Uitspraak 200907027/4/H1


Volledige tekst

200907027/4/H1.
Datum uitspraak: 16 maart 2010

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge beslissing met overeenkomstige toepassing van artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op een verzoek van:

[verzoeker], wonend te [woonplaats],

om toepassing van artikel 8:15 van de Awb.

Op 16 maart 2010, voorafgaande aan de openbare behandeling van zaak nr. 200907027/3/H1 betreffende het verzet van [verzoeker] en [naam] tegen de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 9 november 2009 in zaak nr. 200907027/2 ter zitting van diezelfde dag, heeft verzoeker (hierna: [verzoeker] ) verzocht om wraking van staatsraad mr. W. Konijnenbelt (hierna: staatsraad Konijnenbelt), lid van de Enkelvoudige Kamer belast met de behandeling van voormelde zaak.

Staatsraad Konijnenbelt heeft niet in de wraking berust.

De Afdeling heeft het verzoek op 16 maart 2010 ter zitting aan de orde gesteld, waar [verzoeker] is verschenen. Staatsraad Konijnenbelt heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord.

Bij mondelinge beslissing van 16 maart 2010 heeft de Afdeling het verzoek om toepassing van artikel 8:15 van de Awb afgewezen.

Daartoe heeft zij als volgt overwogen.

Ingevolge artikel 8:15 van de Awb kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

Ingevolge artikel 8:16, eerste lid, dient het verzoek te worden gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan verzoeker bekend zijn geworden.

Ingevolge artikel 39 van de Wet op de Raad van State zijn deze artikelen van overeenkomstige toepassing indien bij de Afdeling hoger beroep wordt ingesteld.

Het verzoek om wraking berust, samengevat weergegeven, op het betoog dat staatsraad Konijnenbelt niet onafhankelijk kan oordelen op het verzet, omdat hij op 18 december 2000 in zaak nr. 200005436/1, waarbij [verzoeker] als gemachtigde was betrokken, een onjuiste uitspraak heeft gedaan.

De samenstelling van de zittingskamer, die een zaak behandelt, wordt twee weken voor aanvang van de zitting op de website van de Raad van State gepubliceerd. [verzoeker] heeft ter zitting blijk gegeven van deze handelwijze op de hoogte te zijn. Gelet hierop kon [verzoeker] ruimschoots voor aanvang van de zitting weten dat staatsraad Konijnenbelt de zaak zou behandelen. Het door [verzoeker] gestelde en aan zijn verzoek om wraking ten grondslag gelegde feit, was hem ten tijde van de publicatie op de website van de Raad van State dat staatsraad Konijnenbelt de zaak zou behandelen reeds lang bekend. Dit betekent dat [verzoeker] door het verzoek om wraking eerst op 16 maart 2010, tussen 12.15 uur en 12.30 uur, kort voor aanvang van de behandeling van de zaak ter zitting, in te dienen niet heeft voldaan aan artikel 8:16, eerste lid, van de Awb.

Aldus uitgesproken in het openbaar door mr. Th.C. van Sloten, voorzitter, en mr. R. van der Spoel en mr. A.B.M. Hent, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, ambtenaar van Staat.

w.g. Van Sloten w.g. Hanrath
voorzitter ambtenaar van Staat

392.