Uitspraak 200805501/3


Volledige tekst

200805501/3.
Datum uitspraak: 29 augustus 2008

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge beslissing met overeenkomstige toepassing van artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht op het verzoek van:

[verzoeker], wonend te [woonplaats],

om wraking als bedoeld in artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht.

Gedurende de behandeling ter zitting van de zaak met nummer 200805501/2 op 29 augustus 2008 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. R.J. Hoekstra, de met de behandeling van de zaak belaste waarnemend voorzitter van de Afdeling (hierna: de voorzitter).

De voorzitter heeft niet in de wraking berust.

De Afdeling heeft het wrakingsverzoek ter zitting behandeld op 29 augustus 2008, waar verzoeker in persoon, bijgestaan door [gemachtigde], is gehoord.

De voorzitter heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord.

Bij mondelinge beslissing van 29 augustus 2008 heeft de Afdeling het verzoek om wraking afgewezen. Daartoe heeft zij het volgende overwogen.

Ingevolge artikel 8:15 van de Awb kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

Als eerste grond heeft [verzoeker] aangevoerd dat de voorzitter bekend is met de na vereenvoudigde behandeling gedane uitspraak in - kort gezegd - de milieuzaak met nummer 200804153/2.
De omstandigheid dat de voorzitter bekend is met de uitspraak in een ander geding vormt geen grond voor het oordeel dat diens rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Dat de advocaat-gemachtigde van [partij] bij brief van 26 augustus 2008 te kennen heeft gegeven dat zijns inziens de voorzitter onmiddellijk uitspraak in de hoofdzaak kan doen, maakt dat niet anders.

Als tweede grond heeft [verzoeker] aangevoerd dat hij van de voorzitter geen inzage heeft gekregen in de van de handtekening van het betrokken lid van de enkelvoudige kamer voorziene uitspraak in voormelde milieuzaak.
Ook hierin is geen grond gelegen voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. [verzoeker] heeft overeenkomstig artikel 8:79, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht een afschrift van de desbetreffende uitspraak ontvangen.

Het verzoek om wraking wordt daarom afgewezen.

Aldus uitgesproken in het openbaar door mr. A.W.M. Bijloos, voorzitter, en mr. M.A.A. Mondt-Schouten en mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, leden, in tegenwoordigheid van mr. B.S. Jansen, ambtenaar van Staat.

w.g. Bijloos w.g. Jansen
voorzitter ambtenaar van Staat

Uitgesproken in het openbaar op 29 augustus 2008

399.