oktober 2018 een omgevingsvergunning aangevraagd. Assets of Joy was op dat moment de bestuurder van Stichting De Olifant. Op 26 januari 2021 heeft het college een omgevingsvergunning verleend om het bouwplan mogelijk te maken. [partij] woont op het naastgelegen perceel [locatie]. Volgens hem is het bouwplan niet in overeenstemming met redelijke eisen van welstand. Daarom heeft hij beroep ingesteld. De rechtbank heeft onder meer geoordeeld dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd dat het bouwplan voldoet aan de redelijke eisen van welstand. Assets of Joy is eigenaar van het perceel en kan zich niet verenigen met dit oordeel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1805
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202205792/1/R1

202205897/1/A2

Bij besluit van 13 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schiedam een aanvraag van [appellant] om een huisvestingsvergunning afgewezen. [appellant] heeft een aanvraag gedaan om een huisvestingsvergunning voor het adres [locatie] te Schiedam te verkrijgen. Op het adres is de Wbmgp van toepassing verklaard. Daarom is voor het in gebruik nemen van de woning op het adres een huisvestingsvergunning vereist, waarvoor de burgemeester een woonverklaring moet afgeven. In dit kader doet de burgemeester onderzoek naar het recente woongedrag van potentiële huurders en eventuele leden van hun huishouden. Op 31 oktober 2019 heeft de burgemeester een negatieve woonverklaring voor [appellant] afgegeven, omdat hij in het verleden ernstige woonoverlast heeft veroorzaakt. Het college heeft de negatieve woonverklaring aan het besluit van 13 november 2019 ten grondslag gelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1826
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202205897/1/A2

202206343/1/R2

Bij besluit van 11 februari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg geweigerd om [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van zijn pand tot woning aan de [locatie] in Tilburg. [appellant] heeft een pand aan de [locatie] in Tilburg, dat hij gebruikt als garage en hobby- en opslagruimte. Hij heeft een omgevingsvergunning aangevraagd om het pand te verbouwen tot woonhuis. Het perceel waarop het pand staat, heeft de bestemming "Wonen". Omdat er onvoldoende onbebouwd terrein achter de woning is, voldoet het plan niet aan het bestemmingsplan "Noordhoek 2010". [appellant] betoogt dat het college ten onrechte heeft geweigerd om in afwijking van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning te verlenen. De rechtbank overweegt dat het college de omgevingsvergunning heeft kunnen weigeren. Het bouwplan is in strijd met het bestemmingsplan en het college heeft zich op het standpunt gesteld niet in afwijking van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning te willen verlenen, omdat er slechts een onbebouwde strook van 1,82 meter diep achter het gebouw aanwezig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1808
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202206343/1/R2

202300904/1/A3

Bij besluit van 3 februari 2021 heeft de burgemeester van Rotterdam aan Toeda voor de duur van één jaar een vergunning verleend voor de exploitatie van de coffeeshop Tuda Fruta in Rotterdam. Daarbij zijn openingstijden vastgesteld conform het Rotterdamse coffeeshopbeleid 2013, zoals dat op 22 november 2017 is gewijzigd bij de Eerste wijziging van het Rotterdamse coffeeshopbeleid 2013. Toeda exploiteert sinds 19 april 1990 coffeeshop Tuda Fruta aan de Chris Bennekerslaan 47A/B - 48A in Rotterdam. Tuda Fruta dient alleen als verkooppunt, wat betekent dat er geen mogelijkheid is voor consumptie van cannabis of andere producten. De burgemeester van Rotterdam heeft bij besluit van 3 februari 2020 aan Toeda een exploitatievergunning verleend voor de coffeeshop met als toegestane openingstijden maandag tot en met zondag van 10:00 uur tot 22:00 uur. Op 4 februari 2020 heeft de burgemeester van Rotterdam een omgevingsvergunning verleend voor de vestiging van een onderwijsinstelling, het Luzac Rotterdam, aan de Willem Ruyslaan 75. De afstand van het Luzac tot Tuda Fruta bedraagt afgerond 195 meter hemelsbreed en de loopafstand bedraagt afgerond 227 meter.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1839
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202300904/1/A3

202301700/1/R2

Bij besluit van 4 januari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Laarbeek een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een bedrijfsruimte op een perceel aan [locatie] in Mariahout. [partij] heeft namens [bedrijf] een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een bedrijfsloods op een perceel aan [locatie] in Mariahout. Volgens de aanvraag zal de bedrijfsruimte worden gebruikt voor de opslag en stalling ten behoeve van een akker-tuinbouwbedrijf met teelt van boomkwekerijgewassen. Het college heeft op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo de omgevingsvergunning verleend. [appellant] en anderen vrezen dat de aangevraagde loods niet zal worden gebruikt ten behoeve van een agrarisch bedrijf aan [locatie], maar voor de huisvesting van arbeidsmigranten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1841
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202301700/1/R2

202302080/1/A3

Bij besluit van 31 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Delft aan Lijm & Cultuur een vergunning, als bedoeld in artikel 2.17, tweede lid, en artikel 2.18, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft, verleend voor het organiseren van evenementen op een terrein aan de Rotterdamseweg 272 in Delft. De vergunning geldt tot 1 januari 2027. Lijm & Cultuur exploiteert een evenemententerrein waarop onder andere popfestivals, bedrijfsfeesten en sportevenementen worden georganiseerd. De aanvraag om vergunning strekt tot verlenging met 10 jaar van de vergunning die op 22 december 2017 was verleend en op 1 januari 2021 afliep. De burgemeester heeft bij besluit van 31 maart 2021 de vergunning onder het voorwaarden verleend tot 1 januari 2027. Bij het besluit van 14 januari 2022 heeft de burgemeester een aantal vergunningvoorschriften en voorwaarden ingetrokken dan wel gewijzigd. De rechtbank heeft het besluit van 14 januari 2022 vernietigd, omdat het ondeugdelijk is gemotiveerd. Volgens de rechtbank zijn er dubbele bepalingen en voorschriften in de vergunning opgenomen die de vergunning moeilijk leesbaar maken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1834
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202302080/1/A3

