Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
202107611/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 6 december 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluiten van 12 december 2019 en 31 december 2019 heeft de raad van bestuur van het Centrum Indicatiestelling Zorg een verzoek van [appellant] om inzage in zijn persoonsgegevens afgewezen. De moeder van [appellant] was een cliënte van het CIZ. [appellant] heeft het CIZ op grond van artikel 15 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming verzocht om een volledig overzicht van de gegevens die het CIZ over hem verwerkt, op het moment van het verzoek (12 november 2019) en op 15 oktober 2014, met inbegrip van de logginggegevens. Uit de logginggegevens moet volgens [appellant] blijken wie zijn gegevens in 2014 als wettelijk contactpersoon van zijn moeder heeft gewijzigd, op welk moment dat is gebeurd en in opdracht van wie. Het CIZ heeft het verzoek tot inzage bij besluiten van 12 december 2019 en 31 december 2019 afgewezen omdat het in de veronderstelling was dat [appellant] inzage wilde in het cliëntdossier van zijn moeder. Omdat de moeder van [appellant] een mentor had kon een dergelijk verzoek alleen door de mentor worden gedaan.
- Datum uitspraak
- 6 december 2023
- Hoger beroep
- Openbaarheid
- Persoonsgegevens
202200332/1/R3(uitspraak wordt op woensdag 6 december 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 29 november 2021 heeft de raad van de gemeente Enschede het bestemmingsplan "Voormalige Vliegbasis Twenthe - Midden 2021" gewijzigd vastgesteld. Bij besluit van 1 december 2021 heeft het college van gs van Overijssel aan De Strip een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming verleend voor de exploitatie van het VTE-terrein. Het bestemmingsplan maakt de herontwikkeling van het middendeel van de voormalige vliegbasis Twenthe mogelijk, waarvan de militaire functie per 1 januari 2008 is geëindigd. Dit middendeel is onder meer beoogd als terrein voor nieuwe natuur, locatie voor evenementen en het behoud van het bestaande MASS-radarsysteem. Het verkeersbesluit en de besluiten, waarbij de omgevingsvergunning en de natuurvergunning zijn verleend, zijn genomen met het oog op het gebruik van het terrein als evenementenlocatie. [persoon A] is de eigenaar van het merendeel van de gronden in het plangebied. De Strip is de exploitant van de gronden. De evenementenlocatie wordt geëxploiteerd onder de naam VTE. De stichtingen die beroep hebben ingesteld zijn eigenaar van natuurgebieden in de omgeving van de evenementenlocatie.
- Datum uitspraak
- 6 december 2023
- Eerste aanleg - meervoudig
- Natuurbescherming
- RO - Overijssel
Bij besluit van 3 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:4475
- Datum uitspraak
- 4 december 2023
- Hoger beroep
- Vreemdelingenkamer - Overige
202202118/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 6 december 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 23 januari 2020 heeft het college [appellante] ambtshalve ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [locatie A] in Zwaagdijk-Oost. Bij besluit I heeft het college [appellante] ambtshalve ingeschreven in de brp op het adres [locatie A] in Zwaagdijk-Oost naar aanleiding van een onderzoek naar de feitelijke verblijfplaats van [appellante]. [appellante] heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Op 21 april 2020 heeft [appellante] het college in gebreke gesteld, omdat het volgens haar niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar. Bij besluit II heeft het college vastgesteld dat de ingebrekestelling te vroeg is ingediend en daarom geen dwangsom is verschuldigd. [appellante] heeft ook tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Beide bezwaren zijn door het college ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college op goede gronden is overgegaan tot de ambtshalve inschrijving van het adres [locatie A] te Zwaagdijk-Oost als het woonadres van [appellante] in de brp.
- Datum uitspraak
- 6 december 2023
- Hoger beroep
- Basisregistratie
202202137/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 6 december 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 24 april 2020 heeft het college vastgesteld dat het geen dwangsom is verschuldigd wegens het niet tijdig beslissen op het door [appellante] ingediende bezwaar tegen een besluit op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Op 16 november 2019 heeft [appellante] bij het college een verzoek gedaan op grond van de Wob. Op 2 december 2019 heeft het college een besluit genomen op dit verzoek waartegen [appellante] op 3 december 2019 bezwaar heeft gemaakt. Op 6 april 2020 heeft [appellante] het college in gebreke gesteld, omdat het volgens haar niet tijdig heeft beslist op het bezwaar van 3 december 2019. Bij besluit van 24 april 2020 heeft het college vastgesteld dat het geen dwangsom is verschuldigd. In dit geschil gaat het alleen om de vraag of het college een dwangsom is verschuldigd. De rechtbank heeft het beroep van [appellante] ongegrond verklaard en geoordeeld dat het college terecht geen dwangsom heeft toegekend omdat [appellante] haar ingebrekestelling te vroeg heeft ingediend.
- Datum uitspraak
- 6 december 2023
- Hoger beroep
- Openbaarheid
202202939/1/R3(uitspraak wordt op woensdag 6 december 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 17 februari 2022 heeft de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn het bestemmingsplan "Chw bestemmingsplan Rijnhaven-Oost 2021" vastgesteld. Het plan is een herziening van het bestemmingsplan "Omgevingsplan Rijnhaven-Oost", een zogenoemd ‘bestemmingsplan met verbrede reikwijdte’ als bedoeld in artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, vastgesteld door de raad op 23 november 2017. Het bestemmingsplan is nadien, op 13 december 2019 en 3 juli 2019, gewijzigd vastgesteld. Het ter plaatse geldende bestemmingsplan voorzag in een gemengd woon-werkgebied waarin bestaande bedrijvigheid bleef toegestaan. Ook was voorzien in de ontwikkeling van 1.120 woningen in Rijnhaven-Oost. In het nu voorliggende plan worden mengvoederfabriek [appellante sub 2] en zand- en grindhandel [appellante sub 1], beide gevestigd in het gebied Havenfront, niet langer als zodanig bestemd. In de plantoelichting staat dat grote delen van het bedrijventerrein Rijnhaven-Oost feitelijk niet naar wonen kunnen worden getransformeerd vanwege de aanwezigheid van deze bedrijven.
- Datum uitspraak
- 6 december 2023
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Zuid-Holland
202203032/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 6 december 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 20 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellante] heeft in 2017 een indicatie voor beschermd wonen gekregen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en woonde toen samen met haar zoontje in een zelfstandige huurwoning van een zorgaanbieder van beschermd wonen. Omdat zij de daar aangeboden begeleiding heeft geweigerd is haar indicatie voor beschermd wonen niet meer verlengd en moest zij de woning per 27 juni 2021 verlaten. Zij is toen in de noodopvang terechtgekomen en haar zoontje woont sindsdien bij zijn vader. [appellante] heeft een urgentieverklaring aangevraagd omdat zij samen met haar zoontje in een zelfstandige woning wil wonen. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat dit voor haar eigen rekening en risico komt. Over de grond onder f heeft het college zich op het standpunt gesteld dat met de toekenning aan [appellante] van een beschermd wonen-traject is komen vast te staan dat zij niet voldoende zelfredzaam is. Daaraan doet eventuele ambulante begeleiding volgens het college niet af.
- Datum uitspraak
- 6 december 2023
- Hoger beroep
- Verordeningen
202203687/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 6 december 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 26 april 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sluis het wijzigingsplan "[locatie 1] Groede" vastgesteld. Het plan voorziet in de omzetting van de bestemming van deze gronden van "Agrarisch met waarden - Landschapswaarden" naar "Wonen-2". Hiervoor heeft het college gebruik gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid van artikel 8.7.5 van de planregels van het bestemmingsplan "Buitengebied 2e herziening", vastgesteld door de raad van de gemeente bij besluit van 28 mei 2015. Op het perceel zijn op dit moment een bedrijfswoning, twee landbouwschuren, een garage en kleine bijgebouwen aanwezig. [partij] is eigenaar van het perceel. De maatschap is eigenaar van het perceel aan de [locatie 2] te Groede, direct ten noorden van het plangebied. Op dit perceel exploiteert de maatschap een landbouwbedrijf, waar gewassen en raaigras worden geteeld. De maatschap heeft beroep ingesteld tegen het plan, omdat zij onder meer vreest dat de wijziging van de bestemming leidt tot beperkingen voor haar agrarische bedrijfsvoering.
- Datum uitspraak
- 6 december 2023
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Zeeland
202203707/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 6 december 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 21 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam de aanvraag van [appellante] voor aangepast leerlingenvervoer voor haar zoon [zoon] voor het schooljaar 2021/2022 afgewezen. Bij besluit van 29 september 2021 heeft college het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar deels gegrond verklaard. Het college heeft bepaald dat aan [zoon] en zijn begeleider een OV-abonnement wordt toegekend naar de voor hem dichtstbijzijnde toegankelijke school. Bij besluit van 27 juli 2021 heeft het college de aanvraag van [appellante] voor aangepast leerlingenvervoer voor haar dochter [dochter] voor het schooljaar 2021/2022 toegewezen in de vorm van een fietsvergoeding met begeleiding. Bij besluit van 30 september 2021 heeft het college het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar deels gegrond verklaard. Het college heeft bepaald dat de toegekende fietsvergoeding gebruikt mag worden als vergoeding voor de kosten van eigen vervoer. De aanvraag voor [zoon] zag op het vervoer naar Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden, locatie Focus Beroepsacademie in Barendrecht en voor [dochter] op vervoer naar basisschool de Wegwijzer in Ridderkerk.
- Datum uitspraak
- 6 december 2023
- Hoger beroep
- Geld
- Onderwijs
202204299/1/A3(uitspraak wordt op woensdag 6 december 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 23 december 2020 heeft de korpschef van de politie op verzoek van [appellant] diverse documenten gedeeltelijk openbaar gemaakt en openbaarmaking van diverse andere documenten geweigerd. [appellant] heeft de korpschef bij brief van 28 augustus 2020 verzocht om openbaarmaking van documenten. Het verzoek gaat - kort samengevat - over alle documenten over de demonstratie of het protest dat op 4 juli 2020 in Utrecht, onder andere in park Oog in Al, plaatsvond. De demonstratie of het protest ging over de maatregelen ter bestrijding van COVID-19. Daarbij heeft [appellant] een niet limitatieve opsomming gegeven van het soort documenten waaraan de korpschef zou kunnen denken. De korpschef heeft in het besluit van 23 december 2020 te kennen gegeven dat hij 64 documenten heeft aangetroffen. Een deel daarvan heeft hij gedeeltelijk openbaar gemaakt en van een ander deel heeft hij openbaarmaking geweigerd. [appellant] heeft daar bezwaar tegen gemaakt. De korpschef heeft dat bezwaar met het besluit van 7 juni 2021 gegrond verklaard, het besluit van 23 december 2020 herroepen en documenten alsnog openbaar gemaakt.
- Datum uitspraak
- 6 december 2023
- Hoger beroep
- Openbaarheid