Uitspraak 201403079/1/R4


Volledige tekst

201403079/1/R4.
Datum uitspraak: 3 december 2014

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Tussenuitspraak met toepassing van artikel 8:51d van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) in het geding tussen:

1. de vereniging Vereniging van Eigenaren Koningin Wilhelminalaan 71 t/m 107 oneven te Gorinchem, gevestigd te Gorinchem,
2. [appellant sub 2], wonend te [woonplaats],

en

de raad van de gemeente Gorinchem,
verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 13 februari 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Haarwijk-Noord" gewijzigd vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben de VvE en [appellant sub 2] beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 29 oktober 2014, waar de VvE, vertegenwoordigd door mr. A. Barada, [appellant sub 2], bijgestaan door mr. J.M. Smits, en de raad, vertegenwoordigd door R.H. Osenga en V. Buil, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

Overwegingen

1. Het plan voorziet in een actueel juridisch-planologisch kader voor de wijk Haarwijk-Noord in Gorinchem. Het plan is hoofdzakelijk conserverend van aard.

2. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.

3. De VvE en [appellant sub 2] kunnen zich niet verenigen met het plan voor zover hierin binnen de bestemming "Gemengd - 1" wordt voorzien in (een uitbreiding van) een supermarkt op het perceel Koningin Wilhelminalaan 73 te Gorinchem. Volgens hen bevat het plan ten onrechte geen voorwaarden, met name ten aanzien van geluidhinder, om een goed woon- en leefklimaat van omwonenden te waarborgen. De regels in het Activiteitenbesluit milieubeheer achten de VvE en [appellant sub 2] onvoldoende.

3.1. De raad stelt dat voor de vestiging van de desbetreffende supermarkt een vrijstelling op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud) en een bouwvergunning is verleend. Voorts wordt volgens de raad voldaan aan de aanbevolen richtafstand in de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten uitgegeven brochure "Bedrijven en milieuzonering" (hierna: de VNG-brochure). De raad wijst op de in het Activiteitenbesluit milieubeheer opgenomen voorschriften die bescherming bieden tegen geluidhinder als gevolg van de supermarkt.

3.2. Het perceel Koningin Wilhelminalaan 73 heeft de bestemming "Gemengd - 1".

Ingevolge artikel 5, lid 5.1, aanhef en onder a, van de planregels zijn de voor "Gemengd - 1" aangewezen gronden bestemd voor detailhandel, uitsluitend op de eerste bouwlaag.

3.3. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat vanaf 1996 een supermarkt op de begane grond van de Koningin Wilhelminalaan 73 is gevestigd op grond van een vrijstelling op basis van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud) en een bouwvergunning. In 2013 is deze supermarkt op de begane grond uitgebreid zonder de hiervoor vereiste omgevingsvergunning. Op grond van het onderhavige plan, in tegensteling tot het vorige bestemmingsplan, kan een omgevingsvergunning voor de uitbreiding worden verleend.

3.4. De raad heeft met betrekking tot de aanvaardbaarheid van de supermarkt ter plaatse de VNG-brochure toegepast. De Afdeling overweegt dat in de VNG-brochure richtafstanden worden gegeven ten opzichte van een milieugevoelige bestemming om hinder van milieufactoren, waaronder geluid, uit te sluiten of althans tot een aanvaardbaar niveau te beperken. De VNG-brochure kan worden gebruikt bij de beoordeling van nieuwe situaties. Als uitgangspunt geldt dat de aangegeven indicatieve afstanden gemotiveerd kunnen worden toegepast.

Zoals de voorzitter heeft overwogen in de uitspraak van 26 juni 2014 in zaak nr. 201403079/1/R4 heeft de raad het gebied waarbinnen de supermarkt is gelegen terecht aangemerkt als gemengd gebied. Een supermarkt valt volgens de VNG-brochure in milieucategorie 1, waarvoor een richtafstand van 0 m wordt aanbevolen in gemengd gebied. Aan de in de VNG-brochure genoemde richtafstand wordt dan ook voldaan. De Afdeling ziet thans geen aanleiding tot een ander oordeel te komen dan de voorzitter op dit punt.

3.5. Naar aanleiding van een verzoek om handhaving van de VvE en [appellant sub 2] zijn recentelijk, derhalve na de vaststelling van het plan, geluidmetingen verricht. Zij hebben er ter zitting op gewezen dat de conclusie hiervan luidde dat, als gevolg van de activiteiten van de supermarkt op het perceel Koningin Wilhelminalaan 73, de geluidnormen zoals opgenomen in het Activiteitenbesluit ter plaatse van de hierboven gelegen woningen worden overschreden. Naar het oordeel van de Afdeling is dan ook niet uitgesloten dat geluidoverlast als gevolg van de in het plan mogelijk gemaakte (uitbreiding van de) supermarkt kan optreden.

Evenwel blijkt uit de stukken en het verhandelde ter zitting dat de raad in het kader van de vaststelling van het plan geen onderzoek heeft laten uitvoeren naar de gevolgen van de in het plan toegestane supermarkt voor de akoestische situatie ter plaatse van de nabij gelegen woningen. Met het standpunt van de raad dat voor de vestiging van de supermarkt reeds een vrijstelling en een bouwvergunning is verleend, gaat hij voorbij aan het gegeven dat het aan de orde zijn van een bestaande situatie niet betekent dat in het geheel geen betekenis toekomt aan de gevolgen van de supermarkt voor de omgeving. Het laten voortbestaan van een bestaande situatie kan onder omstandigheden in strijd zijn met een goede ruimtelijke ordening, indien blijkt dat de nadelige gevolgen hiervan zo groot zijn dat deze in redelijkheid niet langer aanvaardbaar kunnen worden geacht.

De raad heeft naar het oordeel van de Afdeling niet kunnen volstaan met de enkele verwijzing naar de VNG-brochure en het Activiteitenbesluit en had ten tijde van de vaststelling van het plan aanleiding moeten zien onderzoek te doen naar de akoestische gevolgen van het als zodanig bestemmen van (een uitbreiding van) de supermarkt. De raad heeft niet inzichtelijk gemaakt dat als gevolg van het plan een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse van de woningen nabij de supermarkt kan worden gewaarborgd. Dit klemt te meer gezien de bij de raad bekende klachten ten aanzien van geluidhinder als gevolg van de bedrijfsactiviteiten van de supermarkt op het perceel Koningin Wilhelminalaan 73.

De Afdeling ziet dan ook aanleiding voor het oordeel dat het plan in zoverre niet met de ingevolge artikel 3:2 van de Awb vereiste zorgvuldigheid is voorbereid en niet berust op een ingevolge artikel 3:46 van de Awb vereiste deugdelijke motivering.

De betogen slagen.

4. Met het oog op een spoedige beslechting van het geschil zal de Afdeling de raad opdragen om binnen 26 weken na verzending van de uitspraak met inachtneming van rechtsoverweging 3.5 inzichtelijk te maken dat als gevolg van de in het plan mogelijk gemaakte (uitbreiding van de) supermarkt op het perceel Koningin Wilhelminalaan 73 een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse van de nabij gelegen woningen kan worden gewaarborgd, dan wel om een andere planregeling vast te stellen.

De raad dient de Afdeling de uitkomst van voormelde opdracht mede te delen en een eventueel gewijzigd of nieuw besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en mede te delen. Afdeling 3.4 van de Awb behoeft bij de voorbereiding van een gewijzigd of nieuw besluit niet opnieuw te worden toegepast.

Proceskosten

5. In de einduitspraak zal worden beslist over de proceskosten en vergoeding van het betaalde griffierecht.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

draagt de raad van de gemeente Gorinchem op om binnen

26 weken na de verzending van deze tussenuitspraak:

- met inachtneming van rechtsoverwegingen 3.5 en 4 het daar omschreven gebrek te herstellen; en

- de Afdeling de uitkomst mede te delen en een eventueel gewijzigd of nieuw besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en mede te delen.

Aldus vastgesteld door mr. N.S.J. Koeman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A. Verhoeven, griffier.

w.g. Koeman w.g. Verhoeven
lid van de enkelvoudige kamer griffier

Uitgesproken in het openbaar op 3 december 2014

690.