Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
202206223/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 1 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 23 juni 2022 heeft de raad van de gemeente Sluis het bestemmingsplan "camping International" vastgesteld. Camping International exploiteert een camping op het adres Sint Bavodijk 2D te Nieuwvliet, gemeente Sluis. Zij wenst een herinrichting en een kwaliteitsverbetering van het kampeerterrein te realiseren. Bij de herinrichting van het terrein worden een aangrenzende voormalige boomgaard en het terrein van Pierewiet, waar dagrecreatieve voorzieningen voor kinderen en een minicamping aanwezig zijn, betrokken. De voormalige boomgaard en het terrein van Pierewiet liggen aan de zuid- en zuidoostkant van het bestaande campingterrein. De kwaliteitsverbetering van het kampeerterrein bestaat uit het vergroten van de standplaatsen, het aanpassen van de accommodaties, het realiseren van privé-sanitair op de standplaatsen en de verbetering van het voorzieningenniveau. Ook worden de sport- en spelvoorzieningen van Pierewiet geïntegreerd in de camping. [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] en anderen kunnen zich met name niet verenigen met het plan voor zover dat voorziet in de uitbreiding van de camping ter plaatse van de voormalige boomgaard.
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- RO - Zeeland
202206439/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 1 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 28 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Deurne het door [appellant] en anderen ingediende verzoek om de door het college aan Aldi Roermond B.V. verleende omgevingsvergunningen voor respectievelijk het herbouwen en uitbreiden van een winkelruimte op het perceel Veldstraat 5 in Deurne in te trekken, afgewezen. Op dat perceel zijn elf parkeerplekken aanwezig. Aldi Roermond B.V. wil in totaal 67 parkeerplekken realiseren, grotendeels op het naastgelegen perceel Haageind 40 in Deurne. Daar staat op dit moment een woning. Om dit plan uit te voeren, heeft Aldi Roermond B.V. een omgevingsvergunning aangevraagd voor het herbouwen van de winkelruimte op het perceel Veldstraat 5 die door het college is verleend. Daarnaast heeft Aldi Roermond B.V. een omgevingsvergunning aangevraagd voor het uitbreiden van de te herbouwen winkelruimte. Ook deze vergunning heeft het college verleend. [appellant] en anderen wonen in de buurt en zijn tegen de komst van de supermarkt.
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Hoger beroep
- Bouwen
202207334/1/R2(uitspraak wordt op woensdag 1 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 1 november 2022 heeft de raad van de gemeente Venray het bestemmingsplan "Patersstraat 1-3 Venray" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van 24 appartementen mogelijk aan Patersstraat 1-3 waar eerder een postkantoor stond. Dat kon onder het vorige bestemmingsplan "Centrum Venray" niet. Toen gold in dat gebied de bestemming "Centrum - Kernwinkelgebied" en waren er geen appartementen toegestaan. [appellant sub 1] is eigenaar van het pand met haar bloemenwinkel aan de [locatie] naast het plangebied. Zij vreest dat het beoogde appartementencomplex een inbreuk op haar privacy zal maken, omdat het bouwplan voorziet in balkons vlakbij de ramen van haar pand, haar pand vanuit de Grotestraat daardoor minder zichtbaar wordt en de bezorging van verse producten in haar bloemenwinkel door toenemende verkeersdrukte in de Poststraat zal worden gehinderd. Faelijne B.V. exploiteert de horecagelegenheid "De Stad" aan de Grotestraat 107. Hij vreest dat het appartementencomplex de lichtinval van zijn horecagelegenheid met terras zal verslechteren en stelt dat de omvang van het appartementencomplex niet in de omgeving past.
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- RO - Limburg
Bij besluit van 10 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn afwijzend beslist op het verzoek om handhaving van [verzoeker], omdat het verzoek volgens het college niet was ingediend namens een belanghebbende. In opdracht van de gemeente Alphen aan den Rijn is tussen 2015 en 2017 de Koningin Máximabrug gerealiseerd. Als onderdeel hiervan is aan beide zijden van de brug ter plaatse van de landhoofden de bodem verhoogd. Voor deze verhoging heeft de aannemer van de gemeente zogenaamde Thermisch Gereinigde Grond toegepast. Tijdens de aanleg is de TGG tijdelijk op een aangrenzend perceel van de gemeente opgeslagen. Dit perceel is later gekocht door [verzoeker] met het oogmerk om het als paardenweide te gebruiken. De toepassing van de TGG heeft volgens [verzoeker] geleid tot een verontreiniging van de bodem en het grond- en oppervlaktewater. Daardoor kan zij het perceel niet voor de beweiding van paarden gebruiken en haar paarden niet meer drenken met oppervlaktewater.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1762
- Datum uitspraak
- 29 april 2024
- Voorlopige voorziening
- Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
202300101/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 1 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 25 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen aan Stichting Overburg een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van twee padelbanen op het terrein van Sportpark Overburg aan de Amsterdamseweg 253 te Amstelveen. Stichting Overburg is eigenaar van Sportpark Overburg. Een deel van het sportpark wordt gebruikt als tennispark door tennisvereniging ALTC De Aemstelburgh. De aanvraag om een omgevingsvergunning heeft betrekking op het realiseren van twee padelbanen nabij de ingang van het tennispark op de plaats waar zich nu twee kleine tennisbanen bevinden. De te realiseren padelbanen zijn ongeveer 20 m lang en ongeveer 10 m breed en worden omheind door wanden van glas en draadstaal van 3 of 4 m hoog. Er zijn vier lichtmasten van 6 m hoogte voorzien. [appellant A] en anderen wonen in de omgeving van het tennispark. Zij vrezen dat het gebruik van de padelbanen geluidsoverlast zal veroorzaken. [appellant A] en anderen kunnen zich daarom niet met de uitspraak van de rechtbank verenigen.
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Hoger beroep
- Bouwen
202300374/1/R4(uitspraak wordt op woensdag 1 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 9 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst het verzoek van [appellant] om aanpassing van maatwerkvoorschriften voor het dierenpension op het perceel [locatie] in Hengelo afgewezen. Bij besluit van 24 maart 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Bij brief van 31 mei 2021 heeft [appellant] verzocht om de bestemming op het perceel [locatie] te Hengelo aan te passen en om aanpassing van de maatwerkvoorschriften van het op dat perceel gevestigde dierenpension. Het college heeft de verzoeken afzonderlijk behandeld. Bij besluit van 9 december 2021 heeft het college het verzoek om de maatwerkvoorschriften aan te passen afgewezen. Bij besluit van 24 maart 2022 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift volgens het college geen gronden bevatte.
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Hoger beroep
- Milieu - Overige
202300562/1/R1(uitspraak wordt op woensdag 1 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 18 februari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schagen geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruik van zijn recreatiewoning voor permanente bewoning op het perceel [locatie 1], in Schagen. [appellant] woont permanent in zijn recreatiewoning op het perceel. Vast staat dat dat gebruik in strijd is met de voor het perceel geldende bestemmingsplannen "Recreatieterreinen Harenkarspel" (hierna: het bestemmingsplan) en "Paraplu-omgevingsplan, 1e tranche". [appellant] wil dat zijn perceel, net als het perceel [locatie 2], thans [locatie 3], de bestemming "Wonen" krijgt. Hij heeft op 27 december 2020 een aanvraag ingediend. appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat zijn beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagt. Hij voert aan dat voor het perceel [locatie 2] de bestemming "Wonen" geldt. [appellant] is van mening dat zijn perceel ook een woonbestemming moet krijgen. Hij wijst erop dat de woning op perceel [locatie 2] net als zijn eigen woning een zelfstandige woning is. Verder wijst hij erop dat beide percelen behoren tot het gebied van het bestemmingsplan.
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Hoger beroep
- Project strijd bestemmingsplan
202304561/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 1 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Bij beslissing van 5 juli 2022 hebben examinatoren van het vak Afstudeerproject van de opleiding Toegepaste Psychologie de scriptie van [appellant] als onvoldoende beoordeeld. Bij beslissing van 7 november 2022 heeft de examencommissie het verzoek van [appellant] om het toekennen van een herkansingsmogelijkheid voor de scriptie, gebaseerd op het oude curriculum, afgewezen. Bij beslissing van 6 juni 2023 heeft het college van beroep voor de examens van Saxion Hogeschool het door [appellant] tegen deze beslissingen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellant] is vanaf het studiejaar 2008-2009 student bij de bacheloropleiding Toegepaste Psychologie aan de Academie Mens en Arbeid van Saxion Hogeschool. Zij is door erkende persoonlijke omstandigheden vertraagd in haar studie. Op 27 juni 2022 heeft [appellant] op basis van het oude curriculum haar scriptie voor het vak Afstudeerproject Toegepaste Psychologie, profiel Klinische Psychologie, ingeleverd. De examencommissie heeft zich op het standpunt gesteld dat bij beslissing van 2 juni 2022 aan [appellant] is medegedeeld dat zij haar scriptietraject op basis van het nieuwe curriculum moest volgen.
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Studentenzaken
202305200/1/A2(uitspraak wordt op woensdag 1 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 15 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Best aan [partij] een tegemoetkoming in planschade toegekend van € 40.000.00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 december 2020 tot de dag van uitbetaling, en bepaald dat het door [partij] betaalde behandelrecht van € 500,00 wordt teruggestort. Bij dat besluit heeft het college ook bepaald dat de schade wordt verhaald op Kapelbeemd op grond van de met Kapelbeemd gesloten exploitatieovereenkomst. [partij] is sinds 15 december 1988 eigenaar van de woning op het perceel aan de [locatie] te Best. Zij heeft bij formulier van 5 december 2020, ontvangen op 8 december 2020, een aanvraag om tegemoetkoming in planschade ingediend. Aan deze aanvraag heeft zij ten grondslag gelegd dat de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Gezondheidscentrum en maatschappelijke voorzieningen Veldweg van 17 juni 2019 het mogelijk heeft gemaakt om op het tegenover de woning gelegen plangebied een gezondheidscentrum en maatschappelijke voorzieningen te realiseren en dat dit tot waardevermindering van de woning heeft geleid.
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Hoger beroep
- Schadevergoeding
202306467/1/R4(uitspraak wordt op woensdag 1 mei 10:15 uur gepubliceerd)
Bij besluit van 23 juli 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 11 juli 2023 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 11 juli 2023 is aangetroffen naast een aangewezen inzamelvoorziening in de Thomas Mannsingel te Den Haag ter hoogte van lichtmast 2. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat daarop een adreslabel is aangetroffen met haar adres erop. [appellante] betoogt dat het college haar ten onrechte als overtreder heeft aangemerkt. Zij betwist niet dat de aangetroffen doos van haar afkomstig is, maar stelt dat zij de doos heeft platgemaakt en in de afvalcontainer heeft gedaan. Zij heeft de doos niet naast de container gelegd, dit heeft ofwel iemand anders gedaan, ofwel de doos is uit de container gevallen, aldus [appellante].
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Afval