Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.277
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202207376/1/R2

Bij besluit van 18 oktober 2022 heeft de raad van de gemeente Oirschot het bestemmingsplan "Buitengebied, herziening [locatie 1]" gewijzigd vastgesteld. Het plan voorziet in de herinrichting van het perceel [locatie 1] in Oirschot. De voormalige agrarische bestemming wordt gewijzigd naar de bestemmingen "Bedrijf" en "Groen" ten behoeve van een inpandige opslag en werkplaats voor (onderhouds)handelingen, een ruimte voor de presentatie van (verhuur)objecten (showroom) en een uitpandige levende showroom waarbij maximaal 10 caravans en stacaravans in een landschappelijke setting kleinschalig worden verhuurd aan maximaal 20-25 personen. [appellant] woont aan de [locatie 2] in Veldhoven. In het verleden was [appellant] voornemens het perceel te kopen voor het verhuren, opslaan en repareren van koelunits, maar hij heeft daar in 2019 van afgezien. Hij is het hoofdzakelijk niet eens met het plan, omdat de raad met het vaststellen van dit plan, volgens hem, onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2430
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202207376/1/R2

202300939/1/A3

Op 10 februari 2014 en 13 mei 2014 is [appellante] overeenkomsten aangegaan met het college om haar auto te mogen parkeren in parkeerterrein Benthuizerstraat, dat in eigendom is van de gemeente Rotterdam. Bij brief van 19 mei 2022 heeft het college het stallingsabonnement van 13 mei 2014 opgezegd omdat de gemeente zich op het standpunt heeft gesteld dat [appellante] niet binnen de doelgroep van het stallingsabonnement valt. Bij brieven van 28 en 29 juni 2022 heeft het college de overeenkomst tot ingebruikgeving van 10 februari 2014 geëindigd vanwege ‘parkeertechnische redenen’. Tegen die brieven heeft [appellante] bezwaar gemaakt. Het college heeft de bezwaren van [appellante] tegen de brieven niet-ontvankelijk verklaard, omdat de brieven volgens het college geen besluiten zijn, maar privaatrechtelijke rechtshandelingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2447
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202300939/1/A3

202302148/2/R1

Bij tussenuitspraak van 13 november 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4624 heeft de Afdeling de raad van de gemeente Purmerend opgedragen om binnen twaalf weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 23 februari 2023 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Burgemeester D. Kooimanweg 4 t/m 14-2022" te herstellen. Het bestreden bestemmingsplan voorziet in een juridisch-planologisch kader voor de transformatie van het bedrijventerrein in het Wagenweggebied, aan de rand van de stad aan de Burgemeester D. Kooimanweg 4 tot en met 14, naar woningbouw. Voorzien wordt in 489 appartementen verdeeld over verschillende woontorens. Daarnaast is op ongeveer 130 meter ten westen van de voorziene woontorens aan de Wherekant 27-30 een parkeerterrein voorzien. Appellanten zijn omwonenden van het plangebied en vrezen parkeeroverlast. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 12.2 geoordeeld dat het vastgestelde plan wat betreft artikel 12.2, onder a, onder 2, van de planregels niet in overeenstemming was met hetgeen de raad bedoeld heeft te regelen. In zoverre is het besluit van 23 februari 2023 onzorgvuldig voorbereid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2476
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202302148/2/R1

202303001/1/A3

Bij besluit van 13 september 2019 heeft de burgemeester van Amsterdam een aanvraag van Villa Seldenrust om een vergunning voor het exploiteren van een horecabedrijf met terras deels geweigerd. Villa Seldenrust heeft op 8 oktober 2018 een vergunning aangevraagd voor de exploitatie van een alcoholverstrekkend horecabedrijf in het voormalige dienstgebouw behorend bij de begraafplaats Vredenhof aan de Haarlemmerweg 369 in Amsterdam. De rechtbank heeft geoordeeld dat de burgemeester haar er niet van heeft overtuigd dat het terras dat op de situatietekening van de omgevingsvergunning is weergegeven is vergund. De rechtbank heeft hiertoe overwogen dat dit niet ondubbelzinnig is op te maken uit de omgevingsvergunning en de daarbij behorende ruimtelijke onderbouwing.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2473
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202303001/1/A3

202303173/1/A2

Bij besluit van 3 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [appellant] een boete van € 10.000 opgelegd wegens het in gebruik geven van een woning zonder de benodigde huisvestingsvergunning. [appellant] heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag van 3 februari 2022. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft zich in het besluit van 21 april 2022 op het standpunt gesteld dat het bezwaar niet-ontvankelijk is, omdat [appellant] het bezwaarschrift niet tijdig heeft ingediend en deze termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Het college heeft het bezwaarschrift namelijk op 5 april 2022 ontvangen, terwijl de termijn voor het indienen van bezwaar verliep op 17 maart 2022. Daarmee is het bezwaar niet tijdig ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft de door [appellant] aanvoerde reden dat hij op vakantie was niet verschoonbaar geacht. De rechtbank heeft geoordeeld dat de door [appellant] in beroep aangevoerde redenen, namelijk dat hij met vakantie was, corona had en bij zijn vriendin verbleef, zijn zaakwaarnemer fouten heeft gemaakt, de brievenbus kapot was en de brief uiteindelijk toch in de brievenbus lag, geen geldige redenen zijn voor het te laat indienen van het bezwaar. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2456
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202303173/1/A2

202303307/1/A2

Bij besluit van 25 maart 2021 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens een klacht van [appellant] met een verzoek om corrigerende maatregelen tegen de Belastingdienst afgewezen. Op 23 mei 2020 en op 17 juni 2020 heeft [appellant] via het meldingsformulier klachten een klacht ingediend bij de AP, omdat de Belastingdienst heeft geweigerd op zijn verzoek zijn dossier toe te zenden. In de bij de klacht van 17 juni 2020 bijgevoegde brief (gedateerd 18 juni 2020) heeft [appellant] ook de AP verzocht corrigerende maatregelen te nemen. Op 25 maart 2021 heeft de AP het verzoek om handhaving afgewezen, omdat er na globaal bureauonderzoek onvoldoende feiten zijn om een overtreding van de AVG door de Belastingdienst vast te stellen. Daarvoor is nader onderzoek vereist. Omdat in onvoldoende mate aan de prioriteringscriteria is voldaan, heeft de AP besloten geen nader onderzoek te doen naar de klacht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2431
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202303307/1/A2

202303455/1/A2

Bij besluit van 2 juli 2019 heeft de minister Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor Medische Zorg en Sport de aanvraag van [appellant] voor een tegemoetkoming voor patiënten en nabestaanden in verband met Q-koorts, afgewezen. Bij uitspraak van 19 april 2023 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld. De minister heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2432
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303455/1/A2

202303940/1/A2

Bij besluit van 30 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade van [appellant] afgewezen. [appellant] is eigenaar van het bedrijfspand met bovenwoning aan de [locatie] in Zaandam (hierna: het pand). In dit pand woont hij en exploiteert hij een medisch centrum. Op 17 november 2020 heeft hij verzocht om een tegemoetkoming in planschade die hij in de vorm van waardevermindering van het pand, inkomensderving en verminderd woongenot stelt te hebben geleden als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Zuiderhout van 26 juni 1997, het bestemmingsplan Bedrijven Zuid van 4 juli 2013 en het bestemmingsplan Reparatie bestemmingsplan Bedrijven Zuid van 14 juli 2016 (hierna: het reparatieplan).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2438
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303940/1/A2

202304034/1/A3

Bij uitspraak van 10 mei 2023, in zaak nr. 202104078/1/A3, ECLI:NL:RVS:2023:1837, heeft de Afdeling het beroep van [verzoeker] tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem niet-ontvankelijk verklaard en het beroep van [verzoeker] tegen een besluit van het college van 14 september 2021 gegrond verklaard, dat besluit vernietigd voor zover dat betrekking heeft op documenten in (back-ups) van het opgeheven e-mailaccount van een voormalig burgemeester en het college opgedragen met inachtneming van de uitspraak een nieuw besluit te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2436
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Herziening
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202304034/1/A3

202305184/1/R3

Bij besluit van 16 oktober 2018 heeft de raad van de gemeente Zuidplas het bestemmingsplan "Herziening Zuidplaspolder 2" vastgesteld. Bij uitspraak van 28 oktober 2020 heeft de Afdeling het besluit van de raad van 16 oktober 2018, waarbij het bestemmingsplan "Herziening Zuidplaspolder 2" (hierna: het bestemmingsplan) is vastgesteld, vernietigd, voor zover in dat plan aan onder meer de percelen van [appellant sub 1] en [appellante sub 2] geen ontwikkelingsmogelijkheden waren geboden ten behoeve van hun glastuinbouwbedrijven. Naar aanleiding van die uitspraak heeft de raad het "Reparatieplan Herziening Zuidplaspolder 2" vastgesteld. [appellant sub 1] is woonachtig en heeft een in het plangebied gevestigd bedrijf. [appellante sub 2] is eigenaar van een deel van de gronden in het plangebied. Zij kunnen zich beide niet met het reparatieplan verenigen. Zij vinden dat de raad niet heeft voldaan aan de opdracht die de Afdeling in haar uitspraak van 28 oktober 2020 aan de raad heeft gegeven met betrekking tot het creëren van voldoende ontwikkelingsmogelijkheden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2451
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202305184/1/R3

202305267/1/R2

Bij besluit van 22 april 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dongen akkoord gegeven op door [appellante] nagezonden stukken inzake de op 25 augustus 2016 verleende omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning aan de [locatie] in Dongen (hierna: het perceel). [appellante] is eigenaresse van de woning op het perceel. Eerder is op 25 augustus 2016 aan haar een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van deze woning. De vergunning is onherroepelijk geworden door de uitspraak van de Afdeling van 18 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4155. Niet in geschil is dat de woning in afwijking van de verleende vergunning is gebouwd. Op grond van de omgevingsvergunning mag de woning een bouwhoogte van 8,8 m hebben, maar de woning heeft een bouwhoogte van 9,03 m. Het college heeft in het besluit van 22 april 2020 aangegeven dat in de omgevingsvergunning geen vloerpeil ten opzichte van het NAP is opgenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2464
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202305267/1/R2

202305323/1/A3

Bij besluiten van 7 december 2021 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de verzoeken om wissing van persoonsgegevens van [appellanten] op grond van artikel 17 van de Algemene verordening gegevensbescherming buiten behandeling gesteld. Bij brieven van 31 mei 2021 hebben [appellanten] de minister verzocht om wissing van hun bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu aanwezige Covid-19 vaccinatiegegevens en Covid-19 persoonsgegevens. De minister heeft de verzoeken bij de besluiten van 7 december 2021 buiten behandeling gesteld omdat [appellanten] hebben geweigerd zich te legitimeren op een door de minister verzochte wijze, namelijk het toesturen van een kopie van hun paspoort of zich in persoon bij het kantoor van het RIVM legitimeren. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister de bezwaren terecht ongegrond heeft verklaard. Volgens de rechtbank mocht de minister de verzoeken buiten behandeling stellen op de grond dat de identiteit van de betrokkenen niet kon worden vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2468
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202305323/1/A3

202305917/1/A2

Bij besluit van 9 september 2022 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellant] een onderzoek opgelegd naar zijn drugsgebruik en zijn rijbewijs geschorst totdat de uitslag van dat onderzoek bekend is. Het CBR heeft [appellant] een onderzoek naar de geschiktheid, meer in het bijzonder naar zijn drugsgebruik, opgelegd naar aanleiding van een mededeling van de politie Eenheid Noord-Holland. Volgens die mededeling bestond bij de politie het vermoeden dat [appellant] op 17 juli 2022 onder invloed van drugs een motorrijtuig heeft bestuurd, en daarmee het vermoeden dat hij ongeschikt is om motorrijtuigen te besturen. De politie heeft [appellant] op die datum staande gehouden en een speekseltest afgenomen, die een indicatie aangaf voor methamfetamine, amfetamine en cannabis. Ook heeft de politie waargenomen dat [appellant] met een woordenvloed sprak. Vervolgens heeft de politie op 18 juli 2022 bloed afgenomen bij [appellant]. De uitslag van dat bloedonderzoek was een amfetaminegehalte van 227 microgram per liter, terwijl de grenswaarde om onder invloed van amfetamine te mogen rijden 50 microgram per liter is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2461
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202305917/1/A2

202305927/1/A2

Bij besluit van 31 januari 2022 heeft de burgemeester van de gemeente Oisterwijk aan Intents Evenementen B.V. een evenementenvergunning en een ontheffing op grond van de Alcoholwet verleend. Daarnaast heeft het college aan de vergunninghouder een ontheffing verleend voor het ten gehore brengen van dancemuziek voor het evenement en bepaald dat er verkeersmaatregelen moeten worden getroffen. De Abdij heeft bezwaar gemaakt tegen de vergunningverlening aan de vergunninghouder voor het organiseren van Karnaval Festival 2022 in een weiland aan de Pijnendijk in Moergestel, omdat het festival, zoals de Abdij stelt, leidt tot aantasting van de stilte en rust die gewenst is in de omgeving van de Abdij. De rechtbank heeft geoordeeld dat de burgemeester en het college op goede gronden de evenementenvergunning en de ontheffing hebben verleend. De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen dat het college bij het opstellen van de Beleidsregels het belang van vergunninghouder bij het organiseren van het Karnaval Festival heeft afgewogen tegen het belang van onder meer buurtbewoners bij een leefbare omgeving.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2449
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202305927/1/A2

202305937/1/A3

Bij besluit van 22 december 2022 heeft het college [appellante] onder aanzegging van bestuursdwang gelast om uiterlijk op 31 maart 2023 de woonarken, althans vaartuigen, het drijvende terras, de drijvende vlonder en de motorboot uit de Industriehaven te verwijderen en verwijderd te houden uit Utrechts openbaar vaarwater. [appellante] is eigenaar van zes arken. Haar plan was om met drie van de arken in het Merwedekanaal in Vianen een drijvend roei- en trainingscentrum op te zetten. De provincie Utrecht en Rijkswaterstaat hebben in 2020 laten weten hieraan geen medewerking te verlenen. De arken hebben met toestemming van de gemeente Vijfheerenlanden tot medio juni 2020 in de passantenhaven van Vianen gelegen. Het college heeft aan [appellante] toestemming gegeven om de arken naar de Industriehaven in Utrecht te verslepen. [appellante] heeft vervolgens de arken, een drijvend terras, een drijvende vlonder en een motorboot in de Industriehaven afgemeerd. Volgens het college had [appellante] tot 1 oktober 2020 toestemming om de arken en andere objecten in de Industriehaven af te meren. In geschil is of de arken en objecten ook na die datum nog in de Industriehaven mochten blijven liggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2471
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202305937/1/A3

202306872/1/A2

Bij besluit van 17 mei 2022 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellant] een onderzoek opgelegd naar zijn drugsgebruik en zijn rijbewijs geschorst totdat de uitslag van dat onderzoek bekend is. Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen heeft [appellant] een onderzoek naar de geschiktheid, meer in het bijzonder naar zijn drugsgebruik, opgelegd naar aanleiding van een mededeling van de politie Eenheid Oost-Nederland. Volgens die mededeling bestond bij de politie het vermoeden dat [appellant] op 7 april 2022 onder invloed van drugs een motorrijtuig heeft bestuurd, en daarmee het vermoeden dat hij ongeschikt is om motorrijtuigen te besturen. De politie heeft [appellant] naar aanleiding van een verkeerscontrole op die datum staande gehouden en waargenomen dat [appellant] bloeddoorlopen ogen had. De politie heeft een speekseltest afgenomen, die een indicatie aangaf voor cannabis. [appellant] heeft tijdens het verhoor verklaard dat hij in de afgelopen 24 uur twee keer heeft geblowd. Ook heeft de politie bloed afgenomen bij [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2443
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202306872/1/A2

202306918/1/A3

Bij besluit van 14 oktober 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oude IJsselstreek het door [appellant] gedane verzoek om openbaarmaking van alle informatie met betrekking tot de gronden van [bedrijf], afgewezen omdat de gevraagde informatie reeds aan hem is verstrekt. [appellant] heeft het college op grond van de Wet open overheid (hierna: de Woo) verzocht om openbaarmaking van alle informatie met betrekking tot de gronden van [bedrijf]. Het college heeft dit verzoek afgewezen omdat de gevraagde informatie al aan hem is verstrekt in een eerdere procedure. [appellant] stelt dat er meer documenten onder het college moeten berusten dan het openbaar heeft gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2462
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202306918/1/A3

202306958/1/R1

Bij afzonderlijke besluiten van 30 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen geweigerd om omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruiken van de bedrijfswoningen als burgerwoning aan de [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3] in Amstelveen. [appellant A] is eigenaar van de woning aan de [locatie 2], [appellant B] van de woning aan de [locatie 1] en [appellant C] van de woning aan de [locatie 3] in Amstelveen. Zij wonen in een bedrijfswoning. De aan deze bedrijfswoningen grenzende glastuinbouwbedrijven zijn niet meer in eigendom van [appellant A] en anderen. Daarom willen zij hun bedrijfswoning gebruiken als burgerwoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2437
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202306958/1/R1

202307316/1/A2

Bij besluit van 14 september 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg de subsidieaanvraag van de stichting afgewezen. De stichting heeft bij het college van burgemeester en wethouders van Tilburg een subsidieaanvraag ingediend. De aangevraagde subsidie heeft betrekking op het op meerjarenbasis produceren en (wereldwijd) distribueren van journalistieke documentaire artistiek-inhoudelijke videoportretten van belangwekkende kunstenaars, ontwerpers, architecten, componisten, choreografen, musici, podiumkunstenaars e.d. van verschillende generaties en culturele achtergrond, die in en vanuit de stad en regio lokaal en bovenlokaal werkzaam zijn. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg heeft deze aanvraag afgewezen en de afwijzing in bezwaar gehandhaafd. In beroep heeft de stichting geklaagd over onder meer de gebreken aan de totstandkoming van het besluit. Verder heeft zij geklaagd over de inhoudelijke afwijzingsgronden. Tot slot heeft de stichting bij de rechtbank een beroep gedaan op diverse rechtsbeginselen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2460
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202307316/1/A2

202307907/1/A2

Bij besluit van 6 december 2022 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het aan [appellant] afgegeven rijbewijs ongeldig verklaard. Naar aanleiding van een mededeling als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, heeft het CBR [appellant] een onderzoek naar de rijgeschiktheid opgelegd en zijn rijbewijs geschorst. Aan de mededeling heeft het CBR ten grondslag gelegd dat [appellant] gelet op een bij hem afgenomen speekseltest, door de verbalisant waargenomen kenmerken en eerdere registraties met betrekking tot drugs, zou hebben gereden onder invloed van drugs. Het bloedonderzoek gaf een uitslag van 13 microgram THC per liter bloed. Op basis van de ontvangen informatie bestond er bij het CBR een vermoeden dat er bij [appellant] sprake is van drugsmisbruik. De rechtbank heeft geoordeeld dat het CBR het rijbewijs van [appellant] ongeldig heeft mogen verklaren. Uit de verklaring van de psychologe van Rijbewijsbelang blijkt meer dan voldoende dat [appellant] weerstand heeft geboden bij het beantwoorden van vragen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2424
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202307907/1/A2

202400072/1/R3

Bij besluit van 9 november 2023 heeft de raad van de gemeente Molenlanden het bestemmingsplan "Bleskensgraaf, Heulenslag 19-20" vastgesteld. Het plan ziet op het perceel Heulenslag 19-20 en voorziet het zuidelijke deel van een nieuwe woonbestemming met bijbehorende bouwvlakken. [partij] is de eigenaar van het zuidelijk deel en tevens initiatiefnemer van het plan. Om dit mogelijk te maken zijn de agrarische bouwvlakken die in het voorheen geldende plan lagen op de gronden van zowel de noord- als de zuidzijde van de Heulenslag wegbestemd. [appellant] is eigenaar van de noordelijk gelegen gronden. Voor deze gronden geldt, en gold, een agrarische bestemming. [appellant] kan zich niet met het plan verenigen, nu het op zijn perceel liggende agrarische bouwvlak is verwijderd. Hij wenst daarvoor compensatie te ontvangen, mede gezien het feit dat de gemeente hem gedurende de voorbereiding van het plan niet heeft ingelicht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2448
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202400072/1/R3

202400409/1/A2

Bij besluit van 7 september 2022 heeft de staatssecretaris Rechtsbescherming een aanvraag van [appellant] om een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) afgewezen. [appellant] heeft een VOG aangevraagd voor de functie van taxichauffeur. De staatssecretaris Rechtsbescherming heeft deze aanvraag afgewezen, omdat in het Justitieel Documentatie Systeem (JDS) strafbare feiten zijn vermeld die, indien herhaald, gelet op het risico voor de samenleving, een belemmering vormen voor een behoorlijke uitoefening van de functie van taxichauffeur (het objectieve criterium). Hoewel de staatssecretaris Rechtsbescherming het belang van [appellant] bij toewijzing van een VOG erkent, heeft de staatssecretaris Rechtsbescherming zich op het standpunt gesteld dat het belang bij beperking van de risico’s voor de samenleving zwaarder weegt (het subjectieve criterium). De rechtbank heeft overwogen dat de staatssecretaris de door [appellant] aangevoerde omstandigheden voldoende heeft meegewogen in zijn beoordeling en dat de staatssecretaris het belang bij beperking van de risico’s voor de samenleving zwaarder heeft mogen laten wegen dan het belang van [appellant] bij afgifte van een VOG.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2439
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202400409/1/A2

202401159/1/A2

Bij besluit van 7 augustus 2021 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de huurtoeslag voor [appellant] voor het jaar 2020 vastgesteld op € 1.528,00. Deze zaak gaat over de hoogte van de huurtoeslag van [appellant]. De Dienst Toeslagen heeft de huurtoeslag van [appellant] in 2020 lager vastgesteld. Dit komt omdat [appellant] in juni 2020 is getrouwd en gaan samenwonen met [gemachtigde]. [gemachtigde] is vanaf dat moment zijn toeslagpartner. Dit betekent dat haar inkomen wordt meegenomen bij de berekening van zijn huurtoeslag. Het inkomen van [gemachtigde] in 2020 is vastgesteld op € 6.277,00. Dit geld is afkomstig van een bijstandsuitkering. Omdat dit inkomen meetelt, is de huurtoeslag voor [appellant] voor de maanden juni tot en met december 2020 lager dan als alleen wordt gerekend met zijn jaarinkomen. [appellant] vindt dit niet eerlijk. [gemachtigde] heeft haar bijstandsuitkering tot juni 2020 moeten gebruiken om rond te komen. Nadat zij met [appellant] is getrouwd, is haar bijstandsuitkering stopgezet. In de maanden juni tot en met december van 2020 heeft [appellant] daarom geen inkomsten meer gehad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2426
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202401159/1/A2

202401328/1/R2

Bij besluit van 21 december 2023 heeft de raad van de gemeente Son en Breugel het bestemmingsplan "Son Zuid; Boslaan 63" vastgesteld. Bij besluit van 28 december 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van 12 appartementen op het perceel Boslaan 63 in Son en Breugel. Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning hebben betrekking op het perceel Boslaan 63 in Son, dat in de bebouwde kom in het zuidwesten van de kern Son ligt. Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning maken de bouw van 12 appartementen verdeeld over twee gebouwen in het hogere prijssegment mogelijk. Ook voorziet het bestemmingsplan in de bouw van één vrijstaande woning. De omgevingsvergunning heeft daarop geen betrekking. [appellant] en anderen, onder wie [partij A] en [partij B], wonen allemaal in de nabijheid van het plangebied. De beroepsgronden richten zich alleen tegen het bestemmingsplan. [appellant] en anderen zijn het hoofdzakelijk niet eens met dit plan, omdat het plan volgens hen niet stedenbouwkundig aanvaardbaar is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2425
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202401328/1/R2

202401884/1/A2

Bij besluit van 23 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vught een verzoek van [appellant] om een verkeersbesluit te nemen afgewezen. [appellant] is bewoner en eigenaar van de woning aan de [locatie] in Vught. Bij brief van 19 januari 2021 heeft hij het college verzocht om een verkeersbesluit te nemen ten behoeve van het verwijderen van twee verkeerspaaltjes aan de noordzijde van de Groenewouddreef en het plaatsen van een vast verkeerspaaltje ten zuiden van de kruising tussen de Groenewouddreef en het Cromvoirtsepad. [appellant] doet een beroep op het vertrouwensbeginsel onder verwijzing naar een besluit van 5 oktober 2017. Uit dat besluit blijkt van een toezegging van het college dat de Groenewouddreef ter hoogte van de N65 een fysieke afsluiting krijgt. Volgens [appellant] is de weigering om het gevraagde verkeersbesluit te nemen in strijd met deze toezegging.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2445
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202401884/1/A2

202402354/1/A2

Bij besluit van 3 augustus 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de Karperdaal en de Steurendaal in Den Haag aangewezen als (woon-)erf (hierna: het verkeersbesluit), met daarbij een parkeerregeling voor de duur van twee jaar waarbij parkeren voor de eigen garage of berging onder voorwaarden is toegestaan (hierna: de pilot). Het college heeft het uit oogpunt van de verkeersveiligheid wenselijk geacht de Karperdaal en de Steurendaal aan te wijzen als (woon-)erf. Op grond van artikel 46 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) mag op een erf alleen worden geparkeerd op de daarvoor aangegeven plaatsen. Het college heeft die plaatsen aangeduid met een P-tegel in het wegdek. Daarnaast heeft het college het door middel van de pilot voor de bewoners van de Karperdaal en de Steurendaal mogelijk gemaakt om te parkeren voor de ingang van de eigen garage/berging. Die plaatsen zijn aangeduid met een wit steentje.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2435
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202402354/1/A2

202402355/1/A2

Bij besluit van 3 augustus 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de Karperdaal en de Steurendaal in Den Haag aangewezen als (woon-)erf (hierna: het verkeersbesluit), met daarbij een parkeerregeling voor de duur van twee jaar waarbij parkeren voor de eigen garage of berging onder voorwaarden is toegestaan (hierna: de pilot). Het college heeft het uit oogpunt van de verkeersveiligheid wenselijk geacht de Karperdaal en de Steurendaal aan te wijzen als (woon-)erf. Op grond van artikel 46 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) mag op een erf alleen worden geparkeerd op de daarvoor aangegeven plaatsen. Het college heeft die plaatsen aangeduid met een P-tegel in het wegdek. Daarnaast heeft het college het door middel van de pilot voor de bewoners van de Karperdaal en de Steurendaal mogelijk gemaakt om te parkeren voor de ingang van de eigen garage/berging. Die plaatsen zijn aangeduid met een wit steentje.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2434
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202402355/1/A2

202402382/1/R3

Bij besluit van 30 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westland aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het oprichten van een schuur met overkapping op de [locatie] te Honselersdijk. De omgevingsvergunning maakt de bouw van een tijdelijke schuur met overkapping op het perceel van [vergunninghouder] mogelijk in afwijking van het bestemmingsplan. [appellant] woont naast dit perceel. De schuur was al op het perceel aanwezig voordat de omgevingsvergunning werd verleend. Voorafgaand aan de afgifte van de omgevingsvergunning heeft [appellant] een handhavingsverzoek gedaan vanwege de aanwezigheid van de toentertijd illegale schuur. Dit heeft geleid tot de oplegging van een last onder dwangsom aan [vergunninghouder] en een invorderingsbeschikking. Nadien heeft [vergunninghouder] ter legalisatie een omgevingsvergunning aangevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2469
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202402382/1/R3

202402488/1/A2

Bij besluit van 3 augustus 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de Karperdaal en de Steurendaal in Den Haag aangewezen als (woon-)erf (hierna: het verkeersbesluit), met daarbij een parkeerregeling voor de duur van twee jaar waarbij parkeren voor de eigen garage of berging onder voorwaarden is toegestaan (hierna: de pilot). Het college heeft het uit oogpunt van de verkeersveiligheid wenselijk geacht de Karperdaal en de Steurendaal aan te wijzen als (woon-)erf. Op grond van artikel 46 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) mag op een erf alleen worden geparkeerd op de daarvoor aangegeven plaatsen. Het college heeft die plaatsen aangeduid met een P-tegel in het wegdek. Daarnaast heeft het college het door middel van de pilot voor de bewoners van de Karperdaal en de Steurendaal mogelijk gemaakt om te parkeren voor de ingang van de eigen garage/berging. Die plaatsen zijn aangeduid met een wit steentje.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2433
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202402488/1/A2

202402550/1/A2

Bij besluit van 15 november 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellante] heeft een urgentieverklaring aangevraagd, omdat zij met haar vier kinderen in de tweekamerwoning van haar zus verblijft en haar zus heeft laten weten dat zij daar niet langer kunnen verblijven. Het college heeft de aanvraag afgewezen wegens het van toepassing zijn van twee algemene weigeringsgronden. Inwoning en een voor het huishouden te kleine woning worden namelijk op grond van artikel 2.6.5, eerste lid en onder b, van de Huisvestingsverordening en paragraaf 3, onder ad b) punt 2 en 5, van de Nadere Regels Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 niet als een urgent huisvestingsprobleem aangemerkt. Verder voldoet [appellante] niet aan de in artikel 2.6.5, eerste lid en onder i, van de Huisvestingsverordening gestelde voorwaarde, omdat zij voorafgaand aan de aanvraag nog geen twee jaar in Amsterdam woonde. Ook heeft het college geen aanleiding gezien om een urgentieverklaring te verlenen op grond van de hardheidsclausule.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2427
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202402550/1/A2

202404020/1/V6

Bij besluit van 3 september 2021 heeft de staatssecretaris een verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. [appellant] heeft de staatssecretaris op 1 december 2020 verzocht om hem het Nederlanderschap te verlenen. De staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen op grond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (hierna: de RWN), omdat ernstige vermoedens bestaan dat [appellant] een gevaar vormt voor de openbare orde. De reden hiervoor is dat de politierechter hem op 6 april 2020 heeft veroordeeld tot het betalen van een geldboete van € 850,00 voor handelen in strijd met artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: de WVW). De zogenoemde rehabilitatietermijn van vijf jaar, als bedoeld in de Handleiding RWN, paragraaf 5 van het beleid voor artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de RWN was ten tijde van het verzoek nog niet verstreken. Volgens de staatssecretaris doen zich geen bijzondere omstandigheden voor die maken dat hij in afwijking van het beleid in de Handleiding RWN het Nederlanderschap aan [appellant] zou moeten verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2452
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202404020/1/V6

202405302/1/V6

Bij besluit van 24 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellante] om haar het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. [appellante] stelt afkomstig te zijn uit de Democratische Republiek Congo en geboren te zijn op [geboortedatum] 1967. Zij is sinds maart 2000 in Nederland. [appellante] heeft een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd in het kader van de Regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 10 februari 2023 een voornemen tot afwijzing van het verzoek uitgebracht. Hij heeft toegelicht dat in een eerdere door [appellante] gevoerde asielprocedure onderzoek is verricht naar de door haar verstrekte gegevens. In deze procedure is uit een individueel ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken van 4 januari 2001 (hierna: het individueel ambtsbericht) gebleken dat [appellante] niet bekend is op het door haar opgegeven Congolese adres. Ook het door [appellante] doorgegeven Congolese adres van haar werk bleek niet te kloppen. Daar komt bij dat haar familie in Kinshasa haar heeft geïdentificeerd als ‘[naam]’. Dit heeft geleid tot twijfels bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de identiteit en nationaliteit van [appellante].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2453
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202405302/1/V6

202405637/1/A2

Bij besluit van 13 juli 2023 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een aan [appellant] toegekende vergoeding voor het verlenen van rechtsbijstand ingetrokken. Op 6 juli 2022 heeft [appellant] het bestuur van de raad voor rechtsbijstand verzocht om afgifte van een toevoeging voor rechtsbijstand aan een rechtzoekende voor het maken van bezwaar tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk van 17 juni 2022, waarbij het college aan de rechtzoekende een persoonsgebonden budget voor 7 uur begeleiding per week heeft toegekend voor de periode van 1 juli 2022 tot en met 31 juli 2022. Bij besluit van 27 juli 2022 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de toevoeging verleend onder kenmerk 3LQ2104. Bij besluit van 10 december 2022 heeft de raad aan [appellant] een vergoeding voor de in de procedure 3LQ2104 verrichte werkzaamheden toegekend ter hoogte van € 1.170,17.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2428
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202405637/1/A2

202406828/1/A2

Bij besluit van 18 augustus 2023 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het rijbewijs van [appellant] met ingang van 25 augustus 2023 ongeldig verklaard. Voor de voorgeschiedenis van deze zaak verwijst de Afdeling naar de uitspraak van vandaag in zaak nr. 202306872/1/A2. In die uitspraak is geoordeeld dat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellant] een onderzoek naar zijn drugsgebruik mocht opleggen en dat het sepot in de strafzaak niet tot een ander oordeel leidt. Het CBR heeft het rijbewijs van [appellant] ongeldig verklaard omdat in twee psychiatrische onderzoeken naar zijn drugsgebruik, uitgevoerd op 13 januari 2023 en 21 juli 2023, de diagnose drugsmisbruik is gesteld. Volgens paragraaf 8.8 van de bijlage bij de Regeling eisen geschiktheid 2000 moet het CBR het rijbewijs in dat geval ongeldig verklaren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2441
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202406828/1/A2

202407114/1/A2

Bij uitspraak van 5 juni 2024,ECLI:NL:RVS:2024:2328, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het beroep van Digeketen tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant van 24 januari 2023 ongegrond verklaard. Digeketen heeft bij het college een subsidieaanvraag ingediend. Het college heeft die aanvraag afgewezen en die afwijzing in bezwaar gehandhaafd. Het beroep daartegen heeft de rechtbank ongegrond verklaard. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft bij uitspraak van 3 november 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2439, het besluit op bezwaar van het college vernietigd, omdat het advies van de adviescommissie onzorgvuldig tot stand was gekomen. Het college heeft daarna op 24 januari 2023 een nieuw besluit op bezwaar genomen. Tegen dat besluit heeft Digeketen beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak ingesteld. Bij uitspraak van 5 juni 2024, waarvan Digeketen nu om herziening verzoekt, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak dat beroep ongegrond verklaard. Digeketen heeft verzocht om herziening van de uitspraak van 5 juni 2024, omdat de Afdeling niet alle stukken heeft betrokken bij de beoordeling en dat zij nagelaten heeft zelf nader onderzoek te doen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2455
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Herziening
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202407114/1/A2

202407351/1/A2

Bij beslissing van 8 februari 2024 hebben de examinatoren het afstudeerproject van [appellant] met een ‘NVD’ beoordeeld. Bij beslissing van 4 november 2024 heeft het college van beroep voor de examens van Zuyd Hogeschool het door [appellant] daartegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellant] is op 1 maart 2023 begonnen aan zijn afstudeerproject voor de bacheloropleiding HBO-ICT. Dit afstudeerproject is een 20 weken durend onderdeel van het vierde jaar van de studie, waarvoor 30 ECTS kunnen worden verkregen. Het blok waarbinnen het afstuderen ingeroosterd was, begon formeel enkele weken later. Aanleiding voor [appellant]’ vroege start was een deadline bij het stagebedrijf, die op 20 april 2023 stond ingepland. De startdatum voor de afstudeerprojecten was formeel 24 april 2023, dus na die deadline. [appellant] is zonder officiële toestemming van de opleiding aan zijn afstudeerproject begonnen. Wel heeft hij contact gezocht met de docentbegeleider en op 30 mei 2023 alsnog een officiële ‘GO’ voor zijn afstudeerproject gekregen. Bij het eerste inlevermoment in november 2023 was zijn afstudeerproject dusdanig onvoldoende dat het niet beoordeeld werd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2474
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202407351/1/A2

202408092/1/A2

Bij beslissing van 30 juli 2024 heeft de examencommissie de verzoeken van [appellant] om een extra herkansing van het tentamen voor het vak Applied Econometrics for Business (hierna: AEB) en het vak Investment and Portfolio Theory 2 afgewezen. [appellant] zit in het laatste jaar van de bachelor Business Administration van de faculteit Economie & Bedrijfskunde van de Universiteit van Amsterdam. Op 9 juli 2024 heeft zij deelgenomen aan het hertentamen van het vak IPT 2. De examinator van het vak heeft dit hertentamen beoordeeld met een 4,5. Op 12 juli 2024 heeft zij deelgenomen aan het hertentamen van het vak AEB. De examinator heeft dit hertentamen beoordeeld met een 2,5. Dat cijfer is later aangepast naar een 3,0. Om de vakken af te ronden, moet zij minimaal een 5,0 halen. [appellant] heeft voor beide vakken om een extra herkansing gevraagd. [appellant] betoogt dat zij geen eerlijke kans heeft gekregen om het vak AEB af te ronden. Zij vindt dat zij om deze reden een extra herkansing voor het vak AEB had moeten krijgen en dat het - nu nog openstaande - vak AEB voor de toekenning van het verzochte extra hertentamen voor het vak ITP 2 daarom niet zou mogen meetellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2459
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202408092/1/A2

202500010/1/A2

Bij beslissing van 13 juni 2024 hebben de examinatoren van de bacheloropleiding Werktuigbouwkunde Duaal het afstudeerproject van [appellant] met een ‘NVD’ beoordeeld. Bij beslissing van 19 november 2024 heeft het college van beroep voor de examens van De Haagse Hogeschool het hiertegen door [appellant] ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellant] is in augustus 2023 begonnen aan zijn afstudeerproject voor de bacheloropleiding Werktuigbouwkunde Duaal. Het afstuderen bestaat uit drie onderdelen: de afstudeerscriptie, de scriptieverdediging en het praktisch werk. De scriptie bestaat weer uit vijf subonderdelen die om te kunnen afstuderen gemiddeld met een 5,5 moeten worden beoordeeld. De eerste versie van de scriptie hebben de examinatoren met een onvoldoende beoordeeld. [appellant] heeft feedback gekregen en een gesprek met de begeleider over die feedback gehad. [appellant] heeft de feedback verwerkt, extra aandacht aan schrijfvaardigheid besteed en een aantal gesprekken met een andere docent gevoerd. Hij heeft zijn herkansing op 17 mei 2024 ingeleverd. De examinatoren hebben de herkansing met een onvoldoende beoordeeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2475
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202500010/1/A2

202501271/1/A2

Bij beslissing van de examencommissie van 2 juli 2024 heeft een docent van het vak Consumer Insights van de bacheloropleiding Commerciële economie de herkansing van de adviespresentatie van [appellant] voor dat vak met een 5,2 herbeoordeeld. [appellant] heeft in januari 2024 het vak Consumer Insights gevolgd. Het vak bestaat uit verschillende toetsonderdelen, waaronder een adviespresentatie. De adviespresentatie van [appellant] is met een 4,7 beoordeeld en de aangepaste adviespresentatie in de herkansing met een 5,2. [appellant] heeft administratief beroep ingesteld tegen de beoordeling van de herkansing van 5 april 2024. Het college heeft [appellant] en de examencommissie een termijn gesteld om de mogelijkheid van een schikking te onderzoeken. De examencommissie heeft aan [appellant] twee routes voorgesteld. Route 1 bestaat uit het nogmaals laten beoordelen van de herkansing door een onafhankelijk examinator onder de voorwaarde dat [appellant] zijn administratief beroep tegen de beslissing van 5 april 2024 intrekt. Mocht hij het niet eens zijn met de herbeoordeling, dan kan hij vervolgens opnieuw administratief beroep instellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2442
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202501271/1/A2

202501533/1/A2

Bij beslissing van 1 oktober 2024 heeft de examencommissie van de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences het verzoek van [appellante] om toepassing van de compensatieregeling Bachelor-2 van Bijlage II van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2021-2022 afgewezen. [appellante] volgt de bacheloropleiding Psychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij heeft op 30 augustus 2024 de examencommissie verzocht om de compensatieregeling toe te passen op het vak ‘Psychometrics: An Introduction’. De compensatieregeling houdt in dat binnen een kenniscluster of vaardighedencluster aan vakken bij een clustergemiddelde van een 6.0, onvoldoende cijfers van minimaal een 4.0 kunnen worden gecompenseerd. De compensatieregeling is als onderdeel van een curriculum-wijziging per 1 september 2022 afgeschaft. Onder de nieuwe regeling dienen studenten voor elk vak afzonderlijk minimaal een voldoende (5,5) te halen. [appellante] heeft zeven pogingen gedaan, maar het is haar niet gelukt om voor het vak Psychometrics een cijfer van minimaal een 5,5 te halen. Het vak Psychometrics is het enige vak dat zij nog dient te halen om haar bachelor Psychologie af te ronden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2440
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202501533/1/A2

202502172/2/A2

[appellant] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van 2 april 2025, op het door hem gemaakte bezwaar tegen het besluit van het college van 29 november 2024. Het college heeft de vertrouwelijke versies van een aantal gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken. [appellant] vindt beperking van de kennisneming van de stukken niet gerechtvaardigd, omdat daarmee zijn recht op een gelijke proceskans wordt beperkt terwijl daar volgens hem geen gewichtige redenen voor zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2483
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202502172/2/A2

202502492/1/V3 en 202502492/2/V3

Bij besluit van 12 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2419
Datum uitspraak
28 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502492/1/V3 en 202502492/2/V3

202304845/1/V2

Bij besluit van 26 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om betrokkenen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2408
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202304845/1/V2

202407016/3/V1

Bij besluiten van 22 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van verzoekers om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2407
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407016/3/V1

202407137/1/V1

Bij besluit van 8 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellanten een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2409
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202407137/1/V1

202500167/1/V3

Bij besluit van 23 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2397
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500167/1/V3

202500169/1/V3

Bij besluit van 24 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2398
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500169/1/V3

202500189/1/V3

Bij uitspraak van januari 2025 heeft de rechtbank het tegen het voortduren van de maatregel door betrokkene ingestelde beroep, voor zover gericht tegen de tenuitvoerlegging van de maatregel, gegrond verklaard en voor het overige ongegrond en de minister opgedragen betrokkene schadeloos te stellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2399
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500189/1/V3

202500308/2/R4

Bij besluit van 26 november 2024 heeft de raad van de gemeenteraad van Lopik het bestemmingsplan "BP Woningbouwlocatie Zeldenrust, Benschop" vastgesteld. Het plangebied bevindt zich aan de noordzijde van de kern Benschop. Het plan maakt de ontwikkeling van 13 appartementen en 29 woningen mogelijk. Het plangebied wordt ontsloten op de weg het Dorp. Ten westen van de percelen waar de woningen zijn voorzien bevindt zich een kerk met naastgelegen agrarische gronden die als parkeerplaats voor de kerk worden gebruikt. Met het plan wordt dit parkeerterrein positief bestemd. [verzoekster] woont in de directe nabijheid van het plangebied op het adres [locatie]. [verzoekster] betoogt dat het plan leidt tot een toename van de stikstofdepositie op het nabijgelegen natuurgebied. [verzoekster] betoogt dat onvoldoende in beeld is gebracht dat het plan voorziet in een goede verkeersafwikkeling. Ter onderbouwing hiervan voert zij aan dat het plan zorgt voor meer verkeer op de weg het Dorp, terwijl dit nu al een drukke weg is. Bovendien is volgens haar geen rekening gehouden met de verkeersbewegingen van bezoekers van de kerk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2410
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202500308/2/R4

202501809/1/V3

Bij besluit van 3 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2418
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501809/1/V3

202502225/1/V3

Bij besluit van 27 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2405
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502225/1/V3

202502570/2/V3

Bij besluit van 24 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie verzoeker opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2406
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202502570/2/V3

202502619/2/V2

Bij besluit van 24 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 29 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2485
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502619/2/V2

BRS.25.000299

Bij besluit van 16 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2367
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000299

BRS.25.000518

Bij besluit van 2 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2378
Datum uitspraak
27 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000518

202304498/1/V1

Bij besluit van 10 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2384
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202304498/1/V1

202401139/1/V1.

Bij besluiten van 30 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2394
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202401139/1/V1.

202403127/1/V3.

Bij besluit van 29 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2395
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202403127/1/V3.

202405962/1/V2

Bij besluit van 14 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2396
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202405962/1/V2

202500244/1/V1

Bij besluit van 29 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2400
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202500244/1/V1

202502116/1/V3

Bij besluit van 17 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2374
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502116/1/V3

202502405/1/V3

Bij besluit van 6 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2376
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502405/1/V3

202502595/1/V2

Het geschil betreft een om herziening van de uitspraak van de Afdeling van 30 april 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1911.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2401
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Herziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202502595/1/V2

202502621/2/V1

Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2375
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502621/2/V1

202502623/2/V2

Bij besluit van 1 september 2023, aangevuld bij besluit van 17 september 2024, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2402
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502623/2/V2

202502797/1/V2 en 202502797/3/V2

Bij besluit van 10 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2386
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502797/1/V2 en 202502797/3/V2

202502801/1/V3

Bij besluit van 13 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2387
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502801/1/V3

202502821/2/V1

Bij besluit van 10 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2385
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502821/2/V1

BRS.25.000493

Bij besluit van 11 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2366
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000493

BRS.25.000557

Bij besluit van 13 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2368
Datum uitspraak
26 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000557

202203014/6/R1

Bij besluit van 5 mei 2022 met kenmerk D323092 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het slopen van bestaande bebouwing en het realiseren van nieuwbouw met 20 woningen, detailhandel met horeca en een ondergrondse parkeergarage met 46 parkeerplekken op het Plein (sectie C2309) in Bergen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2364
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202203014/6/R1

202205569/1/V2

Bij besluit van 28 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2371
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202205569/1/V2

202500730/1/V3

Bij besluit van 19 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2372
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202500730/1/V3

202502104/1/V3 en 202502104/2/V3

Bij besluit van 21 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2382
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502104/1/V3 en 202502104/2/V3

202502409/1/V2

Bij besluit van 14 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan appellant verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en een aanvraag tot het wijzigen van de beperking van die verblijfsvergunning afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2373
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502409/1/V2

202502816/1/V1

Bij besluit van 2 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2370
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502816/1/V1

202502825/1/V2 en 202502825/2/V2

Bij besluit van 26 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2383
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502825/1/V2 en 202502825/2/V2

BRS.24.000029

Bij besluit van 24 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid betrokkene in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2349
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000029

BRS.25.000496

Bij besluit van 13 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om betrokkene een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2350
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000496

BRS.25.000500

Bij besluit van 23 augustus 2023, aangevuld bij besluit van 4 oktober 2023, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2352
Datum uitspraak
23 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000500

202402441/1/V3

Bij besluit van 28 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat betrokkene geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. De staatssecretaris heeft dit besluit op 13 februari 2024 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2358
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402441/1/V3

202404034/2/R3

Bij besluit van 21 juni 2021 heeft het college aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van een voormalig schoolgebouw aan de Zeezwaluwstraat 4 in Den Haag in 16 appartementen, en voor het realiseren van een in- of uitrit. De aanvraag van 7 december 2020 is gedaan voor het veranderen van het voormalige schoolgebouw op het perceel in 16 appartementen en het realiseren van een in- of uitrit. Blijkens de aanvraag en de daarbij behorende tekeningen zijn op het perceel 12 parkeerplaatsen voorzien. [verzoeker] woont direct naast het perceel, aan de [locatie]. Hij vreest dat het gebruik van het perceel voor parkeren geluidsoverlast zal veroorzaken in de avond en nacht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2359
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202404034/2/R3

202404488/1/V3

Bij besluit van 6 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2357
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404488/1/V3

202406146/1/V3

Bij besluiten van 25 augustus 2020 en van 28 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2356
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202406146/1/V3

202406525/1/V1

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2355
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202406525/1/V1

202406951/3/A3

Bij twee afzonderlijke besluiten van 9 mei 2022 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een boete opgelegd wegens een overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet en een waarschuwing voor preventieve stillegging van werkzaamheden gegeven. [verzoekster]verzoekt de voorzieningenrechter van de Afdeling om het waarschuwingsbesluit te schorsen, omdat de minister bij besluit van 6 maart 2024, dat in deze procedure overigens niet voorligt, preventieve stillegging van de werkzaamheden heeft bevolen. Volgens [verzoekster] heeft stillegging van de werkzaamheden voor haar onomkeerbare financiële gevolgen, zodat een faillissement onafwendbaar is. Bovendien kleven aan het waarschuwingsbesluit zo ernstige procedurele en inhoudelijke gebreken, dat dit geen stand kan houden, aldus [verzoekster].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2274
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202406951/3/A3

202500710/2/R2

Bij besluit van 7 november 2024 heeft de raad van de gemeente Valkenswaard het bestemmingsplan "Eurocircuit" vastgesteld. Het plan voorziet in het planologisch borgen van het Eurocircuit en het toekomstbestendig maken van het circuit. Het Eurocircuit is een rallycrosscircuit voor auto’s en motoren dat wordt gebruikt voor wedstrijden en trainingen door de NRV en de MVV. Daarnaast biedt het terrein ruimte aan een wielervereniging, fietscrossvereniging en een politiehondenvereniging voor trainingen. Groen en Heem en [verzoeker sub 1] en anderen verzoeken om schorsing van het bestemmingsplan voor zover dat meer mogelijk maakt dan het vorige planologisch regime. Op de zitting is toegelicht dat het verzoek alleen ziet op de gronden met de bestemming "Sport-Motorcrossterrein" en "Sport-Autosportterrein". Groen en Heem en [verzoeker sub 1] en anderen voeren beroepsgronden aan over onder andere: welk gebruik is toegestaan onder het overgangsrecht, de toegestane duur van het gebruik van de baan in relatie tot openstelling van het eurocircuit, stikstofdepositie en gevolgen voor Natura 2000-gebieden, geluidhinder, geurhinder, de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant, de watertoets en verkeer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2275
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202500710/2/R2

202501722/2/R2

Bij besluit van 19 januari 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven aan Springplank040 een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen en uitbreiden van het pand aan de Cyclamenstraat 1 in Eindhoven ten behoeve van huisvesting van voormalige dak- en thuislozen. Springplank040 is een organisatie die zich inzet voor maatschappelijke opvang in Eindhoven van zowel jongeren als volwassenen die zijn vastgelopen in de maatschappij. Mensen die dakloos dreigen te raken of zijn geworden kunnen zich bij deze organisatie melden. Tijdens een intake wordt bekeken welke behoefte bestaat en welke maatwerkoplossing het beste past. De doelgroep van Springplank040 is te verdelen in drie categorieën (A, B en C), variërend van een lichte (categorie A) tot zware problematiek (categorie C). Springplank040 wenst aan de Cyclamenstraat 1 een maatwerkvoorziening tijdelijk wonen bestemd voor dak- en thuislozen in categorieën A en B te realiseren. In een maatwerkvoorziening woont een inwoner tijdelijk zelfstandig in een beheerde omgeving met ambulante begeleiding. [verzoeker sub 1] en anderen wonen in de directe omgeving van de Cyclamenstraat 1. Zij kunnen zich niet met de plannen verenigen en hebben verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat wordt begonnen met de sloop- en bouwwerkzaamheden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2361
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202501722/2/R2

202501875/1/V3

Bij besluit van 6 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2273
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501875/1/V3

202502416/1/V1

Bij besluit van 28 oktober 2024 heeft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers de opvangvoorzieningen van appellant beëindigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2389
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Opvang asielzoekers
  • uitspraakin de zaak202502416/1/V1

202502563/1/V3

Bij besluit van 8 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2369
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502563/1/V3

BRS.25.000039

Bij besluit van 15 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2264
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000039

BRS.25.000223

Bij besluit van 28 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2265
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000223

BRS.25.000289

Bij besluit van 3 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2260
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000289

BRS.25.000384

Bij besluit van 25 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2261
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000384

BRS.25.000485

Bij besluit van 18 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2262
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000485

202403024/1/A2

Bij besluit van 15 maart 2023 heeft de Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond de aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. Het hiertegen gemaakte bezwaar heeft de SUWR bij besluit van 13 juli 2023 ongegrond verklaard. [appellant] woonde ten tijde van de besluitvorming met zijn echtgenote en drie kinderen in een driekamerappartement in Rotterdam. Inmiddels is één van die kinderen uitwonend. Hij heeft hij op 25 januari 2023 op medische gronden een urgentieverklaring aangevraagd. [appellant] is bekend met slaapapneu waardoor hij in de woonkamer slaapt. Volgens de SUWR voldoet [appellant] niet aan artikel 5.1, aanhef en onder b, van bijlage 1 bij de Verordening Woonruimte bemiddeling regio Rotterdam 2020

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2413
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202403024/1/A2

202403696/1/A2

Bij besluit van 23 maart 2023 heeft de Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond de aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. Het hiertegen gemaakte bezwaar heeft de SUWR bij besluit van 17 augustus 2023 ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2423
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Mondelinge uitspraak
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202403696/1/A2

202500946/3/R1

[appellante] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van de gemeente Amstelveen van 27 november 2024 waarbij het bestemmingsplan en het exploitatieplan "De Scheg Midden" zijn vastgesteld. Het onderhavige bestemmingsplan gaat over de realisatie van 457 nieuwe woningen en een nieuwe gebiedsontsluitingsweg, in combinatie met verkeersfuncties, groen(voorzieningen) en water(gangen). Het plangebied kent in de huidige situatie voor het grootste deel agrarische en glastuinbouw percelen. Het bestemmingsplan is grotendeels gelegen ten zuiden van de wijk Westwijk. Het grootste deel van het plangebied is gelegen in het glastuinbouwgebied van de Legmeerpolder en heeft betrekking op de beoogde woonwijk Scheg Midden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2379
Datum uitspraak
22 mei 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202500946/3/R1

202402012/1/V3

Bij besluit van 23 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat appellant geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. De staatssecretaris heeft dit besluit op 31 januari 2024 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2270
Datum uitspraak
21 mei 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402012/1/V3
vorige pagina1...232425...1.213volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon