Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.386
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202406943/1/R1

Bij besluit van 26 september 2024 heeft de raad van de gemeente Echt-Susteren het bestemmingsplan "[locatie 1] Susteren" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt aan de [locatie 1] tot en met [locatie 2] in Susteren de huisvesting van maximaal 120 arbeidsmigranten mogelijk. De locatie is in eigendom bij [partij]. De activiteiten van [partij] bestaan op dit moment uit het exploiteren van een camping met maximaal 25 kampeerplaatsen en het verhuren van recreatieappartementen die zich bevinden in de bedrijfsgebouwen van de voormalige boerderij op het terrein. De recreatieappartementen werden in strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan "Buitengebied" verhuurd aan arbeidsmigranten. Resort Limburg exploiteert EuroParcs Limburg, een vakantiepark aan de Hommelweg 2 dat is gelegen op ongeveer 100 m afstand tot het plangebied. Resort Limburg vreest voor negatieve gevolgen voor de bedrijfsvoering van haar vakantiepark als gevolg van het bestemmingsplan en heeft daarom beroep ingesteld. Resort Limburg voert aan dat het huisvesten van arbeidsmigranten niet goed samengaat met de recreatieve functie van haar vakantiepark.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:711
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202406943/1/R1

202407574/1/A2

Bij beslissing van 27 augustus 2024 heeft de examencommissie HZ aan [appellante] een bindend negatief studieadvies gegeven. [appellante] heeft de Griekse nationaliteit en is in het studiejaar 2023/24 begonnen met de bacheloropleiding Civil Engineering aan de HZ University of Applied Sciences. In dit studiejaar heeft [appellante] 40,5 studiepunten behaald. Omdat zij hiermee niet heeft voldaan aan de studievoortgangsnorm, heeft de examencommissie haar een BNSA gegeven. Het college heeft het hiertegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellante] voert aan dat het college haar BNSA ten onrechte in stand heeft gelaten. Gedurende het studiejaar heeft zij veel last ondervonden van persoonlijke omstandigheden. Allereerst is haar moeder al enige tijd ziek en ook een ander familielid heeft tijdens het studiejaar ernstige gezondheidsproblemen gekregen. Hierdoor heeft [appellante] zich veel zorgen gemaakt en kon zij zich niet goed concentreren op haar studie. Daarnaast is de verhuizing naar Nederland haar zeker aan het begin van haar studie zwaar gevallen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:855
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202407574/1/A2

202407714/1/A2

Bij beslissing van 10 juli 2024 heeft de examencommissie van het Institute for Life Sciences & Chemistry aan [appellant] een negatief bindend studieadvies (BSA) uitgebracht. [appellant] zit in het eerste jaar van de voltijdsopleiding Life Sciences aan de Hogeschool Utrecht. Daarvoor geldt een BSA-norm van 45 ECTS. Vanwege problemen met het openbaar vervoer heeft zij niet deel kunnen nemen aan zowel de eerste als de tweede kans voor de theorietoets van het vak Inleiding celbiologie. De examencommissie heeft [appellant] na een verzoek daartoe een derde kans aangeboden voor het vak. Daarvoor heeft zij een onvoldoende gehaald. Aan het einde van het eerste studiejaar heeft [appellant] 40 ECTS behaald, waardoor zij niet voldoet aan de studievoortgangsnorm. De examencommissie heeft daarom een negatief BSA uitgebracht. [appellant] heeft op 19 augustus 2024 administratief beroep ingesteld tegen het aan haar uitgebrachte negatief BSA, waarna een minnelijk schikkingsgesprek heeft plaatsgevonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:876
Datum uitspraak
5 maart 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202407714/1/A2

202206041/1/V1

Bij besluit van 28 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling nooit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan heeft gehad en het verblijfsdocument bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000 ingenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:831
Datum uitspraak
4 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202206041/1/V1

202206972/1/V1

Bij besluit van 6 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling nooit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan heeft gehad en het verblijfsdocument bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000 ingenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:835
Datum uitspraak
4 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202206972/1/V1

202301468/1/V1

Bij besluit van 27 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling nooit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan heeft gehad en het verblijfsdocument bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000 ingenomen. Ook heeft de staatssecretaris in dat besluit een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een verblijfsdocument als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit zijn verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:836
Datum uitspraak
4 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202301468/1/V1

202500731/2/V3

Bij besluit van 14 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen haar uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:832
Datum uitspraak
4 maart 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202500731/2/V3

202501129/1/V2 en 202501129/2/V2

Bij besluit van 13 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:842
Datum uitspraak
4 maart 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501129/1/V2 en 202501129/2/V2

202501286/2/V2

Bij besluit van 23 februari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:906
Datum uitspraak
4 maart 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501286/2/V2

202501294/2/V2

Bij besluit van 24 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:905
Datum uitspraak
4 maart 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501294/2/V2

202402582/1/A2

[appellanten] hebben hun woning aan de [locatie] in Egmond aan Zee op 27 december 2022 verhuurd aan toeristen zonder voorafgaande melding en zonder registratienummer voor toeristische verhuur. Dit is een overtreding van artikel 15, tweede lid, en artikel 18, eerste en tweede lid, onder a, van de Huisvestingsverordening Gemeente Bergen 2019.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:912
Datum uitspraak
4 maart 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202402582/1/A2

202204289/1/V3

Bij besluit van 9 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:822
Datum uitspraak
3 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202204289/1/V3

202403517/1/V3

Bij besluit van 7 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:814
Datum uitspraak
3 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403517/1/V3

202407478/1/V3

Bij besluit van 23 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:823
Datum uitspraak
3 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407478/1/V3

202407772/1/V3

Bij besluit van 11 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:824
Datum uitspraak
3 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407772/1/V3

202500327/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:825
Datum uitspraak
3 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500327/1/V1

202500749/1/V3 en 202500749/3/V3

Bij besluit van 13 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:826
Datum uitspraak
3 maart 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500749/1/V3 en 202500749/3/V3

202500854/1/V2 en 202500854/2/V2

Bij besluit van 5 augustus 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:797
Datum uitspraak
3 maart 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500854/1/V2 en 202500854/2/V2

202500927/1/V2 en 202500927/2/V2

Bij besluit van 9 september 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:827
Datum uitspraak
3 maart 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500927/1/V2 en 202500927/2/V2

202501173/2/V3

Bij besluit van 22 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:841
Datum uitspraak
3 maart 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501173/2/V3

202501196/2/V2

Bij besluit van 27 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:828
Datum uitspraak
3 maart 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501196/2/V2

BRS.24.000476

Bij besluit van 14 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:790
Datum uitspraak
3 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000476

BRS.25.000033

Bij besluit van 1 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat de vreemdeling niet in aanmerking komt voor tijdelijke bescherming als bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:800
Datum uitspraak
3 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000033

BRS.25.000053

Bij besluit van 19 december 2024 heeft de minister de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:803
Datum uitspraak
3 maart 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000053

BRS.25.000125 en BRS.25.000126

Bij besluit van 9 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:805
Datum uitspraak
3 maart 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000125 en BRS.25.000126

202400040/4/A3

Tijdens de zitting op 27 februari 2025 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. W. den Ouden, als voorzitter van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaak met nummer 202400040/1/A3. Bij mondelinge beslissing van 27 februari 2025 heeft de Afdeling het verzoek om wraking van de staatsraad afgewezen. Samengevat weergegeven heeft [verzoeker] aan zijn verzoek om wraking ten grondslag gelegd dat de staatsraad vooringenomen en partijdig is, omdat zij op de zitting het hoger beroep heeft behandeld vanuit het perspectief van het college van burgemeester en wethouders van Haarlem en het alle ruimte heeft gegeven om zijn standpunt uiteen te zetten. Ook heeft de staatsraad zich klakkeloos laten voorliegen door het college, heeft zij geen oog voor de context, geen begrip voor emoties en heeft zij waarschijnlijk de stukken niet gelezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:820
Datum uitspraak
3 maart 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Wraking
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202400040/4/A3

202400245/1/V3

Bij besluit van 23 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:795
Datum uitspraak
28 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202400245/1/V3

