Nieuws
Zoeken in de index

Het wetsvoorstel terugkeer en vreemdelingenbewaring introduceert een bestuursrechtelijk kader voor vreemdelingenbewaring, dat de vreemdelingenbewaring buiten de werkingssfeer van de penitentiaire wetgeving brengt. Dit wetsvoorstel stamt uit 2015 en ligt sinds 2018 in de Eerste Kamer. De regering heeft vervolgens naar aanleiding van de behandeling in de Eerste Kamer in 2020 een nieuw wetsvoorstel (novelle) ingediend bij de Tweede Kamer, waarmee het eerdere wetsvoorstel wordt gewijzigd.

Tot en met 28 maart 2025 geeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State iedereen de gelegenheid om ‘mee te denken’ in rechtszaken die gaan over rectificatieverzoeken in het kader van de Wet basisregistratie personen (brp). De Afdeling bestuursrechtspraak maakt zo gebruik van het instrument van de ‘amicus curiae’.

De gevolgen van het amendement dat de Kamerleden Joseph, Omtzigt en Vermeer hebben ingediend bij het wetsvoorstel over de verlenging van de transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel, zijn onvoldoende doordacht. Het amendement leidt tot een omkering van het uitgangspunt ‘invaren, tenzij’ naar ‘niet invaren, tenzij’. Niet-invaren leidt tot een verslechtering van het pensioenperspectief voor groepen deelnemers. Daarmee is het amendement niet in hun belang en brengt het de solidariteit van en de voorgeschreven evenwichtige belangenafweging in het pensioenstelsel ernstig in gevaar. Dat staat in het advies van de Afdeling advisering over het amendement van de Kamerleden. Het advies is op 17 maart 2025 gepubliceerd.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft vier artsen terecht een boete opgelegd vanwege het zogenoemde off-label voorschrijven van hydroxychloroquine en/of ivermectine aan patiënten met COVID-19. De artsen overtraden hiermee namelijk de Geneesmiddelenwet. Maar gelet op de uitzonderlijke omstandigheden in de COVID-19 periode ziet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State aanleiding om de boetes te halveren. Dit blijkt uit vier uitspraken van vandaag (12 maart 2025).

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 5 maart 2025 de voorlichting vastgesteld over de verlenging van de bewaartermijn van politiegegevens ten behoeve van het onderzoek naar cold cases. De voorlichting is op 10 maart 2025 gepubliceerd op de website van de Raad van State.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 5 maart 2025 het advies vastgesteld over het wetsvoorstel om de Omgevingswet te wijzigen voor het legaliseren van zogeheten PAS-projecten. Het advies is op 10 maart 2025 gepubliceerd op de website van de Raad van State.

Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning voor woningbouwproject ‘RIVA’ in Rotterdam blijven in stand. Dat betekent dat er een woontoren met 56 woningen, kantoorruimte en winkels op de begane grond gebouwd mag worden aan de Scheepmakershaven en de Bierstraat in Rotterdam. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (5 maart 2025). Het gebouw krijgt twintig bouwlagen en wordt in totaal ruim 65 meter hoog.

Uit de Klimaatwet volgt dat de regering ten minste eens in de vijf jaar opnieuw een Klimaatplan vaststelt en dit plan ter advies aan de Afdeling advisering voorlegt. Het voorgelegde ontwerp-Klimaatplan beslaat de periode van 2025 tot 2035 en beschrijft het pad om klimaatneutraliteit in 2050 te realiseren. Dit is de tweede keer dat de Afdeling advisering een beschouwing over een ontwerp-Klimaatplan schrijft.

Na twee eerdere tussenuitspraken heeft de Afdeling bestuursrechtspraak vandaag (26 februari 2025) een einduitspraak gedaan over de inpassingsplannen en natuurvergunning voor de zogenoemde Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL). In de laatste tussenuitspraak van februari 2024 droeg de Afdeling bestuursrechtspraak provinciale staten van Noord-Brabant op om op enkele punten de GOL-plannen te herstellen. Dat is op de juiste wijze gebeurd. Daarmee heeft de provincie nu groen licht om aan weerszijden van de A59 tussen Waalwijk en Den Bosch de infrastructuur aan te passen.

Maak een goede rechtsbescherming richtinggevend bij het onderscheid tussen een algemeen verbindend voorschrift en een zogeheten concretiserend besluit van algemene strekking. Een duidelijk onderscheid tussen beide begrippen is van belang, omdat in het eerste geval de burgerlijke rechter bevoegd is en in het tweede geval de bestuursrechter. Het verschil tussen beide besluiten bepaalt naar welke rechter een belanghebbende moet stappen, maar hoe dat onderscheid moet worden gemaakt, is op dit moment onduidelijk. Daardoor weten belanghebbenden niet tot welke rechter zij zich moeten wenden. Daarom vroeg de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak aan staatsraden advocaat-generaal Snijders en Widdershoven om daarover een zogenoemde conclusie te nemen. Zij adviseren om een goede rechtsbescherming richtinggevend te maken bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een concretiserend besluit van algemene strekking. Dat schrijven zij in hun conclusie die vandaag openbaar is gemaakt (26 februari 2025).
Persvoorlichters
Ben je journalist en heb je een vraag? Onze persvoorlichters staan je graag te woord.