202302853/1/A3

Bij besluit van 14 maart 2022 heeft de burgemeester van Nissewaard de woning aan de [locatie] in Spijkenisse voor drie maanden gesloten. De politie heeft de woning van [appellant] op 24 januari 2022 doorzocht en de bevindingen in een hennepinformatiebericht opgesteld. In dit informatiebericht staat dat in de kelder een growtent, transformatoren, een dompelpomp en potten met hennepgruis zijn aangetroffen. De growtent was voorzien van lampen en een sterk vervuild koolstoffilter. In de woonkamer zijn diverse zakjes met 260,8 gram hennepgruis/henneptoppen aangetroffen. In de schuur zijn een koolstoffilter, zes transformatoren, vier droognetten, een kachel, een ventilator, acht assimilatielampen en vijf TL-lampen aangetroffen. Verder staat in het informatiebericht dat de aangetroffen kwekerij op dat moment niet in bedrijf was. Volgens de burgemeester is het voldoende aannemelijk dat sprake is van voorbereidingshandelingen voor bedrijfsmatige hennepteelt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1809
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202302853/1/A3

202303794/1/R3

Bij besluit van 3 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oegstgeest een handhavingsverzoek van [appellant] ten aanzien van de gebouwde schutting, de fietsenberging en het parkeren in de voortuin op het perceel [locatie 1] in Oegstgeest van [partij] afgewezen. [appellant] woont aan de [locatie 1] in Oegstgeest. [partij] woont naast [appellant] aan de [locatie 2]. [appellant] heeft twee verzoeken om handhaving ingediend vanwege meerdere gestelde overtredingen op het perceel van [partij]. Het eerste verzoek om handhaving gaat over een gebouwde schutting, een gebouwde fietsenberging en parkeren in de voortuin. Het tweede handhavingsverzoek gaat over een bouwwerk in de achtertuin van [partij]. Het college heeft beide handhavingsverzoeken afgewezen omdat de drie bouwwerken vergunningvrij zijn en het parkeren in de voortuin niet in strijd is met de regels van het bestemmingsplan "Oranje Nassau" uit 2018.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1822
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202303794/1/R3

202304315/1/R2

Bij besluit van 29 april 2022 heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel het verzoek van [appellanten] om handhavend op te treden tegen activiteiten op het bosperceel tegenover [locatie 1] in Staphorst afgewezen. [appellanten] wonen aan de [locatie 2] in Staphorst. Zij hebben het college verzocht om (preventief) handhavend op te treden tegen (voorgenomen) activiteiten op het bosperceel tegenover [locatie 1] in Staphorst. De (voorgenomen) activiteiten zijn volgens [appellanten] in strijd met provinciale regels over de bescherming van het NatuurNetwerk Nederland. Het bosperceel tegenover [locatie 1] is van [partij]. [partij] wil de recreatieve mogelijkheden van het bosperceel vergroten. Haar plan voorziet onder meer in het plaatsen van twee picknickbanken en een uitkijkpunt. Voor de realisering van het plan zullen bomen worden gekapt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1819
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202304315/1/R2

202304340/1/R3

Bij besluit van 19 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Staphorst aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een rijhal met stallen en een uitkijkpunt aan de [locatie] in Staphorst. In deze zaak gaat het om de vraag of [appellanten] belanghebbende zijn bij de omgevingsvergunning voor het realiseren van een rijhal met stallen en een uitkijkpunt op het perceel van [vergunninghouder]. Het uitkijkpunt wordt gebouwd op het bosperceel tegenover [locatie], op een afstand van ongeveer 340 meter van de woning van [appellanten]. De rechtbank is van oordeel dat [appellanten] niet belanghebbend zijn bij de omgevingsvergunning. Het uitkijkpunt zal een bouwhoogte hebben van 5 meter vanaf het maaiveld en zal worden gemaakt van cortenstaal, dat na verloop van tijd een roestbruine kleur krijgt. De rechtbank acht voldoende aannemelijk dat [appellanten] vanuit hun woning enig zicht zullen hebben op het uitkijkpunt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1817
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202304340/1/R3

202304771/1/A3

Bij besluit van 4 april 2022 hebben het college en de burgemeester van Almere aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd vanwege het exploiteren van een seksinrichting aan de [locatie] in Almere. [appellant] huurt de woning aan de [locatie] in Almere. De woning is eigendom van Woningstichting Goede Stede. Via Meld Misdaad Anoniem is op 20 januari 2022 gemeld dat er mogelijk illegale prostitutie in de woning heeft plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze melding hebben toezichthouders van de gemeente een onderzoek ingesteld. Op 14 februari 2022 hebben op verschillende tijdstippen waarnemingen door een toezichthouder bij de woning plaatsgevonden. Op 3 maart 2022 hebben toezichthouders met ondersteuning van politiefunctionarissen in de woning een controle uitgevoerd. Naar aanleiding van de bevindingen heeft een internetonderzoek plaatsgevonden. De toezichthouders hebben alle onderzoeksbevindingen opgenomen in een op 7 maart 2022 op ambtsbelofte opgemaakt rapport 'Onderzoek gebruik woning [locatie] te Almere'.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1810
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202304771/1/A3

202304828/1/R1

Bij besluit van 6 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen aan Parkhotel Bergen B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen en vergroten van het zogenoemde Parkhotel gelegen aan de Stationsstraat 2B, Breelaan 19, 21 en 23S en het aanleggen van een inrit op Stationsstraat 2B in Bergen (NH). In het centrum van Bergen bevindt zich een hotel met restaurant, ook wel het Parkhotel genoemd. Het Parkhotel beschikt over 26 kamers met restaurant, brasserie, serre, terras en diverse ruimtes voor bijeenkomsten. De bebouwing bestaat uit een aantal gebouwen die in de periode tussen 1979 en 2009 aan het voormalige Pension Erica zijn gebouwd. Om het verouderde hotel te kunnen vernieuwen, heeft de raad van de gemeente Bergen op 29 september 2016 het bestemmingsplan "Parkhotel te Bergen" vastgesteld. In 2017 heeft het college in afwijking van dat bestemmingsplan een omgevingsvergunning verleend om het hotelgebouw anders te mogen uitvoeren. Die vergunning is inmiddels onherroepelijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1835
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202304828/1/R1

202306510/1/A3

Bij besluiten van 16 juni 2020 en 3 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeist beslist op verzoeken van [appellant A] om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Bij besluit van 3 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeist beslist op een verzoek van [appellant A] en [appellant B] om openbaarmaking van informatie op grond van de Wob. Bij e-mailbericht van 20 mei 2020 heeft [appellant A] verzocht om openbaarmaking op grond van de Wob van alle stukken met betrekking tot parkeernormen en parkeerdruk. Hierop heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeist beslist bij het besluit van 16 juni 2020. Bij e-mailbericht van 10 april 2020 heeft [appellant A] verzocht om openbaarmaking op grond van de Wob van alle stukken die aanleiding hebben gegeven voor de brief van de gemeente van 30 augustus 2018 over de voorgenomen herontwikkeling van het pand van de voormalige Hoogvliet aan de Dwarsweg in Zeist, alle interne stukken die duiding kunnen geven aan het door de gemeente gehanteerde begrip ‘herontwikkeling’ en alle stukken met betrekking tot de aanpassing eind 2019 van de website van de gemeente.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1825
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202306510/1/A3

202307341/1/R4

Bij besluit van 13 augustus 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 7 augustus 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een platgemaakte doos die op 7 augustus 2023 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Uitgeeststraat 223 in Den Haag. Het is niet in geschil dat [appellant] de doos daar verkeerd heeft aangeboden door deze naast de ORAC te leggen. [appellant] betoogt dat het college er redelijkerwijs van had moeten afzien te bepalen dat een deel van de kosten van de toepassing van bestuursdwang voor zijn rekening komen. Hij wist niet dat hij de doos niet op deze manier mocht aanbieden. Daarnaast heeft [appellant] niet de financiële middelen om de kosten te betalen. Hij is op 6 november 2023 verhuisd van de doorstroomvoorziening van Limor naar een zelfstandige woning. Voor de eerste huurkosten en de inrichting heeft hij bijzondere bijstand moeten aanvragen en hulp van een fonds moeten vragen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1804
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202307341/1/R4

202400009/1/R4

Bij besluit van 13 december 2023 heeft de raad van de gemeente Barneveld het bestemmingsplan "De Eendracht" vastgesteld. Het plangebied ligt aan de Eendrachtstraat en Overbekerweg ten noorden van Terschuur. Het plan maakt de realisatie van 160 woningen, een schoolgebouw met kinderopvang en bijbehorende groen-, verkeers- en waterstructuren mogelijk. Deze ontwikkeling is voorzien op gronden die op grond van het voorgaande bestemmingsplan "Buitengebied 2012" (hierna: het voorgaande plan) een agrarische bestemming hadden. Om de ontwikkeling mogelijk te maken, worden de agrarische bedrijven aan de Eendrachtstraat 29-33 en 35 in Terschuur beëindigd en de bijbehorende agrarische bedrijfsbebouwing gesloopt. Verder zijn de gronden van het perceel [locatie 1]-[locatie 2] in Zwartebroek in het plangebied opgenomen. Dat is gedaan om de aanduiding "intensieve veehouderij", die de gronden op basis van het voorgaande plan hebben, te schrappen. Omdat binnen het voorgaande plan de gewenste ruimtelijke ontwikkeling niet is toegestaan, is het voorliggende plan vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1840
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202400009/1/R4

202400273/1/A2

Bij uitspraak van 30 november 2023 heeft de rechtbank het verzoek van [appellant] om het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam te veroordelen tot vergoeding van schade afgewezen. In geschil is of [appellant] recht heeft op een schadevergoeding, omdat de GGD Rotterdam-Rijnmond zijn persoonsgegevens uit de systemen heeft gewist en de GGD een belhistorie bijhoudt waarin zijn persoonsgegevens zijn verwerkt. Naar aanleiding van een bij hem af te nemen coronatest heeft [appellant] op 21 maart 2021 via het contactformulier de GGD te kennen gegeven dat hij na ontvangst van de uitslag daarvan wenst dat zijn persoonsgegevens worden verwijderd. Hiermee wilde hij voorkomen dat zijn persoonsgegevens verhandeld zouden worden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1812
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202400273/1/A2

202400674/1/R1

Bij besluit van 21 september 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het vergroten van de bovenste verdieping van de woning aan de [locatie] in Utrecht. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie] in Utrecht. De woning bestaat uit vier bouwlagen. De vierde bouwlaag is aan de achterzijde van de woning terugliggend ten opzichte van de twee daaronder gelegen bouwlagen. [appellant] wil de vierde bouwlaag vergroten tot het oppervlak van de daaronder gelegen bouwlagen zodat niet langer sprake zal zijn van een terugliggende bouwlaag. Aldus kan er een extra kamer aan de achterzijde van de woning komen. Om dit plan te kunnen realiseren heeft hij een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het vergroten van het hoofdgebouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1838
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202400674/1/R1

202400879/1/A3

Bij twee onderscheiden besluiten van 26 mei 2021 en twee onderscheiden besluiten van 5 juli 2021 heeft de burgemeester van Brunssum [appellant] en anderen te kennen gegeven bestuursdwang te zullen toepassen als zij overgaan tot de door hen aangekondigde acties. [appellant] en anderen hebben de burgemeester te kennen gegeven op een aantal verschillende, gespecificeerde momenten te zullen betogen op het grasveld tegenover Kennedylaan 48 in Brunssum en in het Trichterbos, tussen de Maastrichterstraat en de Pinksterblom. Met deze betogingen wilden [appellant] en anderen aandacht vragen voor het gebrekkige woonwagenbeleid van de provincie Limburg in het algemeen en de gemeente Brunssum in het bijzonder. De burgemeester heeft bij twee onderscheiden besluiten van 26 mei 2021 en twee onderscheiden besluiten van 5 juli 2021 te kennen gegeven dat hij de acties van [appellant] en anderen niet ziet als betogingen, maar als een dwangmiddel om woonwagenstandplaatsen toegewezen te krijgen. Als [appellant] en anderen overgaan tot de door hen aangekondigde acties, zal bestuursdwang worden toegepast, aldus de burgemeester.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1837
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202400879/1/A3

202401403/1/R3

Bij besluit van 28 september 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag besloten tot invordering van de door [appellant] verbeurde dwangsom van € 2.500,00. Bij besluit van 26 januari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft bij [appellant] een dwangsom van € 2.500,00 ingevorderd, omdat op 19 juli 2021 is geconstateerd dat het achtererf van zijn pand aan de Kaapstraat 129 in Den Haag nog steeds, in strijd met het bestemmingsplan, werd gebruikt als opslag voor goederen voor de supermarkt in het naastgelegen pand. Niet in geschil is dat de dwangsom van rechtswege is verbeurd. De last onder dwangsom is niet aangevochten en is dus onherroepelijk. [appellant] betoogt in hoger beroep dat hij ten onrechte is aangemerkt als overtreder, omdat niet hij maar zijn huurder de overtreding feitelijk en fysiek heeft gepleegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1823
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202401403/1/R3

202401901/2/V3

Bij besluit van 23 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat betrokkene geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. In deze uitspraak staan twee rechtsvragen centraal. Dit besluit heeft de staatssecretaris op 5 februari 2024 ingetrokken, omdat de Afdeling bij uitspraak van 17 januari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:32, had bepaald dat het recht op bescherming dat betrokkene geniet op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming, van rechtswege eindigde op 4 maart 2024. De eerste rechtsvraag gaat over de duur van de tijdelijke bescherming waarvoor de minister gebruik heeft gemaakt van de in artikel 7, eerste lid, van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming geboden mogelijkheid om onverplicht andere categorieën ontheemden tijdelijke bescherming te bieden (hierna: facultatieve tijdelijke bescherming) en over het moment waarop de minister deze facultatieve tijdelijke bescherming mocht beëindigen. De tweede rechtsvraag gaat over het moment waarop de minister van Asiel en Migratie een terugkeerbesluit mocht uitvaardigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1829
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202401901/2/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202401901/2/V3

202402020/3/V3

Bij besluit van 16 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat appellant geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. In deze uitspraak staan twee rechtsvragen centraal. Dit besluit heeft de staatssecretaris op 29 januari 2024 ingetrokken, omdat de Afdeling bij uitspraak van 17 januari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:32, had bepaald dat het recht op bescherming dat appellant geniet op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming, van rechtswege eindigde op 4 maart 2024. De eerste rechtsvraag gaat over de duur van de tijdelijke bescherming waarvoor de minister van Asiel en Migratie gebruik heeft gemaakt van de in artikel 7, eerste lid, van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming geboden mogelijkheid om onverplicht andere categorieën ontheemden tijdelijke bescherming te bieden en over het moment waarop de minister van Asiel en Migratie deze facultatieve tijdelijke bescherming mocht beëindigen. De tweede rechtsvraag gaat over het moment waarop de minister van Asiel en Migratie een terugkeerbesluit mocht uitvaardigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1827
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402020/3/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202402020/3/V3

202402066/2/V3

In deze uitspraak staan twee rechtsvragen centraal. De eerste rechtsvraag gaat over de duur van de tijdelijke bescherming waarvoor de minister van Asiel en Migratie gebruik heeft gemaakt van de in artikel 7, eerste lid, van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming geboden mogelijkheid om onverplicht andere categorieën ontheemden tijdelijke bescherming te bieden en over het moment waarop de minister deze facultatieve tijdelijke bescherming mocht beëindigen. De tweede rechtsvraag gaat over het moment waarop de minister een terugkeerbesluit mocht uitvaardigen. De minister heeft betrokkene opgedragen om de EU te verlaten, omdat hij met ingang van 5 maart 2024 niet langer rechtmatig in Nederland zou verblijven doordat de bescherming die hij op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming genoot, na 4 maart 2024 eindigde. Volgens de rechtbank is de aan betrokkene verleende bescherming niet per 4 maart 2024 van rechtswege geëindigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1836
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402066/2/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202402066/2/V3

202402350/1/R4

Bij besluit van 30 januari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest het wijzigingsplan "Stationsweg 7-11 Soest" vastgesteld. Het wijzigingsplan maakt het mogelijk voor ontwikkelaar RV&O B.V. om op een perceel tegenover het historische voormalige stationsgebouw van Soest een twee-onder-een-kapwoning en een vrijstaande woning te realiseren. Daarvoor zal de aanwezige begroeiing worden verwijderd. Het wijzigingsplan maakt het mogelijk voor ontwikkelaar RV&O B.V. om op een perceel tegenover het historische voormalige stationsgebouw van Soest een twee-onder-een-kapwoning en een vrijstaande woning te realiseren. Daarvoor zal de aanwezige begroeiing worden verwijderd. Het college heeft het wijzigingsplan vastgesteld met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in artikel 34.8 van het bestemmingsplan ‘Soest Midden en Zuid’. Dat aan de voorwaarden wordt voldaan om aan deze wijzigingsbevoegdheid toepassing te geven, is niet in geschil.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1813
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202402350/1/R4

202402705/1/R4

Bij besluit van 31 maart 2022 heeft het college [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om diverse overtredingen op het perceel [locatie] in Amersfoort te beëindigen. Op 25 juli 2019 heeft het college een omgevingsvergunning verleend aan [appellant] voor het uitbreiden van de woning op het perceel. Naar aanleiding van de uitgevoerde werkzaamheden op het perceel is door meerdere omwonenden verzocht om handhavend op te treden tegen, voor zover hier nog van belang, een overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo en artikel 17.2.2, aanhef en onder f, van de regels van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Schothorst-Zielhorst". Het college heeft [appellant] vervolgens onder oplegging van een dwangsom gelast de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken op het perceel en de overkapping terug te brengen tot maximaal 57,4 m2 om zo de overtreding te beëindigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1816
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202402705/1/R4

202403847/1/R1

Bij besluit van 25 april 2024 heeft de raad van de gemeente Bergen het bestemmingsplan "Laanweg 55-57 Schoorl" vastgesteld. Bij besluit van 9 mei 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen (NH) een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woongebouw met 12 appartementen en bergingen op het adres Laanweg 55a tot en met 55n in Schoor. Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning maken de bouw van twaalf gestapelde woningen mogelijk op het perceel Laanweg 55-57 in Schoorl. Op dit moment is hier een horecapand aanwezig, dat zal worden gesloopt om plaats te maken voor een appartementencomplex. [appellant] en anderen wonen op percelen in de directe nabijheid van het plangebied. Zij vrezen dat het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning leiden tot een ernstige verslechtering van hun woon- en leefklimaat. [partij]. is de ontwikkelaar van het project en de aanvrager van de omgevingsvergunning. [appellant] en anderen betogen dat de gemeente heeft nagelaten om het vastgestelde plan en de omgevingsvergunning te publiceren op de website van de gemeente.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1818
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202403847/1/R1

202403863/1/R1

Bij besluit van 8 mei 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen hogere waarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan "Laanweg 55-57 Schoorl". Het college heeft hogere waarden vastgesteld om de realisatie van het bestemmingsplan mogelijk te maken. Het plan maakt de bouw van nieuwe appartementen mogelijk op een perceel in de directe nabijheid van waar [appellant] en anderen wonen. [partij] is de ontwikkelaar van het plan. De geluidbelasting van het wegverkeer op de appartementen komt hoger te liggen dan de voorkeursgrenswaarde die op grond van de Wgh geldt. Daarom heeft het college hogere waarden vastgesteld voor de maximaal toelaatbare geluidbelasting.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1815
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Geluid
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202403863/1/R1

202404430/1/V6

Bij besluit van 15 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen (hierna: het verzoek) afgewezen. [appellant] heeft de Angolese nationaliteit. De staatssecretaris heeft het verzoek, dat is ingediend op 20 oktober 2021, afgewezen op grond van artikel 8, eerste lid, aanhef en onder c, en het derde lid van de Rijkswet op het Nederlanderschap. [appellant] heeft namelijk geen vijf jaar toelating en hoofdverblijf onmiddellijk voorafgaand aan het verzoek. Ook heeft [appellant] geen tien jaar toelating en hoofdverblijf binnen het Koninkrijk, waarvan de laatste twee jaren direct voorafgaand aan het verzoek. Voor [appellant] is sprake van een tweetal verblijfsgaten in de periode van 4 juni 2020 tot 11 augustus 2020 vanwege inschrijving in het Register Niet Ingezetene (hierna: RNI) en in de periode van 17 februari 2021 tot 8 april 2021 door het ontbreken van een verblijfsrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1802
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202404430/1/V6

202404885/1/R1

Bij besluit van 27 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Haarlem het bestemmingsplan "Sonnebornterrein - Bloom" gewijzigd vastgesteld. Het plangebied heeft betrekking op het Sonnebornterrein langs de Spaarndamseweg in Haarlem. VORM Ontwikkeling is voornemens dit gebied, een voormalige industrielocatie, te herontwikkelen tot een woongebied. Het plan voorziet in maximaal 163 woningen, waarvan maximaal 25 zorgwoningen voor een vrouwenopvang, commerciële voorzieningen, een groen park en een bovengrondse parkeergarage die deels ook beschikbaar zal zijn voor de buurtbewoners. [appellant sub 1] woont ten noordoosten van het plangebied aan de [locatie]. De stichting is eigenaar van de woningen aan de Spaarndamseweg 486 A en B. [appellant sub 3] en anderen wonen ook in de directe omgeving van het plangebied en kunnen zich niet met het plan verenigen voor zover dit voorziet in een bovengrondse parkeergarage. Blijf Groep is de toekomstige huurder van de vrouwenopvang waar het plan in voorziet. Pré Wonen is onder andere afnemer van 70 in het plan voorziene sociale huurwoningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1833
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202404885/1/R1

202404966/1/R3

Het college van burgemeester en wethouders van Schiedam heeft bij besluit van 23 april 2024 een besluit hogere waarden als bedoeld in artikel 110a Wet geluidhinder genomen. Bij besluit van 4 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Schiedam het bestemmingsplan “Nieuw-Mathenesse Glasbuurt-West” vastgesteld. Het plangebied bestaat uit diverse percelen op het huidige bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse in Schiedam. Het gaat om het terrein van de voormalige Glasfabriek, gelegen tussen de Buitenhavenweg en de Nieuw-Mathenesserstraat, het voormalige VROM-terrein aan de Buitenhavenweg, enkele kleinere percelen aan de Couwenhovenstraat, Buitenhavenweg en Nieuwsticht, en een deel van de Buitenhaven. Het plan maakt de bouw van 738 nieuwe woningen op het huidige bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse mogelijk, aangevuld met circa 23.000 m2 ruimte voor diverse vormen van gemengde bedrijvigheid, een hotel en diverse voorzieningen voor de nieuwe buurt. Op het bedrijventerrein was onder andere een glasfabriek gevestigd. De silo’s op het terrein van de fabriek zijn aangewezen als gemeentelijk monument.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1845
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Geluid
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202404966/1/R3

202405265/1/A2

Bij besluit van 21 november 2019, aangevuld bij besluit van 13 maart 2020, heeft de de Belastingdienst/Toeslagen de voorschotten zorg- en huurtoeslag en kindgebonden budget voor [appellante] over het jaar 2019 opnieuw berekend en vastgesteld op respectievelijk € 787,00, € 2.696,00 en € 3.721,00. Deze uitspraak gaat over de vraag of de de Belastingdienst/Toeslagen op juiste wijze uitvoering heeft gegeven aan de opdracht in de uitspraak van 15 november 2023 om te onderzoeken of [persoon], als toeslagpartner van [appellante], aan artikel 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een verblijfsrecht kan ontlenen en zodoende terecht de beslissing heeft gehandhaafd om de zorg- en huurtoeslag van [appellante] over de maanden november en december van 2019 en over de maanden januari tot en met september van het jaar 2020 op nihil te stellen, omdat [persoon] vanaf november 2019 niet langer rechtmatig in Nederland verbleef.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1832
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202405265/1/A2