202403391/2/R3

Bij besluit van 4 april 2024 heeft de raad van de gemeente Raalte het bestemmingsplan "Buitengebied Raalte, P+R Heino" vastgesteld. Het is de bedoeling dat station Heino opnieuw wordt ingericht. Het gaat daarbij onder andere om de vervanging van het middenperron door twee zijperrons, de verplaatsing van de parkeerplaats/"Park and Ride" naar de zuidzijde van het station, de realisatie van een nieuwe halte voor de buurtbus en de realisatie van een voetgangersoversteekplaats. Het bestemmingsplan dat in de procedure voorligt, voorziet in de mogelijkheid om de P&R te realiseren. De beoogde locatie voor de P&R bevindt zich in Natuurnetwerk Nederland. Om de P&R te realiseren moeten er bestaande bomen en andere beplantingen, binnen én buiten het NNN, verwijderd worden. Kinderoord Schaarshoek is eigenaar van de gronden. Dit perceel ligt op ongeveer 175 m afstand van het gebied. Kinderoord en Summercamp exploiteren daar een verblijfsrecreatieve voorziening. Zij vrezen onder andere voor de verandering van de natuurlijke waarden, de wijziging in verkeersstromen en gevolgen voor de verkeersveiligheid als gevolg van het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:812
Datum uitspraak
28 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202403391/2/R3

202406452/2/R3

Bij besluit van 28 mei 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hoeksche Waard hogere waarden als bedoeld in artikel 110a, eerste lid, van de Wet geluidhinder vastgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan "Margrietstraat 2-Graaf Van Egmondstraat 46-48 Oud-Beijerland". Het plan maakt op een locatie tussen de Margrietstraat en de Graaf van Egmondstraat in Oud-Beijerland een gebouw met 50 appartementen in drie bouwlagen en een ontmoetingsplek ('woonkamer voor de buurt') mogelijk. Dit gebouw komt in de plaats van een laag kerkgebouw en een schoolgebouw, die niet meer in gebruik zijn. Aan de noord- en zuidkant van het plangebied zijn parkeerplaatsen voorzien. Initiatiefnemer van de woningen is [partij]. De woningen zullen worden geëxploiteerd door Stichting HW Wonen. [verzoekster] woont aan de Margrietstraat op korte afstand van het plangebied. Zij is het niet eens met de bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. Zij heeft de voorzieningenrechter gevraagd om het bestemmingsplan te schorsen totdat in de bodemprocedure op haar beroep is beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:809
Datum uitspraak
28 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Geluid
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202406452/2/R3

202406982/1/R2 en 202406982/2/R2

Bij besluit van 10 juni 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda een last onder dwangsom opgelegd aan [verzoeker] om binnen 12 weken na dagtekening de geconstateerde overtredingen met artikel 2.1, eerste lid, onder a en artikel 2.3a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te beëindigen en beëindigd te houden. Dit kan [verzoeker] doen door de dakramen te verwijderen die zijn geplaatst in het zijdakvlak van de woning, de dakramen verwijderd te houden en het dakvlak te herstellen. Indien niet of niet volledig aan de last wordt voldaan, verbeurt [verzoeker] een dwangsom van € 3.000 ineens. Volgens het college is deze woning gelegen in beschermd stads-of dorpsgezicht. Het college acht legalisatie niet mogelijk. Het college heeft de begunstigingstermijn opgeschort tot twee weken na uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft geoordeeld dat sprake is van een overtreding en dat het college terecht handhavend heeft opgetreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:794
Datum uitspraak
28 februari 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202406982/1/R2 en 202406982/2/R2

202407080/2/R1

Bij besluit van 25 september 2024 heeft de raad van de gemeente Venlo het bestemmingsplan "Correctieve herziening herbegrenzing glastuinbouwconcentratiegebied Meelderbroek" vastgesteld. Het bestemmingsplan heeft betrekking op gronden binnen en buiten het glastuinbouwconcentratiegebied Meelderbroek, dat op grond van de Omgevingsverordening Limburg 2014 is aangewezen als ontwikkelingsgebied glastuinbouw. Met het plan worden de grenzen van het glastuinbouwconcentratiegebied gewijzigd. Het plangebied bestaat uit twee deelgebieden. In deelgebied 1 worden gronden aan het glastuinbouwconcentratiegebied onttrokken en in deelgebied 2 worden gronden daaraan toegevoegd. Profigreen is eigenaar en erfpachter van gronden in deelgebied 1 en van gronden die grenzen aan deelgebied 2. Zij kweekt op die gronden bomen en planten. Profigreen kan zich er niet mee verenigen dat op haar gronden in deelgebied 1 geen glastuinbouw meer wordt toegelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:796
Datum uitspraak
28 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202407080/2/R1

202500123/1/R1 en 202500123/2/R1

Bij besluit van 1 december 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd. De eigenaar van de naastgelegen woning heeft verzocht om handhavend op te treden tegen het zonder vergunning aanbrengen van het balkon. Daarop heeft een toezichthouder van het college het pand bezocht en vastgesteld dat het balkon op de eerste verdieping zonder omgevingsvergunning is vergroot met een trapeziumvormige uitbreiding boven de ondergelegen aanbouw op de begane grond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:798
Datum uitspraak
28 februari 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202500123/1/R1 en 202500123/2/R1

202500442/2/V2

Bij besluit van 15 augustus 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:813
Datum uitspraak
28 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500442/2/V2

202500815/1/V2 en 202500815/2/V2

Bij besluit van 18 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:811
Datum uitspraak
28 februari 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500815/1/V2 en 202500815/2/V2

BRS.25.000124

Bij besluit van 6 december 2024 heeft de minister een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:736
Datum uitspraak
28 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000124

BRS.25.000165 en BRS.25.000166

Bij besluiten van 2 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:735
Datum uitspraak
28 februari 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000165 en BRS.25.000166

202301584/1/V2

Bij besluit van 5 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:792
Datum uitspraak
27 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202301584/1/V2

202304438/1/V2

Bij besluit van 18 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard en tegen haar een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:724
Datum uitspraak
27 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202304438/1/V2

202307559/1/V3

Bij besluit van 16 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:793
Datum uitspraak
27 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202307559/1/V3

202403334/2/A3

Bij twee afzonderlijke besluiten van 20 juli 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn de bedrijfswoning en de bedrijfshal aan [locatie] in Apeldoorn aangewezen als vergunningplichtig in de zin van artikel 2:65b van de Algemene plaatselijke verordening 2014. Bij besluit van 9 januari 2023 heeft het college de door Compromis en [verzoeker] daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 24 mei 2024 (ARN 23/295) heeft de rechtbank het door hen daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak hebben Compromis en [verzoeker] hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:1070
Datum uitspraak
27 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202403334/2/A3

202405298/2/R2

Bij besluit van 2 juli 2024 heeft de raad van de gemeente Deurne het bestemmingsplan "Vlierden-Zuid, fase 2" vastgesteld. Artikel 8:75a, eerste lid: "In geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, kan het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 in de kosten worden veroordeeld. Het verzoek wordt gedaan tegelijk met de intrekking van het beroep. Indien aan dit vereiste niet is voldaan, wordt het verzoek niet-ontvankelijk verklaard."

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:733
Datum uitspraak
27 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202405298/2/R2

202501116/1/V1 en 202501116/2/V1

Bij besluit van 17 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:810
Datum uitspraak
27 februari 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501116/1/V1 en 202501116/2/V1

BRS.24.000272

Bij besluit van 21 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:718
Datum uitspraak
27 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000272

BRS.24.000351

Bij besluit van 16 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de termijn van de aan de vreemdeling opgelegde bewaringsmaatregel verlengd met ten hoogste twaalf maanden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:722
Datum uitspraak
27 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000351

202307274/1/R2

Uit de brief van 25 november 2021 blijkt dat een omgevingsvergunning nodig is voor omzetting van de bedrijfswoningen op het perceel aan de [locatie 1] en [locatie 2] in Cuijk naar burgerwoningen. Daarnaast heeft het college van burgemeester en wethouders van Land van Cuijk het principeverzoek van [appellant] daartoe bij die brief afgewezen. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte de mededeling van het college in de brief van 25 november 2023 niet omwille van de rechtsbescherming met een besluit heeft gelijkgesteld, terwijl sprake is van een uitzonderlijke situatie. Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, is het doorlopen van de standaard bezwaar- en beroepsprocedure hier onevenredig bezwarend, aldus [appellant]. Daarover voert zij aan dat bij een eventuele aanvraag voor een vergunning allerlei onderzoeken, zoals milieuonderzoeken, moeten worden gevoegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:848
Datum uitspraak
27 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202307274/1/R2

202307511/1/V3

Bij besluit van 7 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:734
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202307511/1/V3

202401049/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om haar een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:731
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202401049/1/V1

