Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.399
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202500462/1/A2

Bij brief van 17 januari 2025 heeft [appellant] bij de Afdeling een verzoek ingediend om de examencommissie Politicologie en Conflict Resolution and Governance te veroordelen tot vergoeding van schade die hij heeft geleden als gevolg van een onrechtmatige beslissing van 7 maart 2024. [appellant] volgt de masteropleiding Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Voor de afronding van de masteropleiding in het studiejaar 2023-2024 moest [appellant] het keuzevak ‘Contested Market Liberalism’ (9 EC) en zijn masterscriptie (30 EC) behalen. Bij beslissing van 7 maart 2024 heeft de examencommissie het door [appellant] ingediende essay voor het vak ‘Contested Market Liberalism’ ongeldig verklaard wegens plagiaat en hem uitgesloten van alle vormen van toetsing van de opleiding voor een periode van zeven maanden. [appellant] heeft hiertegen administratief beroep ingesteld. Bij beslissing van 16 juli 2024 heeft het college van beroep voor de examens het beroep van [appellant] tegen de beslissing van 7 maart 2024 gegrond verklaard voor wat betreft de punitieve sanctie en de beslissing van de examencommissie vernietigd en haar opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2957
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202500462/1/A2

202501872/1/A2

Bij beslissing van 2 september 2024 hebben de examinatoren de scriptie van [appellant] met het eindcijfer 8 beoordeeld. [appellant] is in 2021 begonnen aan de tweejarige research master Language and Communication Technologies. Die master bestaat uit twee studiejaren waarvoor hij één jaar in Tsjechië aan de Charles University studeerde en het tweede studiejaar in Nederland aan de Rijkuniversiteit Groningen. In november 2022 benaderde [appellant] prof. dr. Michel voor de begeleiding van zijn masterscriptie. Vanwege de omvang van het project in zowel linguïstisch onderzoek, als het programmeren van een computerapplicatie is er enige tijd overheen gegaan. [appellant] rondde zijn scriptie in juli 2024 af. Deze werd door twee examinatoren op 2 september 2024 met het eindcijfer 8 beoordeeld. Het CBE heeft het administratief beroep van [appellant] gericht tegen die beoordeling ongegrond verklaard. Aan deze beslissing heeft het ten grondslag gelegd dat het enkel kan beoordelen of er enige rechtsregel of rechtsbeginsel is overtreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3002
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202501872/1/A2

202502180/1/A2

Bij beslissing van 28 oktober 2024 hebben de examinatoren de masterscriptie van [appellant] beoordeeld met een 7,5. [appellant] volgt de masteropleiding Rechtsgeleerdheid, specialisatie staats- en bestuursrecht, aan de universiteit Leiden. Ter afronding van de masteropleiding heeft hij een scriptie geschreven. De scriptie wordt door twee examinatoren beoordeeld. De eerste examinator is de begeleider van het scriptietraject. De tweede examinator is een zogenoemde tweede lezer. Deze is niet betrokken bij het begeleiden van de scriptie. De eerste examinator heeft de scriptie beoordeeld met het cijfer 8,0. De tweede examinator heeft de scriptie beoordeeld met een cijfer binnen de range 6,5 - 7,5. De examinatoren zijn uiteindelijk in hun gezamenlijk eindoordeel tot het cijfer 7,5 gekomen. De eerste examinator heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de gedegen en zorgvuldige argumentatie van de tweede examinator waarom een 7,5 wat hem betreft het absolute maximum is. Hierbij heeft de eerste examinator met name de onzelfstandige wijze waarop de scriptie tot stand is gekomen laten meewegen. [appellant] betoogt dat het CBE heeft miskend dat de beoordeling van de scriptie onzorgvuldig tot stand is gekomen en ondeugdelijk is gemotiveerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2937
Datum uitspraak
2 juli 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Studentenzaken
  • uitspraakin de zaak202502180/1/A2

202402717/1/V3

Bij besluit van 27 maart 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 24 april 2024 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak. Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2934
Datum uitspraak
1 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202402717/1/V3

202403964/1/V3

Bij besluit van 25 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2935
Datum uitspraak
1 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202403964/1/V3

202501183/1/V3

Bij besluit van 18 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2925
Datum uitspraak
1 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501183/1/V3

BRS.25.000062

Bij besluit van 8 december 2024 heeft de minister betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Bij uitspraak van 17 januari 2025 heeft de rechtbank het met een kennisgeving vanwege de minister daartegen aanhangig gemaakte beroep, voor zover gericht tegen de tenuitvoerlegging van de maatregel tot en met 2 januari 2025, gegrond verklaard en voor het overige ongegrond, en de minister opgedragen betrokkene schadeloos te stellen. Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2901
Datum uitspraak
1 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000062

BRS.25.000063

Bij besluit van 8 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2902
Datum uitspraak
1 juli 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000063

BRS.25.000705

Bij besluit van 27 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij besluit van 11 november 2024 heeft de minister het daartegen door betrokkene gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2900
Datum uitspraak
1 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000705

BRS.25.000741

Bij besluit van 11 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om betrokkene een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 24 december 2024 heeft de minister het daartegen door betrokkene gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 26 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op het gemaakte bezwaar neemt met inachtneming van de uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2868
Datum uitspraak
1 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000741

BRS.25.000751

Bij besluit van 26 februari 2025 heeft de minister bepaald dat verzoeker wordt overgedragen aan Duitsland.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2892
Datum uitspraak
1 juli 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000751

