Uitspraak 200410073/2 en andere nummers


Volledige tekst

200410073/2, 200410077/2, 200410078/2, 200410079/2, 200410073/3, 200410077/3, 200410078/3 en 200410079/3.
Datum beslissing: 16 juni 2005

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Proces-verbaal van de mondelinge beslissing met overeenkomstige toepassing van artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op de verzoeken van:

[verzoekster], wonend te [woonplaats],

om toepassing van artikel 8:15 van de Awb.

1. Procesverloop
Bij faxbericht van 15 juni 2005 heeft verzoekster verzocht om wraking van mr. J.E.M. Polak, mr. C.H.M. van Altena en mr. B.J. van Ettekoven (hierna: de staatsraden I), Voorzitter respectievelijk Leden van de meervoudige Kamer, belast met de behandeling van de zaken (met nrs. 200410073/1, 200410077/1, 200410078/1 en 200410079/1) tussen verzoekster en het dagelijks bestuur van de deelgemeente Noord van de gemeente Rotterdam, waarvan de openbare behandeling ter zitting is bepaald op 16 juni 2005.

De staatsraden I hebben niet in de wraking berust.

Bij faxbericht van 16 juni 2005 heeft verzoekster verzocht om wraking van mr. H.G. Lubberdink, mr. S.F.M. Wortmann en mr. D. Roemers (hierna: de staatsraden II), Voorzitter respectievelijk Leden van de meervoudige Kamer, belast met de behandeling van haar wrakingsverzoek van 15 juni 2005 (met nrs. 200410073/2, 200410077/2, 200410078/2 en 200410079/2).

De staatsraden II hebben niet in de wraking berust.

De Afdeling heeft beide verzoeken ter openbare zitting behandeld op 16 juni 2005, waar verzoekster en de staatsraden I en II niet zijn verschenen.

Bij mondelinge beslissing van 16 juni 2005 heeft de Afdeling de verzoeken om toepassing van artikel 8:15 van de Awb buiten behandeling gelaten.

Daartoe heeft zij het volgende overwogen.

Ingevolge artikel 8:15 van de Awb kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Ingevolge artikel 39 van de Wet op de Raad van State is dit artikel van overeenkomstige toepassing indien bij de Afdeling hoger beroep wordt ingesteld.

De Afdeling stelt vast dat beide verzoeken, behalve op argumenten die naar verzoekster stelt alle Leden van de Afdeling betreffen, gebaseerd zijn op dezelfde stelling, namelijk dat informatie op de website www.rechtspraak.nl niet overeenkomt met die op onder meer de website www.raadvanstate.nl, wat betreft voormalige en huidige (neven)functies van de staatsraden I en II en dat zij daarom vermoedt dat de rechterlijke onpartijdigheid van deze Leden van de Afdeling niet gewaarborgd kan zijn. Verzoekster verzoekt in beide verzoekschriften om al haar zaken bij een ander gerecht dan de Afdeling bestuursrechtspraak onder te brengen.
De bezwaren van verzoekster hebben aldus geen betrekking op (de persoon van) de Leden van de Afdeling om wier wraking is verzocht en de verzoeken zijn naar hun strekking gericht tegen alle Leden van de Afdeling. Deze kunnen reeds hierom niet worden aangemerkt als verzoeken om wraking in de zin der wet en om die reden niet in behandeling worden genomen.

Aldus uitgesproken in het openbaar door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, Voorzitter, en mr. T.M.A. Claessens en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. F.T.T. van der Heijde, ambtenaar van Staat.

w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Van der Heijde
Voorzitter ambtenaar van Staat

349.