202403105/1/A2 en 202403105/2/A2

Bij besluit van 21 februari 2023 heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het verzoek van [appellant] om documenten openbaar te maken op grond van de Wet open overheid afgewezen. [appellant] heeft op 11 februari 2023 op grond van de Woo verzocht om openbaarmaking van stukken over zijn Modellenstichting en socialemediakanalen. De minister heeft het verzoek afgewezen, omdat bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geen informatie beschikbaar is die niet al openbaar of in het bezit van [appellant] was. Volgens de rechtbank is de zoekslag die de minister voorafgaand aan de beslissing op bezwaar heeft verricht niet onzorgvuldig geweest. [appellant] heeft in bezwaar geweigerd om op verzoek van de minister het Woo-verzoek toe te lichten met wie hij contact zou hebben gehad binnen het ministerie, zodat de minister gericht kon zoeken in de systemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:614
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202403105/1/A2 en 202403105/2/A2

202405395/1/V3

Bij besluit van 21 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:730
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202405395/1/V3

202406888/2/R4

Bij besluit van 17 september 2024 heeft de raad van de gemeente Buren het bestemmingsplan "Lienden, Marsdijk 26 en Remsestraat ong." vastgesteld. Het plan voorziet in de verplaatsing van de bestaande boomkwekerij aan de Marsdijk 26 in Lienden naar een nu nog onbebouwd perceel aan de Remsestraat in Lienden. Beide locaties liggen hemelsbreed op ongeveer 300 m afstand van elkaar. De bestaande bedrijfsbebouwing aan de Marsdijk 26 zal worden gesloopt, behalve de bedrijfswoning. Op de nieuwe locatie aan de Remsestraat is een nieuwe bedrijfswoning en een bedrijfsgebouw mogelijk gemaakt. Tevens is een deel van de gronden bestemd voor containerteelt. Op 3 december 2024 is door Van de Koppel een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van het bedrijfsgebouw aan de Remsestraat. Voor zover de Milieuwerkgroep aanvoert dat de bedrijfsverplaatsing niet noodzakelijk is, overweegt de voorzieningenrechter dat in het kader van een goede ruimtelijke ordening moet worden onderbouwd dat behoefte bestaat aan de beoogde ruimtelijke ontwikkeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:684
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202406888/2/R4

202407403/2/R1

Bij besluit van 12 maart 2024 heeft het college van dijkgraaf en heemraden van het Waterschap Rijn en IJssel het projectplan Waterwet "Klimaatrobuuste inrichting Hagenbeek" vastgesteld. Het doel van het projectplan is het verbeteren van de natuurkwaliteit en klimaatrobuustheid van het natuurgebied Hagenbeek. Het natuurgebied is ongeveer 42 hectare groot en bevat gras- en hooilanden die afhankelijk zijn van basenrijke kwel. Door het aanpassen van het ontwateringssysteem rond het natuurgebied wordt beoogd de kwelstroom vanuit de hoger gelegen gebieden naar het natuurgebied te vergroten door in het tussengelegen gebied de waterpeilen op te zetten en sloten te verondiepen. [verzoeker] woont aan de [locatie] in [woonplaats]. Het college heeft aangegeven in april 2025 te willen starten met de werkzaamheden ter uitvoering van het projectplan. [verzoeker] heeft een nader stuk ingediend dat op 3 februari 2025 is ingekomen. Het betreft een notitie van Van der Gaast van 1 februari 2025 over het hydrologisch onderzoek waarop het besluit steunt, met een begeleidende brief.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:727
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202407403/2/R1

202500525/1/V3 en 202500525/2/V3

Bij besluiten van 8 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:729
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500525/1/V3 en 202500525/2/V3

202500834/1/V2

Bij besluit van 9 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:728
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500834/1/V2

202500950/1/V2

Bij besluit van 22 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:808
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500950/1/V2

BRS.24.000431

Bij bericht van 20 augustus 2024 heeft de minister de Kroatische autoriteiten medegedeeld dat de overdracht van de vreemdelingen niet plaats kan vinden voor 27 augustus 2024, vanwege opschortende werking overeenkomstig artikel 27, derde lid, van de Dublinverordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:710
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000431

BRS.25.000022

Bij besluit van 19 december 2024 heeft de minister de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:688
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000022

BRS.25.000093

Bij besluit van 18 december 2024 heeft de minister een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:680
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000093

201805874/11/R2

Bij tussenuitspraak van 14 februari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:625, heeft de Afdeling provinciale staten en het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant opgedragen om binnen 39 weken na verzending van die uitspraak de daarin omschreven gebreken in de gecoördineerd voorbereide en op 15 juli 2022 vastgestelde (gewijzigde) inpassingsplannen "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost" en "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat West", en de op 25 juli 2022 gewijzigde natuurvergunning van 14 mei 2018 voor de realisatie en de ingebruikname van het project "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat" te herstellen met inachtneming van wat in die uitspraak is overwogen over de gebreken in die besluiten. [appellant sub 2A] en anderen betogen dat de verkeersmodellen die zijn gebruikt om de gewijzigde PIP’s GOL te onderbouwen, niet deugdelijk zijn en met name ten onrechte het verkeer in de Schout Lieshoutstraat buiten beschouwing laten. Onder meer stellen zij dat het oordeel onder 25.2 van de tussenuitspraak van 24 november 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2627, in deze zaak onjuist is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:759
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Inpassingsplan
  • uitspraakin de zaak201805874/11/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201805874/11/R2

202104382/1/A3

Bij besluit van 5 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug het ‘Aanwijzingsbesluit dienst van algemeen economisch belang’ genomen. In 2015 hebben ProRail B.V., de gemeenten Zeist en Utrechtse Heuvelrug en de provincie Utrecht plannen gemaakt om station Driebergen-Zeist te ontwikkelen. Eén van die plannen was de realisatie van een nieuwe bewaakte fietsenstalling. NS Vastgoed B.V. is eigenaar van de percelen bij station Driebergen-Zeist en heeft een eeuwigdurend opstalrecht voor ProRail gevestigd voor onder andere het realiseren, exploiteren, in stand houden, in eigendom hebben, houden en gebruiken van een bewaakte fietsenstalling. ProRail heeft het gebruiksrecht van de bewaakte fietsenstalling aan NS Stations B.V. verleend. Dit gebruiksrecht houdt in het recht om de bewaakte fietsenstalling te exploiteren, te gebruiken en te verhuren aan derden. Een en ander is vastgelegd in de akte "Vestiging opstalrechten, koop en levering opstalrechten onder voorbehoud economische gerechtigheid" van 30 augustus 2018. NS Stations heeft ervoor gekozen om de exploitatie van de fietsenstalling te laten uitvoeren door haar dochtervennootschap NS Fiets B.V.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:741
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202104382/1/A3

202105224/1/A3

Bij besluiten van 28 augustus 2019 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat een aanvraag van [appellant] om afgifte van een bewijs van bevoegdheid niet in behandeling genomen. [appellant] is piloot en beschikt over een Airline Transport Pilot License (ATPL) en een Commercial Pilot License (CPL). Met een ATPL mag hij als piloot bij een luchtvaartmaatschappij werken. Met een CPL mag hij als piloot tegen betaling bij een commercieel bedrijf werken. Eiser heeft bij verschillende luchtvaartmaatschappijen als piloot gewerkt. Op 11 maart 2019 is [appellant] in dienst getreden bij luchtvaartmaatschappij Stobart Air. Deze luchtvaartmaatschappij heeft hem een opleiding aangeboden om het vliegtuig type ‘Embraer 170’ te besturen. Deze opleiding bestaat uit een aantal onderdelen, waaronder een Base Training. Een Base Training bestaat uit het uitvoeren van starts en landingen in een vliegtuig zonder passagiers. [appellant] heeft alle onderdelen van de opleiding, behalve de Base Training, met succes afgerond. De Base Training is vanwege slechte weersomstandigheden afgelast. [appellant] heeft de Base Training niet alsnog kunnen voltooien omdat de luchtvaartmaatschappij zijn arbeidsovereenkomst heeft beëindigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:744
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202105224/1/A3

202200158/1/R1

Bij besluit van 24 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel geweigerd aan Rotech een omgevingsvergunning te verlenen voor de uitbreiding van het bedrijf aan de Hoge Heiligenweg 11 in Ammerzoden. Rotech is een bedrijf dat is gespecialiseerd in metaalbewerking. Het bedrijf is gevestigd in het buitengebied op een bedrijfsperceel aan de Hoge Heiligenweg 11. Het bedrijfsperceel heeft een grootte van ongeveer 4.000 m². Er is, inclusief de op het perceel aanwezige bedrijfswoning, ongeveer 440 m² bebouwing aanwezig. Rotech wil haar bedrijf uitbreiden en heeft daarom een omgevingsvergunning aangevraagd voor het oprichten van een extra bedrijfsgebouw van 2.470 m² op het bedrijfsperceel en vergroting van het bedrijfsperceel met 450 m² op het naastgelegen perceel aan de Hoge Heiligenweg 9 en op het achter het bedrijfsperceel gelegen perceel met kadastrale aanduiding AMZOO-M-289. Rotech betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het college zich op het standpunt mocht stellen dat de aanvraag in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Rotech

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:776
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202200158/1/R1

202200668/1/A3

Bij besluit van 29 augustus 2017 heeft de burgemeester van Sluis de exploitatievergunning van [appellant sub 1] gewijzigd, deze voor onbepaalde tijd verleend, en daaraan voorschriften verbonden. Bij datzelfde besluit heeft de burgemeester ook een exploitatievergunning voor onbepaalde tijd verleend aan [appellant sub 2]. De zaak heeft een lange voorgeschiedenis. [appellant sub 2] exploiteert sinds 2012 onder de naam Vlieger & Zee een winkel, waarin onder meer strand-, cadeau- en woondecoratieartikelen worden verkocht, met een terras dat direct aansluit op de voorgevel van haar winkel, een zogenoemd voorgevelterras. [appellant sub 1] exploiteert sinds 2013 haaks op de winkel van [appellant sub 2], onder de naam Elsje Fiederelsje, een pannenkoekenrestaurant met twee terrassen. Het eerste terras van is ook een voorgevelterras en sluit dus direct aan op de gevel van het pannenkoekenrestaurant. Het tweede terras ligt aan de overzijde van de zogenoemde looplijn, een looplijnterras. Zowel [appellant sub 2] als [appellant sub 1] wil de ruimte voor de winkel en het pannenkoekenrestaurant als terras gebruiken. Daarover is door [appellant sub 2] en [appellant sub 1] al meerdere keren tot aan de Afdeling geprocedeerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:676
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202200668/1/A3

202201419/1/R3

Bij besluit van 17 januari 2022 heeft de raad van de gemeente Zwolle het bestemmingsplan "Voorsterpoort, Russenweg - Grote Voort (Retail)" vastgesteld en besloten geen exploitatieplan vast te stellen. Het bestemmingsplan maakt in het plangebied een detailhandelsontwikkeling mogelijk binnen het hoofdthema "in en om het huis" in de woonbranche alsmede in bruin- en witgoedzaken. Het plangebied is gelegen op de hoek van de Russenweg en de Grote Voort en grenst aan de gronden van de Woonboulevard Zwolle. Voorheen stond er in het plangebied een schoolgebouw van het Deltion college. Dit gebouw is in 2010 gesloopt. De grond in het plangebied ligt braak en is eigendom van de gemeente. Euro V is eigenaar van de Woonboulevard Zwolle. Zij heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit tot vaststelling van het bestemmingplan, omdat zij vindt dat de raad onvoldoende rekening heeft gehouden met haar belangen en het bestemmingsplan niet zorgvuldig heeft voorbereid. Zij vreest leegstand in de winkelpanden van de Woonboulevard en verkeersproblemen als gevolg van het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:775
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202201419/1/R3

202202272/1/A3

Bij besluit van 28 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch een handhavingsverzoek van [appellant] afgewezen. Op 10 juni 2020 heeft [appellant] het college verzocht om handhavend op te treden tegen het innemen van ligplaatsen en het plaatsen van aanlegconstructies aan de oever van de hoofdvaart ter hoogte en aan de zijde van de Indigoweg, huisnummers 69 en 83, in Rosmalen. Met het besluit op bezwaar van 10 maart 2021 heeft het college besloten om toch handhavend op te treden tegen het innemen van een ligplaats op de voornoemde locatie, omdat het college dat gedeelte van het water niet als een plek heeft aangewezen waar het is toegestaan een ligplaats in te nemen. Dat is in strijd met artikel 5:17, eerste lid, aanhef en onder a, van de Algemene plaatselijke verordening ’s-Hertogenbosch 2016, dus is er sprake van een overtreding. Tegen het plaatsen van aanlegconstructies kan niet handhavend worden opgetreden, omdat geen sprake is van een overtreding, aldus het college. Daarmee is [appellant] het niet eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:767
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202202272/1/A3

202202603/1/R3

Bij besluit van 7 maart 2022 heeft de raad van de gemeente Zwolle het bestemmingsplan "Buitengebied, Wijthmenerplas, herziening 1" gewijzigd vastgesteld. De gronden in het plangebied zijn onderdeel van een dagrecreatiegebied. Op deze gronden ligt een terrein dat gebruikt wordt voor evenementen. In het bestemmingsplan "Buitengebied, Wijthmenerplas" uit 2015 is voorzien in een planologische regeling voor dit gebied. Het op de verbeelding van dit bestemmingsplan als zodanig aangeduide evenemententerrein blijkt in de praktijk onvoldoende ruimte te bieden voor een aantal evenementen. Daarom wordt met het voorliggende plan de omvang van dit aangeduide evenemententerrein op de verbeelding vergroot, onder de voorwaarde dat de totale omvang van het evenemententerrein dat gebruikt wordt voor een evenement, maximaal 12,8 hectare is. Daarnaast worden twee verleende omgevingsvergunningen waarin afwijkingen van het bestemmingsplan "Buitengebied, Wijthmenerplas" vergund zijn, in het plan verwerkt. [appellant 2] en [appellant 3] en [appellant 1] en anderen zijn omwonenden, die wonen op de [locatie 1] en [locatie 2] in Zwolle. Zij kunnen zich niet met het plan verenigen omdat zij vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:788
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202202603/1/R3

202202612/1/R1

Bij besluit van 13 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht [appellant 1] gelast om verschillende bouwwerken op het perceel [locatie] te verwijderen en verwijderd te houden en het strijdige gebruik op het perceel te staken en gestaakt te houden. Als [appellant 1] niet tijdig voldoet aan de last, verbeurt zij een dwangsom. [appellant 1] en [appellant 2] zijn eigenaar van een recreatiewoning op het perceel. Zij wonen permanent in de recreatiewoning. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "300 meterstrook Scheendijk". De bestemming is "Groen" met de nadere aanduiding "recreatiewoning". Tijdens controles op 27 september 2016 en 5 september 2018 en een hercontrole op 9 januari 2020 heeft de toezichthouder van het college geconstateerd dat op het perceel zonder omgevingsvergunning onder andere een corridor tussen de recreatiewoning en het botenhuis waren gebouwd, dat het botenhuis in afwijking van de daarvoor verleende omgevingsvergunning was uitgevoerd en dat het botenhuis als recreatiewoning/keuken wordt gebruikt in strijd met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:774
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202202612/1/R1

202203679/2/A2

Bij verzoek van 10 januari 2025 heeft [appellant] de Afdeling gevraagd om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in zaaknummer 202203679/1/A2 toe te kennen. [appellant] heeft de Afdeling verzocht een schadevergoeding uit te spreken omdat de redelijke termijn is overschreden. De redelijke termijn is voor zaken die uit een bezwaarschriftprocedure en een procedure in twee rechterlijke instanties bestaan in beginsel niet overschreden als die procedure in haar geheel niet langer dan vier jaar heeft geduurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:758
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202203679/2/A2

202204399/1/R1 en 202204418/1/R1

Bij besluit van 23 juli 2020 heeft het college aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een dakterras op de aanbouw op het perceel aan de [locatie 1]. [vergunninghoudster] heeft een aanbouw aan de achterzijde van zijn woning gebouwd. Het college heeft het verzoek van [appellant] om hiertegen handhavend op te treden afgewezen. Volgens het college is er geen overtreding, omdat de aanbouw vergunningvrij kon worden gebouwd op grond van artikel 2, aanhef en onderdeel 3, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. [appellant] en [vergunninghoudster] zijn buren. [appellant] woont aan de [locatie 2] en [vergunninghoudster] woont aan de [locatie 1]. Voor het bouwen van een dakterras op de aanbouw heeft [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning voor de activiteiten "bouwen van een bouwwerk" en "gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan" als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo aangevraagd. [appellant] en [vergunninghoudster] zijn buren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:743
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202204399/1/R1 en 202204418/1/R1

202204881/1/R3

Bij besluit van 21 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Assen [partij] onder oplegging van een dwangsom gelast om de zonder de vereiste omgevingsvergunning gebouwde aanbouw op het perceel [locatie] in Assen te verwijderen of aan te passen aan de voorwaarden van artikel 2 of 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. [partij] is eigenaar van het bedrijfspand op het perceel aan de [locatie] te Assen. Naar aanleiding van een handhavingsverzoek van het naastgelegen bedrijf [appellant sub 2] heeft het college controles uitgevoerd op het perceel van [partij] en vastgesteld dat op het perceel zonder de daarvoor benodigde omgevingsvergunning een garage is gerealiseerd. Het college heeft bij besluit van 21 mei 2021 aan [partij] een last onder dwangsom opgelegd, inhoudende dat [partij] de aanbouw aan de rechterzijde van het pand geheel moet verwijderen of aan moet passen aan de voorwaarden van artikel 2 of 3 van Bijlage II van het Bor. [partij] heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt en heeft, nadat zijn bezwaar door het college ongegrond was verklaard bij besluit van 1 december 2021, beroep ingesteld bij de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:742
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202204881/1/R3

202205085/1/A2

Bij besluit van 5 november 2020 heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen het verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is sinds 1986 eigenaar van een oude kop-hals-romp boerderij uit de zestiende/zeventiende eeuw aan de [locatie] in Munnekezijl. Op 24 mei 2013 heeft [appellant] schade als gevolg van mijnbouwactiviteiten gemeld bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (NAM). Op 5 december 2013 heeft de deskundige van KLEIN Architecten B.V. in opdracht van de NAM een beoordelingsrapport uitgebracht. In het rapport is vermeld dat de schade aan de woonboerderij niet het gevolg van mijnbouwactiviteiten is. Op 11 november 2014 heeft [appellant] de Technische commissie bodembeweging om advies gevraagd over de schade aan de woning. [appellant] heeft een second opinion van 27 februari 2014 van het bedrijf Libau, opgesteld door A. de Groot, ingebracht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:738
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202205085/1/A2

202206377/1/R1

Bij besluit van 4 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht aan de gemeente Utrecht een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen en gebruiken van een jongerenontmoetingsplek op de hoek van de Crouweldijk en ’t Zand in Utrecht voor de duur van tien jaar. De gemeente Utrecht wil in het gebied Vleuten-de Meern en Leidsche Rijn extra speel-, beweeg- en ontmoetingsplekken realiseren waar jongeren terecht kunnen. In dat verband wil de gemeente op het perceel, dat ligt nabij de hoek van de wegen Crouweldijk en ’t Zand, een jongerenontmoetingsplek realiseren en de daar reeds aanwezige sportplek opknappen en herinrichten. De aanvraag ziet op het bouwen en gebruiken van de jongerenontmoetingsplek. Er wordt een overkapping geplaatst zonder wanden met een verblijfsoppervlakte van 22 m2. Onder de overkapping komen op een talud drie betonranden boven elkaar, tribune genoemd. [appellant] woont aan de [locatie] op ongeveer 80 meter afstand van de beoogde jongerenontmoetingsplek. Hij heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 4 november 2020. Het college heeft het besluit met het besluit op bezwaar van 28 april 2021 gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:766
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202206377/1/R1

202206796/2/R3

Bij tussenuitspraak van 29 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2235 (hierna: de tussenuitspraak) heeft de Afdeling de raad van de gemeente Hellendoorn opgedragen om binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak, met inachtneming van wat onder 9 is overwogen, het besluit van 11 oktober 2022 te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 6.2 overwogen dat de raad bij de vaststelling van het bestemmingsplan niet het belang van [appellant] bij een aanvaardbaar woon- en leefklimaat in zijn belangenafweging heeft betrokken. De Afdeling zal aan de hand van de door [appellant] naar voren gebrachte zienswijze beoordelen of de raad met het herstelbesluit heeft voldaan aan de opdracht in de tussenuitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:770
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202206796/2/R3

202207485/1/R3

Bij besluit van 2 november 2022 heeft de raad van de gemeente Almelo het bestemmingsplan "Recreatiewoningen t Maatveld" vastgesteld. Maatveld Holding B.V. wil vijf recreatiewoningen bouwen op een bosperceel aan de weg Tusveld in het buitengebied van Bornerbroek, gemeente Almelo. Ter compensatie van het bestaande bos wordt nabij dit bosperceel een bosstrook aangeplant. De recreatiewoningen en de bosstrook zijn op grond van de regels van het bestemmingsplan "Buitengebied Almelo" niet toegestaan. Om de ontwikkeling mogelijk te maken is het plan "Recreatiewoningen t Maatveld" vastgesteld. De bewonersgroep Tusveld bestaat uit omwonenden van het plangebied. De bewonersgroep Tusveld betoogt dat er ten onrechte geen inspraak heeft plaatsgevonden. De raad had toepassing moeten geven aan de Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken van 16 juni 2004, omdat de omgevingsdialoog vanuit initiatiefnemer was mislukt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:773
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202207485/1/R3

202300274/1/A3

Bij besluit van 19 augustus 2021 heeft de burgemeester van Heerenveen een stadionomgevingsverbod aan [appellant] opgelegd voor de periode van 21 augustus 2021 tot 21 augustus 2027. Voorafgaand aan de voetbalwedstrijd tussen de betaalde voetbalclubs sc Heerenveen en Go Ahead Eagles op 13 augustus 2021 heeft een vechtpartij plaatsgevonden tussen aanhangers van beide voetbalclubs. [appellant] was bij dit incident aanwezig en is door de politie aangehouden. De politie heeft de burgemeester hiervan op de hoogte gebracht. De burgemeester acht het op basis van het proces-verbaal van bevindingen van 15 augustus 2021 van de politie aannemelijk dat [appellant] betrokken was bij de vechtpartij en dat hij hierbij een leidinggevende rol had. De burgemeester heeft daarom op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerenveen een stadionomgevingsverbod aan [appellant] opgelegd voor de periode van 21 augustus 2021 tot 21 augustus 2027. Het stadionomgevingsverbod houdt het verbod in om zich vanaf vier uur voor tot vier uur na de voetbalwedstrijd te bevinden in het centrum van Heerenveen en in De Knipe.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:772
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202300274/1/A3

202300429/1/R2

[appellant] heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig bekendmaken van een volgens hem van rechtswege verleende omgevingsvergunning voor het verbouwen van een pand tot zes appartementen aan de [locatie] in Eindhoven. [appellant] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor een verbouwing op het perceel aan de [locatie] in Eindhoven. Het pand op dit perceel bestaat op de begane grond uit een winkelruimte. Op de verdieping bevindt zich een bovenwoning. Het bouwplan voorziet in de realisatie van zes appartementen in het gehele pand. Om de appartementen mogelijk te maken wordt het pand uitgebreid. Voor de [locatie] geldt het bestemmingsplan "Tongelre binnen de Ring 2020" en op grond hiervan geldt de bestemming "Gemengd". In de bestaande woning mag worden gewoond. Het hoofdgebouw wordt binnen de bestemming "Gemengd" uitgebreid. [appellant] en het college zijn het erover eens dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan, omdat de oppervlakte en het volume toenemen en omdat meer woningen worden gerealiseerd dan planologisch zijn toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:761
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202300429/1/R2

202300653/1/A2

Bij besluit van 14 december 2020 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat aan het college van gedeputeerde staten van Limburg een specifieke uitkering van € 34.469.000,00 toegekend. Bij besluit van 9 juni 2021 heeft de staatssecretaris, voor zover van belang, het door Arriva daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. De staatssecretaris heeft voor de vergoeding van de kosten van de invoering van ERTMS voor de regionale spoorvervoerders de Tijdelijke regeling specifieke uitkering ERTMS regionaal personenvervoer per trein 2020-2021 (Stct. 2020, nr. 51163; hierna: de Tijdelijke regeling) vastgesteld. Concessieverleners voor regionaal personenvervoer per trein kunnen op grond van artikel 22, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000 aan de vervoerders in hun concessiegebied een subsidie verlenen voor de kosten van de invoering van ERTMS. Op grond van artikel 4, eerste lid, van de Tijdelijke regeling kunnen zij hiervoor een specifieke uitkering aanvragen bij de staatssecretaris. Het college is de concessieverlener voor het regionaal personenvervoer per trein in Limburg.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:778
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202300653/1/A2

202300981/1/R3

Bij besluit van 13 december 2022 heeft de raad van de gemeente Krimpenerwaard het bestemmingsplan "Bolderkade, Ouderkerk aan den IJssel" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt drie appartementsgebouwen mogelijk met maximaal 42 appartementen op een buitendijks perceel aan de oever van de IJssel aan de IJsseldijk-Noord, bekend als het voormalig Avia-terrein. De appartementsgebouwen zullen op dijkniveau worden gebouwd. Lambrane Ontwikkeling B.V. is de initiatiefnemer van het project. De appartementsgebouwen zullen bestaan uit 3, 4 en 5 bouwlagen, waarbij de maximale bouwhoogte van de gebouwen, gezien van noord naar zuid, 11,5 m, 18 m en 14 m is. [appellant A] woont ten noorden naast de gronden van het plangebied. Hij vreest voor aantasting van zijn woon- en leefomgeving en voor verkeer- en parkeeroverlast. [appellant B en C] woont ten zuidoosten tegenover de gronden van het plangebied. Hij vreest onder meer voor aantasting van zijn woon- en leefklimaat en voor verkeer- en parkeeroverlast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:787
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202300981/1/R3

