Uitspraak 201710008/1/A2


Volledige tekst

201710008/1/A2.
Datum uitspraak: 10 januari 2018

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

Hart voor Haarlem, gevestigd te Haarlem,
appellante,

en

het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Haarlem,
verweerder.

Openbare zitting gehouden op 10 januari 2018 om 12:15 uur.

Tegenwoordig:
Staatsraad mr. C.J. Borman voorzitter
Staatsraad mr. A.W.M. Bijloos lid
Staatsraad mr. J.A. Hagen lid

griffier: mr. M. Rijsdijk

Verschenen:
Hart voor Haarlem, vertegenwoordigd door haar secretaris;
Het centraal stembureau, vertegenwoordigd door mr. L.P. Kossen;
De Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. R.N.A. Al.

Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau van 11 december 2017, waarbij het verzoek van de politieke groepering Hart voor Haarlem om de aanduiding ‘Hart voor Haarlem’ in te schrijven in het register ten behoeve van de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Haarlem, is afgewezen.

Hangende beroep bij de Afdeling heeft het centraal stembureau bij besluit van 22 december 2017 beslist de aanduiding alsnog in te schrijven in het daarvoor bestemde register.

De Afdeling

I. verklaart het beroep niet-ontvankelijk;

II. gelast dat het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Haarlem aan de vereniging Hart voor Haarlem het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 333,00 (zegge: driehonderddrieëndertig euro) voor de behandeling van het beroep vergoedt.

Gronden:

- Hart voor Haarlem wenst met het beroep te bereiken dat de aanduiding ‘Hart voor Haarlem’ wordt ingeschreven in het register voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Haarlem. Nu die aanduiding bij besluit van 22 december 2017 alsnog is geregistreerd, heeft Hart voor Haarlem geen reëel en actueel belang meer.

- Nu het bestuursorgaan geheel aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, bestaat aanleiding om het centraal stembureau te gelasten het betaalde griffierecht volledig te vergoeden.

w.g. Borman w.g. Rijsdijk
voorzitter griffier

705.