Uitspraak 201002783/1/M1


Volledige tekst

201002783/1/M1.
Datum uitspraak: 20 oktober 2010

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

de vereniging Vereniging van Eigenaars Zuidersingel 138-184 (hierna: VVE Zuidersingel), gevestigd te Barendrecht,
appellante,

en

het college van burgemeester en wethouders van Barendrecht,
verweerder.

1. Procesverloop

Bij besluit van 9 februari 2010 heeft het college - voor zover hier van belang - locatie nr. 37 aan de Zuidersingel tegenover de woningen met huisnummers 138 tot en met 184 (even) in de woonwijk Meerwede, aangewezen voor een milieupark, bestaande uit drie ondergrondse afvalcontainers voor respectievelijk wit glas, bont glas en papier.

Tegen dit besluit heeft VVE Zuidersingel bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 22 maart 2010, beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

VVE Zuidersingel heeft nadere stukken ingediend.

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 september 2010, waar VVE Zuidersingel, vertegenwoordigd door [gemachtigden], en het college, vertegenwoordigd door mr. M.E. Verheijen en mr. E. Lems, beiden advocaat te Barendrecht, en A. Goedhart, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

2. Overwegingen

2.1. In de gemeente Barendrecht is de Afvalstoffenverordening 2008 van toepassing. Ingevolge het daarin opgenomen artikel 9, tweede lid, kan het college aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

2.2. Bij besluit van 9 februari 2010 heeft het college locatie nr. 37 aan de Zuidersingel in de groenstrook en deels op het trottoir tegenover het complex Crescent IV met huisnummers 138 tot en met 184 (even) in de woonwijk Meerwede, aangewezen voor een milieupark, bestaande uit drie ondergrondse afvalcontainers voor respectievelijk wit glas, bont glas en papier. Deze containers hebben bovengronds een hoogte van 1,03 meter, een lengte van 0,72 meter en een breedte van 0,70 meter.

2.3. Ter zitting heeft VVE Zuidersingel de beroepsgrond betreffende de bevoegdheid van het college tot het vaststellen van een locatie voor een milieupark ingetrokken.

2.4. VVE Zuidersingel betoogt dat het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers in het milieupark locatie nr. 37 in strijd is met het geldende bestemmingsplan. Het college had rekening moeten houden met de gebruiksmogelijkheden die het bestemmingsplan aan gronden geeft. Omdat het college in het besluit van 9 februari 2010 de bestemming van de gronden niet heeft betrokken, is dit besluit onvoldoende zorgvuldig voorbereid, aldus VVE Zuidersingel.

2.4.1. Het college stelt zich op het standpunt dat voor het plaatsen van de containers geen bouwvergunning nodig is omdat de hoogte van de containers minder is dan 2 meter en daarom de regels van het bestemmingsplan buiten toepassing blijven.

2.4.2. De Afdeling overweegt dat noch titel 10.4 van de Wet milieubeheer noch de Afvalstoffenverordening 2008 ruimte bieden om bij het nemen van een besluit als het onderhavige te toetsen aan het bestemmingsplan. Deze beroepsgrond faalt reeds hierom.

2.5. VVE Zuidersingel betoogt dat locatie nr. 37. niet voldoet aan enkele door het college voor ondergrondse afvalcontainers vastgestelde 'criteria locatieonderzoek ondergrondse containers' waarbij het college voor het bepalen van de locaties van milieuparken heeft besloten zo veel mogelijk aan te sluiten bij de criteria die door het college worden gehanteerd voor de plaatsing van ondergrondse containers, met uitzondering van de criteria van het aantal aansluitingen en van de maximum loopafstand. In aanvulling op de voor de plaatsing van ondergrondse containers geldende criteria worden door het college als criteria gehanteerd dat het milieupark goed bereikbaar moet zijn voor (een groot deel van) een wijk door het zoveel mogelijk plaatsen van de milieuparken langs wegen die een wijk ontsluiten en dat bij het vergelijken van de voorgenomen locatie met alternatieve locaties deze nieuwe locaties niet mogen leiden tot een verplaatsing van het probleem en significant beter moeten voldoen aan de selectiecriteria. VVE Zuidersingel betoogt in dit verband in de eerste plaats dat locatie nr. 37 niet voldoet aan het criterium goede bereikbaarheid.

2.5.1. Het college stelt zich op het standpunt dat het aanbieden van oud papier en glas bij een milieupark doorgaans geschiedt per auto en nauwelijks te voet en dat daarom het milieupark is gesitueerd aan een ontsluitingsweg van een woonwijk. Het milieupark locatie nr. 37 voldoet in zoverre aan het criterium goede bereikbaarheid, omdat iedereen die de wijk verlaat langs dit milieupark komt.

2.5.2. Het onderhavige milieupark is bedoeld voor het zuidwestelijke gedeelte van de woonwijk Meerwede. Omdat er geen andere weg is om dit deel van de woonwijk Meerwede te verlaten en de Afdeling het met het college aannemelijk acht dat het aan te bieden afval doorgaans per auto zal plaatsvinden, heeft het college zich naar het oordeel van de Afdeling in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de locatie aan de Zuidersingel voldoet aan het criterium goede bereikbaarheid en daarom als locatie voor een milieupark geschikt is. Deze beroepsgrond faalt.

2.6. VVE Zuidersingel betoogt dat niet wordt voldaan aan het criterium dat het milieupark geen onveilige verkeerssituatie mag opleveren. Zij stelt dat de drukke Zuidersingel, die net breed genoeg is voor twee personenwagens om elkaar te passeren, tijdens de lediging van de containers met een inzamelvoertuig, dat gebruik maakt van uitschuifbare stempels waardoor dit voertuig meer dan drie meter breed wordt, voor het verkeer geblokkeerd zal zijn. De afwezigheid van een fietspad ter plaatse verergert de situatie, aldus VVE Zuidersingel. VVE Zuidersingel wijst er tevens op dat er een drukke straat moet worden overgestoken om het milieupark te bereiken, hetgeen in strijd is met het voor ondergrondse containers geldende criterium dat een container bereikbaar moet zijn zonder dat een drukke straat moet worden overgestoken. Bovendien is volgens VVE Zuidersingel onvoldoende rekening gehouden met de slechts op 15 meter afstand van locatie nr. 37 gelegen gecompliceerde kruising van twee wegen, twee fietspaden en twee trambanen. VVE Zuidersingel heeft er ter zitting op gewezen dat verkeerskundigen haar hebben medegedeeld dat ook zij de verkeerssituatie onveilig achten.

2.6.1. Het college stelt zich op het standpunt dat locatie nr. 37 aan de Zuidersingel door de afdeling Verkeer van de gemeente Barendrecht als verkeersveilig is beoordeeld. Gelet op de gangbare breedte van een erftoegangsweg, waaraan de Zuidersingel voldoet en de aanwezigheid van parkeerruimte tegenover het milieupark, zal het verkeer op de Zuidersingel volgens het college niet vastlopen als gevolg van het aanbieden van glas en/of papier door automobilisten of tijdens het ledigen van de containers door het inzamelvoertuig. Voor de veiligheid van fietsers behoeft niet te worden gevreesd omdat de Zuidersingel een 30-kilometerzone is, aldus het college. Een opstelstrook naast het milieupark is volgens het college dan ook niet nodig.

2.6.2. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de Zuidersingel als enige ontsluitingsweg voor de woonwijk uitsluitend door bestemmingsverkeer wordt gebruikt. In de woonwijk zijn geen winkels of andere voorzieningen aanwezig. Het is daarom aannemelijk dat alleen bewoners van de woonwijk gebruik zullen maken van dit milieupark. De woonwijk omvat 557 woningen. Niet in geschil is dat de Zuidersingel is gelegen in een 30-kilometerzone en twee rijrichtingen heeft.

Gelet hierop, in aanmerking genomen dat tegenover het milieupark parkeerruimte aanwezig is en gezien de afstand voor de locatie tot de door VVE Zuidersingel bedoelde kruising, valt niet te verwachten dat de Zuidersingel als gevolg van het aanbieden van glas en/of papier door automobilisten of tijdens het ledigen van de containers door het inzamelvoertuig op een vanuit verkeersveiligheid onaanvaardbare wijze zal worden geblokkeerd. Ter zitting is van de zijde van het college onweersproken gesteld dat de uitschuifbare stempels van het inzamelvoertuig zich tijdens het lossen van de containers aan de zijde van het milieupark en niet aan de zijde van de rijbaan bevinden. De Afdeling acht niet aannemelijk dat de aldus weergegeven verkeerssituatie voor fietsers een gevaarlijke situatie oplevert. Nu VVE Zuidersingel geen stukken heeft overlegd waarin de gestelde door hen bij verkeerskundigen ingewonnen informatie is vervat overweegt de Afdeling dat aan die informatie geen beslissende betekenis kan toekomen. In hetgeen VVE Zuidersingel heeft aangevoerd heeft de afdeling dan ook geen grond gevonden voor het oordeel dat het college zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de aangewezen locatie vanuit een oogpunt van verkeersveiligheid geschikt is. Deze beroepsgrond faalt.

2.7. VVE Zuidersingel stelt dat de containers van het milieupark een verstoring van de aanwezige bovengrondse structuur en het straatbeeld vormen. De smalle groenstrook aan de singel met daarin een aantal jonge bomen wordt door de komst van het milieupark aangetast. Dit klemt te meer nu de groenstrook aan de overkant van de Zuidersingel is vervangen door parkeerplaatsen. Volgens VVE Zuidersingel wordt het voor ondergrondse containers gehanteerde criterium dat de hoofdgroenstructuur onaangetast dient te blijven geschonden.

2.7.1. Het college heeft erop gewezen dat in sommige gevallen concessies moeten worden gedaan om in niet optimale situaties tot aanwijzing van een locatie te komen en dat het in de woonwijk Meerwede niet mogelijk is gebleken om een andere geschikte locatie te vinden, die geen aantasting van het aanwezige groen met zich meebrengt. Gelet op de omstandigheid dat in de gemeente Barendrecht reeds vele ondergrondse containers zijn geplaatst en in aanmerking genomen de geringe hoogte en afmeting van het bovengrondse gedeelte van de containers, zullen de containers niet "uit de toon vallen", aldus het college. Het college heeft zich naar het oordeel van de Afdeling met bovenvermelde motivering die in essentie niet wordt aangetast door hetgeen VVE Zuidsingel heeft gesteld in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat plaatsing van de containers geen onaanvaardbare aantasting van openbaar groen dan wel het straatbeeld of de bovengrondse structuur oplevert. Deze beroepsgrond faalt.

2.8. VVE Zuidersingel stelt dat het woongenot van haar leden wordt aangetast vanwege de geringe afstand van 10 meter van het milieupark tot de gemeenschappelijke tuin en terrassen aan de voorzijde van het complex Crescent IV. Omdat het milieupark voor 557 woningen bestemd is, verwacht VVE Zuidersingel veel geluidoverlast van stoppende en wegrijdende personenauto's in verband met het aanbieden van papier en/of glas, van het inzamelvoertuig en van glasgerinkel.

2.8.1. Het college stelt dat geen onaanvaardbare geluidhinder zal ontstaan. Het wijst daarbij op de aanwezigheid van de weg en trottoir tussen de woningen en de containers, de uitrusting van de containers en de beperkte frequentie van lediging daarvan.

2.8.2. VVE Zuidersingel heeft naar het oordeel van de Afdeling onaanvaardbare geluidhinder en daardoor aantasting van het woongenot, als gevolg van het gebruik van de containers niet aannemelijk gemaakt. Daarbij heeft de Afdeling in aanmerking genomen dat het gaat om auto's die toch al zouden passeren, dat de klep en de (overige) bewegende delen van de containerzuilen met rubbers zijn uitgerust, de ruimte waarin het glas en papier terecht komen ondergronds is gelegen en het ledigen en terugplaatsen van de containers door inzamelwagen doorgaans eenmaal per week plaatsvindt. Onder genoemde omstandigheden heeft het college zich naar het oordeel van de Afdeling in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat mogelijke geluidhinder binnen aanvaardbare grenzen zal blijven. Deze beroepsgrond faalt.

2.9. VVE Zuidersingel vreest voor het ontstaan van zwerfafval.

Deze beroepsgrond betreft handhaving en raakt niet de rechtmatigheid van het besluit tot plaatsing. Deze beroepsgrond faalt.

2.10. VVE Zuidersingel stelt dat de waarde van de woningen van haar leden daalt als gevolg van de plaatsing van de ondergrondse afvalcontainers.

Nu VVE Zuidersingel de waardedaling van de woningen van haar leden niet aannemelijk heeft gemaakt, faalt dit betoog.

2.11. VVE Zuidersingel betoogt dat zij de noodzaak van een nieuw milieupark niet inziet, omdat er op dit moment geen grote problemen zijn met betrekking tot de afvoer van papier en glas van de bewoners van deze woonwijk naar de bestaande milieuparken, met name het reeds bestaande milieupark verderop aan de Zuidersingel. Bovendien zijn er volgens VVE Zuidersingel meer geschikte, alternatieve locaties aanwezig aan de Reling en naast de zijgevel van het pand Crescent IV aan het Drontermeer bij een reeds bestaande afvalcontainer en een ongebruikte container.

2.11.1. Volgens het college is de noodzaak aanwezig voor een extra milieupark voor dit deel van de woonwijk Meerwede. Het thans reeds bestaande milieupark nr. 6 met zeven containers, dat verderop aan de Zuidersingel is gelegen, is door het intensieve gebruik hiervan overbelast. Het is niet mogelijk dit milieupark zodanig uit te breiden dat daar nog 557 extra huishoudens gebruik van kunnen maken zonder dat dit milieupark vaker dan eenmaal per week moet worden geleegd.

De locatie aan de Reling, links naast de loop-/fietsbrug van de Zuidersingel naar de Reling, is volgens het college ongeschikt omdat deze locatie niet voldoet aan het criterium van goede bereikbaarheid. Zo ligt deze locatie niet op de route de woonwijk uit, waardoor automobilisten eerder geneigd zullen zijn door te rijden naar het milieupark locatie nr. 6 aan de Zuidersingel, met overbelasting van dat milieupark tot gevolg. Het college wijst erop dat het voor automobilisten gemakkelijker is om langs het milieupark locatie nr. 6 aan de Zuidersingel te rijden dan om te rijden of te voet de brug over te steken. Bovendien zijn ter plaatse van de locatie aan de Reling ondergronds kabels en leidingen van stadsverwarming, gas, water en elektriciteit aanwezig, die het plaatsen van een milieupark aldaar onmogelijk maken.

De locatie aan het Drontermeer voldoet volgens het college evenmin aan het criterium van goede bereikbaarheid. Het college wijst erop dat automobilisten ook hier eerder zullen doorrijden naar het milieupark locatie nr. 6 aan de Zuidersingel, dan dat zij afslaan naar het Drontermeer om daarna een rondje te moeten rijden om vervolgens de woonwijk Meerwede te kunnen verlaten.

2.11.2. VVE Zuidersingel heeft de argumentatie van het college wat betreft de alternatieve mogelijkheden niet gemotiveerd weerlegd. Naar het oordeel van de Afdeling is dan ook niet aannemelijk geworden dat het college zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen, dat de door VVE Zuidersingel voorgestelde alternatieve locaties minder geschikt zijn. Deze beroepsgrond faalt.

2.12. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat er geen grond is voor het oordeel dat het college bij afweging van alle betrokken belangen niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot aanwijzing van het milieupark locatie nr. 37 aan de Zuidersingel in de groenstrook en deels op het trottoir tegenover het complex Crescent IV in de woonwijk Meerwede, als locatie voor een milieupark, bestaande uit drie ondergrondse afvalcontainers voor de inzameling van respectievelijk wit glas, bont glas en papier.

2.13. Het beroep is ongegrond.

2.14. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C. Sparreboom, ambtenaar van Staat.

w.g. Van Diepenbeek w.g. Sparreboom
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat

Uitgesproken in het openbaar op 20 oktober 2010

159-209.