202301238/1/A2

Bij besluit van 15 oktober 2021 heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen aan [appellante] een vergoeding van € 8.136,70, te vermeerderen met wettelijke rente, voor de waardedaling van haar woning toegekend. [appellante] is sinds 1 oktober 1992 eigenares van de constructiewerkplaats met kantoor, magazijn, bergplaats, woonhuis en ondergrond aan de [locatie 1], [locatie 2]. [locatie 3] en [locatie 4], te Slochteren. In deze procedure is in geschil of het Instituut terecht een schadevergoeding van € 8.136,70 heeft toegekend voor de waardedaling van de woning aan de [locatie 1]. Voor de waardedaling van bedrijfsobjecten bestaat een aparte regeling. De gestelde waardedaling van de bedrijfsobjecten vormt geen onderwerp van deze procedure. Dat geldt ook voor de gestelde fysiek schade aan de objecten, waarvoor ook een aparte regeling bestaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:756
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202301238/1/A2

202301674/1/A3

Bij besluit van 1 december 2021 heeft de burgemeester van Rotterdam aan The Blossom een last onder dwangsom opgelegd. The Blossom is een religieuze organisatie die is gevestigd aan de Oost-Sidelinge 15 in Rotterdam. Op 5 augustus 2021 is aan The Blossom een bestuurlijke waarschuwing gegeven, omdat zij op 22 mei 2021 in het pand een openbare inrichting zonder vergunning heeft geëxploiteerd. Hierbij was ook sterke drank aanwezig. Dit is in strijd met de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012. Op 5 november 2021 heeft de burgemeester het voornemen geuit om een last onder dwangsom aan The Blossom op te leggen. Uit de bestuurlijke rapportage van 6 oktober 2021 volgt dat in de nacht van 11 op 12 september 2021 en in de nacht van 25 op 26 september 2021 in het pand feesten hebben plaatsgevonden. Daarnaast is geconstateerd dat in het pand in de nacht van 11 op 12 september 2021 alcohol aanwezig was en werd geschonken. Onder verwijzing naar de bestuurlijke rapportage van 6 oktober 2021 heeft de burgemeester vervolgens het besluit van 1 december 2021 genomen waarbij aan The Blossom een last onder dwangsom is opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:784
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202301674/1/A3

202301966/1/A3

Bij afzonderlijke besluiten van 11 maart 2021 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellant] een schriftelijke waarschuwing gegeven en een bestuurlijke boete opgelegd van € 7.800,00 wegens overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet respectievelijk het Arbeidsomstandighedenbesluit. [bedrijf 1] verhuurt een bedrijfspand aan de [locatie] aan [bedrijf 2] [appellant] is middels een holding enig aandeelhouder en bestuurder van [bedrijf 1]. [appellant] heeft op 17 januari 2020 een vloerzeil van 3,5 x 5 m2 uit het bedrijfspand verwijderd en in het bedrijfspand opgeslagen. De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft op 21 januari 2020 tijdens een inspectie geconstateerd dat er open vuilniszakken met daarin een vloerzeil in het bedrijfspand stonden. Er is een asbestinventarisatie uitgevoerd waaruit bleek dat het vloerzeil 30-60% asbeststof bevatte en dat het oppervlak van het kantoor en de gang voor het kantoor met asbeststof was verontreinigd. Deze bevindingen heeft de Nederlandse Arbeidsinspectie vastgelegd in het boeterapport van 16 september 2020.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:785
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202301966/1/A3

202302126/1/A3

Bij besluit van 16 mei 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hattem een last onder dwangsom aan [appellant] opgelegd. [appellant] is eigenaar van het pand aan de [locatie] in de binnenstad van Hattem. Op 12 januari 2022 is door het college een melding ontvangen over bloem- en plantenbakken en een terrasscherm die door [appellant] voor het pand en op de openbare weg waren geplaatst. Het college heeft op 25 januari 2022 voor het eerst aan [appellant] gemeld dat hij de bloem- en plantenbakken en het terrasscherm moest verwijderen. De bloem- en plantenbakken stonden ongeveer 4 m van de gevel af. Hiermee is een deel van de openbare ruimte afgezet als ware het een voortuin en heeft [appellant] volgens het college artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Hattem 2021 overtreden. Het college staat toe dat bewoners in de binnenstad een geveltuin hebben, met bijvoorbeeld bloem- en plantenbakken, tot maximaal 60 á 80 cm uit de gevel. Hieraan voldeed de situatie van [appellant] volgens het college niet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:782
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202302126/1/A3

202302659/1/A2

Bij besluit van 8 november 2021 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het verzoek van [appellant] om herziening van het besluit van 30 november 2020, waarbij het CBR hem een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer heeft opgelegd, afgewezen. Het CBR heeft [appellant] een EMA opgelegd omdat hij onder invloed zou hebben gereden op een scooter. [appellant] heeft daartegen bezwaar gemaakt, omdat niet hij, maar zijn huisgenoot de scooter bestuurde. Het CBR heeft het bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] is daartegen niet in beroep gegaan. Hij heeft de onderzoekskosten betaald, maar niet de uitvoeringskosten, waardoor zijn rijbewijs ongeldig is verklaard. [appellant] heeft aan zijn verzoek om herziening van het besluit van 30 november 2020 ten grondslag gelegd dat de politierechter hem heeft vrijgesproken van rijden onder invloed. Dit vonnis is op 9 oktober 2021 onherroepelijk is geworden. [appellant] is in beroep opgekomen tegen de handhaving door het CBR van de afwijzing van zijn herzieningsverzoek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:760
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202302659/1/A2

202302900/1/R1

Bij besluit van 12 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere aan AGRAforce een omgevingsvergunning verleend voor het tijdelijk gebruiken van het kampeerterrein aan de Kraaienestweg 1 in Veere buiten het kampeerseizoen en het tijdelijk gebruiken van gronden als standplaatsen voor campers. AGRAforce exploiteert een minicamping onder de naam "Haflingerhof De Heksenketel". Op 5 september 2020 heeft AGRAforce een omgevingsvergunning aangevraagd voor het tijdelijk gebruiken van het kampeerterrein buiten het kampeerseizoen. De aanvraag ziet op de activiteit het gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de toenmalige Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. AGRAforce heeft beroep ingesteld tegen het besluit tot vergunningverlening, omdat zij zich niet kan verenigen met een aantal onderdelen van dat besluit. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het college veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn en een vergoeding van de gemaakte kosten voor het daartoe ingediende verzoek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:771
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202302900/1/R1

202303089/1/R2

Bij besluit van 26 januari 2023 heeft de raad van de gemeente Meierijstad het bestemmingsplan "Snelfietsroute Uden-Veghel, deel Mariaheide" vastgesteld. Het plan maakt een deel van een snelfietsroute mogelijk tussen Uden en Veghel. Het tracé van de snelfietsroute is georiënteerd op de historische spoorverbinding het ‘Duits Lijntje’ en maakt overwegend gebruik van bestaande wegen en (fiets)paden. De wegen met gemengd gebruik door auto’s en fietsverkeer worden ingericht als fietsstraat. [appellant 1] en anderen wonen in de buurt van de snelfietsroute. Het plan gaat over het deel van de snelfietsroute dat loopt vanaf de Nieuwe Veldenweg in Mariaheide richting de bebouwde kom van Veghel. [appellant 1] en anderen vrezen onder meer dat het plan leidt tot verkeersonveiligheid en aantasting van de natuur. Eerder heeft de Afdeling het beroep van deels dezelfde appellanten over een ander deel van de snelfietsroute (deel woongebied Veghel) al behandeld en ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:757
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202303089/1/R2

202303454/1/A3

Bij besluiten van 14 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Enschede bij [appellante A] en bij [appellante B] een dwangsom van € 6.000,00 ingevorderd. [appellante A] en appellante B] zijn de vennoten van [evenementenbedrijf], een bedrijf dat evenementen in heel Nederland organiseert. In twee afzonderlijke besluiten van 8 januari 2020 heeft het college aan [appellante A] en [appellante B] een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van artikel 2:42, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Enschede 2009. In deze besluiten worden [appellante A] en [appellante B] gelast om in de openbare ruimte binnen het grondgebied van de gemeente Enschede geen reclameobjecten meer te (laten) plaatsen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats die in eigendom is van de gemeente dan wel op een gedeelte van een onroerende zaak die vanaf de weg zichtbaar is. [appellante A] en [appellante B] hebben geen bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, zodat de besluiten onherroepelijk zijn geworden. [

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:762
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202303454/1/A3

202303485/1/A3

Op 20 maart 2022 heeft [wederpartij] bezwaar gemaakt tegen de werkzaamheden aan de Guntersteinweg te Den Haag in de periode van 7 februari 2022 tot en met 9 februari 2022. Nadat de dienst stadsbeheer op 7 februari 2022 was begonnen met (de voorbereiding van) het aanleggen van een groenstrook aan de Guntersteinweg heeft de stadsdeeldirecteur Escamp bij brief van 8 februari 2022 aan de bewoners van de woningen aan die weg medegedeeld dat: "De bermen aan de groenzijde van de Guntersteinweg worden vergroend. (…) Op dit moment is de berm versteend. Door de hele stad worden stenige plekken omgetoverd tot groene bermen, mooie plantsoenen of zelfs groene oases". In de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat [wederpartij] met het bezwaar tegen de brief van 8 februari 2022 heeft beoogd bezwaar te maken tegen de kennelijk van rechtswege verleende maar niet gepubliceerde instemming voor klein werk. Uit het e-mailbericht van de Dienst Stadsbeheer aan [wederpartij] van 17 maart 2022 blijkt dat zo’n melding voor de strook is gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:765
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202303485/1/A3

202303829/2/A2

Deze conclusie gaat over het onderscheid tussen een algemeen verbindend voorschrift (AVV) en een concretiserend besluit van algemene strekking (CBAS). Het onderscheid tussen deze twee besluiten is sinds de inwerkingtreding van de Algemene wet bestuursrecht van belang voor de toegang tot de bestuursrechter. Tegen besluiten van algemene strekking die geen AVV zijn, staat beroep bij de bestuursrechter open op grond van de Awb. Het beroep tegen algemeen verbindende voorschriften is echter in art. 8:3 lid 1, aanhef en onder a, Awb uitgesloten. Tegen een algemeen verbindend voorschrift moet worden opgekomen door een vordering in te stellen bij de burgerlijke rechter. De zaak waarin deze conclusie wordt genomen, gaat over de vraag of het besluit tot wijziging van een van de bijlagen van de Regeling zorgverzekering moet worden aangemerkt als een algemeen verbindend voorschrift of als een concretiserend besluit van algemene strekking.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:764
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Conclusie
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202303829/2/A2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202303829/2/A2

202304634/1/R2

Bij besluit van 23 mei 2023 heeft de raad van de gemeente Boxtel het bestemmingsplan "[locatie]" vastgesteld. Het bestemmingsplan wijzigt de bestemming van de locatie van "Agrarisch" grotendeels naar de bestemming "Wonen" en verandert een voormalige bedrijfswoning in een burgerwoning. Ook worden er twee Ruimte-voor-Ruimtewoningen mogelijk gemaakt. [appellant sub 2] en [appellant sub 1] zijn het niet eens met de twee Ruimte-voor-Ruimtewoningen. In deze uitspraak gaat de Afdeling in op de vraag of het vereiste dat degene die zich beroept op een bepaalde norm zelf ook belang moet hebben bij de bescherming van die norm - het zogenoemde relativiteitsvereiste - in de weg staat aan vernietiging van het bestemmingsplan. [appellant sub 2] en [appellant sub 1] betogen dat de raad het plan in strijd met een goede ruimtelijke ordening en het gelijkheidsbeginsel heeft vastgesteld. Het bestemmingsplan is volgens hen namelijk niet in overeenstemming met beleidsuitgangspunten en vergelijkbare initiatieven van [appellant sub 2] en [appellant sub 1] heeft de raad niet toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:755
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202304634/1/R2

202304960/3/R4

Bij tussenuitspraak van 3 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2714, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken na verzending van deze tussenuitspraak het daar omschreven gebrek in het besluit van 30 mei 2023 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Maarsseveense Plassen e.o. 2e herziening" te herstellen. De Afdeling heeft onder 4.3 in de tussenuitspraak overwogen dat de raad niet heeft onderkend dat het bestemmingsplan tot een beperking van de bouwmogelijkheden voor [appellante] leidt en dat de raad geen deugdelijke motivering heeft gegeven voor het niet toekennen van de aanduiding "bouwvlak" aan haar perceel, kadastraal bekend gemeente Maarssen, sectie H, nummer 824. De Afdeling heeft de raad in de gelegenheid gesteld dit gebrek te herstellen. Op verzoek van de raad heeft de Afdeling de gegeven termijn verlengd. De tussenuitspraak verplicht, gelet op artikel 8:51d, in samenhang gelezen met artikel 8:51a, tweede lid, van de Awb, de raad om het geconstateerde gebrek te herstellen binnen de daartoe gestelde termijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:753
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202304960/3/R4

202305089/1/A3

Bij besluit van 16 december 2021 heeft de burgemeester van Sluis een aanvraag van [appellant sub 1] voor een exploitatievergunning afgewezen. Op 1 september 2021 heeft [appellant sub 1] bij de burgemeester een aanvraag gedaan voor een exploitatievergunning voor een zogenoemd looplijnterras in aanvulling op een al aan haar vergund zogenoemd voorgevelterras. Met het besluit van 16 december 2021 heeft de burgemeester de aanvraag van [appellant sub 1] afgewezen, omdat de aanvraag ziet op een terrasgedeelte dat al is vergund aan [appellant sub 2] en over die exploitatievergunning nog een procedure liep bij de rechtbank. [appellant sub 1] is echter van mening dat de exploitatievergunning voor het looplijnterras van [appellant sub 2] van rechtswege is vervallen, omdat deze met het besluit van 21 juni 2019 slechts voor bepaalde tijd is verleend. [appellant sub 2] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat geen sprake is van misbruik van recht. Zij voert daartoe aan dat [appellant sub 1] haar recht en bevoegdheid om een aanvraag te doen en over de afwijzingen daarvan te procederen, zonder redelijk doel heeft aangewend en dat dit blijk geeft van kwade trouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:677
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202305089/1/A3

202305179/1/R2

Bij besluit van 20 juni 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "’t Hout - De Hoefkens" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van 31 rijwoningen en levensloopbestendige patiowoningen aan de Hoefkens 5 mogelijk. De Hoefkens Ontwikkel B.V. is initiatiefnemer van het bestemmingsplan. Op de locatie waar de woningen mogelijk worden gemaakt is nu een leegstaand bedrijfspand gesitueerd. Daarnaast beperkt het bestemmingsplan de maximaal toegestane milieucategorie voor de bedrijfspercelen ten noorden en ten zuiden van de gronden waarop de woningen zijn geprojecteerd. De Hoefkens Invest B.V. is eigenaar van de meest noordelijke percelen in het plangebied. Deze gronden maken deel uit van een bedrijfsverzamelgebouw dat is gevestigd aan de straat de Hoefkens. Op de percelen bevinden zich drie bedrijfsunits en een voorterrein. Zij betoogt dat het plan in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en vreest dat zij door de verlaging van de maximaal toegestane milieucategorie wordt belemmerd in haar bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:786
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202305179/1/R2

202305463/1/A2

Bij besluiten van 12 april 2021 en 15 april 2021 heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen aan [appellant] schadevergoedingen toegekend voor waardedaling van zijn woningen. Sinds 21 oktober 1970 is [appellant] eigenaar van de woning aan de [locatie 1]. Sinds 24 oktober 1978 is [appellant] ook eigenaar van de woning aan de [locatie 2]. Op 7 maart 2021 heeft [appellant] voor beide woningen een aanvraag voor vergoeding voor waardedaling van de woningen ingediend. Het Instituut heeft bij besluit van 12 april 2021, gehandhaafd bij besluit van 5 januari 2022, aan [appellant] een vergoeding voor waardedaling van € 4955,75, te vermeerderen met de wettelijke rente, voor de woning aan de [locatie 1] toekend. Daarbij is het Instituut uitgegaan van de WOZ-waarde van deze woning van € 131.000,- op de peildatum 1 januari 2019. Verder heeft het Instituut bij besluit van 15 april 2021, gehandhaafd bij besluit van 5 januari 2022, aan [appellant] een vergoeding van waardedaling van € 2405,81, te vermeerderen met wettelijke rente, toegekend voor de woning aan de [locatie 2].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:740
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202305463/1/A2

