Uitspraak 201106528/2/A3


Volledige tekst

201106528/2/A3.
Datum beslissing: 22 maart 2012

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Beslissing op het verzoek van:

[verzoeker], wonend te Eckartsberga (Duitsland),

om toepassing van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb).

1. Procesverloop

Tijdens de zitting op 29 februari 2012 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. P.A. Offers (hierna: de staatsraad) als lid van de enkelvoudige kamer van de Afdeling belast met de behandeling van het hoger beroep in zaak nr. 201106528/1.

Bij brieven van 1 en 19 maart 2012 heeft [verzoeker] het verzoek aangevuld.

De staatsraad heeft niet in de wraking berust.

De Afdeling heeft het verzoek op 20 maart 2012 ter zitting behandeld, waar [verzoeker] niet is verschenen. De staatsraad heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord.

2. Overwegingen

2.1. Ingevolge artikel 8:15 van de Awb kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

Ingevolge artikel 49, eerste lid, van de Wet op de Raad van State is dit artikel van overeenkomstige toepassing indien bij de Afdeling hoger beroep wordt ingesteld.

2.2. Aan het verzoek om wraking heeft [verzoeker] ten grondslag gelegd dat de staatsraad door de wijze waarop hij leiding heeft gegeven aan de zitting en door zijn uitlatingen ter zitting de schijn van partijdigheid heeft gewekt.

2.3. Als maatstaf geldt dat de staatsraad uit hoofde van zijn aanstelling wordt verondersteld onpartijdig te zijn en dat het aan [verzoeker] is om aannemelijk te maken dat zich bijzondere omstandigheden voordoen die een uitzondering op deze veronderstelling rechtvaardigen. Hetgeen [verzoeker] heeft aangevoerd levert geen feiten of omstandigheden op die het oordeel rechtvaardigen dat daardoor de rechterlijke onpartijdigheid in zaak nr. 201106528/1 zou kunnen zijn geschaad.

2.4. Het verzoek dient te worden afgewezen.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, voorzitter, en mr. H. Troostwijk en mr. A.W.M. Bijloos, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.P.J.M. van Grinsven, ambtenaar van staat.

w.g. Parkins-de Vin w.g. Van Grinsven
voorzitter ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 22 maart 2012

462.