202303434/1/V3

Verzoekers, vertegenwoordigd door mr. A. Khalaf, advocaat in Zwolle, hebben hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 25 mei 2023 in zaken nrs. NL23.9926 en NL23.9930. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft een nader stuk ingediend. Verzoekers hebben het hoger beroep ingetrokken en de Afdeling verzocht de minister van Asiel en Migratie te veroordelen in de bij hen opgekomen proceskosten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2919
Datum uitspraak
30 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202303434/1/V3

202306806/1/V3

Bij besluit van 28 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 14 september 2022 heeft de staatssecretaris het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 6 oktober 2023 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. B. Aydin, advocaat in Amsterdam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2915
Datum uitspraak
30 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202306806/1/V3

202501351/1/V3

Bij besluit van 13 februari 2025 heeft de minister appellant in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 3 maart 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. S.L. Sarin, advocaat in Zaandam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2911
Datum uitspraak
30 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501351/1/V3

202501370/1/V3

Bij besluit van 12 februari 2025 heeft de minister appellant in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 5 maart 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. S.L. Sarin, advocaat in Zaandam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2912
Datum uitspraak
30 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501370/1/V3

202501917/1/V3 en 202501917/2/V3

Bij besluit van 5 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2896
Datum uitspraak
30 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501917/1/V3 en 202501917/2/V3

202502471/1/V2

Bij besluit van 20 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2897
Datum uitspraak
30 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502471/1/V2

202502515/1/V2

Bij besluit van 24 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 24 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. N.C. Blomjous, advocaat in Amsterdam, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2909
Datum uitspraak
30 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202502515/1/V2

202503008/1/V3

Bij besluit van 25 oktober 2024 heeft de minister een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 20 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. H.M.A. Breuls, advocaat in Dalfsen, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2913
Datum uitspraak
30 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503008/1/V3

202503209/1/V2 en 202503209/2/V2

Bij besluit van 10 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2898
Datum uitspraak
30 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503209/1/V2 en 202503209/2/V2

202503385/1/V2 en 202503385/2/V2

Bij besluit van 24 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 10 juni 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. M.P.J.W.M. Govers, advocaat in Tilburg, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2910
Datum uitspraak
30 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503385/1/V2 en 202503385/2/V2

202503417/1/V2 en 202503417/2/V2

Bij besluit van 8 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 10 juni 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. F.S. Boedhoe, advocaat in Dronten, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2914
Datum uitspraak
30 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503417/1/V2 en 202503417/2/V2

202503558/2/V2

Bij besluit van 29 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 18 juni 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2916
Datum uitspraak
30 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503558/2/V2

BRS.25.000570

Bij besluit van 7 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2885
Datum uitspraak
30 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000570

BRS.25.000631

Bij besluit van 1 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2886
Datum uitspraak
30 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000631

BRS.25.000647

Bij besluit van 16 februari 2024, aangevuld bij besluit van 23 augustus 2024, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2889
Datum uitspraak
30 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000647

BRS.25.000692

Bij besluit van 23 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2887
Datum uitspraak
30 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000692

BRS.25.000702

Bij besluit van 16 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geweigerd om ambtshalve krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat uitzetting van betrokkene achterwege blijft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2891
Datum uitspraak
30 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000702

202204771/1/V1

Bij besluit van 16 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om appellant een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: een mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2894
Datum uitspraak
27 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202204771/1/V1

202502652/1/V3

Bij besluit van 10 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2895
Datum uitspraak
27 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202502652/1/V3

202503368/1/V2 en 202503368/2/V2

Bij besluit van 20 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak van 4 juni 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. D.S. Harhangi-Asarfi, advocaat in Rotterdam, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2908
Datum uitspraak
27 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503368/1/V2 en 202503368/2/V2

202407766/1/R1

Bij besluit van 30 oktober 2024 heeft de raad van de gemeente Heerlen het bestemmingsplan "Schinkelkwadrant-Noord" vastgesteld. Het gaat in deze zaak over het bestemmingsplan "Schinkelkwadrant-Noord". Dit plan voorziet in de transformatie van bestaande leegstaande kantoren in 124 woningen, waarvan 108 appartementen. Het plan maakt onderdeel uit van "Urban Living". Dat is een grootschalige ontwikkeling in het centrum van Heerlen. [appellant] woont in het appartementencomplex De Veste I, op een afstand van ongeveer 29,4 meter van het plangebied. Hij stelt dat uitvoering van het plan zijn woon- en leefklimaat ernstig schaadt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3015
Datum uitspraak
27 juni 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202407766/1/R1

202304404/1/V2

Bij besluit van 21 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om haar een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2871
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202304404/1/V2

202402016/1/V3

Bij besluit van 28 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat appellant geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. De staatssecretaris heeft appellant ook opgedragen om de Europese Unie binnen vier weken te verlaten. De staatssecretaris heeft dit besluit op 9 februari 2024 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2874
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402016/1/V3

202402030/1/V3

Bij besluit van 14 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat appellant geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. De staatssecretaris heeft appellant ook opgedragen om de Europese Unie binnen vier weken te verlaten. De staatssecretaris heeft dit besluit op 6 maart 2024 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2877
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402030/1/V3

202402523/1/V3

Bij besluit van 30 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat appellant geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2876
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202402523/1/V3

202407691/1/V3

Bij besluit van 24 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2878
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407691/1/V3

202407695/1/V3

Bij besluit van 19 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2883
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407695/1/V3

202407699/1/V3

Bij besluit van 24 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2882
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407699/1/V3

202407710/1/V3

Bij besluit van 19 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2881
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407710/1/V3

202407715/1/V3

Bij besluit van 24 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2880
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407715/1/V3

202502441/2/A3

De Stichting Regionale Omroep Brabant heeft het college van burgemeester en wethouders van Eersel verzocht om openbaarmaking van documenten over [verzoekster] op grond van de Wet open overheid. De Stichting Regionale Omroep Brabant vraagt om ‘toezicht documenten, waaronder die van de omgevingsdienst; handhavingsdocumenten, vergaderstukken, waaronder besluiten, besluitenlijsten en notulen; rapporten, adviezen en datasets’ van 1 november 2019 tot 14 juli 2023. Het college heeft bij besluit van 28 mei 2024 het verzoek deels toegewezen. Bij besluit van 30 januari 2025 heeft het college het bezwaar van [verzoekster] gegrond verklaard en het besluit van 28 mei 2024 herroepen omdat een aantal van de openbaar te maken documenten processtukken betreffen die buiten de reikwijdte van het Woo-verzoek vallen. Het college heeft daarom besloten om minder documenten openbaar te maken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3280
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202502441/2/A3

202502965/2/A3 en 202502965/3/A3

Het verzoek richt zich tegen de uitspraak van 24 april 2025 van de rechtbank Amsterdam. De minister van Financiën en Gasunie en GTS hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De minister en Gasunie en GTS voeren aan dat het openbaar maken van de gevraagde documenten tot onomkeerbare gevolgen leidt die de hogerberoepsprocedure zinledig maakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2928
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202502965/2/A3 en 202502965/3/A3

202503057/2/A3

[wederpartij] heeft de raad van bestuur van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek verzocht om openbaarmaking van documenten over cryptografie onderzoek, verslagen en rapporten van onderzoek bij en door RVO/TNO, verricht tussen de jaren 1946 en 1975. TNO heeft dit verzoek afgewezen en heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat de gevraagde onderzoeksgegevens niet onder het bereik van de Wet open overheid vallen. Daarnaast zijn de gevraagde documenten gerubriceerd. In verband met de veiligheid van de staat kunnen deze documenten niet worden gedeeld, aldus TNO. TNO heeft dit besluit in bezwaar gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:3012
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202503057/2/A3

202503246/1/V3 en 202503246/2/V3

Bij besluit van 28 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellante om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2879
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202503246/1/V3 en 202503246/2/V3

202503278/1/V2 en 202503278/2/V2

Bij besluit van 2 mei 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan appellant verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2875
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202503278/1/V2 en 202503278/2/V2

202503289/1/V3

Bij besluit van 9 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2873
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503289/1/V3

202503355/1/V3 en 202503355/2/V3

Bij besluit van 17 oktober 2024, aangevuld bij besluit van 15 januari 2025, heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2808
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503355/1/V3 en 202503355/2/V3

202503386/1/V2 en 202503386/2/V2

Bij besluit van 9 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2872
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503386/1/V2 en 202503386/2/V2

202503394/1/V2 en 202503394/2/V2

Bij besluit van 17 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2893
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503394/1/V2 en 202503394/2/V2

202503398/1/V2 en 202503398/2/V2

Bij besluit van 6 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellanten om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2870
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503398/1/V2 en 202503398/2/V2

202403062/2/A2

Ten aanzien van zaak nr. 202403062/1/A2, die op 2 juli 2025 op zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad mr. B.P. Vermeulen die als lid van de meervoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 25 juni 2025 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen. De staatsraad heeft te kennen gegeven dat bij de voorbereiding van bovenvermelde zaak is gebleken dat hij als lid van de Afdeling advisering van de Raad van State heeft geadviseerd over de wetsvoorstellen die geleid hebben tot de Huisvestingswet 2014 en tot de wijziging van die wet, in werking getreden in 2024. De rechtsvragen die in de bovengenoemde zaak bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State voorliggen, hebben mogelijk overlap met de adviezen die de Afdeling advisering over de betreffende wetsvoorstellen heeft gegeven. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van het hoger beroep te voorkomen, heeft de staatsraad verzocht zich te mogen verschonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2869
Datum uitspraak
26 juni 2025
  • Verschoning
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202403062/2/A2

202402332/1/V1

Bij besluit van 31 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2809
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202402332/1/V1

202402948/1/V1

Bij besluit van 5 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2812
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202402948/1/V1

202403726/1/V1

Bij besluit van 15 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2818
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202403726/1/V1

202403934/1/V1

Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. D.H. Yabasun, advocaat in Amsterdam en vervolgens door mr. E. Arslan, advocaat in Amsterdam, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, van 3 juni 2024 in zaak nr. NL24.15218.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2819
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202403934/1/V1

202407737/1/V3

Bij besluit van 23 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2820
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407737/1/V3

202407780/1/V3

Bij besluit van 6 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2821
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407780/1/V3

202407874/1/V3

Bij besluit van 6 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2822
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407874/1/V3

202407947/1/V3

Bij besluit van 30 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie betrokkene een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2823
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202407947/1/V3

202501022/1/V3

Bij besluit van 3 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2824
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202501022/1/V3

202501181/1/V3

Bij besluit van 1 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2825
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501181/1/V3

202501181/2/V3

Bij besluit van 1 december 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2826
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202501181/2/V3

202502176/2/A3

Bij twee afzonderlijke besluiten van 27 november 2023 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan [verzoekster] een boete opgelegd wegens een overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet, besloten inspectiegegevens openbaar te maken en een waarschuwing gegeven voor preventieve stillegging van de werkzaamheden. De rechtbank heeft bij uitspraak van 6 maart 2025 het door [verzoekster] ingestelde beroep ongegrond verklaard. De rechtbank heeft onder meer overwogen dat de minister de overtreding van artikel 4.48a, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit aan heeft mogen merken als een zware overtreding. De minister mocht daarom overgaan tot het openbaar maken van de inspectiegegevens. Het verzoek om voorlopige voorziening van [verzoekster] strekt ertoe dat de uitspraak van de rechtbank wordt geschorst totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Volgens [verzoekster] mag de minister overgaan tot openbaarmaking van de inspectiegegevens omdat het hoger beroep geen schorsende werking heeft en heeft openbaarmaking van deze gegevens onomkeerbare gevolgen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2814
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202502176/2/A3

202502955/1/V1

Bij besluit van 10 oktober 2023 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een aanvraag om appellant 1 een visum voor kort verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2817
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202502955/1/V1

202503271/1/V3 en 202503271/2/V3

Bij besluit van 13 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2810
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503271/1/V3 en 202503271/2/V3

202503311/1/V2 en 202503311/2/V2

Bij besluit van 31 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2811
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503311/1/V2 en 202503311/2/V2

202503350/1/V3

Bij besluit van 20 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2816
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503350/1/V3

202503399/1/V3

Bij besluit van 20 mei 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2815
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202503399/1/V3

202503448/2/V2

Bij besluit van 3 november 2024, aangevuld bij besluit van 19 januari 2025, heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2813
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202503448/2/V2

BRS.24.000414

Bij besluit van 4 september 2024 heeft de minister een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak van 7 november 2024 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak. Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld. Betrokkene, vertegenwoordigd door mr. K. Mohasselzadeh, advocaat in Voorburg, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2786
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.24.000414

BRS.25.000220

Bij besluit van 2 februari 2025 heeft de minister appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Bij uitspraak van 20 februari 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2754
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000220

BRS.25.000568

Bij besluit van 5 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2779
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000568

BRS.25.000571

Bij besluit van 8 maart 2025 heeft de minister appellant een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Bij uitspraak van 13 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. J.E. Groenenberg, advocaat in Nieuw-Vennep, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2778
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000571

BRS.25.000639

Bij besluit van 17 maart 2025 heeft de minister een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 22 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak. Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2782
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000639

BRS.25.000641

Bij besluit van 27 november 2024, aangevuld op 3 april 2025, heeft de minister een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 21 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2781
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000641

BRS.25.000660

Bij besluit van 4 november 2024 heeft de minister een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 27 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. D. van Elp, advocaat in Utrecht, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2784
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000660

BRS.25.000683

Bij besluit van 12 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om betrokkenen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 12 september 2023 heeft de staatssecretaris het daartegen door betrokkenen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 13 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkenen ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak een nieuw besluit op het gemaakte bezwaar neemt met inachtneming van de uitspraak. Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2790
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000683

BRS.25.000710

Bij besluiten van 21 maart 2025 heeft de minister aanvragen van appellanten om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Bij uitspraak van 5 juni 2025 heeft de rechtbank de daartegen door appellanten ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak hebben appellanten, vertegenwoordigd door mr. S.A.S. Jansen, advocaat in Apeldoorn, hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2788
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000710

BRS.25.000712

Bij besluit van 10 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om afgifte van een document als bedoeld artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, ingewilligd. Bij besluit van 21 december 2023 heeft de staatssecretaris het daartegen door betrokkene gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 20 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak met inachtneming ervan een nieuw besluit op het gemaakte bezwaar neemt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2783
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaakBRS.25.000712

202200497/1/R4

Bij besluit van 23 november 2021 heeft de raad van de gemeente Beuningen het bestemmingsplan "Windpark Beuningen" vastgesteld. Bij besluit van 13 december 2021 heeft het college van B en W een omgevingsvergunning verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de bouw en het oprichten en in werking hebben van een windpark met vijf windturbines. Bij besluit van 13 december 2021 heeft het college van GS een ontheffing verleend voor het overtreden van verbodsbepalingen van de Wet natuurbescherming als gevolg van de aanleg en het in gebruik hebben van een windpark met vijf windturbines. De gecoördineerd voorbereide besluiten maken de ontwikkeling en het gebruik van het windpark Beuningen mogelijk. Het windpark bestaat uit vijf windturbines met een maximale tiphoogte van 245 m. Het windpark is gelegen in de gemeente Beuningen, ten zuiden van de A73 en ter hoogte van het knooppunt Ewijk, waar de A73 en de A50 elkaar kruisen. De windturbines zijn parallel aan de A73 voorzien. De windturbineopstelling wordt onderbroken door de A50, met ten westen daarvan twee windturbines en ten oosten daarvan drie windturbines.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2855
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • Natuurbescherming
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202200497/1/R4

202203001/1/R2

Bij besluit van 17 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten het bestemmingsplan "Eeneind 2018" vastgesteld. Het plan betreft een actualisatie van de bestemmingsplannen in het dorp Eeneind in de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten. Het plangebied beslaat onder andere de ten zuiden van de kern Nuenen gelegen dorpskern Eeneind, alsmede de bedrijventerreinen die zich gaandeweg ten zuiden van de spoorlijn tussen Eindhoven en Helmond hebben ontwikkeld. [gemachtigde B] en [gemachtigde A] wonen aan de Kruisakker 8 in Nuenen. [gemachtigde B] is eigenaar van de gronden, kadastraal bekend gemeente Nuenen, sectie C, nrs. 3465, 3466, ,3468, 3469, 3470, 3892, 3894, 3895 en 4232. [appellante] exploiteert hier een autobeklederij. Zij vreest dat haar bedrijfsvoering door de verwezenlijking van het plan wordt beperkt. [appellante] betoogt dat onduidelijk is welke milieucategorie van bedrijven op het perceel 3469 is toegestaan. Zij wijst erop dat aan dit perceel niet de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.2" is toegekend, maar wel de aanduidingen "specifieke vorm van gemengd - autobeklederij" en "specifieke vorm van gemengd - caravanstalling".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2840
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202203001/1/R2

202204871/1/A3

Bij besluit van 4 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht het verzoek van [appellant] om zich tijdelijk te mogen laten vervangen op de zaterdagmarkt in Dordrecht door [persoon] afgewezen. In een besluit van 9 oktober 2013 heeft het college aan [appellant] een standplaatsvergunning verleend voor een marktstandplaats voor de zaterdagmarkt in de gemeente Dordrecht. De vader van [appellant] is vergunninghouder van een standplaats op een markt in Brabant. De vader van [appellant] is echter op leeftijd en heeft gezondheidsproblemen. Een besmetting met het coronavirus kan hem fataal zijn. [appellant] wil zijn vader daarom graag vervangen op de markt in Brabant. Om die reden heeft [appellant] op 14 mei 2020 een verzoek bij het college ingediend om zich op de zaterdagmarkt in Dordrecht te laten vervangen door [persoon]. In een besluit van 4 juni 2020 heeft het college dit verzoek afgewezen, omdat volgens de Marktverordening een vergunninghouder zich alleen in geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan laten vervangen. Van een bijzondere omstandigheid is volgens het college geen sprake.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2851
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202204871/1/A3

202205291/1/A3

Bij besluit van 1 juli 2020 heeft de burgemeester van Gouda de aan [appellant] verleende exploitatievergunning en drank- en horecavergunning voor het horecabedrijf ‘[naam horecabedrijf]’ in Gouda ingetrokken. [appellant] is eigenaar van [horecabedrijf]. Uit een bestuurlijke rapportage van 28 maart 2019, opgemaakt in het kader van het landelijk strafrechtelijk onderzoek ‘Kassa’ van de Kansspelautoriteit, blijkt dat er een cash center in [horecabedrijf] in beslag is genomen. Bij de doorzoeking van het pand heeft de politie tevens een plastic zakje met 9,7 gram hasj aangetroffen. De burgemeester heeft op 4 september 2019 besloten [horecabedrijf] te sluiten voor de duur van negen maanden op grond van artikel 13b van de Opiumwet en artikel 2:17, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2009. Vervolgens heeft de burgemeester op 1 juli 2020 de exploitatievergunning en DHW-vergunning ingetrokken. De Afdeling heeft in haar uitspraak van 6 juli 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:1916) geoordeeld dat de burgemeester op grond van de Opiumwet het pand mocht sluiten. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de burgemeester mocht overgaan tot intrekking van de vergunningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2859
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202205291/1/A3

202206670/1/R4

Bij besluit van 13 april 2021 heeft het college aan [appellant B] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van zeven appartementen en twaalf herenhuizen inclusief commerciële ruimten aan de Spinaker 1 t/m 37 (oneven nummers) in Loosdrecht. [appellant B] heeft op 24 november 2020 een aanvraag ingediend voor het realiseren van zeven appartementen en twaalf herenhuizen, waarvan een deel gecombineerd met commerciële ruimten op de begane grondlaag, op de bouwlocatie. Het project op de bouwlocatie maakt deel uit van het project "Porseleinhaven 3e fase". Ter plaatse gelden de bestemmingsplannen "Dorpscentrum Oud-Loosdrecht" (hierna: het bestemmingsplan) en "Parapluplan Parkeren Wijdemeren 2019". [appellant A] is het niet eens met het besluit van 19 oktober 2021. Hij vreest dat er als gevolg van het bouwplan onvoldoende parkeerplaatsen overblijven voor de jachthaven die hij wenst te realiseren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2853
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202206670/1/R4

202206745/1/A3

Bij besluiten van 17 december 2020 heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beslist op verzoeken van het kerkgenootschap en anderen om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en documenten openbaar gemaakt. Het kerkgenootschap en anderen hebben de minister in de periode van eind oktober tot en met begin november 2020 bij afzonderlijke brieven verzocht om op grond van de Wob documenten openbaar te maken over het door de Universiteit Utrecht verrichte onderzoek naar seksueel misbruik en aangiftebereidheid binnen het kerkgenootschap, dat heeft geleid tot het rapport Seksueel misbruik en aangiftebereidheid binnen de gemeenschap van Jehova’s Getuigen van 11 december 2019. Het kerkgenootschap en anderen betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de minister voldoende inzicht heeft gegeven in hoe hij naar relevante documenten heeft gezocht. Hierbij voeren zij aan dat de minister alleen heeft gezocht naar correspondentie van en naar het ministerie, terwijl de verzoeken ook zien op notities, agenda’s, gespreks- of telefoonnotities, rapportages, beoordelingen, WhatsApp-berichten en sms-berichten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2839
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202206745/1/A3

202300248/1/V6

Bij besluit van 11 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. [appellant] stelt van Palestijnse afkomst te zijn en geboren te zijn op [geboortedatum 1] 1981 in Rafah in de Gazastrook. In 1997 is hij naar Nederland gekomen. In 2007 is hij in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning op grond van de Regeling Afwikkeling Nalatenschap Oude Vreemdelingenwet. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft het verzoek afgewezen, omdat hij twijfelt aan de identiteit en nationaliteit van [appellant]. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft zich daarbij gebaseerd op een individueel ambtsbericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van 16 maart 1999. In dit ambtsbericht staat dat [appellant] is geboren op [geboortedatum 2] 1973 en niet op de door hem opgegeven geboortedatum van [geboortedatum 1] 1981.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2844
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202300248/1/V6

202301116/1/A3

Bij besluit van 27 augustus 2020 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een verzoek van [appellant] om, voor zover hier van belang, openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur afgewezen. Bij brief van 10 juli 2020 heeft [appellant] de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht om alle beslissingen van de Tuchtcolleges voor de Gezondheidszorg van voor 2010 op grond van de Wob openbaar te maken. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte het standpunt van de minister heeft onderschreven dat de Wob niet van toepassing is op de beslissingen van de tuchtcolleges. Hierbij voert hij aan dat de minister afschriften van de beslissingen in bezit heeft en dat het van belang is, onder meer vanuit het oogpunt van het recht op een eerlijk proces, dat een ieder, en met name degenen die onder het medisch tuchtrecht vallen, daarvan kennis kunnen nemen. Verder wijst hij erop dat het hier niet gaat om een verzoek aan de tuchtcolleges op grond van artikel 77 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg maar om een Wob-verzoek aan de minister. Hij verzoekt de Afdeling om over de zaak advies te vragen aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2838
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202301116/1/A3

202302209/1/A2

Bij verschillende besluiten heeft de RDW aan [bedrijf] betalingsverplichtingen opgelegd voor 24 voertuigen. Bij besluit van 15 juni 2020 heeft de RDW de door [bedrijf] daartegen gemaakte bezwaren, voor zover gericht tegen die betalingsverplichtingen, ongegrond verklaard en voor het overige niet-ontvankelijk. [appellant] heeft in het hogerberoepschrift verklaard dat hoger beroep wordt ingesteld namens [bedrijf]. [appellant] heeft daarbij geen toereikende machtiging overgelegd. Kort voor de zitting van de Afdeling heeft hij schriftelijk laten weten zich terug te trekken als gemachtigde van [bedrijf]. De Afdeling heeft de behandeling van de zaak aangehouden en [bedrijf] bij aangetekend verzonden brief van 31 maart 2025 verzocht om binnen vier weken na dagtekening van deze brief schriftelijk kenbaar te maken of zij de procedure wenst voort te zetten en het hogerberoepschrift voor haar rekening neemt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2828
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202302209/1/A2

202302281/1/A3

Bij besluit van 8 november 2021 heeft de raad van de gemeente Veldhoven een verzoek van [appellante] om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur buiten behandeling gesteld. Bij brief van 16 juli 2021 heeft [appellante] verzocht om openbaarmaking op grond van de Wob van alle informatie betreffende de presidiumvergadering van 30 juni 2021. [appellante] betoogt dat de raad ten onrechte niet een e-mail van [appellante] aan het presidium van 13 oktober 2021, een concept-verslag van de digitale presidiumvergadering van 13 oktober 2021, de ‘Memo Presidiumvergadering d.d. 15 september 2021’ en de opdracht van de burgemeester om de geluidsopname te wissen als op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechtbank heeft gestuurd. Uit deze documenten blijkt volgens [appellante] dat niet het presidium, maar de burgemeester heeft besloten om de geluidsopname te wissen. Zij vindt het belangrijk dat wordt vastgesteld dat de burgemeester dit heeft besloten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2856
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202302281/1/A3

202302935/1/A3

Bij besluit van 7 december 2020 heeft de burgemeester van Winterswijk de woning van [wederpartij] van 14 december 2020 tot en met 3 januari 2021 gesloten. Op 29 oktober 2020 heeft de politie naar aanleiding van een melding over vuurwerk een controle uitgevoerd in de woning van [wederpartij] en op het bijbehorende erf. Daar is een grote hoeveelheid illegaal zwaar vuurwerk aangetroffen. De politie heeft hiervan een bestuurlijke rapportage opgesteld waarin is vermeld dat in totaal 260 kilogram illegaal zwaar vuurwerk is aangetroffen in de schuur, schuurzolder, keuken, trapkast en op de zolder van de woning. Ook trof de politie op de zolder van de schuur een gaspistool aan. Het vuurwerk en het gaspistool zijn op dezelfde dag in beslag genomen. Het vuurwerk valt onder professioneel vuurwerk en de opslag daarvan moet aan veiligheidsvoorwaarden voldoen. Daarbij geldt een veiligheidsafstand zoals opgenomen in bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit. Hierin staat dat geen kwetsbare objecten in een straal van 400 meter om de opslag aanwezig mogen zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2836
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202302935/1/A3

202303044/1/A2

Bij besluit van 15 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen de aanvraag van Van der Valk en Vlamovensteenfabriek om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. Aan de Burgemeester Omtaweg 4 in Zuidbroek is een hotelcomplex van Van der Valk gevestigd. Dit hotel is in eigendom van en wordt beheerd door Hotel Zuidbroek B.V., waarvan Zuidbroek Beheer B.V. de enig aandeelhouder is. De naastgelegen gronden zijn in eigendom van Vlamovensteenfabriek B.V., waarvan Van der Valk International B.V. de enig aandeelhouder is. Van der Valk en Vlamovensteenfabriek hebben het college op 4 maart 2020 gezamenlijk verzocht om tegemoetkoming in de planschade die zij stellen te hebben geleden door de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan. De gronden rondom de Burgemeester Omtaweg 4 vielen voorheen onder het bestemmingsplan ‘Motelcomplex Van der Valk’.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2845
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202303044/1/A2

202303238/1/R1

Bij besluit van 9 november 2022 heeft de raad van de gemeente Sittard-Geleen het verzoek van [appellant] van 30 maart 2022 om het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Krawinkel" te herzien, afgewezen. [appellant] is eigenaar van het bedrijfspand [locatie] in Geleen. Het pand is opgericht als autoshowroom en staat al geruime tijd leeg. Op het perceel geldt het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Krawinkel". Op grond van artikel 4.1 van de regels van het bestemmingsplan is ter plaatse detailhandel toegestaan, voor zover het gaat om auto’s, boten en caravans, grove bouwmaterialen en landbouwwerktuigen. [appellant] heeft de raad verzocht om de branchebeperkende regels uit het bestemmingsplan te schrappen, om de verhuurbaarheid van zijn pand te vergroten. Volgens hem voldoen de branchebeperkende regels namelijk niet aan de eisen van artikel 15, derde lid, van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt. De raad heeft het verzoek van [appellant] afgewezen. Hij stelt zich op het standpunt dat uitbreiding van de mogelijkheden voor detailhandel niet past binnen het Subregionaal detailhandelsbeleid Westelijke Mijnstreek 2023-2030.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2861
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202303238/1/R1

202303452/1/R4

Bij besluit van 28 maart 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel het wijzigingsplan "Ammerzoden wijziging 2022, [locatie 1]" vastgesteld. Het wijzigingsplan voorziet in de bouw van één vrijstaande woning in het achtererfgebied van het woonperceel aan de [locatie 1] in de kern Ammerzoden, gemeente Maasdriel. Het wijzigingsplangebied is inmiddels afgesplitst van dat woonperceel en heeft de adresaanduiding [locatie 2] gekregen. Het wijzigingsplangebied heeft een oppervlakte van 490 m² en grenst aan de zuidzijde aan de doodlopende weg Molenerf. [partij A] en [partij B] zijn de eigenaars van het wijzigingsplangebied. De woning waarin het wijzigingsplan voorziet, is inmiddels gerealiseerd. [appellant] woont aan de [locatie 3], naast de woning aan de [locatie 1]. Een gedeelte van het achtererfgebied van [appellant] grenst aan de noordzijde van het wijzigingsplangebied. De kleinste afstand tussen die erfgrens en de woning van [appellant] is ongeveer 12 m. De kleinste afstand tussen die erfgrens en het bouwvlak is ongeveer 4,7 m. [appellant] kan zich niet met het wijzigingsplan verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2849
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202303452/1/R4

202304069/1/R1

Bij besluit van 10 mei 2023 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Darkstores" (hierna: het parapluplan) vastgesteld. Met het parapluplan wordt de vestiging van zogenoemde darkstores in een groot gedeelte van Amsterdam planologisch niet meer rechtstreeks toegelaten, maar alleen via een omgevingsvergunning tot (binnenplanse) afwijking van het bestemmingsplan. Aanleiding daarvoor is de toename van flitsbezorging vanuit darkstores en daarmee samenhangende overlast voor bewoners en ondernemers door transportbewegingen van de koeriers, het laden en lossen, het parkeren van (brom)fietsen op straat en het rumoer van de flitsbezorgers. Flink is het oneens met de vaststelling van het plan. Zij heeft verschillende vestigingen in Amsterdam waar boodschappen en andere dagelijkse producten worden verkocht. Zij biedt (ook) flitsbezorging aan. Flink betoogt dat artikel 2.2 van het parapluplan in strijd is met de Dienstenrichtlijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2848
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202304069/1/R1

202304083/1/A3

Bij besluit van 2 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maassluis met ingang van 4 februari 2022 in de basisregistratie personen geregistreerd dat [appellante] met onbekende bestemming is vertrokken. [appellante] stond ingeschreven in de brp op het adres van de woning aan de [locatie] in Maassluis. Zij huurde deze woning van de woningstichting Maasdelta. Op 29 november 2021 heeft het college van de woningstichting een melding ontvangen voor het opstarten van een adresonderzoek. De aanleiding voor die melding was dat de woningstichting, na een melding te hebben ontvangen van omwonenden, op meerdere momenten controles heeft uitgevoerd op het adres, waarbij [appellante] niet werd aangetroffen. Het college heeft in de brp geregistreerd dat [appellante] met onbekende bestemming is vertrokken, omdat zij niet kon worden bereikt op het adres, van haar geen aangifte van wijziging van adres of vertrek is ontvangen en na een adresonderzoek niet kon worden vastgesteld dat [appellante] nog woonde op het adres.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2827
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202304083/1/A3

202304502/1/R2

Bij besluit van 22 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van ’s-Hertogenbosch een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van een speelplaats met een kabelbaan en een speelcombinatie. De gemeente heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het plaatsen van twee nieuwe speeltoestellen aan de rand van een reeds bestaande speelplaats, gelegen aan de Vierde Buitenpepers te ‘s-Hertogenbosch. De gemeente is eigenaar van de speelplaats. De speeltoestellen hebben een hoogte van respectievelijk 3,88 m en 3,72 m. Volgens het geldende bestemmingsplan "Noord" is de toegestane bouwhoogte maximaal 3 m. Het college heeft een omgevingsvergunning verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo. Het college heeft toepassing gegeven aan artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1°, van de Wabo, gelezen in samenhang met de binnenplanse afwijkingsbevoegdheid van artikel 32, onder c, van de planregels. [appellant] woont aan de [locatie]. Zijn woning ligt tegenover de speeltuin. De afstand tussen de speeltoestellen en zijn woning bedraagt respectievelijk ongeveer 41 m (speelcombinatie) en 53 m (kabelbaan).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2858
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202304502/1/R2

202305492/1/R2

Bij besluit van 7 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nuenen, Gerwen en Nederwetten aan [appellante] een omgevingsvergunning verleend voor het tijdelijk gebruiken van percelen aan de Rullen, kadastraal bekend als gemeente Nuenen, sectie B, nummers 3295 en 3296, voor een hondenuitlaatservice en het plaatsen van een tijdelijk hekwerk. [appellante] is eigenaresse van de percelen. Deze percelen zijn met een hek omheind en worden al sinds jaren gebruikt voor het bedrijfsmatig uitlaten van honden. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Buitengebied Nuenen". Op de percelen rust de bestemming "Natuur". De percelen hebben samen een oppervlakte van ongeveer 2 hectare en liggen in de Stiphoutse bossen, een natuurgebied van honderden hectare groot. Het gebied maakt onderdeel uit van het Natuur Netwerk Brabant. Het bedrijfsmatig uitlaten van honden op de percelen en het met het oog op dat gebruik omheinen van de percelen is in strijd met het bestemmingsplan. Hiervoor heeft het college een omgevingsvergunning verleend. [partij C] en de Stichting zijn het daar niet mee eens. Zij vrezen voor nadelige gevolgen voor de natuur.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2847
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202305492/1/R2

202305505/1/R1

Het college van burgemeester en wethouders van Vlissingen heeft omgevingsvergunning verleend voor de bouw van het Grand Hotel Britannia dat voorziet in 205 hotelkamers en hotelappartementen met bijbehorende voorzieningen zoals restaurants, wellness- en fitnessruimten alsmede parkeervoorzieningen op de locatie Boulevard Evertsen 244 in Vlissingen. [appellant] woont in de nabijheid van het te bouwen hotel en vreest onder meer verkeer-, parkeer- en windhinder, alsmede een afname van de bezonning van zijn woning en tuin, als gevolg daarvan. Het bouwplan betreft de herontwikkeling van het voormalige Grand Hotel Britannia. Het bouwplan is in strijd met de ter plaatse geldende bestemmingsplannen "Boulevard, 5e herziening" en "Boulevard, 8e herziening". De strijd met de bestemmingsplannen ziet op de bouwhoogte, het plaatsen en realiseren van (verplaatsbare) schermen tot een hoogte van 3 meter aan de voorgevel aan de zijde van de Boulevard, het bouwen van een parkeergarage boven het peil van 7.70 meter + N.A.P. tot maximaal 9 meter + NAP en het realiseren van balkons (aan de voorzijde en achterzijde) voor zover geprojecteerd boven gronden met de bestemming 'Verkeersdoeleinden - Verblijfsgebied'.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2857
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202305505/1/R1

202307119/1/A3

Bij besluit van 30 april 2023 heeft de burgemeester van Zwolle aan [appellant] een huisverbod opgelegd voor de duur van tien dagen. In de nacht van 29 op 30 april 2023 is de politie twee keer op het woonadres van [appellant] en zijn vrouw geweest. Het eerste contact kwam voort uit de melding van de broer van de vrouw, die met de vrouw aan het videobellen was en geconfronteerd werd met het feit dat zijn zus tijdens het gesprek geslagen werd door haar man, waarna de verbinding werd verbroken en er geen contact meer met de vrouw te krijgen was. Op het moment dat de politie verscheen heeft de vrouw erkend door de man geslagen te zijn. Veel huisraad was ook vernield, in de woonkamer zaten gaten in de muur en de vrouw had verwondingen aan haar bovenbeen. Later in de nacht is de politie teruggekeerd naar aanleiding van een melding van de vrouw dat de man haar had bedreigd met een mes. Daarop is de man aangehouden voor bedreiging omdat er nog vier kinderen in de woning aanwezig waren. De burgemeester van Zwolle heeft [appellant] een huisverbod opgelegd op grond van artikel 2, eerste lid, van de Wet tijdelijk huisverbod.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2025:2860
Datum uitspraak
25 juni 2025
  • Hoger beroep
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202307119/1/A3
vorige pagina1...101112...1.204volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon