Uitspraak 200705442/2


Volledige tekst

200705442/2.
Datum uitspraak: 17 januari 2008

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Proces-verbaal van de mondelinge beslissing met overeenkomstige toepassing van artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht op een verzoek van:

[verzoeker], wonend te [woonplaats],

om toepassing van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht.

Tijdens de openbare behandeling ter zitting van 17 januari 2008 van de zaak nr. 200705442/1 tussen verzoeker en het College bescherming persoonsgegevens (hierna: de hoofdzaak), heeft verzoeker verzocht om wraking van mr. B. van Wagtendonk, mr. D. Roemers en mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen (hierna: de staatsraden), voorzitter respectievelijk leden van de meervoudige kamer die is belast met de behandeling van de hoofdzaak.

De staatsraden hebben niet in de wraking berust.

De Afdeling heeft het wrakingsverzoek ter zitting behandeld op 17 januari 2008, waar verzoeker, in persoon is gehoord.
De staatsraden hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord.

Tijdens deze zitting heeft verzoeker verzocht om wraking van de leden van de wrakingskamer die is belast met de behandeling van het verzoek om wraking van de staatsraden.

Bij mondelinge beslissing van 17 januari 2007 heeft de Afdeling het verzoek om toepassing van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van de leden van de wrakingskamer buiten behandeling gelaten en ten aanzien van de staatsraden afgewezen.

Daartoe heeft zij het volgende overwogen.

Ingevolge artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

Ingevolge artikel 39 van de Wet op de Raad van State is dit artikel van overeenkomstige toepassing indien bij de Afdeling hoger beroep wordt ingesteld.

Verzoeker stelt dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geen onpartijdige en onafhankelijke rechter is en verwijst daarvoor naar het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 11 januari 2007 in de zaak Salah Sheekh. Hij wenst van de leden van de wrakingskamer en de staatsraden dat zij, buiten het feit dat zij staatsraden in buitengewone dienst zijn, garanties geven dat zij onpartijdig en onafhankelijk zijn.

De verzoeken zijn naar hun strekking gericht tegen alle leden van de Afdeling. De verzoeken kunnen daarom niet worden aangemerkt als verzoeken om wraking in de zin der wet, nu zij niet specifiek betrekking hebben op een of meer leden van de kamers die belast zijn met de behandeling van het wrakingsverzoek respectievelijk de hoofdzaak.

Het verzoek om wraking van de leden van de wrakingskamer is om die reden buiten behandeling gelaten en het verzoek om wraking van de staatsraden is om die reden afgewezen.

Aldus uitgesproken in het openbaar door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, Voorzitter, en mr. H.G. Lubberdink en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. A.C. Rop, ambtenaar van Staat.

w.g. Parkins-de Vin w.g. Rop
Voorzitter ambtenaar van Staat

417.