Uitspraak 200801673/1


Volledige tekst

200801673/1.
Datum uitspraak: 24 september 2008

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

Vennootschap onder firma Wageningen Vooruit, handelend onder de naam Café Het Gat van Wageningen, gevestigd te Wageningen,
appellante,

tegen de uitspraak in zaak nr. 07/1136 van de rechtbank Arnhem van 29 januari 2008 in het geding tussen:

appellante

en

het college van burgemeester en wethouders van Wageningen.

1. Procesverloop

Bij besluit van 3 mei 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wageningen (hierna: het college) aan de vennootschap onder firma Wageningen Vooruit, handelend onder de naam Café Het Gat van Wageningen (hierna: Het Gat), een gebruiksvergunning verleend voor het in gebruik nemen en houden van het bouwwerk aan de Herenstraat 31 te Wageningen als café/restaurant (hierna: de horecagelegenheid), waarbij, voor zover thans van belang, is bepaald dat op de eerste etage maximaal 25 personen aanwezig mogen zijn en in de kelder maximaal 156 personen, indien de kelder bij uitsluiting wordt gebruikt.

Bij besluit van 5 maart 2007 heeft het college het daartegen door Het Gat gemaakte bezwaar gegrond verklaard, het besluit van 3 mei 2006 herroepen en Het Gat wederom gebruiksvergunning verleend voor het in gebruik nemen en houden van de horecagelegenheid en daarbij, voor zover thans van belang, bepaald dat op de eerste verdieping maximaal 56 personen aanwezig mogen zijn en in de kelder maximaal 69 personen, ook indien en voor zover de ruimten afzonderlijk worden gebruikt.

Bij uitspraak van 29 januari 2008, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Arnhem (hierna: de rechtbank) het daartegen door Het Gat ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 5 maart 2007 vernietigd, voor zover dit ziet op het maximum aantal toe te laten personen in de kelder, bepaald dat het maximum aantal personen in de kelder op 82 wordt gesteld en bepaald dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het besluit van 5 maart 2007. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft Het Gat bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 6 maart 2008, hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Bij besluit van 13 juni 2008 heeft het college het besluit van 5 maart 2007 gewijzigd, in die zin dat de daaraan verbonden voorwaarde dat op de eerste verdieping maximaal 56 personen aanwezig mogen zijn, is gewijzigd in maximaal 41 personen.

Het Gat heeft nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 15 juli 2008, waar Het Gat, vertegenwoordigd door mr. M.I. Houben, advocaat te Amsterdam, en [gemachtigde], en het college, vertegenwoordigd door R.P.W. Oldengarm en mr. J.F. Maat, ambtenaar in dienst van de gemeente, bijgestaan door mr. M.J. Tunnissen, advocaat te Arnhem, zijn verschenen.

2. Overwegingen

2.1. Het geschil in hoger beroep ziet op de aan de gebruiksvergunning verbonden voorwaarde, dat het maximum aantal personen in de kelder 82 mag bedragen.

2.2. Het Gat betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft bepaald dat aan de gebruiksvergunning de voorwaarde is verbonden dat het aantal bezoekers van de kelder maximaal 82 mag bedragen. Daartoe voert zij aan dat de bevoegdheid ontbreekt om in de gebruiksvergunning uit het oogpunt van veilig vluchten prestatienormen te stellen ten aanzien van de capaciteit van de trappen tussen verdiepingen in één rook- en brandcompartiment, omdat dergelijke normen bewust niet in het Bouwbesluit 2003 (hierna: Bouwbesluit) zijn opgenomen. Nu het college bij besluit van 22 augustus 1995 aan Het Gat een bouwvergunning heeft verleend voor de kelder met het oog op een gebruik daarvan door 220 personen, en het college daarmee te kennen heeft gegeven dat de kelder bouwtechnisch geschikt is voor 220 personen, is dit aantal het rechtens verkregen niveau, aldus Het Gat.

2.2.1. Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Woningwet, voor zover thans van belang, worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur uit het oogpunt van veiligheid technische voorschriften gegeven omtrent het bouwen van woningen, woonketen, woonwagens en andere gebouwen.

Ingevolge het tweede lid, voor zover thans van belang, worden bij of krachtens de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur voorts uit het oogpunt van veiligheid voorschriften gegeven omtrent de staat van bestaande woningen, woonketen en woonwagens en van bestaande andere gebouwen.

Ingevolge artikel 8, eerste en tweede lid, voor zover thans van belang, stelt de gemeenteraad een bouwverordening vast die voorschriften bevat omtrent het gebruik van woningen en andere gebouwen, waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot de brandveiligheid.

Ingevolge artikel 6.1.1., eerste lid, aanhef en onder a, van de Bouwverordening Wageningen 1993, herziening 2005 (hierna: de Bouwverordening) is het verboden zonder of in afwijking van een gebruiksvergunning van burgemeester en wethouders een bouwwerk in gebruik te hebben of te houden, waarin meer dan vijftig personen tegelijk aanwezig zullen zijn, anders dan in een één- of meergezinshuis.

Ingevolge het tweede lid kunnen burgemeester en wethouders aan de gebruiksvergunning slechts voorwaarden verbinden in het belang van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand.

Ingevolge het derde lid kunnen burgemeester en wethouders aan de vergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de vergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van de inzichten en/of verandering van de omstandigheden gelegen buiten het bouwwerk, opgetreden na het verlenen van de vergunning.

2.2.2. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 31 januari 2007 in zaak nr. 200602483/1) verschilt het onderwerp van de Bouwverordening, gebaseerd op artikel 8, eerste en tweede lid, van de Woningwet, van dat van het Bouwbesluit, gebaseerd op artikel 2, eerste en tweede lid, van de Woningwet. Een Bouwverordening geeft voorschriften omtrent het gebruik van woningen en andere gebouwen, terwijl het Bouwbesluit technische voorschriften geeft waaraan bij het bouwen ten minste moet zijn voldaan en waaraan een bestaand bouwwerk ten minste moet voldoen.

Zoals de Afdeling voorts eerder heeft overwogen (uitspraak van 11 oktober 2006 in zaak nr. 200508575/1) is volgens de Memorie van Toelichting op de Woningwet (Kamerstukken II 1986-1987, 20 066, nr. 3, blz. 5) bewust voorzien in centralisatie in het Bouwbesluit van de technische voorschriften voor het bouwen van bouwwerken en omtrent bestaande bouwwerken, waar deze voorheen waren gedecentraliseerd. De aanvullende bevoegdheid van gemeenten ten aanzien van bij of krachtens het Bouwbesluit gegeven voorschriften is daarom uitgesloten en de voorschriften van het Bouwbesluit zijn publiekrechtelijk gezien maximale voorschriften, aldus de Memorie van Toelichting.

2.2.3. Bij besluit van 22 augustus 1995 heeft het college aan Het Gat een bouwvergunning verleend voor het verbouwen van de kelder van de horecagelegenheid. Zoals blijkt uit de bij dit besluit behorende bouwtekeningen, zal de kelder gelijktijdig worden gebruikt door maximaal 220 personen. Strijd met het toen geldende Bouwbesluit was er niet.

Vast staat dat de horecagelegenheid één rook- en brandcompartiment omvat als bedoeld in afdeling 2.17 van het Bouwbesluit en dat deze afdeling geen prestatienormen stelt met betrekking tot de capaciteit van trappen tussen verdiepingen in één rook- en brandcompartiment. Zoals het college ter zitting heeft erkend, staat voorts vast dat de horecagelegenheid voldoet aan de nieuwbouweisen uit het Bouwbesluit. Nu de voorschriften van het Bouwbesluit moeten worden uitgelegd als maximale voorschriften en het Bouwbesluit geen aanvullende bevoegdheid voor gemeenten ten aanzien van bij of krachtens het Bouwbesluit gegeven voorschriften omvat, staat het het college in het geval van een bestaand gebouw dat voldoet aan de nieuwbouweisen uit het Bouwbesluit niet vrij om aan een gebruiksvergunning voorwaarden te stellen met betrekking tot het aantal toe te laten personen in verband met de capaciteit van de trappen tussen de verdiepingen in één rook- en brandcompartiment, ook al zijn omtrent die capaciteit in het Bouwbesluit geen expliciete voorschriften gesteld. Deze voorwaarden brengen immers mee dat de trappen aanpassingen behoeven alvorens gebruik kan worden gemaakt van de mogelijkheden die de bij besluit van 22 augustus 1995 verleende bouwvergunning biedt. Nu het Bouwbesluit deze aanpassingen niet vereist, wordt met deze voorwaarden het Bouwbesluit doorkruist, hetgeen niet is toegestaan. De rechtbank heeft dit niet onderkend.

Indien het wenselijk is aan gemeenten wel een aanvullende bevoegdheid ten aanzien van bij of krachtens het Bouwbesluit gegeven voorschriften toe te kennen, is het aan de wetgever om de daarvoor geëigende maatregelen te treffen.

Het betoog slaagt.

2.3. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd, voor zover daarbij is bepaald dat het maximum aantal toe te laten personen in de kelder op 82 wordt gesteld en daarbij is bepaald dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het besluit van 5 maart 2007.

2.4. Bij besluit van 13 juni 2008 heeft het college het besluit op bezwaar van 5 maart 2007 gewijzigd, in die zin dat de daaraan verbonden voorwaarde dat op de eerste verdieping maximaal 56 personen aanwezig mogen zijn, is gewijzigd in maximaal 41 personen. Het hoger beroep van Het Gat wordt, gelet op artikel 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht, gelezen in samenhang met de artikelen 6:18, eerste lid, en 6:19, eerste lid, van die wet, geacht mede een beroep tegen dit besluit in te houden.

2.5. Vanwege de opvang- en doorstroomcapaciteit van de trappen tussen de begane grond en de eerste verdieping, heeft het college aan de gebruiksvergunning de voorwaarde verbonden dat de eerste verdieping door maximaal 41 personen mag worden gebruikt. Op grond van dezelfde motivering als in overweging 2.2.3. is gegeven, overweegt de Afdeling dat het college deze voorwaarde niet aan de gebruiksvergunning had mogen verbinden.

2.6. Het beroep van Het Gat tegen het besluit van 13 juni 2008 is gegrond. Dit besluit komt voor vernietiging in aanmerking.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

I. verklaart het hoger beroep gegrond;

II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 29 januari 2008 in zaak nr. 07/1136, voor zover daarbij is bepaald dat het maximum aantal toe te laten personen in de kelder op 82 wordt gesteld en daarbij is bepaald dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het besluit van 5 maart 2007;

III. verklaart het beroep van Het Gat tegen het besluit van 13 juni 2008 gegrond;

IV. vernietigt het besluit van 13 juni 2008, kenmerk BrwV/08.0028830 GB06-025;

V. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Wageningen tot vergoeding van bij Het Gat in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 644,00 (zegge: zeshonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de gemeente Wageningen aan Het Gat onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald;

VI. gelast dat de gemeente Wageningen aan Het Gat het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 428,00 (zegge: vierhonderdachtentwintig euro) voor de behandeling van het hoger beroep vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. P.A. Offers en mr. S.F.M. Wortmann, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.B. van der Maesen de Sombreff, ambtenaar van Staat.

w.g. Slump w.g. Van der Maesen de Sombreff
Voorzitter ambtenaar van Staat

Uitgesproken in het openbaar op 24 september 2008

190-531.