Uitspraak 201010551/5/R3
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2011:1069
- Datum uitspraak
- 28 oktober 2011
- Inhoudsindicatie
- Bij brief van 16 september 2011, ingekomen bij de Raad van State op 19 september 2011, heeft [verzoeker] in zaaknr. 201010551/1/R1 verzocht om wraking van de Afdeling bestuursrechtspraak.
- Wraking
- RO - Overijssel
201010551/5/R3.
Datum beslissing: 28 oktober 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek van:
[verzoeker], wonend te Enschede,
om wraking (artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) van de Afdeling bestuursrechtspraak.
1. Procesverloop
Bij brief van 16 september 2011, ingekomen bij de Raad van State op 19 september 2011, heeft [verzoeker] in zaaknr. 201010551/1/R1 verzocht om wraking van de Afdeling bestuursrechtspraak.
De Afdeling heeft [verzoeker], bijgestaan door mr. P.J. de Bruin, advocaat te Rotterdam, ter openbare zitting op 26 oktober 2011 omtrent zijn verzoek gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 8:15 van de Awb kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2. Ingevolge artikel 2, derde lid, van de Wrakingsregeling Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State wordt een verzoek om wraking niet in behandeling genomen voor zover dit een of meer niet met de behandeling van de zaak belaste leden, dan wel de Afdeling bestuursrechtspraak als zodanig betreft.
2.3. Blijkens het verzoek en zijn toelichting ter zitting vertrouwt [verzoeker] er niet op dat de Afdeling in de thans aan de orde zijnde zaak onpartijdig en onbevooroordeeld uitspraak zal doen.
2.4. De ratio van het wrakingsmiddel is blijkens de wetsgeschiedenis gelegen in het waken tegen inbreuken op de rechterlijke onpartijdigheid en tegen de schijn van rechterlijke partijdigheid. Een wrakingsgrond dient dan ook gelegen te zijn in feiten of omstandigheden die betrekking hebben op de persoon van de staatsraad die de zaak behandelt. De bezwaren van [verzoeker] hebben geen betrekking op de persoon van staatsraad mr. Th.C. van Sloten, die de zaak behandelt waarin het verzoek om wraking is gedaan. Het verzoek is, naar ter zitting is bevestigd, uitdrukkelijk gericht tegen alle leden van de Afdeling. Het verzoek kan hierom niet in behandeling worden genomen.
2.5. De Afdeling ziet aanleiding te bepalen dat in de zaak 201010551/1/R1 een volgend verzoek van gelijke strekking om wraking van staatsraden niet in behandeling zal worden genomen.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
laat het verzoek buiten behandeling.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, voorzitter, en mr. R. van der Spoel en mr. C.J. Borman, leden, in tegenwoordigheid van mr. W.P. van Kooten-Vroegindeweij, ambtenaar van staat.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Van Kooten-Vroegindeweij
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 28 oktober 2011