202305943/1/A2

Bij besluit van 24 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellant] voor een vergunning voor het omzetten van één zelfstandige woonruimte in drie zelfstandige woonruimten, afgewezen. [appellant] is eigenaar van de zelfstandige woonruimte [locatie] te Amsterdam. Hij heeft een vergunning aangevraagd om die woonruimte om te zetten naar drie zelfstandige woonruimten. Het college heeft de aanvraag afgewezen, omdat de woning een grondgebonden woonruimte is. Voor een grondgebonden woonruimte geldt op grond van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 dat hier alleen zelfstandige woningen uit mogen worden gevormd als de oppervlakte groter is dan 200 m2. De oppervlakte van de woning van [appellant] is 189 m2 en voldoet volgens het college daarom niet aan de eisen die de Hv Amsterdam 2020 stelt aan woningvorming. [appellant] voert in hoger beroep aan dat de rechtbank heeft miskend dat zijn woning geen grondgebonden woonruimte is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:751
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202305943/1/A2

202305975/1/R3 en 202305977/1/R3

Bij besluit van 13 juni 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westerkwartier hogere waarden vastgesteld voor de woningen binnen het plangebied van het bestemmingsplan "Borghlindt". Het plan voorziet in een mogelijkheid voor maximaal negen woningen op de gronden van een voormalig agrarisch bedrijf. In het voorheen geldende plan "Buitengebied Zuidhorn" van 12 april 2010 waren op deze locatie ook al negen woningen mogelijk. In de plantoelichting staat hierover dat in het bouwplan de woningen niet volledig binnen die woonbestemming vielen, en daarom een nieuw bestemmingsplan moest worden vastgesteld. Het college heeft vanwege verkeerslawaai van de Friesestraatweg (N355) hogere waarden vastgesteld voor de woningen die met het plan mogelijk worden gemaakt. Een tweetal omwonenden is het niet eens met het plan en de vastgestelde hogere waarden en heeft daartegen beroep ingesteld. [appellant A] woont aan de [locatie 1] in Aduard en vreest voor de aantasting van haar woon- en leefklimaat, in het bijzonder door de weg naar de Borghlindt ten noorden van haar woning. 3.2. [appellant B] woont aan de [locatie 2] in Aduard en vreest naast aantasting van zijn woon- en leefklimaat ook voor de exploitatie van de horecaonderneming die hij op dit adres uitoefent.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:769
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak202305975/1/R3 en 202305977/1/R3

202307102/1/A2

Bij besluit van 14 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] woonde ten tijde van de aanvraag met zijn twee dochters van 15 en 16 jaar oud in een eenkamerwoning van 41 m2. Hij heeft een urgentieverklaring aangevraagd, omdat de woning te klein is. Dit huisvestingsprobleem veroorzaakt stress bij [appellant] en de dochters hebben geen eigen plek waar zij zich kunnen terugtrekken. De woning heeft geen slaapkamers en daardoor moet [appellant] in dezelfde kamer als zijn dochters slapen. Hierdoor slaapt hij regelmatig in de berging of in zijn auto. [appellant] heeft om deze reden in 2020 ook al een urgentieverklaring aangevraagd. Deze aanvraag heeft het college afgewezen. De Afdeling heeft bij uitspraak van 8 maart 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:921) deze afwijzing in stand gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:754
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202307102/1/A2

202307811/1/R1

Bij besluit van 28 september 2023 heeft de raad van de gemeente Haarlem het bestemmingsplan "Spaarndamseweg 13" vastgesteld. Het plangebied omvat het terrein van het voormalige 50 kV-station aan de Spaarndamseweg 13 te Haarlem. Het terrein ligt tussen de Schoterbrug en de Spaarndamseweg. Het plan voorziet in de bouw van maximaal 150 huurappartementen, die volgens de plantoelichting bedoeld zijn voor jongeren van 18 tot 28 jaar (met een uitloop tot 35 jaar). De maximaal toegestane hoogte van het gebouw is 24 m. Het maximale aantal bouwlagen is 7, voor zover gelegen boven het maaiveld. Het plan voorziet verder in parkeervoorzieningen met een in-/uitrit. Op grond van de planregels moet minimaal 80% van de woningen in de sociale huursector vallen en minimaal 10% in de middeldure huursector. Op de begane grond is ruimte voor horeca van categorie 1 gereserveerd, met een omvang van maximaal 205 m2. Deze horecagelegenheid is voorzien aan de kant van de Spaarndamseweg. 1828-V B.V. zal het plan ontwikkelen. Zij heeft daartoe met de gemeente Haarlem een anterieure overeenkomst gesloten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:752
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202307811/1/R1

202307919/1/R3

Bij besluit van 11 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen de aanvraag van Bulten Vastgoedmanagement B.V. om een omgevingsvergunning voor het toevoegen van twee kamers aan het pand op de Nieuwe Ebbingestraat 71a te Groningen geweigerd. Bulten Vastgoedmanagement B.V. is eigenaresse van het pand op het perceel Nieuwe Ebbingestraat 71a in Groningen. Dit pand wordt gebruikt voor kamerverhuur. Op 25 augustus 2021 heeft Bulten Vastgoedmanagement B.V. een aanvraag gedaan voor een omgevingsvergunning voor het toevoegen van twee kamers aan het pand. Het college heeft de aanvraag van de omgevingsvergunning geweigerd. Daaraan heeft het college ten grondslag gelegd dat de gevraagde omgevingsvergunning leidt tot een toename van het aantal kamers, wat in strijd is met het bestemmingsplan. Het college wil niet van het bestemmingsplan afwijken, omdat in de wijk al een hoog aantal jongere eenpersoonshuishoudens aanwezig is, wat leidt tot ongunstige scores in het wijkkompas op onder meer sociale samenhang en betrokkenheid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:783
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202307919/1/R3

202400768/1/A2

Bij besluit van 20 december 2022 heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen aan [appellant] een schadevergoeding van € 2154,04, te vermeerderen met de wettelijke rente, voor de waardedaling van zijn woning toegekend. [appellant] is sinds 29 maart 1978 eigenaar van de woning aan [locatie] te Leens. Op 15 november 2022 heeft [appellant] een aanvraag voor vergoeding van de waardedaling van zijn woning ingediend. Het Instituut heeft bij besluit van 20 december 2022, gehandhaafd bij besluit van 25 april 2023, aan [appellant] een vergoeding van € 2.154,04, te vermeerderen met de wettelijke rente, toegekend voor de waardedaling van zijn woning door ligging in het aardbevingsgebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:739
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202400768/1/A2

202400789/3/R3

Bij tussenuitspraak van 23 oktober 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4277, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Kaag en Braassem opgedragen om binnen 12 weken na verzending van de tussenuitspraak het geconstateerde gebrek in het besluit van 18 december 2023 te herstellen. Bij besluit van 16 december 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Kerkstraat 1-2, Oude Wetering" gewijzigd vastgesteld. [appellant A] en anderen hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om daarover een zienswijze naar voren te brengen. NU Projectontwikkeling B.V. heeft dat wel gedaan. Het plangebied ligt aan de Kerkstraat in Oude Wetering. NU Projectontwikkeling wil op de locatie elf koopwoningen bouwen. Dit is in strijd met het bestemmingsplan "Oude Wetering". Om de voorgenomen ontwikkeling mogelijk te maken, heeft de raad het bestemmingsplan "Kerkstraat 1-2, Oude Wetering" vastgesteld. [appellant A] en [appellant B] wonen op het perceel [locatie 1]. Daar is ook het bedrijf van [appellant A] en de praktijk van [appellant B] gevestigd. [appellant C] en [appellant D] wonen op het perceel [locatie 2]. Zij vrezen voor een aantasting van hun woon-, leef- en ondernemersklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:781
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202400789/3/R3

202401125/1/A2

Bij besluiten van 21 oktober 2021 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven uitkeringen van € 10.000,- en € 5.000,- uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven toegekend. Op 19 mei 2021 heeft de CSG twee aanvragen van [appellant] om een uitkering uit het schadefonds ontvangen. Aan de eerste aanvraag heeft hij ten grondslag gelegd dat hij vanaf 1988 tot en met 1991 op jonge leeftijd is misbruikt door een man die deel uitmaakte van een pedofielennetwerk. De tweede aanvraag betreft misbruik door een stiefoom van [appellant] in 1991 en/of 1992. Als gevolg van het seksueel misbruik heeft hij psychisch en lichamelijk letsel opgelopen. [appellant] is van mening dat hij op basis van letselcategorie 6 een uitkering van € 35.000,- moet ontvangen. Aan het besluit van 12 juni 2023 dat ziet op seksueel misbruik in de periode 1988 tot en met 1991 heeft de CSG ten grondslag gelegd dat [appellant] op zeer jonge leeftijd over een periode van vier jaar zeer frequent seksueel misbruik onder verzwarende omstandigheden heeft ondervonden. Van het misbruik is beeldmateriaal gemaakt dat op grote schaal is verspreid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:749
Datum uitspraak
26 februari 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202401125/1/A2
vorige pagina1...293031...1.204volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon