Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij beslissing van 5 juli 2023 heeft de BSA-commissie, namens het instellingsbestuur van Hogeschool Van Hall Larenstein, het verzoek van [appellant] om uitstel van het bindend studieadvies afgewezen. [appellant] is in het studiejaar 2021-2022 begonnen met de opleiding Tuin- en Landschapsinrichting aan de Hogeschool Van Hall Larenstein. Na het eerste studiejaar werd het bindend studieadvies uitgesteld in verband met de covidpandemie. In het najaar van het studiejaar 2022-2023 verliep de opleiding niet succesvol en heeft [appellant] met de studieloopbaanbegeleider contact gezocht. [appellant] is toen een zorgtraject ingestapt om te onderzoeken waar de problemen vandaan kwamen. Vanwege de lange wachttijden in de zorg heeft de uiteindelijke diagnose van ADHD acht maanden op zich laten wachten. Gedurende die periode heeft [appellant] contact gehouden met de studieloopbaanbegeleider die hem adviseerde om op basis van de bestaande vermoedens alvast een uitstel voor het bindend studieadvies aan te vragen. Dit verzoek is door de BSA-commissie met de beslissing van 5 juli 2023 afgewezen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2047
- Datum uitspraak
- 15 mei 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van 12 juni 2023 heeft de examencommissie van de faculteit Techniek, Bestuur & Management beslist op vijf verzoeken van [appellant] over individuele maatwerkvoorzieningen. Bij beslissing van 21 december 2023 heeft het college van beroep voor de examens van de Technische Universiteit Delft het daartegen door [appellant] ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellant] is als student ingeschreven bij de Technische Universiteit Delft, waar hij de bacheloropleiding Technische Bestuurskunde volgt. Door zijn ADHD ervaart hij diverse functiebeperkingen bij het afleggen van tentamens. Daarom heeft hij de examencommissie verzocht om maatwerkvoorzieningen die hem ondersteunen bij het afleggen van tentamens. De examencommissie heeft dit verzoek gedeeltelijk afgewezen. Over de afwijzing van het verzoek om gebruik te maken van de voorleessoftware TextAid stelde de examencommissie dat deze software een online tool is, terwijl bij tentamens geen internetverbinding is toegestaan.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2028
- Datum uitspraak
- 15 mei 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van 16 juni 2023 heeft de examencommissie van het Erasmus MC de CV3-toets van [appellant] als niet afgelegd beschouwd omdat hij zich niet kon legitimeren met een geldig identiteitsbewijs. [appellant] heeft in 2005 zijn doctoraaldiploma Geneeskunde gehaald aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In 2017 heeft hij de EUR verzocht om toelating tot de masteropleiding Geneeskunde. Dit verzoek heeft de examencommissie bij beslissing van 30 januari 2017 afgewezen. Het College van beroep voor het hoger onderwijs heeft in twee uitspraken, in samenhang gelezen, geoordeeld 1) dat het verzoek van [appellant] niet enkel mocht worden afgewezen omdat zijn doctoraaldiploma bij aanvang van de masteropleiding ouder is dan vijf jaar, omdat er ook kwalitatieve voorwaarden aan deze afwijzing ten grondslag moeten liggen, en 2) dat het CBE in redelijkheid als voorwaarde kon stellen dat hij voor de toelating tot de master tot 15 augustus 2019 de tijd had om vijf onderdelen van het bachelor programma af te ronden. [appellant] heeft in oktober 2022 laten weten te willen beginnen met het toelatingstraject.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2031
- Datum uitspraak
- 15 mei 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van 26 april 2023 heeft het college vastgesteld dat aan [appellant] een dwangsom ter hoogte van € 427,00 is verschuldigd vanwege het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar tegen de beslissing van 21 november 2022. Bij beslissing van 18 juli 2023 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en de hoogte van de verbeurde dwangsommen nader vastgesteld op € 450,00. [appellant] heeft aangevoerd dat het college ten onrechte niet op zijn ingebrekestelling van 11 mei 2023 heeft beslist en het college hem daarom een hogere dwangsom is verschuldigd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1985
- Datum uitspraak
- 8 mei 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mondelinge uitspraak
- Studentenzaken
Bij beslissing van 17 april 2023 hebben twee examinatoren de door [appellante] op die dag uitgevoerde proeve van bekwaamheid kerntaak 2 van de opleiding doktersassistent met een onvoldoende beoordeeld. Bij beslissing van 6 juni 2023 hebben twee examinatoren de door [appellante] op die dag herkanste proeve van bekwaamheid kerntaak 2 van de opleiding doktersassistent met een onvoldoende beoordeeld. [appellante] was derdejaarsstudent aan de driejarige mbo-opleiding Doktersassistent (KSB4 - BOL- vt) aan het ROC Nijmegen. Om haar diploma te kunnen behalen, hoefde zij alleen nog de proeve van bekwaamheid kerntaak 2 "Handelen in het kader van de individuele gezondheidszorg" met een voldoende af te ronden. Per 7 juli 2023 is zij op haar verzoek uitgeschreven bij de opleiding. Op 17 april 2023 heeft [appellante] voor het eerst de proeve van bekwaamheid uitgevoerd, die met het cijfer 2,6 en dus onvoldoende, is beoordeeld. [appellante] heeft deze proeve van bekwaamheid herkanst op 6 juni 2023. Deze herkansing is eveneens beoordeeld met een onvoldoende, namelijk het cijfer 4,5. Bij deze herkansing is aan [appellante] extra tijd toegekend vanwege haar visuele beperking.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1953
- Datum uitspraak
- 8 mei 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van 5 juli 2022 hebben examinatoren van het vak Afstudeerproject van de opleiding Toegepaste Psychologie de scriptie van [appellant] als onvoldoende beoordeeld. Bij beslissing van 7 november 2022 heeft de examencommissie het verzoek van [appellant] om het toekennen van een herkansingsmogelijkheid voor de scriptie, gebaseerd op het oude curriculum, afgewezen. Bij beslissing van 6 juni 2023 heeft het college van beroep voor de examens van Saxion Hogeschool het door [appellant] tegen deze beslissingen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellant] is vanaf het studiejaar 2008-2009 student bij de bacheloropleiding Toegepaste Psychologie aan de Academie Mens en Arbeid van Saxion Hogeschool. Zij is door erkende persoonlijke omstandigheden vertraagd in haar studie. Op 27 juni 2022 heeft [appellant] op basis van het oude curriculum haar scriptie voor het vak Afstudeerproject Toegepaste Psychologie, profiel Klinische Psychologie, ingeleverd. De examencommissie heeft zich op het standpunt gesteld dat bij beslissing van 2 juni 2022 aan [appellant] is medegedeeld dat zij haar scriptietraject op basis van het nieuwe curriculum moest volgen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1837
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van 1 december 2023 heeft de directeur, namens het college van bestuur van de Stichting ROC Summa College, [appellant] verwijderd van de opleiding Software Development en hem per 4 december 2023 de toegang ontzegd tot het onderwijs en de faciliteiten van het Summa College. Op 20 november 2023 heeft het college aan [appellant] het voornemen meegedeeld om hem te verwijderen van de opleiding Software Development bij het Summa. Hij is vervolgens tot en met 27 november 2023 in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voornemen. Op 28 november 2023 heeft [appellant] via het klachtenformulier van Summa aangegeven het niet eens te zijn met het voornemen om hem te verwijderen van de opleiding. Bij de beslissing van 1 december 2023 heeft het college definitief besloten om [appellant] van de opleiding te verwijderen. Op 19 januari 2024 heeft [appellant] de klachtencommissie verzocht om zijn klacht van 28 november 2023 door te sturen naar de Geschillenadviescommissie. De GAC heeft vervolgens op 19 januari 2024 de klacht van [appellant] in ontvangst genomen als bezwaar en dit aan hem bevestigd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1824
- Datum uitspraak
- 1 mei 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van 7 september 2023 heeft het ROC Da Vinci College de inschrijving van [appellant] voor de BOL-opleiding Management Retail voor het studiejaar 2023-2024 ongedaan gemaakt. [appellant] heeft zich op 14 december 2022 aangemeld voor de BOL-opleiding Management Retail voor het studiejaar 2023-2024. Het ROC Da Vinci College heeft [appellant] per e-mail van 29 maart 2023 laten weten dat hij voorwaardelijk is geplaatst voor de opleiding. Om de plaatsing definitief te maken, moest [appellant] volgens de e-mail aan een aantal voorwaarden voldoen, waaronder aanwezigheid bij het kennismakingsgesprek en deelname aan het introductieprogramma. [appellant] is aanwezig geweest bij het kennismakingsgesprek, maar heeft niet deelgenomen aan het introductieprogramma. Het ROC Da Vinci College heeft de voorwaardelijke inschrijving van [appellant] daarom bij de beslissing van 7 september 2023 ongedaan gemaakt. [appellant] heeft daartegen bezwaar gemaakt op 21 september 2023.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1727
- Datum uitspraak
- 24 april 2024
- Eerste aanleg - meervoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van 17 mei 2023 heeft de examencommissie van de Faculteit Health, Medicine and Life Sciences onder meer het verzoek van [appellante] om een alternatieve toetsvorm voor het vak Afstudeerscriptie (BGZ3026) afgewezen. Bij beslissing van 23 augustus 2023 heeft het college van beroep voor de examens van de Universiteit Maastricht het hiertegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. Het geschil beperkt zich tot de vraag of het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de examencommissie het verzoek om een alternatieve toetsvorm voor het vak Afstudeerscriptie (BGZ3026) heeft mogen afwijzen. [appellante] betoogt dat het college zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de examencommissie haar verzoek heeft mogen afwijzen. Daartoe voert zij aan dat de beslissing om haar verzoek af te wijzen, onvoldoende en ondeugdelijk is gemotiveerd. In deze beslissing heeft de examencommissie niet uiteengezet waarom het aanbieden van een alternatieve toetsvorm voor de scriptie niet mogelijk is.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1633
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken
Bij beslissing van 30 augustus 2023 heeft de decaan van het Instituut voor Rechtenstudies, namens het instellingsbestuur, [appellant] een bindend negatief studieadvies gegeven voor de opleiding HBO-Rechten.Bij beslissing van 6 december 2023 heeft het college van beroep voor de examens van de Hanzehogeschool Groningen het daartegen door [appellant] ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellant] is in het studiejaar 2022-2023 gestart met de voltijdopleiding HBO-Rechten aan de Hanzehogeschool. Op 30 augustus 2023 heeft hij een BNSA gekregen, omdat hij 15 studiepunten van het propedeutisch jaar heeft behaald en daarmee niet heeft voldaan aan de studievoortgangsnorm van 45 studiepunten. Als gevolg van het BNSA is hij per 31 augustus 2023 uitgeschreven. [appellant] is het niet eens met de beslissing om hem een BNSA te geven. Hij voert aan dat hij door persoonlijke omstandigheden het hele studiejaar niet goed in zijn vel zat en dat zijn studieresultaten daar de dupe van zijn geworden. Volgens [appellant] kan hij hierdoor niet ongeschikt worden geacht voor de opleiding.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:1631
- Datum uitspraak
- 17 april 2024
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Studentenzaken