Uitspraak 202302014/3/R2
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2024:2865
- Datum uitspraak
- 17 juli 2024
- Inhoudsindicatie
- Bij besluit van 31 januari 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (incl. Lint Oosteind), herziening 34 ([locatie A])" gewijzigd vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de vereniging beroep ingesteld. Verder heeft de vereniging de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Bij uitspraak van 4 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2986, heeft de voorzieningenrechter bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van 31 januari 2023 geschorst. Bij besluit van 20 december 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (incl. Lint Oosteind), herziening 34 ([locatie A])" opnieuw en gewijzigd vastgesteld.
- Voorlopige voorziening
- RO - Noord-Brabant
202302014/3/R2.
Datum uitspraak: 17 juli 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek van:
de raad van de gemeente Oosterhout,
verzoeker,
om opheffing of wijziging (artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) van de bij uitspraak van 4 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2986 getroffen voorlopige voorziening in het geding tussen:
Milieuvereniging Oosterhout, gevestigd te Oosterhout, en Erfgoedvereniging Bond Heemschut, gevestigd te Amsterdam (hierna samen en in enkelvoud: de vereniging),
appellanten,
en
de raad,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 31 januari 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (incl. Lint Oosteind), herziening 34 ([locatie A])" gewijzigd vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft de vereniging beroep ingesteld. Verder heeft de vereniging de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Bij uitspraak van 4 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2986, heeft de voorzieningenrechter bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van 31 januari 2023 geschorst.
Bij besluit van 20 december 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (incl. Lint Oosteind), herziening 34
([locatie A])" opnieuw en gewijzigd vastgesteld.
De raad heeft de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening geheel op te heffen.
De Afdeling heeft het verzoek op zitting behandeld op 23 mei 2024, waar de raad, vertegenwoordigd door C. Jeeninga, en de vereniging, vertegenwoordigd door mr. R. Hörchner, advocaat in Breda, bijgestaan door [gemachtigden], zijn verschenen. Verder is op zitting [belanghebbende], bijgestaan door mr. A.A.M. van Beek, als partij gehoord.
Overwegingen
1. Bij tussenuitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2024:2845, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 26 weken het in de tussenuitspraak omschreven gebrek in het besluit van 20 december 2023 te herstellen.
2. Gelet op hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen, kan niet worden uitgesloten dat zowel het besluit van 20 december 2023 als het besluit van 31 januari 2023 in de einduitspraak niet in stand blijven. Daarom is er geen grond om de eerder getroffen voorziening op te heffen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek van de raad om opheffing van de getroffen voorziening daarom af.
3. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. R. Uylenburg, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Graaff-Haasnoot, griffier.
w.g. Uylenburg
voorzieningenrechter
w.g. Graaff-Haasnoot
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 juli 2024
531-1092