Uitspraak 201200810/2/A2


Volledige tekst

201200810/2/A2.
Datum beslissing: 17 augustus 2012

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Beslissing op het verzoek van:

de vereniging Vereniging Stop Awacs Overlast en anderen, gevestigd te Brunssum,
verzoekers,

om toepassing van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb).

1. Procesverloop

Tijdens de zitting op 2 augustus 2012 hebben de vereniging Vereniging Stop Awacs Overlast en anderen (hierna: verzoekers) verzocht om wraking van mr. T.G. Drupsteen (hierna: staatsraad Drupsteen) bij de behandeling van de zaak nr. 201200810/1/A2. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 augustus 2012, hebben verzoekers het verzoek toegelicht.

Staatsraad Drupsteen heeft niet in de wraking berust.

De Afdeling heeft op 14 augustus 2012 het wrakingsverzoek ter zitting aan de orde gesteld. Staatsraad Drupsteen en verzoekers hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord.

2. Overwegingen

2.1. Op verzoek van een partij kan ingevolge artikel 8:15 van de Awb elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

Ingevolge artikel 46, eerste lid, van de Wet op de Raad van State is dit artikel van overeenkomstige toepassing indien bij de Afdeling beroep wordt ingesteld.

2.2. Het verzoek om wraking, zoals toegelicht bij brief van 11 augustus 2012, berust hierop dat staatsraad Drupsteen als voorzitter van de meervoudige kamer de zitting heeft doen aanvangen, terwijl in de zaak een klacht annex wrakingsverzoek nog niet was afgehandeld. Daarmee heeft hij in deze zaak de reeds bij hen bestaande bedenkingen inzake zijn vooringenomenheid bevestigd, aldus verzoekers.

2.3. De ratio van het instituut van wraking is gelegen in het waken tegen inbreuken op de rechterlijke partijdigheid en tegen de schijn van partijdigheid. Een wrakingsgrond dient te zijn gelegen in feiten of omstandigheden die betrekking hebben op de persoon van de staatsraad die de zaak behandelt. Daarbij geldt dat de desbetreffende staatsraad uit hoofde van zijn aanstelling wordt verondersteld onpartijdig te zijn en dat degene die om wraking verzoekt aannemelijk moet maken dat er bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op deze veronderstelling rechtvaardigen.

2.4. Bij brief van 6 juni 2012 hebben verzoekers een klacht annex wrakingsverzoek ingediend in verband met de in de fase van het vooronderzoek van het beroep aan partijen gestelde vraag of zij bereid waren de in artikel 8:57 van de Awb bedoelde toestemming te geven om van behandeling van het beroep ter zitting af te zien. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de klacht in zijn brief van 10 juli 2012 afgehandeld. Het wrakingsverzoek was gericht tegen de staatsraad die in de fase van het vooronderzoek bij de zaak was betrokken. Staatsraad Drupsteen noch een van de andere leden van de inmiddels ingestelde zittingskamer was in de fase van het vooronderzoek bij de zaak betrokken. Het gestelde met betrekking tot de klacht annex wrakingsverzoek van 6 juni 2012 geeft reeds daarom geen aanknopingspunt voor objectief gerechtvaardigde vrees dat staatsraad Drupsteen het beroep van verzoekers niet met de vereiste onpartijdigheid zal beoordelen. Ook overigens hebben verzoekers niet aannemelijk gemaakt dat er bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de veronderstelling dat de staatsraad uit hoofde van zijn aanstelling onpartijdig is rechtvaardigen.

2.5. Het wrakingsverzoek van 2 augustus 2012 dient te worden afgewezen.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. J.H. van Kreveld, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. J. Kramer, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, ambtenaar van staat.

w.g. Van Kreveld w.g. Hanrath
voorzitter ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 17 augustus 2012

392.