Uitspraak 202300891/1/R2


Volledige tekst

202300891/1/R2.
Datum uitspraak: 8 mei 2024

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellant A] en [appellant B] (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: [appellanten]), beiden wonend te Lage Mierde, gemeente Reusel-De Mierden,
appellanten,

en

de raad van de gemeente Reusel-De Mierden,
verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 15 november 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied, Neterselsedijk ong. Lage Mierde" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft [appellanten] beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

[partij A] en [partij B] (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: [partij]) hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De Afdeling heeft de zaak op zitting behandeld op 29 februari 2024, waar [appellanten], bijgestaan door mr. G.R.R. Knarren, rechtsbijstandsverlener in Leusden, en de raad, vertegenwoordigd door R. Krul, zijn verschenen. Verder is op de zitting [partij] als partij gehoord.

Overwegingen

Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet

1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.

Het ontwerpplan is op 31 mei 2022 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening, zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft.

Inleiding

2.       Het bestemmingsplan maakt het mogelijk om twee Ruimte-voor-Ruimtewoningen te bouwen aan de Neterselsedijk in Lage Mierde (hierna: het plangebied). [partij] is de initiatiefnemer van het plan. Hij is eigenaar van een agrarisch bedrijf en eigenaar van de grond waarop de woningen moeten komen. De raad werkt mee aan dit plan als gevolg van zijn medewerking in het kader van de provinciale Programma Aanpak Stikstof (PAS). [partij] heeft namelijk eerder een deel van zijn grond verkocht aan de provincie om dat om te vormen tot natuur (Natuur Netwerk Brabant). Volgens de raad zijn deze Ruimte-voor-Ruimte woningen nodig voor een toekomstbestendige bedrijfsvoering voor [partij].

3.       [appellanten] woont aan de [locatie] in Lage Mierde, ten oosten van het plangebied. Hij kan zich niet verenigen met het plan, omdat hij vreest dat het plan zal leiden tot een belemmering van zijn uitzicht en van de waardevolle doorkijken vanaf de Neterselsedijk naar het ten noorden ervan gelegen natuurgebied.

Toetsingskader

4.       Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling oordeelt niet zelf of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het plan onevenredig zijn in verhouding tot de met het plan te dienen doelen.

Strijd met gemeentelijk beleid

5.       [appellanten] betoogt dat de raad het bestemmingsplan in strijd met gemeentelijk beleid heeft vastgesteld. Hij wijst op de "Nota Ruimtelijke Kwaliteit - Deel Buitengebied" (hierna: de NRK). Volgens [appellanten] volgt uit de NRK dat nieuwe bebouwing niet is toegestaan als een zichtlijn is aangemerkt als waardevol. Dat is volgens hem hier het geval. Volgens [appellanten] is het plan in strijd met de NRK vastgesteld, omdat de voorziene woningen de zichtlijn naar de Raamsloop belemmeren. Daarnaast is het bestemmingsplan volgens [appellanten] in strijd met de Omgevingsvisie Reusel-De Mierden. Uit de Omgevingsvisie volgt dat de doorzichten van de weg naar het landschap kenmerkend zijn voor de gemeente Reusel-De Mierden. Volgens [appellanten] heeft de raad niet gemotiveerd waarom er van het gemeentelijk beleid wordt afgeweken.

5.1.    De raad stelt zich op het standpunt dat het bestemmingsplan in overeenstemming is met het gemeentelijk beleid. Ten eerste is het plan niet in strijd met de NRK. Het plangebied maakt namelijk deel uit van een bebouwingsconcentratie en de NRK staat nieuwe woningen op de planlocatie daar toe. Er is op de planlocatie inderdaad een waardevolle zichtlijn en daarom is volgens de raad extra aandacht besteed aan het behoud van deze zichtlijn. Volgens de raad is er zorgvuldig omgegaan met het behoud van deze lijn, doordat er is gekozen voor een boerenerfconstructie, waarbij het hoofdgebouw aan de straat is geplaatst en het bijgebouw meer naar achteren ligt.

Ten tweede is het plan volgens de raad ook niet in strijd met de Omgevingsvisie. De Omgevingsvisie is namelijk een globaal document, dat niet specifiek ingaat op de zichtlijnen van het plangebied. Volgens de raad bevat de Omgevingsvisie wel aandachtspunten voor het behoud van doorzichten en het creëren van een kwaliteitsimpuls. Daarmee is ook rekening gehouden, doordat er een landschappelijk inpassingsplan is opgesteld. Bovendien voorziet het plan in een kwaliteitsimpuls, doordat het natuurgebied ten noorden van de planlocatie mede mogelijk is gemaakt door de grondruil en -verkoop van de initiatiefnemers van het plan.

5.2.    Het bestemmingsplan is niet in strijd met gemeentelijk beleid vastgesteld. Het plan ligt namelijk in de westelijke entree van de bebouwingsconcentratie. Over dat deel van de bebouwingsconcentratie staat in de NRK dat het kan worden versterkt door het bieden van nieuwe bebouwingsmogelijkheden in de vorm van een boerderij- of schuurwoning aan de noord- en zuidzijde van de Neterselsedijk. Daarbij moet volgens de NRK wel rekening worden gehouden met het waardevolle beekdal. De raad heeft bij deze criteria aangesloten door de voorziene woningen in de vorm van een boerderijwoning en een schuurwoning te ontwikkelen. Daarnaast heeft de raad rekening gehouden met het waardevolle beekdal, doordat het plangebied zo smal mogelijk is gemaakt en doordat het ‘hoofdgebouw’ aan de straat is geplaatst en het ‘bijgebouw’ meer naar achteren is geplaatst. Hiermee heeft de raad goed gemotiveerd dat de zichtlijn naar het achterliggende landschap zo veel mogelijk wordt behouden. [appellanten] wijst op een andere passage in de NRK waaruit volgens hem volgt dat nieuwe bebouwing ter plaatse niet is toegestaan als er waardevolle zichtlijnen zijn. Deze passage gaat echter over het gebied ten noorden van de bebouwingsconcentratie en ten zuiden van de Neterselsedijk. Daar ligt het plangebied niet.

5.3.    Daarnaast is het bestemmingsplan ook niet in strijd met de Omgevingsvisie vastgesteld. De Omgevingsvisie bevat namelijk geen concrete voorwaarden voor het behoud van zichtlijnen en de raad heeft rekening gehouden met het behoud van het doorzicht. Ook is een kwaliteitsimpuls gegeven met een landschappelijk inpassingsplan, dat door [appellanten] niet is bestreden.

Het betoog slaagt niet.

Maximaal toegestane oppervlakte bijgebouwen

6.       [appellanten] betoogt dat het bestemmingsplan in strijd is met een goede ruimtelijke ordening, omdat de toegestane maximale oppervlakte van een bijgebouw in het bestemmingsplan van 240 m² per woning, in verhouding tot het voorheen geldende bestemmingsplan ‘Buitengebied 2009", onevenredig is. Voor het bouwen van bijgebouwen gold in het vorige bestemmingsplan een gezamenlijke maximale oppervlakte van 100 m² per woning. Daarnaast past de maximale oppervlakte niet in de omgeving.

6.1.    De raad heeft het standpunt, dat de gezamenlijke maximale oppervlakte aan bijgebouwen 240 m² per woning moet zijn, losgelaten. De raad verzoekt de Afdeling daarom om zelf in de zaak te voorzien. De raad heeft een voorstel gedaan om artikel 4.2.3, onder c, aan te laten sluiten op het ontwerpbestemmingsplan "Buitengebied 2023". De maximale oppervlakte aan bijgebouwen wordt dan 150 m² per bouwperceel. Het plan regelt daarmee iets anders dan de raad heeft beoogd, zodat het besluit van 15 november 2022 moet worden vernietigd, voor zover in artikel 4.2.3, onder c, van de planregels is bepaald dat de gezamenlijke maximale oppervlakte van bijgebouwen 240 m² per woning bedraagt.

Het betoog slaagt.

Conclusie

7.       Het beroep is gegrond. Het besluit van 15 november 2022 wordt vernietigd, voor zover het artikel 4.2.3, onder c, van de planregels betreft, omdat deze in strijd is met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).

7.1.    De tekst van de door de raad voorgestelde nieuwe bepaling is op de zitting besproken. De raad heeft toegelicht dat de nieuwe bepaling in overleg met [partij] tot stand is gekomen. [appellanten] heeft desgevraagd geen argumenten aangevoerd waarom een maximale oppervlakte van bijgebouwen van 150 m² niet aanvaardbaar is. Er is daarom geen reden om te oordelen dat de raad zich niet op het standpunt heeft kunnen stellen dat deze oppervlakte passend is in de omgeving en dus niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Met de tekst van de bepaling kan [appellanten] instemmen. De Afdeling ziet daarom aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Awb zelf in de zaak te voorzien en te bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde deel van het besluit. Niet aannemelijk is namelijk dat derdebelanghebbenden hierdoor in hun belangen zouden kunnen worden geschaad.

7.2.    De Afdeling ziet aanleiding de raad op te dragen het hierna in de beslissing nader aangeduide onderdeel van deze uitspraak binnen vier weken na verzending van de uitspraak te verwerken in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening.

Proceskosten

8.       De raad moet de proceskosten vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verklaart het beroep gegrond;

II.       vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Reusel-De Mierden tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied, Neterselsedijk ong. Lage Mierde" van 15 november 2022, kenmerk RA22.078, voor zover het artikel 4.2.3, onder c, van de planregels betreft;

III.      bepaalt dat artikel 4.2.3, onder c, van de planregels als volgt komt te luiden:

"De gezamenlijke oppervlakte bedraagt maximaal 50% van het bouwperceel binnen de bestemming 'Wonen' tot een maximum van 150 m², met dien verstande dat op bouwpercelen groter dan 1.000 m² een maximum van 200 m² is toegestaan.";

IV.     bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het besluit voor zover vernietigd;

V.      draagt de raad van de gemeente Reusel-De Mierden op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat het hiervoor vermelde onderdeel III, wordt verwerkt in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening;

VI.     veroordeelt de raad van de gemeente Reusel-De Mierden tot vergoeding van bij [appellant A] en [appellant B] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.750,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;

VII.     gelast dat de raad van de gemeente Reusel-De Mierden aan [appellant A] en [appellant B] het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht van € 184,00 vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.

Aldus vastgesteld door mr. J.M. Willems, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.M. Ahmady-Pikart, griffier.

w.g. Willems
lid van de enkelvoudige kamer

w.g. Ahmady-Pikart
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 8 mei 2024

1092-638