202405358/1/R4

Bij besluit van 5 mei 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 11 april 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een platgemaakte doos die op 11 april 2024 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Gortmolen 57 in Den Haag. [appellant] betwist niet dat de doos van hem afkomstig is, maar stelt dat hij niet degene is geweest die de doos naast de ORAC heeft gezet. De dag voordat de doos is aangetroffen was het Suikerfeest. Op de zitting heeft [appellant] toegelicht dat hij dit heeft gevierd bij familie in de Schilderswijk, waar de doos is aangetroffen, zo’n 1,5 km van zijn woning. Hij heeft zijn neefjes en nichtjes cadeautjes gegeven. In de doos die is aangetroffen zat een kinderfiets voor zijn nichtje.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1806
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202405358/1/R4

202405650/1/R4

Bij besluit van 27 mei 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 6 mei 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 6 mei 2024 is aangetroffen naast de ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Vermeerstraat 168 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellante] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat zij niet degene is die de doos naast de ORAC heeft gezet. Zij voert aan dat ze in 2023 is verhuisd. Toen heeft zij afspraken gemaakt om het grofvuil op te halen. Zij heeft de doos met een werkend koffiezetapparaat erin bij dat grofvuil gezet. Omdat vaak al de helft van het grofvuil door anderen was meegenomen voordat het opgehaald werd door de gemeente, vermoedt zij dat iemand anders de doos heeft meegenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1801
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202405650/1/R4

202405744/1/A2

Bij besluit van 2 mei 2023 heeft de minister van Financiën de aanvraag van [appellante] om geldschulden over te nemen op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen afgewezen. [appellante] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat haar geldschuld moet worden overgenomen door de minister. [appellante] doet daarbij een beroep op het gelijkheidsbeginsel. Zij stelt dat kennissen in een soortgelijke situatie als die van haar wel een vergoeding van de geldschuld hebben gekregen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1824
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202405744/1/A2

202406189/1/A2

Bij beslissing van 17 juli 2024 heeft de examencommissie van Fontys Paramedisch de door [appellant] gemaakte examens SVL 1 en SVL 2 wegens fraude ongeldig verklaard, bepaald dat [appellant] beide examens volledig opnieuw moet maken, hem van 17 juli 2024 tot en met 31 augustus 2025 uitgesloten voor het maken van de examens en bepaald dat de fraude wordt opgenomen in het studentenadministratiesysteem. Hij heeft positieve feedback op zijn portfolio vervalst met gebruik van valse internetsites. Bij beslissing van 19 juli 2024 heeft de examencommissie de duur van de uitsluiting herzien naar één jaar, te weten tot en met 17 juli 2025. Bij [appellant] is niet eerder fraude vastgesteld. Deze zaak gaat over de vraag of de sancties die kunnen volgen op fraude zijn gebaseerd op een criminal charge als bedoeld in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en bestraffende sancties zijn als bedoeld in artikel 5:2 eerste lid, aanhef en onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1831
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202406189/1/A2

202406254/1/A2

Bij besluit van 1 mei 2023 heeft de minister van Financiën een verzoek van [appellante] om een private schuld over te nemen afgewezen. Deze uitspraak gaat over verschoonbaarheid van termijnoverschrijding als bedoeld in artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Dat artikel luidt: "Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest."[appellante] is gedupeerde van de toeslagenaffaire. Zij heeft de minister verzocht schulden over te nemen op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen. De minister heeft bij het besluit van 1 mei 2023 geweigerd een schuld aan GGN Mastering Credit B.V. van € 1.210,49 over te nemen. Daarnaast heeft de minister bij besluit van 30 mei 2023 een schuld aan De Proost & Co van € 1.039,41 overgenomen en geweigerd een schuld aan Beobank van € 24.537,49 over te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1830
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202406254/1/A2

202406363/1/R3

Bij uitspraak van 16 april 2024, in zaak nr. 202401004/2/R3 heeft de Afdeling zich kennelijk onbevoegd verklaard om van het door [verzoeker] ingestelde beroep kennis te nemen. Bij uitspraak van 20 augustus 2024, in zaak nr. 202401004/3/R3 heeft de Afdeling het verzet van [verzoeker] tegen de uitspraak van de Afdeling van 16 april 2024 ongegrond verklaard. [verzoeker] heeft verzocht om herziening van de uitspraken van 16 april 2024 en 20 augustus 2024. [verzoeker] voert aan dat de Afdeling in deze uitspraken ten onrechte heeft aangenomen dat hij beroep aantekent tegen de Centrumvisie Dedemsvaart 2023. Hij stelt dat hij beroep heeft ingesteld tegen het weghalen van parkeerplaatsen aan de Julianastraat Noord in Dedemsvaart zonder dat daar een besluit op grond van de Wegenwet voor is genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1807
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Herziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202406363/1/R3

202406717/1/R4

Bij besluit van 11 september 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om op 2 september 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos voor een brievenbuspakketje die op 2 september 2024 is aangetroffen bij een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Herlaerstraat 15 in Rotterdam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellante] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat zij de doos op de juiste manier heeft aangeboden. Zij voert aan dat andere containers in de buurt vol zaten of geblokkeerd waren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1800
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202406717/1/R4

202406751/1/A2

Bij beslissing van 28 juni 2024 heeft examencommissie van de Erasmus School of Economics vastgesteld dat [appellante] plagiaat heeft gepleegd bij de toetsonderdelen Literature Review en Business Case van het Seminar Strategy Economics. De examencommissie heeft [appellante] een reprimande gegeven en het toetsresultaat voor de Business Case ongeldig verklaard. [appellante] volgt sinds september 2021 de bacheloropleidingen Rechtsgeleerdheid en Economie en Bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In haar derde studiejaar heeft zij een seminar gevolgd. Dit seminar bestond uit meerdere (groeps)opdrachten, waaronder een Literature Review en een Business Case. De examinator van het seminar heeft bij de examencommissie melding gemaakt van een vermoeden van fraude bij twee opdrachten die door [appellante] en haar groepsgenoten zijn ingeleverd. Deze opdrachten zijn gecontroleerd op het gebruik van generatieve AI en plagiaat. De AI-scan heeft uitgewezen dat de opdracht Literature Review, afgezien van het hoofdstuk ‘Research Questions’, een hoog percentage AI-gegenereerde inhoud bevat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1828
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202406751/1/A2

202406891/1/R4

Bij besluit van 15 augustus 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 5 augustus 2024 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 5 augustus 2024 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Wolweversgaarde 743 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellant] betwist niet dat de doos van hem afkomstig is, maar stelt dat hij de doos niet naast de ORAC heeft gezet. Ten tijde van de constatering was hij op vakantie. Voorafgaand aan zijn vakantie had hij de doos voor de deur van zijn kelder gezet. Deze kelder bevindt zich in een kelderruimte die alleen toegankelijk is voor bewoners van het complex. Dat zijn naam en adres op het adreslabel stonden, is volgens [appellant] onvoldoende bewijs dat hij de doos zelf naast de ORAC heeft gezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1803
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202406891/1/R4

202407564/1/A2

Bij beslissing van 15 juli 2024 heeft de examencommissie van de Tilburg School of Economics and Management een verzoek van [appellant] om een vrij onderwijsprogramma te mogen volgen niet ingewilligd. [appellant] volgt sinds het studiejaar 2020/2021 de masteropleiding Information Management aan de School of Economics and Management van de Tilburg University. Hij heeft binnen deze opleiding alleen het vak Business Intelligence & Business Analytics en de masterthesis nog niet behaald. Op 8 december 2023 heeft hij de examencommissie verzocht om een vrij programma te mogen volgen. Het vrije programma dat [appellant] ter beoordeling aan de examencommissie heeft voorgelegd heeft als enige afwijking ten opzichte van het vastgestelde onderwijsprogramma dat het verplichte en door [appellant] nog niet behaalde vak Business Intelligence & Business Analytics is vervangen door het door [appellant] al wel behaalde keuzevak Interactive Data Transformation.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1814
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202407564/1/A2

202500394/1/R1

Bij het besluit van 12 november 2024 is de locatie Bercylaan 5 (met locatiecode 1031KP-5) aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse papiercontainer, een ondergrondse glascontainer en vier ondergrondse restafvalcontainers. De afvalcontainers zijn bedoeld voor de inzameling van huishoudelijk afval van de bewoners van het appartementencomplex "B’Mine" met huisnummers 7 t/m 299. [appellant] woont in het appartementencomplex "B‘Mine" in het appartement met huisnummer […], in de directe nabijheid van de aangewezen locatie. De aangewezen locatie bevindt zich naast het appartementencomplex. Hij is het niet eens met de aanwijzing van deze locatie, omdat hij vreest dat de afvalcontainers overlast zullen geven. Volgens hem is er een geschiktere alternatieve locatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1811
Datum uitspraak
23 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202500394/1/R1

202202225/3/V3

Bij besluit van 9 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1780
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202225/3/V3

202303423/1/V1

Bij besluit van 27 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard, haar opgedragen om Nederland onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen haar uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1781
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202303423/1/V1

202401363/1/V3

Bij besluit van 25 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1784
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202401363/1/V3

202404316/1/V1

Bij besluit van 3 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1785
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202404316/1/V1

202500257/2/R4

Bij besluit van 24 oktober 2024 heeft de raad van de gemeente Oude IJsselstreek het bestemmingsplan "Hoofdstraat 3 Varsselder-Veldhunten en Westelijke Oude Aaltenseweg 5 Varsseveld" vastgesteld. Het plangebied betreft 2 afzonderlijke locaties, die in Varsseveld en de buurtschap Veldhunten nabij Varsselder liggen. Op beide locaties zullen woningen worden gebouwd. Het beroep en verzoek om een voorlopige voorziening van [verzoeker] zijn uitsluitend gericht tegen het plandeel met de bestemming "Wonen" dat aan de Hoofdstraat in de buurtschap Veldhunten ligt. Dit plandeel voorziet in de bouw van 4 rijtjeswoningen op een perceel dat voorheen in gebruik was als parkeerterrein voor het aangrenzende, voormalige café en feestzaal "De Zon". [verzoeker] woont tegenover dit deel van het plangebied aan de overzijde van de Hoofdstraat en verzoekt dit plandeel te schorsen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1775
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202500257/2/R4

202501505/1/V3

Bij besluit van 2 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1786
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501505/1/V3

202502287/2/V3

Bij besluit van 20 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1797
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502287/2/V3

202202791/1/A2

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 6 april 2022 van de rechtbank. Daarin heeft de rechtbank het beroep van [appellant] tegen het besluit van 21 september 2020 gegrond verklaard, het besluit van 21 september 2020 vernietigd voor zover daarin aan [appellant] een subsidiebedrag van € 681,00 en een dwangsom van € 1.260,00 is toegekend, bepaald dat [appellant] recht heeft op een subsidiebedrag van € 1.362,00 en een dwangsom van € 1.442,00 en bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde gedeelten van het besluit van 21 september 2020. Ook is de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap veroordeeld tot betalen van een schadevergoeding aan [appellant] tot een bedrag van € 1.500,00 vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1870
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202202791/1/A2

202304717/2/R4

Bij besluit van 13 september 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht zijn beslissing om spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het verkeerd aanbieden van huisvuil in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van Utrecht, op schrift gesteld. In het besluit van 16 maart 2023 heeft het college het bezwaar van [appellant] tegen het besluit van 13 september 2022 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. [appellant] heeft in beroep aangegeven dat hij ten tijde van de verzending van het besluit in het buitenland verbleef en daarom niet op de hoogte was van het genomen besluit. Hij ging op reis voor een jaar. [appellant] heeft er geen rekening mee gehouden dat hij bericht zou krijgen dat hij moet betalen voor iets dat hij niet gedaan kan hebben, omdat hij al vijf maanden in Zuid-Amerika verbleef. Pas nadat zijn huisgenoten brieven van deurwaarders ontvingen, is [appellant] op de hoogte gesteld, waardoor hij kennis heeft genomen van het besluit van 16 maart 2023. [appellant] stelt daarna zo snel mogelijk alsnog in bezwaar te zijn gegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3078
Datum uitspraak
22 april 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Vereenvoudigde behandeling
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202304717/2/R4

202304467/1/V1

Referent heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op aanvragen om betrokkenen een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: een mvv) te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1771
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202304467/1/V1

202407810/1/V1

Bij besluit van 16 februari 2024 heeft het het Centraal Orgaan opvang asielzoekers de verstrekkingen aan appellant krachtens de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 voor de duur van twee weken ingehouden en appellant overgeplaatst naar de time-out locatie in Zutphen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1774
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202407810/1/V1

202500130/1/V3

Bij besluit van 28 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1776
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500130/1/V3

202501089/1/R4 en 202501089/2/R4

Bij besluit van 1 november 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ede geweigerd om aan [verzoeker] een legaliserende omgevingsvergunning te verlenen voor een tuinhuis aan de [locatie] in Wekerom. Bij besluit van 14 november 2022 heeft het college aan [verzoeker] een last onder dwangsom opgelegd om het tuinhuis te verwijderen en verwijderd te houden. [verzoeker] is eigenaar van het perceel aan de [locatie] in Wekerom. Daarop staan een vrijstaande woning met serre (met een oppervlakte van 74,3 m2) en een vrijstaand tuinhuis (met een oppervlakte van 43 m2). [verzoeker] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd om het tuinhuis te legaliseren. Het college heeft de gevraagde vergunning geweigerd, kort gezegd omdat het tuinhuis afbreuk doet aan de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit van de groene, bosrijke omgeving.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1742
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202501089/1/R4 en 202501089/2/R4

202501668/2/R3

Bij besluit van 6 mei 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waadhoeke [verzoekers] onder oplegging van een dwangsom gelast om de niet-toegestane bedrijvigheid op het perceel [locatie] in Franeker (hierna: het perceel) te beëindigen en beëindigd te houden en de paardrijbak met drie lichtmasten te verwijderen en verwijderd te houden. Bij een controle op 6 maart 2024 hebben gemeentelijke toezichthouders geconstateerd dat op het perceel een paardenpension aanwezig is. Daarnaast is geconstateerd dat op het perceel diverse bedrijven met niet-agrarische bedrijvigheid aanwezig zijn. Tot slot is geconstateerd dat er een paardrijbak met drie lichtmasten op het perceel is gerealiseerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1748
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202501668/2/R3

202501905/1/V3 en 202501905/2/V3

Bij besluit van 6 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1787
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501905/1/V3 en 202501905/2/V3

202501997/1/V3

Bij besluit van 13 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1773
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501997/1/V3

BRS.25.000041

Bij besluit van 17 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene de toegang tot Nederland geweigerd en hem een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1737
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000041

BRS.25.000044

Bij besluit van 18 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene de toegang tot Nederland geweigerd en hem een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1738
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000044

BRS.25.000295

Bij besluit van 17 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1741
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000295

202205040/2/A3

Rentinvest heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland­-West-­Brabant van 1 juli 2022 in zaak nr. 20/8864. Het geding betreft het besluit van de burgemeester om de autoverhuurbranche per 1 juni 2020 aan te wijzen als vergunningplichtige bedrijfsmatige activiteit in de zin van de Algemene plaatselijke verordening 2018. De burgemeester heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling kennis zal nemen van het onderzoeksrapport ‘Ondermijningsbeeld De Baronie’ van juni 2014. De burgemeester heeft aangevoerd dat de politie heeft verzocht om geheimhouding van de concrete gegevens die in het onderzoeksrapport genoemd zijn. Verder biedt het onderzoeksrapport inzicht in de opzet en de aanpak van ondermijning in de regio. Het belang bij geheimhouding betreft de opsporing en vervolging van strafbare feiten, zoals bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c van de Wet open overheid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1778
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202205040/2/A3

202300825/3/R2

Bij brief, ingekomen op 8 april 2025, heeft [verzoekster] verzocht om wraking van staatsraad mr. D.A. Verburg als lid van de Afdeling belast met de behandeling van de zaak nr. 202300825/1/R2. Het verzoek van [verzoekster] is haar tweede verzoek om wraking van de staatsraad. Bij beslissing van 2 april 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1360, heeft de Afdeling haar eerste verzoek om wraking van de staatsraad afgewezen. Aan het tweede verzoek heeft [verzoekster] ten grondslag gelegd dat de staatsraad door zijn bejegening op de zitting de schijn heeft gewekt vooringenomen te zijn. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Dit proces-verbaal bevat volgens [verzoekster] geen juiste weergave van wat zij op de zitting heeft gezegd. Zij concretiseert dit aan de hand van twee passages. Ook wijst zij erop dat uit het proces-verbaal volgt dat de staatsraad aan haar een verkeerde uitleg van een eerdere uitspraak heeft opgedrongen. In het algemeen was volgens haar het optreden van de staatsraad op de zitting niet onpartijdig, onbevooroordeeld en neutraal te noemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1777
Datum uitspraak
18 april 2025
  • Wraking
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202300825/3/R2

202404077/2/R4

Bij besluit van 16 mei 2024 heeft de raad van de gemeente Apeldoorn het bestemmingsplan "Molenstraat-Centrum 258-272 en Veldhuisstraat 35" vastgesteld. Het plan voorziet onder meer in een woongebouw met vier woonlagen en een woongebouw met elf woonlagen aan de Molenstraat, in het centrum van Apeldoorn. Op die locatie staan nu drie vrijstaande woningen met erf. [verzoeker A] en [verzoeker B] wonen aan de [locatie]. Hun achtertuin grenst aan het plangebied. Zij hebben beroep ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van het plan omdat zij nadelige gevolgen verwachten voor hun woon- en leefklimaat. Omdat inmiddels omgevingsvergunningen zijn aangevraagd voor het realiseren van de woongebouwen, hebben zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1743
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202404077/2/R4

202406917/1/V2

Bij besluit van 3 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1750
Datum uitspraak
17 april 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406917/1/V2
vorige pagina1...293031...1.214volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon