Uitspraak 200902333/1/M2


Volledige tekst

200902333/1/M2.
Datum uitspraak: 28 oktober 2009

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellant], wonend te [woonplaats],

en

het college van burgemeester en wethouders van Vlagtwedde,
verweerder.

1. Procesverloop

Bij brief van 17 september 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vlagtwedde (hierna: het college) een verzoek van [appellant] om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen met betrekking tot het gebruik van een skybeamer door horecagelegenheid Café Full House aan de Stationsstraat 53 te Ter Apel, afgewezen.

Bij besluit van 6 maart 2009 heeft het college het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 1 april 2009, beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

[appellant] heeft een nader stuk ingediend. Dit stuk is aan de andere partijen toegezonden.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 oktober 2009, waar [appellant], in persoon en bijgestaan door mr. J.M. Smits, en het college, vertegenwoordigd door S. Capelle, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

2. Overwegingen

2.1. [appellant] stelt dat het college zijn brief van 16 oktober 2008 ten onrechte heeft aangemerkt als een bezwaarschrift. Volgens [appellant] had het college deze brief als beroepschrift moet doorzenden aan de Afdeling.

Er is geen aanleiding om ervan uit te gaan dat het college de brief van [appellant] van 16 oktober 2008 ten onrechte heeft aangemerkt als een bezwaarschrift. Deze beroepsgrond faalt.

2.2. Het college stelt zich in zijn besluit van 6 maart 2009 op het standpunt dat het bezwaar van [appellant] niet-ontvankelijk is, omdat hij geen direct belang heeft bij de beslissing op zijn verzoek handhavend op te treden. In dit verband wijst het college er op dat [appellant] in [woonplaats] woont en dat hij alleen in het weekend - als hij in de woning van zijn partner te [woonplaats] verblijft - in de omgeving van Café Full House is.

2.3. [appellant] onderstreept zijn belang door te wijzen op de nadelige gevolgen die hij van de skybeamer bij Café Full House in de uitoefening van zijn activiteiten als amateurastronoom ondervindt. Hij wordt hierin beperkt door de aantasting van het nachtelijk duister.

2.4. Ingevolge artikel 18.14, eerste lid, van de Wet milieubeheer kan een belanghebbende aan een bestuursorgaan dat bevoegd is tot toepassing van bestuursdwang, oplegging van een last onder dwangsom of intrekking van een vergunning of ontheffing, verzoeken een daartoe strekkende beschikking te geven.

Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

In artikel 1:3, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat onder beschikking wordt verstaan: een besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan.

Ingevolge het derde lid van dit artikel wordt onder aanvraag verstaan: een verzoek van een belanghebbende een besluit te nemen.

2.5. [appellant] heeft een sterrenwacht in het tuinhuisje bij de woning van zijn partner. Vaststaat dat de afstand van deze woning tot de skybeamer bij Café Full House circa 12 kilometer bedraagt. Gelet op een dergelijke afstand, in samenhang bezien met andere lichtbronnen in de omgeving van de desbetreffende woning, wordt [appellant] niet geraakt in een belang dat rechtstreeks bij de beslissing op zijn handhavingsverzoek is betrokken als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De Afdeling ziet in het betoog van [appellant] onvoldoende aanknopingspunten voor het oordeel dat een eigen, persoonlijk belang dat hem voldoende van anderen onderscheidt, door de beslissing op zijn handhavingsverzoek wordt geraakt. De omstandigheid dat [appellant] in de tuin van de woning van zijn partner activiteiten als amateurastronoom uitoefent, acht de Afdeling ontoereikend om te kunnen spreken van een bijzonder individueel belang dat hem onderscheidt van anderen die zich in deze omgeving (willen) begeven. De gestelde gevolgen van de skybeamer voor de aantasting van het nachtelijk duister maken dit niet anders.

Uit het voorafgaande volgt dat [appellant] niet als belanghebbende kan worden aangemerkt bij de beslissing op zijn handhavingsverzoek. Het desbetreffende verzoek is dan ook niet aan te merken als een verzoek in de zin van artikel 18.14, eerste lid, van de Wet milieubeheer in samenhang bezien met artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Nu de brief van 17 september 2008 geen beschikking is, kon [appellant] reeds hierom geen ontvankelijk bezwaarschrift indienen.

2.6. Gezien het bovenstaande had het college het bezwaarschrift hoe dan ook niet inhoudelijk kunnen beoordelen. Derhalve is de Afdeling van oordeel dat het bezwaarschrift van [appellant] terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Hetgeen voor het overige in het beroep is aangevoerd behoeft geen bespreking.

2.7. Het beroep is ongegrond.

2.8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. Th.G. Drupsteen, voorzitter, en mr. M.W.L. Simons-Vinckx en mr. W. Sorgdrager, leden, in tegenwoordigheid van mr. W.G. Timmerman, ambtenaar van Staat.

w.g. Drupsteen w.g. Timmerman
voorzitter ambtenaar van Staat

Uitgesproken in het openbaar op 28 oktober 2009

431-584.