Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.399
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202307778/1/A2

Bij besluit van 18 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag een aan de VvE bij besluit van 27 mei 2019 opgelegde last onder dwangsom gewijzigd. In geschil is of de rechtbank terecht geen aanleiding heeft gezien voor een vergoeding voor de kosten van het bezwaar, het beroep en het verzoek om schadevergoeding vanwege overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank heeft overwogen dat het college terecht de door de VvE in verband met de behandeling van het bezwaar gemaakte kosten niet heeft vergoed, omdat Dielbandhoesing - gemachtigde van de VvE - lid is van de VvE en hij dus zijn eigen belangen heeft behartigd, zodat geen sprake is van door een derde beroepsmatige verleende rechtsbijstand. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om het college te veroordelen in de kosten die de VvE heeft gemaakt in verband met de behandeling van het beroep en het verzoek om schadevergoeding vanwege de overschrijding van de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2832
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202307778/1/A2

202400078/1/A2

Bij besluit van 9 september 2022 heeft de minister geweigerd een private schuld van [appellante] over te nemen. [appellante] is een gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire. Zij heeft verzocht om overname van een openstaande hoofdsom van in totaal € 5.052,48 van twee bij Wehkamp Finance B.V. afgesloten doorlopende kredieten. De minister heeft dit bij het besluit van 9 september 2022, zoals gehandhaafd bij het besluit van 22 februari 2023, geweigerd, omdat de hoofdsom niet voor 1 juni 2021 opeisbaar is. [appellante] betoogt dat de rechtbank het besluit van 22 februari 2023 ten onrechte heeft getoetst aan de Wht in plaats van het Besluit. Doordat artikel 4.1 van de Wht terugwerkende kracht heeft zijn er minder mogelijkheden om rechtsbescherming te vinden. Zo kan de regeling van de overname van private schulden niet meer aan artikel 3:4, tweede lid, en artikel 4:84 van de Awb worden getoetst. In de memorie van toelichting bij de Wht is bovendien niet gemotiveerd waarom artikel 4.1 van de Wht terugwerkende kracht heeft tot en met 29 oktober 2021.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2843
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202400078/1/A2

202400392/1/A3

Bij besluit van 25 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hendrik-Ido-Ambacht de standplaatsvergunning van [appellant] voor de weekmarkt in Hendrik-Ido-Ambacht voor vier marktdagen ingetrokken. Bij een besluit van 18 februari 2015 heeft het college aan [appellant] een standplaatsvergunning verleend voor een marktstandplaats op de weekmarkt in Hendrik-Ido-Ambacht. [appellant] verkoopt vis op deze markt. Het college heeft verschillende keren geconstateerd dat [appellant] zich op de markt heeft laten vervangen door de heer [persoon]. Op 25 november 2021 heeft het college daarom besloten [appellant] een sanctie op te leggen voor het niet persoonlijk innemen van de standplaats. De sanctie strekte tot intrekking van zijn standplaatsvergunning voor de weekmarkt in Hendrik-Ido-Ambacht voor de duur van vier dagen. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat artikel 12, eerste en derde lid, van de Marktverordening niet in strijd is met de Dienstenrichtlijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2850
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202400392/1/A3

202401722/1/A2

Bij besluit van 4 november 2022 heeft de minister geweigerd een private schuld van [appellante] over te nemen. [appellante] is een gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire. Zij heeft verzocht om overname van twee openstaande schulden. De minister heeft dit bij het besluit van 4 november 2022, zoals gehandhaafd bij het besluit van 22 mei 2023, geweigerd, omdat het gaat om informele schulden die niet zijn vastgelegd in een notariële akte en aan deze schulden geen gerechtelijk vonnis ten grondslag ligt. Daarnaast is niet gebleken dat er afspraken zijn gemaakt over de terugbetaling van de leningen, waardoor niet is aangetoond dat sprake is van een opeisbare achterstand op deze leningen, aldus de minister. [appellante] betoogt dat de rechtbank het besluit van 22 mei 2023 aan het Besluit in plaats van aan de Wht had moeten toetsen. Doordat artikel 4.1 van de Wht terugwerkende kracht heeft zijn er minder mogelijkheden om rechtsbescherming te vinden. Zo kan de regeling van de overname van private schulden niet meer aan artikel 3:4, tweede lid, en artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht worden getoetst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2842
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202401722/1/A2

202402988/1/A3

Bij besluit van 25 april 2022 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan [appellante] een boete opgelegd van € 16.875,00 omdat zij geen deugdelijke registratie van de arbeids- en rusttijden heeft gevoerd. [appellante] stelt arbeidskrachten beschikbaar aan bedrijven in de bloemenbranche. Na een melding van één van de arbeidskrachten hebben arbeidsinspecteurs onderzoek gedaan. Tijdens hun onderzoek hebben zij aangifte gedaan van mogelijke valsheid in geschrifte. Het Openbaar Ministerie is daarop een strafrechtelijk onderzoek gestart en gegevens van [appellante] gevorderd. Het OM heeft het strafrechtelijke onderzoek gestopt zonder een straf te vorderen. De arbeidsinspecteurs zijn wel verder gegaan en hebben een boeterapport opgesteld. Daarin is vastgesteld dat de registratie van de arbeids- en rusttijden ondeugdelijk is. [appellante] voert aan dat het besluit om de boete op te leggen niet correct tot stand is gekomen. Volgens haar hebben de arbeidsinspecteurs strafrechtelijke onderzoeks- en opsporingsbevoegdheden misbruikt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2846
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202402988/1/A3

202403386/2/A2

Tijdens de zitting op 10 juni 2025 heeft ME Vereniging Nederland verzocht om wraking van staatsraad mr. J.M. Willems als lid van de Afdeling belast met de behandeling van de zaak nr. 202403386/1/A2. Verzoekster heeft, samengevat, aan haar verzoek om wraking ten grondslag gelegd dat, als gevolg van de gang van zaken op de zitting van 10 juni 2025, de staatsraad bij haar de indruk heeft gewekt vooringenomen te zijn. Zij betoogt dat de staatsraad onvoldoende aandacht aan de zaak heeft besteed en niet oplossingsgericht heeft gehandeld door de zitting af te ronden, terwijl het geschil volgens haar groter is dan tijdens de bespreking aan de orde was gesteld. Verzoekster had nog uren nodig om aan te kunnen voeren wat zij relevant vindt. Volgens haar is er onvoldoende rekening gehouden met haar schriftelijke verzoek voorafgaand aan de zitting op 10 juni 2025 dat haar vertegenwoordiger medische complicaties heeft en dat het geschil niet met een enkele zitting kan worden afgedaan. Bovendien vindt zij dat de staatsraad onvoldoende kritische vragen heeft gesteld aan verweerder en ook onvoldoende heeft doorgevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2794
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Wraking
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202403386/2/A2

202403684/1/R4

Bij besluit van 18 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vijfheerenlanden (hierna: het college) aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van gevelindelingen op het perceel [locatie 1] in Lexmond. [verzoekster] woont op het perceel [locatie 2] in Lexmond. Voor het perceel [locatie 1] in Lexmond is een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigingen van gevelindelingen. Door de verlening van de omgevingsvergunning is het mogelijk geworden om op het perceel [locatie 1] een erker te realiseren. Met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 8 november 2023 is de omgevingsvergunning onherroepelijk geworden. [verzoekster] heeft de Afdeling bestuursrechtspraak verzocht die uitspraak te herzien. Bij uitspraak van 10 januari 2024, in zaak nr. 202307059/2/R4, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak dat verzoek om herziening, met toepassing van artikel 8:54 van de Awb, afgewezen. Het daartegen gerichte verzet heeftde Afdeling bestuursrechtspraak bij uitspraak van 4 juni 2024, in zaak nr. 202307059/3/R4, ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2834
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Herziening
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202403684/1/R4

202403721/1/A2

Bij besluit van 2 december 2013 heeft het college van dijkgraaf en heemraden van het waterschap Rivierenland een verzoek van [verzoekster] om handhavend op te treden tegen [belanghebbende], wegens het dempen van een watergang, afgewezen. Het college heeft in een besluit van 8 april 2008 aan [belanghebbende] ontheffing verleend van de verbodsbepaling van de Keur voor waterkeringen en wateren van Waterschap Rivierenlanden voor het dempen van B-watergang 03630. Aan de ontheffing is de verplichting verbonden dat het verlies aan waterberging als gevolg van de demping wordt gecompenseerd door verbreding van de B-watergangen 036314 en 036299. [verzoekster] heeft het college verzocht handhavend op te treden tegen de demping van de watergang. Dat handhavingsverzoek heeft het college afgewezen. De afwijzing van het handhavingsverzoek is uiteindelijk in de uitspraak van de Afdeling van 5 oktober 2016 in stand gebleven en is daarmee onherroepelijk geworden. [verzoekster] heeft in het vervolg van de uitspraak van 5 oktober 2016 de Afdeling herhaaldelijk verzocht die uitspraak te herzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2837
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Herziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202403721/1/A2

202403745/1/R4

Bij besluit van 10 juni 2021 heeft de raad van de gemeente Vijfheerenlanden het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan wonen en parkeren van de gemeente Vijfheerenlanden" vastgesteld. Het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan wonen en parkeren van de gemeente Vijfheerenlanden" heeft kort gezegd betrekking op de onderwerpen "Wonen" en "Parkeren" in de gemeente Vijfheerenlanden. Bij uitspraak van 26 april 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het beroep van [verzoekster] tegen het bestemmingsplan ongegrond verklaard. Het plan is daarmee onherroepelijk geworden. [verzoekster] heeft in het vervolg van de uitspraak van 26 april 2022 herhaaldelijk verzocht die uitspraak of een daaraan gerelateerde uitspraak te herzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2833
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Herziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202403745/1/R4

202403804/1/R4

Bij besluit van 22 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vijfheerenlanden aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen en vergroten van de woning aan [locatie 1] in Lexmond. [verzoekster] woont op het perceel [locatie 2] in Lexmond. Voor het perceel [locatie 1] in Lexmond is een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen en vergroten van de woning op het perceel. Met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 11 november 2020 is de omgevingsvergunning onherroepelijk geworden. [verzoekster] heeft in het vervolg van de uitspraak van 11 november 2020 de Afdeling meerdere malen verzocht die uitspraak en de uitspraak van 3 juni 2020 te herzien. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft zich in verschillende uitspraken gebogen over de door [verzoekster] ingediende verzoeken om herziening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2835
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Herziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202403804/1/R4

202403912/1/R4

Bij besluit van 24 juni 2013 heeft de raad van de gemeente Zederik (nu: Vijfheerenlanden)(hierna: de raad) het bestemmingsplan "Buitengebied Zederik" vastgesteld. Bij uitspraak van 13 mei 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1505, heeft de Afdeling onder meer het daartegen door [verzoekster] ingestelde beroep ongegrond verklaard. Bij besluit van 29 juni 2015 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied Zederik" gewijzigd vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2831
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Herziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202403912/1/R4

202404648/1/A2

[appellante] heeft bij de rechtbank beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring van rijgeschiktheid. Op 26 april 2023 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen van [appellante] een gezondheidsverklaring ontvangen ter verkrijging van een verklaring van rijgeschiktheid. Naar aanleiding daarvan heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen [appellante] verwezen voor een 75+ keuring. Uit het verslag van de keurend arts bleek dat beide ogen van [appellante] niet voldoen aan het bepaalde in artikel 3.2.1 van de bijlage bij de Regeling eisen geschiktheid 2000. Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen heeft [appellante] daarom verwezen naar een oogarts. Bij brief van 9 oktober 2023 heeft het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellante] medegedeeld geen besluit te kunnen nemen wegens het ontbreken van gegevens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2830
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202404648/1/A2

202404745/1/A2

Bij e-mailbericht van 12 juli 2023 heeft de vice-decaan Onderwijs van de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie (REBO) van de Universiteit Utrecht [appellante] meegedeeld dat voortaan slechts via één e-mailadres met haar zal worden gecommuniceerd. De vice-decaan van de faculteit REBO heeft in het e-mailgedrag van [appellante] aanleiding gezien om de correspondentie van [appellante] te kanaliseren. Alle mails die [appellante] richt aan andere e-mailadressen worden niet beantwoord. E-mailcontact met de cursuscoördinator, scriptiecoördinator en scriptiebegeleider zijn uitgezonderd van deze verplichting. Hiertegen is [appellante] niet opgekomen. Op 26 maart 2024 heeft [appellante] het college verzocht om deze verplichting op te heffen. Het college heeft dit verzoek afgewezen en zich op het standpunt gesteld dat [appellante] tegen die beslissing op grond van artikel 2:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geen bezwaar kan maken. Tegen deze beslissing heeft [appellante] beroep ingesteld bij de Afdeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2841
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202404745/1/A2

202405875/1/A2

Bij besluit van 28 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas het verzoek van [appellante] om nadeelcompensatie afgewezen. [appellante] heeft op 30 juni 2015 de percelen Horst L 242, L 245, L 300, L 301 en L 1880 gekocht. De eigendom van de percelen is op 29 juli 2015 geleverd. Op 10 juni 2016 heeft [appellante] het naastgelegen perceel Horst L 243 gekocht, waarvan de eigendom op 30 december 2016 is geleverd. De percelen liggen tussen de Nieuwe Peeldijk en de Reindonker Kleiweg in America. [appellante] heeft de percelen gekocht met het doel daarop glastuinbouw voor de teelt van aardbeiplanten te realiseren. Ten tijde van de aankoop hadden de percelen een agrarische bestemming en was glastuinbouw op grond van het toen geldende bestemmingsplan niet toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2852
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202405875/1/A2

202406196/1/A2

Bij drie besluiten van 24 mei 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort diverse verkeersmaatregelen getroffen voor de duur van het evenement Dutch Grand Prix 2023. Bademeisters en anderen exploiteren meerdere verkoopwagens voor de verkoop van vooral etens- en drinkwaren. Zij hebben een vergunning om in Zandvoort, dan wel in Bloemendaal, op en bij het strand te venten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2854
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenwet
  • uitspraakin de zaak202406196/1/A2

202500255/1/R4

Bij besluit van 19 november 2024 heeft de raad van de gemeente Buren het bestemmingsplan "Lienden, [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3]" vastgesteld. Het plan maakt de bouw van één woning mogelijk op een braakliggend perceel in Lienden tussen de woningen aan het [locatie 1] en het [locatie 2]. Tegenover dat onbebouwde perceel ligt het bedrijfsperceel aan het [locatie 3], dat eigendom is van [appellante]. Op haar perceel staan twee bedrijfsgebouwen. In het plan is de toegestane milieucategorie van het bedrijfsperceel van [appellante] verlaagd van milieucategorie 3.2 naar milieucategorie 2. [appellante] is het niet eens met die wijziging van de toegestane milieucategorie, omdat daardoor volgens haar ten onrechte de bestaande bedrijfsactiviteiten zijn wegbestemd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2829
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202500255/1/R4

202407644/1/V3

Bij besluit van 7 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2792
Datum uitspraak
24 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407644/1/V3

202407649/1/V3

Bij besluit van 19 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2793
Datum uitspraak
24 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407649/1/V3

202502619/1/V2

Bij besluit van 24 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2795
Datum uitspraak
24 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502619/1/V2

202503082/1/V3

Bij besluit van 1 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2796
Datum uitspraak
24 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503082/1/V3

202503131/1/V3 en 202503131/2/V3

Bij besluit van 2 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2791
Datum uitspraak
24 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503131/1/V3 en 202503131/2/V3

BRS.25.000656

Bij besluit van 4 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 27 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister binnen een termijn van acht weken een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2785
Datum uitspraak
24 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000656

BRS.25.000662

Bij besluit van 6 augustus 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat appellant geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer heeft. Bij besluit van 21 januari 2025 heeft de minister het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 8 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2787
Datum uitspraak
24 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000662

BRS.25.000662 en BRS.25.00663

Bij besluit van 6 augustus 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat appellant geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2787
Datum uitspraak
24 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000662 en BRS.25.00663

BRS.25.000665

Bij besluit van 16 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 27 oktober 2023 heeft de staatssecretaris het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 7 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2789
Datum uitspraak
24 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000665

202407651/1/V2

Bij besluiten van 11 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van betrokkenen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraken van 10 december 2024 heeft de rechtbank de daartegen door betrokkenen ingestelde beroepen gegrond verklaard, die besluiten vernietigd en bepaald dat de minister nieuwe besluiten op de aanvragen neemt met inachtneming van de uitspraken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2775
Datum uitspraak
23 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202407651/1/V2

202501350/1/V3

Bij besluit van 14 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 3 maart 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. S.L. Sarin, advocaat in Zaandam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2773
Datum uitspraak
23 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501350/1/V3

202502265/1/V3

Bij besluit van 28 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 10 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. V. Senczuk, advocaat in Utrecht, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2777
Datum uitspraak
23 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502265/1/V3

202502426/1/V3

Bij besluit van 19 december 2024 heeft de minister een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 18 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. F.W. Verweij, advocaat in Utrecht, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2774
Datum uitspraak
23 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502426/1/V3

202502753/1/V2

Bij besluit van 16 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 6 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. U.H. Hansma, advocaat in Groningen, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2772
Datum uitspraak
23 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502753/1/V2

202502877/1/V3 en 202502877/2/V3

Bij besluit van 23 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2767
Datum uitspraak
23 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502877/1/V3 en 202502877/2/V3

202502970/1/V3

Bij besluit van 6 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2766
Datum uitspraak
23 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502970/1/V3

202503145/1/V2 en 202503145/2/V2

Bij besluit van 30 juli 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen. Bij uitspraak van 7 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. B. Taher, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2776
Datum uitspraak
23 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503145/1/V2 en 202503145/2/V2

202503274/1/V2

Bij besluit van 11 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie bepaald dat appellant wordt overgedragen aan Oostenrijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2804
Datum uitspraak
23 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202503274/1/V2

202503282/2/V2

Bij besluit van 26 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2806
Datum uitspraak
23 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503282/2/V2

202503500/2/V1

Bij besluit van 10 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2805
Datum uitspraak
23 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503500/2/V1

202503500/3/V1

Bij besluit van 10 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2807
Datum uitspraak
23 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503500/3/V1

BRS.25.000572

Bij besluit van 16 april 2025 heeft de minister appellant in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 13 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. J.E. Groenenberg, advocaat in Nieuw-Vennep, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2751
Datum uitspraak
23 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000572

BRS.25.000619

Bij besluit van 24 december 2024 heeft de minister een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 20 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2749
Datum uitspraak
23 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000619

202502472/2/A2

Bij brief, ingekomen op 2 juni 2025, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraad mr. J.C.A. de Poorter als lid van de enkelvoudige kamer belast met de behandeling van zaak nr. 202502472/1/A2. [verzoeker] heeft aan het wrakingsverzoek ten grondslag gelegd dat de staatsraad bij de behandeling van zijn zaak op de zitting van 27 mei 2025 bij hem de indruk heeft gewekt vooringenomen en partijdig te zijn. Hierover heeft hij aangevoerd dat de staatsraad op de zitting heeft geweigerd om in te gaan op de door hem naar voren gebrachte fouten in de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling van 9 april 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1534, en hij deze fouten niet wil corrigeren. Verder heeft de staatsraad geaccepteerd dat de griffier die betrokken was bij de uitspraak van 9 april 2025 nu ook een rol heeft bij deze zaak. Dat de staatsraad, in reactie op het verzoek van [verzoeker] om de uitspraak binnen twee weken te doen in verband met de klacht die hij in deze zaak wil indienen, te kennen heeft gegeven dat de kans groot is dat de uitspraak na de termijn van zes weken zou worden gedaan, is volgens [verzoeker] een extra bewijs van oneerlijkheid van de staatsraad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2803
Datum uitspraak
23 juni 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Wraking
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202502472/2/A2

202302684/1/V1

Bij besluit van 26 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om betrokkene een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: een mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2759
Datum uitspraak
20 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202302684/1/V1

202304249/1/V3

Bij besluiten van 8 juni 2023 en 19 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid betrokkene in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2760
Datum uitspraak
20 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202304249/1/V3

202304893/1/V2

Bij besluit van 27 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om betrokkene een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2748
Datum uitspraak
20 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202304893/1/V2

202403446/1/V1

Bij besluit van 7 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid appellant ongewenst verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2761
Datum uitspraak
20 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202403446/1/V1

202403610/1/V1

Bij besluit van 19 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2762
Datum uitspraak
20 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202403610/1/V1

202404858/1/V2

Bij besluit van 18 mei 2022, aangevuld bij besluit van 8 november 2022, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2763
Datum uitspraak
20 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202404858/1/V2

202502476/1/V2

Bij besluit van 30 september 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Ook heeft zij geweigerd appellant ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2764
Datum uitspraak
20 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502476/1/V2

202502745/1/V2 en 202502745/2/V2

Bij besluit van 5 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2765
Datum uitspraak
20 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502745/1/V2 en 202502745/2/V2

202502910/2/R1

Bij afzonderlijke besluiten van 12 november 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen [verzoeker] en [partij A] en [partij B] gelast binnen zes maanden na verzending van deze besluiten het gebruik van het pand als sportschool te (laten) staken en gestaakt te (laten) houden, onder oplegging van een dwangsom van € 15.000,00 ineens. [partij A] en [partij B] zijn eigenaren van het pand [sportschool] [locatie] in Amstelveen. Zij verhuren dit pand aan [verzoeker]. Hij gebruikt het pand om een personal training studio/sportschool te exploiteren onder de naam [verzoeker]. Omwonenden hebben op 16 december 2019 een handhavingsverzoek ingediend in verband met geluidsoverlast van de naastgelegen boksschool [naam boksschool]. Dit handhavingsverzoek is op 19 januari 2020 uitgebreid naar [verzoeker]. Op het perceel rust op grond van het bestemmingsplan "Amstelveen Noord-Oost" de bestemming "Gemengd-3". Gronden met deze bestemming zijn onder meer bestemd voor dienstverlening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2753
Datum uitspraak
20 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202502910/2/R1

202503063/2/V3

Bij besluit van 30 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2757
Datum uitspraak
20 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503063/2/V3

202503103/2/V2

Bij besluit van 23 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2756
Datum uitspraak
20 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503103/2/V2

202503496/1/A2

Bij beslissing van 2 juni 2025 heeft de examencommissie van de Faculteit der Bètawetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam (hierna: de examencommissie en de VU) het cijfer 0,0 toegekend voor een werkstuk van [verzoeker] en een waarschuwing gegeven wegens fraude. Bij beslissing van 16 juni 2025 heeft de examencommissie haar beslissing van 2 juni 2025 gerectificeerd, het werkstuk opnieuw een cijfer van 0,0 toegekend en [verzoeker] uitgesloten van deelname aan toetsing van 1 juni 2025 tot en met 29 juni 2025 wegens fraude. [verzoeker] heeft administratief beroep ingesteld bij het college van beroep voor de examens van de VU tegen de beslissingen van de examencommissie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2768
Datum uitspraak
20 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202503496/1/A2

202107683/4/A3 e.v.

Bij e-mailbericht, ingekomen op 23 mei 2025, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraad mr. E.J. Daalder als lid van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaken nrs. 202303902/1/A3, 202400582/1/A3 en 202407350/1/A3. Bij brief, ingekomen op 10 juni 2025, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraden Daalder, mr. J.M. Willems en mr. B.P.M. van Ravels, als leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaken nrs. 202107683/1/A3, 202201038/1/A3, 202204890/1/A3, 202301109/1/A3, 202206142/1/A3, 202302243/1/A3, 202302528/1/A3, 202303556/1/A3, 202303902/1/A3, 202305270/1/A3, 202400576/1/A3, 202400582/1/A3, 202404154/1/A3, 202406229/1/A3, 202407346/1/A3, 202407350/1/A3 en 202501303/1/A3. De staatsraden hebben niet in de wraking berust.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2800
Datum uitspraak
20 juni 2025
  • Wraking
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202107683/4/A3 e.v.

202402011/1/V3

Bij besluit van 24 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat appellant geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. De staatssecretaris heeft appellant ook opgedragen om de Europese Unie binnen vier weken te verlaten. De staatssecretaris heeft dit besluit op 29 januari 2024 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2747
Datum uitspraak
19 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402011/1/V3

202402085/1/V3

Bij besluit van 23 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat appellant geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. De staatssecretaris heeft appellant ook opgedragen om de Europese Unie binnen vier weken te verlaten. De staatssecretaris heeft dit besluit op 31 januari 2024 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2746
Datum uitspraak
19 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402085/1/V3

202402099/1/V3

Bij besluit van 7 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 maart 2024 het recht op bescherming eindigt dat appellant geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. De staatssecretaris heeft appellant ook opgedragen om de Europese Unie binnen vier weken na 4 maart 2024 te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2744
Datum uitspraak
19 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402099/1/V3

202403835/1/V1

Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A. Khalaf, advocaat in Zwolle, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 6 juni 2024 in zaak nr. NL24.13065.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2758
Datum uitspraak
19 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202403835/1/V1

202501601/2/R2

Bij besluit van 23 november 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom een omgevingsvergunning aan [partij] verleend voor het plaatsen van een buitenunit van een warmtepomp op het dak van de garage van [locatie] in Bergen op Zoom. Op 23 november 2022 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een buitenunit van een warmtepomp op het adres [locatie] in Bergen op Zoom. De buitenunit is geplaatst op het platte dak van de garage van vergunninghouder. De garage grenst aan de woning van [wederpartij]. Het college heeft verzocht om een voorlopige voorziening die ertoe strekt dat het geen nieuw besluit op bezwaar hoeft te nemen totdat uitspraak is gedaan in de bodemzaak. Het college kan zich niet vinden in de uitspraak van de rechtbank en begrijpt niet op welke andere wijze het geluidniveau zou kunnen worden berekend. Als het college gevolg moet geven aan de uitspraak van de rechtbank, zou het college het bezwaar gegrond moeten verklaren en het besluit strekkende tot verlenen van de omgevingsvergunning moeten herroepen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2750
Datum uitspraak
19 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202501601/2/R2

202502429/1/V3

Bij besluit van 24 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2745
Datum uitspraak
19 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502429/1/V3

202503095/2/V2

Bij besluit van 27 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2770
Datum uitspraak
19 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503095/2/V2

202503310/1/V2 en 202503310/2/V2

Bij besluit van 4 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2743
Datum uitspraak
19 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503310/1/V2 en 202503310/2/V2

202107683/5/A3 e.v.

Bij brief, ingekomen op 19 juni 2025, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraden mr. P.H.A. Knol, mr. J. Gundelach en mr. J.H. van Breda, respectievelijk voorzitter en de leden van de wrakingskamer, belast met de behandeling van het eerdere wrakingsverzoek van [verzoeker] met zaken nummers 202107683/4/A3, 202201038/2/A3, 202204890/2/A3, 202206142/2/A3, 202301109/4/A3, 202302243/2/A3, 202302528/2/A3, 202303556/2/A3, 202303902/7/A3, 202305270/2/A3, 202400576/2/A3, 202400582/8/A3, 202404154/2/A3, 202406229/5/A3, 202407346/2/A3, 202407350/7/A3, en 202501303/2/A3. [verzoeker] heeft aan zijn verzoek om wraking ten grondslag gelegd dat de eerste wrakingskamer hem niet in de gelegenheid heeft gesteld om verhinderdata door te geven voor de zitting.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2802
Datum uitspraak
19 juni 2025
  • Wraking
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202107683/5/A3 e.v.

202402366/1/V3

Bij besluit van 1 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat betrokkene geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. De staatssecretaris heeft betrokkene ook opgedragen om de Europese Unie binnen vier weken na 4 september 2023 te verlaten. De staatssecretaris heeft dit besluit op 5 februari 2024 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2708
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402366/1/V3

202408046/2/R1

Bij besluit van 25 november 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam de locaties Sint-Jobskade ter hoogte van huisnummer 50 (locatienummer 23.170), Müllerkade ter hoogte van huisnummer 183 (locatienummer 23.171), Sint-Jobskade ter hoogte van huisnummer 800 (locatienummer 23.184) en Sint-Jobskade ter hoogte van huisnummer 500 (locatienummer 24.362) aangewezen voor het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers. Tegen dit besluit hebben [verzoeker A] en anderen en [verzoeker B] en anderen beroep ingesteld. Verder hebben zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2687
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202408046/2/R1

202501211/1/R2 en 202501211/2/R2

Bij besluit van 29 januari 2024 heeft het college [appellante] onder oplegging van een dwangsom gelast om een bouwwerk, een overkapt terras, verlichtingsarmaturen en verhardingen op het perceel aan de [locatie] in De Mortel te verwijderen en verwijderd te houden. [appellante] en haar echtgenoot zijn eigenaar van twee percelen aan de [locatie] in De Mortel. Op grond van het geldende bestemmingsplan "Gemert-Bakel Buitengebied 2017" heeft elk perceel een bouwvlak en de enkelbestemming "Recreatie" en de functieaanduiding "recreatiewoning" en hebben de gronden buiten het bouwvlak de bestemming "Natuur". Op perceel 1210 staat binnen het bouwvlak de recreatiewoning van [appellante]. Op perceel 1209 staat binnen het bouwvlak een bouwwerk dat hobbymatig en voor opslag wordt gebruikt. Volgens het college is dit bouwwerk in strijd met het bestemmingsplan omdat daar alleen een recreatiewoning is toegestaan. Bovendien is voor het bouwwerk geen omgevingsvergunning verleend. Verder zijn op de percelen binnen de bestemming "Natuur" buitenverlichting en verhardingen aangebracht en is een overkapt terras aangelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2684
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202501211/1/R2 en 202501211/2/R2

202502390/3/A2

[verzoekster] heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen hangende het beroep tegen de beslissing van het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool van Amsterdam van 24 april 2025.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2686
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202502390/3/A2

202502692/1/V1

Bij besluit van 12 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2709
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202502692/1/V1

202502759/1/V3

Bij besluit van 29 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2710
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502759/1/V3

202502760/1/V3

Bij besluit van 29 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2706
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502760/1/V3

202503396/2/V2

Bij besluit van 16 augustus 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2742
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503396/2/V2

BRS.25.000579

Bij besluit van 18 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2683
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000579

202104775/1/R2

Bij besluit van 14 april 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Land van Cuijk geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor de bouw van een schuilstal aan de [locatie] in Beers. [appellant] wil een schuilstal voor een paard en twee pony’s bouwen. Het bouwplan voorziet in een schuilstal met een oppervlakte van 45 m². In een positief eindadvies van 23 januari 2020 op de conceptaanvraag van 27 november 2019 heeft de gemeentelijke consulent vergunning namens het college vermeld dat de bouw van de schuilstal onder bepaalde voorwaarden planologisch mogelijk is. Voor het deel van de gronden waar [appellant] voornemens is de schuilstal te plaatsen geldt op grond van het bestemmingsplan "Buitengebied 2010" de bestemming "Agrarisch met waarden - Landschapswaarden". Het deel van de gronden met de woning van [appellant] heeft op grond van het bestemmingsplan "Buitengebied 2010, Herziening 2016" de bestemming "Wonen". Ook is bij deze herziening artikel 4.3.7 aan de planregels toegevoegd, welk artikel voorziet in een afwijkingsbevoegdheid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2729
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202104775/1/R2

202201293/2/R3

Bij tussenuitspraak van 21 augustus 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3401 heeft de Afdeling de raad van de gemeente Dantumadiel opgedragen om binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken te herstellen in het besluit van 1 november 2021, waarbij de raad van de gemeente Dantumadiel het bestemmingsplan "Foarstrjitte 49, De Westereen" heeft vastgesteld. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat het plan is vastgesteld in strijd met artikel 3.1.6, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro), omdat de raad in de plantoelichting niet heeft gemotiveerd waarom niet binnen stedelijk gebied kan worden voorzien in de nieuwe stedelijke ontwikkeling die het plan mogelijk maakt. Verder is overwogen dat de raad niet goed heeft kunnen toelichten waarom het niet mogelijk is om de supermarkt te herbouwen op de oude locatie en het parkeren te laten plaatsvinden op de agrarische gronden waar in het voorliggende plan de bouw van de supermarkt is voorzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2719
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202201293/2/R3

202202458/1/A3

Bij besluit van 2 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem beslist op een verzoek van [appellant] om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Bij brief van 23 november 2019 heeft [appellant] het college verzocht om openbaarmaking op grond van de Wob van alle e-mails van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2018 uit negen specifieke e-mailaccounts, inclusief eventuele bijlagen, over de ontwikkeling van [bedrijf], de verjaringszaak Kamperzijstraat nr. 5, de meldingen en klachten van omwonenden inclusief hijzelf, en de afhandeling daarvan door de gemeente. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte een door hem op de zitting van de rechtbank tegen het besluit van 9 november 2021 naar voren gebracht betoog over de toepassing van weigeringsgronden wegens strijd met de goede procesorde buiten beschouwing heeft gelaten. Hij voert aan dat hij de rechtbank niet heeft onderkend dat het betoog een toelichting is op een eerder door hem naar voren gebracht verzoek over die weigeringsgronden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2713
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202202458/1/A3

202202667/1/R3

Bij besluit van 17 februari 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "[locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3], Benthuizen" gewijzigd vastgesteld. Op de percelen aan de [locatie 1] en [locatie 2] in Benthuizen staan een kolengestookte drogerij in milieucategorie 4.1 en een manege. De percelen zijn in eigendom van [appellanten]. Op grond van het bestemmingsplan "Benthuizen Landelijk gebied 1984" rust op de percelen de bestemming "Agrarisch gebied". Op grond van artikel 6.1 van de voorschriften van het bestemmingsplan zijn de voor agrarisch gebied aangewezen gronden bestemd voor het agrarisch bedrijf.[appellanten] heeft het voornemen om ter plaatse van de percelen aan de [locatie 1] en [locatie 2] een composteerinrichting en een biologische drogerij in milieucategorie 3.2 te realiseren en de manegeactiviteiten uit te breiden. Hoewel dit voornemen als zodanig mogelijk was gemaakt in het ontwerpplan, heeft de raad bij besluit van 17 februari 2022 besloten het plan alleen vast te stellen voor het perceel [locatie 3], en niet ook conform het ontwerpplan voor de percelen [locatie 1] en [locatie 2].[appellanten] kan zich niet verenigen met het besluit, voor zover daarmee is geweigerd het plan vast te stellen voor de percelen [locatie 1 en 2].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2731
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202202667/1/R3

202202838/1/R2

Bij besluit van 21 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch geweigerd een vergunning te verlenen voor het uitbreiden van balkons op onder meer de adressen [locatie 1] en 9 in ‘s-Hertogenbosch. [appellant A] is eigenaar van de woning aan de [locatie 1] in ‘s-Hertogenbosch. [appellant B] is eigenaar van de woning aan de [locatie 2] in ‘s-Hertogenbosch. Deze woningen maken deel uit van een gemeentelijk monumentaal wooncomplex bestaande uit meerdere woonblokken. [appellant A] en [appellant B] hebben allebei en gezamenlijk een omgevingsvergunning aangevraagd voor de uitbreiding van balkons aan de achterzijde van hun woning. Het college heeft geweigerd de gevraagde vergunning te verlenen op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, artikel 2.2, eerste lid, aanhef, onder b, en slot, van de Wabo, artikel 2.10, eerste lid, van de Wabo en artikel 2.18 van de Wabo. Het college heeft er daarbij op gewezen dat de welstands- en monumentencommissie op 26 oktober 2019 en 22 oktober 2020 negatieve adviezen heeft uitgebracht over het bouwplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2726
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202202838/1/R2

202206024/1/R2

Bij besluit van 14 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maashorst aan [appellante] een omgevingsvergunning verleend voor het toevoegen van een bouwbedrijf aan een bestaand bedrijf en het bouwen van een kantoor, werkplaats en opslagruimte, op het perceel [locatie 1] in Volkel. [appellant A] exploiteert een bouwbedrijf dat is gevestigd aan de [locatie 2], [locatie 3] en [locatie 4] in Volkel. Zij is tevens eigenaar van een perceel gelegen aan de [locatie 1] in Volkel, waar een verhuurbedrijf van bouwmaterialen gevestigd is. Zij heeft een omgevingsvergunning aangevraagd om op dit perceel één nieuw bedrijfsgebouw te kunnen oprichten. De aanwezige bedrijfsbebouwing zal, met uitzondering van de langgevelboerderij, worden gesloopt. [partij] exploiteert ook een bouwbedrijf en is gevestigd aan de [locatie 5] in Volkel. Zij kan zich niet verenigen met de omgevingsvergunning die aan [appellante] is verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2733
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202206024/1/R2

202207206/1/R3

Bij besluit van 20 oktober 2022 heeft de raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp het bestemmingsplan "Verzamelplan Pijnacker-Nootdorp 2021/2022" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op meerdere locaties in de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Op een van deze locaties, het perceel Oudeweg 62-62a in Nootdorp, voorziet het plan in uitbreiding van het HCN. Het gaat om het bouwen van een nieuw bedrijfsgebouw van ongeveer 4.920 m² (met daarin een overdekte rijhal, 95 stallen en opslagruimte), een tweede overdekte stapmolen, een longeercirkel, paddocks en een buitenrijbaan van ongeveer 3.000 m². Daarnaast gaat het om het toevoegen van 66 paardenboxen, en het aanleggen van een parkeerterrein. Gedeputeerde Staten hebben beroep ingesteld vanwege de afwijkingsbevoegdheid die de raad in artikel 15.2.2. van de planregels heeft opgenomen. Volgens Gedeputeerde Staten is deze afwijkingsbevoegdheid in strijd met de Omgevingsverordening Zuid-Holland. De Stichting is eigenaar van de korenmolen Windlust op de Oudeweg 70 in Nootdorp. De Stichting heeft bezwaren met betrekking tot de bescherming van de molenbiotoop.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2725
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202207206/1/R3

202207423/1/R3

Bij besluiten van 17 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Terschelling een last onder dwangsom opgelegd aan [appellant A] voor het recreatieve gebruik van de woning op het perceel [locatie] te Lies in strijd met het bestemmingsplan. [appellant A] is eigenaar van de woning aan de [locatie] (hierna: de woning) te Lies. De woning werd tot 16 september 1992 bewoond door [persoon A]. Vanaf 1 juli 1993 is de woning tijdelijk verhuurd geweest aan [persoon B] en zijn gezin. Op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Lies" geldt voor de gronden waarop de woning staat de bestemming "Wonen". Naar aanleiding van een handhavingsproject heeft het college geconstateerd dat de woning recreatief wordt gebruikt. Bij besluit van 5 juli 2021 heeft het college het bezwaar van [appellant A] ongegrond verklaard en de besluiten van 17 februari 2020 in stand gelaten. [appellant A] kan zich niet verenigen met de uitspraak van de rechtbank van 21 november 2022, omdat er volgens hem persoonsgebonden overgangsrecht van toepassing is, zoals opgenomen in artikel 10.4 van de planregels.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2724
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202207423/1/R3

202207488/1/A2

Bij uitspraak van 29 november 2022 heeft de rechtbank de burgemeester van Breda veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 1.000,- voor immateriële schade. Het verzoek om schadevergoeding als bedoeld in artikel 8:88, eerst lid, van de Awb is voor het overige afgewezen. Deze zaak gaat over de vraag of [appellant] recht heeft op een hoger bedrag aan schadevergoeding dan het door de rechtbank toegekende bedrag van € 1.000,- voor immateriële schade. Bij besluit van 29 december 2020 heeft de burgemeester op grond van artikel 172a, eerste lid, onder a, van de Gemeentewet aan [appellant] een gebiedsverbod opgelegd. [appellant] mocht zich in de periode van 29 december 2020 tot 15 januari 2021 niet in het op een bijgevoegde kaart aangegeven gebied bevinden. Tot dat gebied behoorde de wijk Hoge Vlucht, waar [appellant] als jongerenwerker werkzaam was. [appellant] heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 29 december 2020 en verzocht om een voorlopige voorziening. Bij mondelinge uitspraak van 31 december 2020 heeft de voorzieningenrechter het verzoek toegewezen en het besluit van 29 december 2020 geschorst. [appellant] heeft zich op 8 februari 2021 bij zijn werkgever ziekgemeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2712
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202207488/1/A2

202300108/1/R4

Bij besluit van 16 november 2022 hebben provinciale staten van Gelderland het inpassingsplan "Windpark IJsselwind Zutphen" vastgesteld. Het PIP heeft betrekking op het Windpark IJsselwind, een initiatief van IJsselwind B.V. en het waterschap om in het plangebied gezamenlijk drie windturbines te realiseren voor een periode van maximaal 30 jaar ten noorden van het bedrijventerrein De Mars in Zutphen, een provinciale weg (N348) en twee waterwegen (Twentekanaal en IJssel). Initiatiefnemers hebben nog geen type windturbine gekozen. De aanvraag is daarom gebaseerd op een bandbreedte van 95 m tot 120 m voor de masthoogte, 120 m tot 138,5 m voor de rotordiameter en 180 tot 187,5 m voor de tiphoogte. Het opgetelde vermogen van de drie windturbines gezamenlijk bedraagt circa 13,5 MW. Om het Windpark IJsselwind mogelijk te maken, zijn verschillende besluiten van verschillende bestuursorganen nodig. Omwonenden en Stichting Eefde Tegen-wind - wonend dan wel gevestigd in de nabije omgeving van de voorziene windturbines - kunnen zich niet vinden in de ontwikkeling en hebben daarom beroep ingesteld tegen een of meer van deze besluiten. Zij vrezen onder meer dat het windpark leidt tot een aantasting van hun woon- en leefklimaat en de natuurwaarden in de omgeving.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2677
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • Inpassingsplan
  • Natuurbescherming
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202300108/1/R4
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202300108/1/R4

202300561/1/A3

Bij besluit van 26 augustus 2021 heeft de minister van Financiën het verzoek van [appellant] om inzage in zijn persoonsgegevens op grond van artikel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming ingewilligd. Deze zaak gaat over een verzoek op grond van artikel 15 van de AVG om inzage in de persoonsgegevens van [appellant] in de Fraude Signalering Voorziening. In dit hoger beroep gaat het er in het bijzonder om dat [appellant] wil weten waarom hij in de FSV is opgenomen. De zaak is behandeld op een zitting van de Afdeling, waar meerdere zaken over de FSV aan de orde zijn geweest. De Belastingdienst heeft het gebruik van de FSV op 27 februari 2020 stopgezet. Volgens de minister zijn in totaal ongeveer 290.000 natuurlijke personen geregistreerd in de FSV. Aan al deze betrokkenen stuurt de minister een brief om hen op de hoogte te stellen dat hun persoonsgegevens zijn verwerkt in de FSV. Zij worden gewezen op de mogelijkheid om een verzoek om inzage in hun geregistreerde persoonsgegevens te doen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister heeft voldaan aan het inzageverzoek van [appellant] door hem een overzicht te verschaffen van de gegevens die over hem zijn verwerkt in de FSV en voor zover mogelijk ook de overige informatie waarom hij heeft verzocht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2720
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202300561/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202300561/1/A3

202301458/1/A2

Bij besluit van 9 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant A] een omzettingsvergunning verleend voor het omzetten van de woning aan de [locatie] te Amsterdam van één zelfstandige woonruimte naar zes onzelfstandige woonruimten. [appellant A] is eigenaar van de woning [locatie] in Amsterdam (hierna: de woning). Op 23 maart 2020 heeft hij een omzettingsvergunning aangevraagd voor het omzetten van de woning van één zelfstandige woonruimte naar zes onzelfstandige woonruimten. Het college heeft de omzettingsvergunning bij besluit van 9 juli 2020 verleend. De rechtbank is van oordeel dat het college ten onrechte niet de criteria voor woningvorming heeft betrokken bij de beoordeling van de aanvraag om een omzettingsvergunning. Woningvorming is in artikel 3.1.1, onderdeel d, van de Huisvestingsverordening 2020 omschreven als een woonruimte tot twee of meer woonruimten verbouwen of in deze verbouwde staat houden. De aanvraag ziet op woningvorming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2722
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202301458/1/A2

202302351/1/R3

Bij besluit van 30 januari 2023 heeft de raad van de gemeente Vlieland het bestemmingsplan "Vlieland - Partiële herziening Buitengebied Vlieland" gewijzigd vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een partiële wijziging van het bestemmingsplan "Buitengebied Vlieland" dat op 27 mei 2013 is vastgesteld en heeft betrekking op een gedeelte van het strand, gelegen op het noordoostelijke deel van het eiland. Het besluit is genomen om het bestemmingsplan "Buitengebied Vlieland" in overeenstemming te brengen met het nieuwe beleidskader voor het strandgebruik en evenementen, zoals neergelegd in de Strandnotitie Vlieland. Deze strandnotitie bepaalt onder meer dat strandbouwwerken van de gemeente het hele jaar mogen blijven staan, maar dat de richtlijnen van Rijkswaterstraat bepalen dat de strandbouwwerken in de winter (1 oktober - 1 april) moeten worden verwijderd van het strand. Na overleg met de ondernemers van het Noordzeestrand en Rijkswaterstaat is gebleken dat deze strandbouwwerken, onder aanvullende voorwaarden, wel permanent op het strand mogen staan. Het ontwerpbestemmingsplan maakte het voor Paal 50 vervolgens mogelijk om een gebouwtje op een vlonder jaarrond te laten staan op het strand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2723
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202302351/1/R3

202304118/1/A2

Bij besluit van 10 mei 2019 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een aanvraag van [appellante] om een Nederlands paspoort buiten behandeling gesteld. [appellante] is op [geboortedatum] 1959 geboren in Alberton in Zuid-Afrika. Bij haar geboorte heeft zij zowel de Nederlandse nationaliteit als de Zuid-Afrikaanse nationaliteit gekregen. Zij is in Zuid-Afrika opgegroeid en heeft daar ook gestudeerd. Op 18 april 2019 heeft [appellante] een Nederlands paspoort aangevraagd bij de ambassade in Pretoria. Aan de afwijzing van deze aanvraag heeft de minister ten grondslag gelegd dat [appellante] vanaf 1 januari 1995 van rechtswege het Nederlanderschap heeft verloren op grond van artikel 15, eerste lid, aanhef en onder c, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, zoals die bepaling op 1 april 2003 luidde, omdat zij van 1 januari 1985 tot en met 1 januari 1995 onafgebroken woonplaats heeft gehad in Zuid-Afrika.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2711
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak202304118/1/A2

202305606/1/R3

Bij besluit van 4 juli 2023 heeft de raad van de gemeente Leiden het bestemmingsplan "Watergeuskade" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van een woonwerkgebied langs de Trekvliet, met maximaal 350 woningen en 7.000 m2 bedrijvigheid. Van die woningen moet 30% bestaan uit sociale huurwoningen. De nieuwbouw bestaat uit vier gebouwen in een groene parkachtige omgeving, met openbare, groene kade langs de Trekvliet. De bestaande bedrijfsgebouwen zullen worden gesloopt. De Trekvliet ligt aan de westzijde van het plangebied. De Zoeterwoudseweg aan de oostzijde. Appellanten wonen allen tegenover het plangebied. [appellant sub 3A] en [appellant sub 3B] wonen op het adres [locatie 1], op de hoek van de Tomatenstraat en de Zoeterwoudseweg. [appellant sub 1] woont op het adres [locatie 2]. [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] wonen op het adres [locatie 3].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2716
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202305606/1/R3

202306884/1/A2

Bij besluit van 16 maart 2022 heeft de RDW de tenaamstelling van het voertuig met kenteken […] vervallen verklaard. [appellant] is houder van het kenteken van het voertuig. Naar aanleiding van een controle door het Haags Economisch Interventie Team (HEIT) heeft de politie onder andere het voertuig met het kenteken [...] in beslag genomen. Het voertuig is tweemaal onderzocht. In het eerste onderzoek van 3 februari 2022 is vastgesteld dat het schutbord met daarop het Voertuig Identificatie Nummer is ingelast. Uit het aanvullende onderzoek van 20 juli 2022 komt naar voren dat op diverse onderdelen verschillende productiekenmerken zijn aangetroffen en dat productiekenmerken verwijderd zijn. Er is onder meer een gedeeltelijk weggeslepen motornummer aangetroffen. Ook op de versnellingsbak is een half weggeslepen nummer aangetroffen. Gelet daarop is het niet mogelijk om de identiteit van het voertuig vast te stellen. Omdat niet kan worden vastgesteld dat het VIN dat op het kentekenbewijs staat bij het onderzochte voertuig hoort, heeft de RDW de tenaamstelling van het voertuig bij besluit van 16 maart 2022 vervallen verklaard op grond van artikel 40b, vierde lid, aanhef en onder a, van het Kentekenreglement.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2728
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202306884/1/A2

202400216/1/R4

Bij besluit van 13 november 2023 heeft de raad van de gemeente Zutphen het bestemmingsplan "Fort de Pol, Zutphen" vastgesteld. De gemeenteraad beoogt met het bestemmingsplan dat hij bij besluit van 13 november 2023 heeft vastgesteld, de planologische situatie voor de transformatie van het gebied Fort de Pol - een voormalige stortplaats - naar een energiepark te regelen. [appellante] en anderen kunnen zich niet verenigen met het bestemmingsplan. Zij vrezen voor negatieve effecten voor hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2734
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202400216/1/R4

202400356/1/R4

Bij besluit van 23 november 2023 heeft de raad van de gemeente Putten het bestemmingsplan "Halvinkhuizen fase 1" gewijzigd vastgesteld. Het plan maakt de ontwikkeling van maximaal 310 woningen mogelijk in het noordoostelijke deel van de nieuwe woonwijk Halvinkhuizen. De nieuwe woonwijk zal zijn gesitueerd aan de zuidkant van de dorpskern van Putten, ten zuiden van de Van Geenstraat en ten westen van de Roosendaalseweg en sportpark Putter Eng. De ontwikkeling van de nieuwe woonwijk Halvinkhuizen vindt plaats in een aantal fasen. Het bestreden plan richt zich op fase 1 en is ongeveer 8,75 ha groot. Voor fase 2 en 3 is op 3 december 2024 een ontwerpplan ter inzage gelegd. De gronden van [appellant] zijn gesitueerd in het plangebied van fase 2 en 3. [appellant] heeft beroep ingesteld tegen het plan. Zij exploiteert een agrarisch bedrijf aan de [locatie] te Putten, op korte afstand van de te ontwikkelen woningen. [appellant] voert aan dat de belangen van haar intensieve veehouderij onvoldoende zijn betrokken bij de planvorming. [partij A] en [partij B] hebben op de zitting aangegeven dat zij ieder voor de helft eigenaar zijn van de gronden binnen het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2732
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202400356/1/R4

202400568/2/A3

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 22 december 2023. Zijn gemachtigde is [gemachtigde] (hierna: [gemachtigde]). [gemachtigde] treedt ook in andere zaken bij de Afdeling als gemachtigde op. Hij presenteert zich als professioneel rechtsbijstandverlener. [gemachtigde] is sinds begin 2024 betrokken (geweest) bij tenminste veertien procedures bij de Afdeling. In enkele van deze procedures treedt [gemachtigde] op voor zichzelf; in de andere procedures als gemachtigde. De zaken waarin [gemachtigde] voor zichzelf optreedt en die waarin hij gemachtigde is, zijn vaak verweven en zijn optreden als gemachtigde wordt sterk beïnvloed door zijn opstelling in de zaken waarin hij voor zichzelf optreedt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2740
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202400568/2/A3

202401528/1/A3

Bij brief van 17 maart 2023 heeft de minister van Financiën [appellant] medegedeeld dat hij niet in aanmerking komt voor een financiële vergoeding wegens een onrechtmatige registratie in de Fraude Signalering Voorziening. Deze zaak gaat over de vraag of de zogenoemde afsluitende brief Fraude Signalering Voorziening een besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De FSV was een applicatie die van 2012 tot en met 27 februari 2020 door de Belastingdienst werd gebruikt met als doel om mogelijke signalen van belastingfraude te registreren. De Belastingdienst maakte gebruik van de FSV voor het beoordelen van belastingaanslagen en toeslagen en voor informatie-uitwisseling met andere overheidsdiensten. FSV-registratie volgens de minister gevolgen heeft gehad voor de betrokkene en of hij al dan niet in aanmerking komt voor een financiële tegemoetkoming op grond van het beleid dat daarvoor is opgesteld. Dit is de afsluitende brief. Volgens de minister is de afsluitende brief enkel informatief van aard en dus geen besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Tegen de brief kan volgens de minister geen bezwaar worden gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2730
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202401528/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202401528/1/A3

202402532/3/A3

[appellant] heeft naar aanleiding van de van de rechtbank van 29 februari 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:4409, bij de Afdeling beroep ingesteld wegens het niet tijdig gevolg geven aan de uitspraak van de rechtbank door het UWV. [appellant] heeft het UWV verzocht om op grond van de Wet open overheid het verslag van het looncomponentenoverleg openbaar te maken. Het UWV heeft dit verzoek afgewezen en dit besluit in bezwaar gehandhaafd. De rechtbank heeft overwogen dat het verslag van het looncomponentenoverleg een stuk voor intern beraad is dat persoonlijke beleidsopvattingen bevat, zoals bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de Woo, en ouder is dan vijf jaar. Uit artikel 5.3, van de Woo, volgt dat als een verzoek om openbaarmaking van persoonlijke beleidsopvattingen voor intern beraad die ouder zijn dan vijf jaar, wordt geweigerd, het bestuursorgaan een verzwaarde motiveringsplicht heeft. Volgens de rechtbank heeft het UWV niet voldaan aan deze verzwaarde motiveringsplicht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2714
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202402532/3/A3

202403070/1/R2

Bij besluit van 12 maart 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Land van Cuijk het wijzigingsplan "Buitengebied, [locatie 1]" vastgesteld. [partij A] en [partij B] wonen in de woonboerderij aan de [locatie 1] in Haps. Zij zijn initiatiefnemers van het plan om de woonboerderij inpandig te splitsen in twee wooneenheden. Het college van burgemeester en wethouders van Land van Cuijk wil dit mogelijk maken en heeft daarom een wijzigingsplan vastgesteld. [appellant] en anderen exploiteren een agrarisch bedrijf aan de [locatie 2] en [locatie 3] in Haps. Zij zijn het niet eens met het plan, onder meer omdat zij vrezen voor een beperking in hun bedrijfsvoering en vinden dat niet is voldaan aan de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid. [appellant] en anderen betogen dat het college geen gebruik kon maken van de wijzigingsbevoegdheid in artikel 23.6.1, van de planregels in het bestemmingsplan "Buitengebied 2010, Herziening 2016". Hierover voeren zij aan dat niet aan alle voorwaarden voor gebruik van deze bevoegdheid is voldaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2721
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202403070/1/R2

202404446/1/A2

Bij besluit van 20 januari 2022 heeft de Dienst Wegverkeer een aanvraag van [appellant] om afgifte van een Nederlands kentekenbewijs buiten behandeling gesteld. Bij besluit van 8 februari 2023 heeft de RDW het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] is eigenaar van een voertuig. Hij heeft dat voertuig, een Suzuki met een Nederlands kentekenbewijs met het bouwjaar 2007, in 2015 naar het Verenigd Koninkrijk overgebracht en daar laten ombouwen tot een amfibievoertuig. Sindsdien heeft het voertuig, zoals blijkt uit het registratiecertificaat van 1 februari 2017, een chassis en carrosserie van de Britse autofabrikant Dutton en een Brits kentekenbewijs. [appellant] heeft het voertuig naar Nederland overgebracht, waarna het op 28 november 2017 door de RDW technisch is goedgekeurd en hij een aanvraag om afgifte van een Nederlands kentekenbewijs heeft ingediend. Bij besluit van 10 december 2018 heeft de RDW deze aanvraag buiten behandeling gesteld, omdat [appellant] de Belasting voor Personenauto’s en Motorrijwielen (hierna: BPM) niet binnen de daarvoor gestelde termijn had voldaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2727
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202404446/1/A2

202404903/1/R3

Bij besluit van 17 juni 2024 heeft de raad van de gemeente Kaag en Braassem het bestemmingsplan "Karperhof, Woubrugge" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld. Het plangebied ligt aan de rand van de kern van Woubrugge, tussen een bestaande woonwijk in het noorden, sportvelden ten oosten en zuiden, en het glastuinbouwbedrijf op de [locatie] aan de westzijde. [partij A] is eigenaar van de gronden in het plangebied, die in gebruik zijn als sierteeltgrond. [partij B] wil hier woningen bouwen. De beoogde ontwikkeling bestaat uit 21 sociale huurwoningen, 14 sociale koopwoningen, 9 seniorenwoningen, 14 rijwoningen, 4 twee-onder-een-kapwoningen en 4 vrijstaande woningen. De raad heeft het plan vastgesteld om deze ontwikkeling mogelijk te maken. [appellant] en anderen wonen in de (directe) omgeving van het plangebied. Zij kunnen zich niet met het plan verenigen, met name omdat zij vrezen voor verkeersoverlast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2717
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202404903/1/R3

202406512/1/R1

Bij besluit van 30 september 2024 heeft de raad van de gemeente Noordoostpolder het bestemmingsplan "Ens, Oost- fase 3" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft onder meer [appellant] beroep ingesteld. Het bestemmingsplan maakt de realisatie van maximaal 80 woningen mogelijk op een locatie direct ten noorden van de kruising tussen de Drietorensweg en de Zuiderringweg in Ens. Het gaat daarbij om twee-onder-één-kapwoningen, vrijstaande woningen, rijwoningen en zogenoemde rug-aan-rugwoningen. In het vorige bestemmingsplan had het plangebied een agrarische bestemming. OVT Ontwikkeling is de initiatiefnemer van het plan. [appellant] woont aan [locatie] en exploiteert naar zijn zeggen een akkerbouwbedrijf bij zijn woning en op daaraan grenzende gronden. Zijn perceel grenst aan de zuidoostzijde aan het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2715
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Flevoland
  • uitspraakin de zaak202406512/1/R1

202406953/2/A3

[verzoekster] heeft verzocht om herziening van de uitspraak van de Afdeling van 13 november 2024. Haar gemachtigde is [gemachtigde] (hierna: [gemachtigde]). Bij brief van 28 maart 2025 is aan [gemachtigde] meegedeeld dat het voornemen bestaat vanwege ernstige bezwaren hem in daarvoor in aanmerking komende zaken als gemachtigde te weigeren. [gemachtigde] is in de gelegenheid gesteld om binnen veertien dagen na dagtekening van deze brief schriftelijk op dit voornemen te reageren. Hij heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. [gemachtigde] is sinds begin 2024 betrokken (geweest) bij tenminste veertien procedures bij de Afdeling. In enkele van deze procedures treedt [gemachtigde] op voor zichzelf; in de andere procedures als gemachtigde. De zaken waarin [gemachtigde] voor zichzelf optreedt en die waarin hij gemachtigde is, zijn vaak verweven en zijn optreden als gemachtigde wordt sterk beïnvloed door zijn opstelling in de zaken waarin hij voor zichzelf optreedt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2739
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202406953/2/A3

202408046/1/R1 en 202500018/1/R1

Bij besluit van 25 november 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam de locaties Sint-Jobskade ter hoogte van huisnummer 50 (locatienummer 23.170), Müllerkade ter hoogte van huisnummer 183 (locatienummer 23.171), Sint-Jobskade ter hoogte van huisnummer 800 (locatienummer 23.184) en Sint-Jobskade ter hoogte van huisnummer 500 (locatienummer 24.362) aangewezen voor het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers. In de gemeente Rotterdam worden in diverse appartementencomplexen op de Müllerpier inpandige afvalvoorzieningen waar mogelijk vervangen door ondergrondse afvalcontainers. [appellant A] en anderen, [appellant B] en anderen en [appellant C] wonen allen op de zogeheten Müllerpier. Zij kunnen zich niet verenigen met de aanwijzing van de voor hen van belang zijnde locaties.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2607
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202408046/1/R1 en 202500018/1/R1

202500521/2/A2

[appellante] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 18 december 2024. Haar gemachtigde is [gemachtigde]. Bij brief van 28 maart 2025 is aan [gemachtigde] meegedeeld dat het voornemen bestaat vanwege ernstige bezwaren hem in daarvoor in aanmerking komende zaken als gemachtigde te weigeren. [gemachtigde] is in de gelegenheid gesteld om binnen veertien dagen na dagtekening van deze brief schriftelijk op dit voornemen te reageren. Hij heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. [gemachtigde] is sinds begin 2024 betrokken (geweest) bij tenminste veertien procedures bij de Afdeling. In enkele van deze procedures treedt [gemachtigde] op voor zichzelf; in de andere procedures als gemachtigde. De zaken waarin [gemachtigde] voor zichzelf optreedt en die waarin hij gemachtigde is, zijn vaak verweven en zijn optreden als gemachtigde wordt sterk beïnvloed door zijn opstelling in de zaken waarin hij voor zichzelf optreedt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2741
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202500521/2/A2

202502214/1/A2

Bij beslissing van 22 oktober 2024 heeft de Toelatingscommissie Economics and Business van de Universiteit van Amsterdam het verzoek van [appellant] om te worden toegelaten tot de masteropleiding Finance aan de Universiteit van Amsterdam afgewezen. appellant] heeft de bacheloropleiding International Business & Administration aan het HBO afgerond. Daarnaast volgt hij een premaster Economics & Business Economics aan de Universiteit Utrecht. [appellant] heeft de bacheloropleiding International Business & Administration aan het HBO afgerond. Daarnaast volgt hij een premaster Economics & Business Economics aan de Universiteit Utrecht. [appellant] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de masteropleiding. De Toelatingscommissie heeft dit verzoek afgewezen. Studenten met een afgeronde HBO-opleiding komen niet in aanmerking voor de masteropleiding. Ook worden premasters van andere Nederlandse universiteiten niet geaccepteerd voor toelating, aldus de Toelatingscommissie. [appellant] heeft op 19 januari 2025 administratief beroep ingesteld tegen de afwijzingsbeslissing.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2718
Datum uitspraak
18 juni 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202502214/1/A2
vorige pagina1...111213...1.204volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon