Uitspraak 201407378/1/A2


Volledige tekst

201407378/1/A2.
Datum uitspraak: 24 september 2014

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

de vereniging Ouderen Politiek Actief, gevestigd te ’s-Hertogenbosch,
appellante,

en

het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Alkmaar,
verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 29 augustus 2014 heeft het centraal stembureau op verzoek van de vereniging Onafhankelijke Partij Alkmaar de aanduiding ‘Onafhankelijke Partij Alkmaar (OPA)’ in het register, bedoeld in artikel G 3, eerste lid, van de Kieswet, ingeschreven.

Tegen dit besluit heeft Ouderen Politiek Actief beroep ingesteld.

Het centraal stembureau heeft een verweerschrift ingediend.

Onafhankelijke Partij Alkmaar heeft een zienswijze naar voren gebracht en een nader stuk ingediend.

De Kiesraad heeft desgevraagd schriftelijke inlichtingen verschaft.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 15 september 2014, waar Ouderen Politiek Actief, vertegenwoordigd door haar voorzitter H.J.C. Schouw, en het centraal stembureau, vertegenwoordigd door mr. W.J.E. van der Werf, advocaat te Den Haag, en M.B. Dekker, lid van het centraal stembureau, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting Onafhankelijke Partij Alkmaar, vertegenwoordigd door V.H. Kloos, wethouder voor deze partij, en de Kiesraad, vertegenwoordigd door zijn secretaris-directeur mr. M. Bakker, verschenen.

Overwegingen

1. Ingevolge artikel G 3, eerste lid, van de Kieswet kan een politieke groepering die een vereniging is met volledige rechtsbevoegdheid en waarvan de aanduiding niet reeds bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, onderscheidenlijk provinciale staten, is geregistreerd, aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad schriftelijk verzoeken de aanduiding waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in een register dat door het centraal stembureau wordt bijgehouden.

Ingevolge het vierde lid beschikt het centraal stembureau slechts afwijzend op het verzoek, indien:

[…]

b. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds op de voet van dit artikel of de artikelen G 1, onderscheidenlijk G 2, geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering, of met een aanduiding waarvoor reeds eerder op grond van dit artikel een registratieverzoek is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten is;

c. de aanduiding anderszins misleidend is voor de kiezers;

[…].

Ingevolge artikel G 4, eerste lid, geldt, onverminderd het bepaalde in het tweede lid, een geregistreerde aanduiding die overeenkomstig het bepaalde in het achtste lid van artikel G 1 of G 2 ter openbare kennis is gebracht, tevens voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad.

Ingevolge het tweede lid bepaalt het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, dat de in het eerste lid bedoelde doorwerking van de registratie voor die verkiezing niet plaatsvindt, indien de geregistreerde aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds op de voet van artikel G 2, artikel G 2a, onderscheidenlijk artikel G 3, geregistreerde aanduiding van een ander politieke groepering, en daardoor verwarring te duchten is.

2. Ouderen Politiek Actief betoogt dat het centraal stembureau ten onrechte de aanduiding ‘Onafhankelijke Partij Alkmaar (OPA)’ heeft ingeschreven. Zij voert aan dat bij het gebruik van de afkorting ‘OPA’ in de aanduiding ‘Onafhankelijke Partij Alkmaar (OPA)’, door de mate van overeenstemming met de door haar gehanteerde aanduiding ‘OPA’, verwarring bij de kiezer kan ontstaan en de eerste aanduiding bovendien anderszins misleidend is. Daarbij verwijst zij naar eerdere gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam, waar zij, door registratie van een andere politieke groepering onder de aanduiding ‘OPA’, moest deelnemen onder de aanduiding ‘OMA’. Voorts heeft zij grote inspanningen gepleegd om de door haar in het landelijk register als bedoeld in artikel G 1, eerste lid, van de Kieswet geregistreerde aanduiding ‘OPA’ een politieke inhoud te geven die herkenbaar is voor een grote groep ouderen. Het gebruik van de afkorting ‘OPA’ in de aanduiding ‘Onafhankelijke Partij Alkmaar (OPA)’ kan bij de kiezer de indruk wekken dat Onafhankelijke Partij Alkmaar binding heeft met het gedachtegoed van Ouderen Partij Actief. Daarnaast vreest zij dat het centraal stembureau zal bepalen dat de doorwerking van haar landelijk geregistreerde aanduiding ‘OPA’ voor de verkiezingen van de gemeenteraad van Alkmaar - waar zij eveneens wil deelnemen aan de verkiezingen - niet plaatsvindt, omdat door de gemeenschappelijke term ‘OPA’ in beide aanduidingen voor de kiezer verwarring te duchten valt.

2.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer de uitspraken van 13 juli 2012 in zaak nr. 201206366/1/A2 en van 8 juli 2009 in zaak nr. 200904065/1/H2) moet bij de beantwoording van de vraag of een aanduiding in hoofdzaak met een reeds geregistreerde aanduiding overeenstemt, de gehele aanduiding waarvan om registratie is verzocht in aanmerking worden genomen. Derhalve moet worden bezien of de aanduiding ‘Onafhankelijke Partij Alkmaar (OPA)’ in hoofdzaak overeenstemt met de reeds in het register als bedoeld in artikel G 1, eerste lid, van de Kieswet opgenomen aanduiding ‘OPA’.

In de aanduiding ‘Onafhankelijke Partij Alkmaar (OPA)’ vormen de woorden ‘Onafhankelijke’ en ‘Partij’ en de plaatsnaam ‘Alkmaar’ de hoofdbestanddelen van de aanduiding, welke niet voorkomen in de aanduiding ‘OPA’. Het bestanddeel ‘OPA’ komt weliswaar voor in beide aanduidingen, maar is in de aanduiding ‘Onafhankelijke Partij Alkmaar (OPA)’, mede door het gebruik van de haakjes, een bestanddeel van ondergeschikte betekenis. Voorts is de toevoeging ‘(OPA)’ in deze aanduiding een afkorting van de daarvoor gebezigde woorden. Het centraal stembureau is derhalve terecht tot het oordeel gekomen dat de aanduiding ‘Onafhankelijke Partij Alkmaar (OPA)’ niet in hoofdzaak overeenstemt met de aanduiding ‘OPA’.

2.2. Ingevolge artikel G 3, vierde lid, aanhef en onder c, van de Kieswet beschikt het centraal stembureau afwijzend op een verzoek om registratie, indien de aanduiding anderszins misleidend is voor de kiezers.

Het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Alkmaar heeft op 19 december 2000 de aanduiding ‘Onafhankelijke Partij Alkmaar (OPA)’ voor Onafhankelijke Partij Alkmaar ingeschreven in het register als bedoeld in artikel G 3, eerste lid, van de Kieswet. Met deze aanduiding, waarvan de registratie als gevolg van een gemeentelijke herindeling van Alkmaar per 1 januari 2015 thans is vervallen, heeft Onafhankelijke Partij Alkmaar in 2002, 2006 en 2010 deelgenomen aan de verkiezingen voor de leden van de gemeenteraad van Alkmaar. De politieke groepering Onafhankelijke Partij Alkmaar is derhalve onder deze aanduiding reeds jarenlang bekend bij de lokale kiezer in Alkmaar. Voor Ouderen Politiek Actief is eerst op 9 september 2013 de aanduiding ‘OPA’ door het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in het register als bedoeld in artikel G 1, eerste lid, van de Kieswet ingeschreven. Ouderen Politiek Actief heeft in de gemeente Alkmaar eerder niet deelgenomen aan de verkiezingen. Deze omstandigheden in aanmerking genomen zal bij de lokale kiezer in de nieuwe gemeente Alkmaar niet snel de indruk ontstaan dat Onafhankelijke Partij Alkmaar een afdeling van de politieke groepering Ouderen Politiek Actief is, dan wel een partij op lokaal niveau die binding heeft met het gedachtegoed van Ouderen Politiek Actief. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat het woord ‘Onafhankelijke’ en de plaatsnaam ‘Alkmaar’ in de aanduiding ‘Onafhankelijke Partij Alkmaar (OPA)’ erop duiden dat het een partij met een lokaal karakter betreft, die geen binding heeft met landelijk opererende partijen die zich specifiek richten op ouderen, zoals Ouderen Politiek Actief. Gelet hierop heeft het centraal stembureau de aanduiding ‘Onafhankelijke Partij Alkmaar (OPA)’ terecht niet als anderszins misleidend aangemerkt.

2.3. Reeds omdat het centraal stembureau geen besluit, inhoudende dat de doorwerking van de door het centraal stembureau voor de verkiezing van de Tweede Kamer in het register als bedoeld in artikel G 1, eerste lid, van de Kieswet geregistreerde aanduiding niet plaatsvindt, heeft genomen en de termijn daarvoor is verstreken, komt de Afdeling aan het betoog ter zake niet toe.

2.4. Het betoog faalt.

3. Het beroep is ongegrond.

4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, voorzitter, en mr. B.P. Vermeulen en mr. D.J.C. van den Broek, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Poot, griffier.

w.g. Bijloos w.g. Poot
voorzitter griffier

Uitgesproken in het openbaar op 24 september 2014

362-705.