Uitspraak 202206661/1/R2


Volledige tekst

202206661/1/R2.
Datum uitspraak: 27 maart 2024

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellant A] en [appellant B] (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: [appellant]), wonend te Bladel,
appellanten,

en

de raad van de gemeente Bladel,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 29 september 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Lange Trekken" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak op zitting behandeld op 7 december 2023, waar [appellant], bijgestaan door mr. A.A.M. van Hoorn, advocaat in Eindhoven, en de raad, vertegenwoordigd door mr. T.M.J. van der Putten en D.C.J. Liebregts, zijn verschenen. Verder is op zitting CPO Lange Trekken, vertegenwoordigd door B. Pijs, als partij gehoord.

Bij brief van 11 december 2023 heeft de raad een nader stuk ingediend.

Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft [appellant] een reactie op het nader stuk naar voren gebracht.

Met toestemming van partijen is afgezien van een nadere behandeling ter zitting. De Afdeling heeft het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet

1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.

Het ontwerpplan is op 11 maart 2022 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening, zoals die gold vóór 1 januari 2024, van toepassing blijft.

Inleiding

2.       Het plan voorziet in de toekenning van een woonbestemming aan de gronden nabij het perceel Lange Trekken 5/5a, kadastraal bekend als gemeente Bladel, sectie H, nummers 772, 1339, 2829 en 2846 t/m 2851. Met het plan worden maximaal 105 nieuwe woningen mogelijk gemaakt. Daarnaast krijgt het bestaande agrarische bedrijf een bedrijfsbestemming, zodat de bestemming passend is bij de activiteiten die ter plaatse worden uitgevoerd. Tot slot voorziet het plan in een groengebied en een verkeersstrook.

3.       [appellant] woont aan [locatie] te Bladel, aan de overzijde van het plangebied. Hij kan zich niet verenigen met het bestemmingsplan, omdat hij vreest dat het plan zal leiden tot een toename van het aantal verkeersbewegingen op de Lange Trekken nabij zijn woning.

Toetsingskader

4.       Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling oordeelt niet zelf of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het plan onevenredig zijn in verhouding tot de met het plan te dienen doelen.

Verkeerstoename

5.       [appellant] betoogt dat het plan leidt tot een forse toename van het aantal voertuigbewegingen op de Lange Trekken ter hoogte van zijn woning. Hij voert aan dat er al veel verkeersoverlast is op de Lange Trekken. Hij vreest dat door de komst van de nieuwe woningen de drukte toeneemt, omdat de ontsluiting van de woonwijk wordt gerealiseerd op de Lange Trekken. Volgens hem is onvoldoende onderzoek gedaan naar de verkeerssituatie en de verkeersveiligheid. Bij het onderzoek naar de verkeerssituatie heeft de raad bovendien ten onrechte rekening gehouden met 63 vrijstaande koopwoningen en 42 woningen in de sociale sector. Deze berekening is gebaseerd op de Kempische visie op wonen 2019-2023, waarin is opgenomen dat 40% van de woningen dient te worden gerealiseerd in de sociale sector. In het bestemmingsplan is echter geen verplichting opgenomen om 40% van de woningen in de sociale sector te realiseren. Volgens [appellant] had bij het onderzoek daarom gekeken moeten worden naar een worst case-scenario van 100% vrijstaande koopwoningen en de daarbij behorende verkeersaantrekkende werking.

5.1.    Volgens de plantoelichting is er bij de berekening van de verkeersgeneratie uitgegaan van de maximale kengetallen van het Nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte CROW (hierna: CROW). Hiervoor heeft de raad de kencijfers verkeersgeneratie van een weinig stedelijk gebied en het gebiedstype "rest bebouwde kom" toegepast. Op grond van de CROW-publicatie 381 "Toekomstbestendig Parkeren" is het maximale aantal voertuigbewegingen per etmaal voor vrijstaande koopwoningen bepaald op 8,6 en voor middeldure/goedkope huurappartementen bepaald op 4,5. De raad is uitgegaan van 63 vrijstaande koopwoningen en 42 middeldure/goedkope huurappartementen. Op basis van deze uitgangspunten genereert het plan maximaal 730,8 voertuigbewegingen per etmaal. De Lange Trekken staat in zuidelijke richting in verbinding met de N284 en in noord(westelijke) richting via de Hulselseweg met de N269. Via deze wegen wordt het verkeer vanuit het plangebied eenvoudig buiten de bebouwde kom om weggeleid. Via de N284 is bovendien de Rijksweg A67 snel te bereiken. Extra verkeer vanwege het planvoornemen kan daarom eenvoudig worden afgewikkeld, aldus de plantoelichting.

5.2.    Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad onvoldoende gemotiveerd waarom de Lange Trekken de extra voertuigbewegingen ten gevolge van het plan eenvoudig kan afwikkelen, nog daargelaten of van 40% van de woningen in de sociale sector mocht worden uitgegaan. De raad heeft immers niet nader toegelicht wat het huidige aantal voertuigbewegingen op de Lange Trekken is, wat het totale aantal voertuigbewegingen na vaststelling en uitvoering van het plan zal worden en of dat leidt tot een al dan niet aanvaardbare verkeerssituatie op de Lange Trekken. [appellant] heeft zich daarom terecht op het standpunt gesteld dat het besluit, voor zover het ziet op het onderzoek naar de verkeerssituatie, niet goed is gemotiveerd.

Het betoog slaagt reeds hierom.

Tussenconclusie

6.       Het beroep van [appellant] tegen het besluit van 29 september 2022 is gegrond. Dat besluit komt daarom vanwege strijd met het motiveringsbeginsel als bedoel in artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) voor vernietiging in aanmerking.

In stand laten rechtsgevolgen

6.1.    In het verweerschrift heeft de raad een aanvullende berekening opgenomen. Volgens deze aanvullende berekening bedraagt het huidige aantal voertuigbewegingen per etmaal op de Lange Trekken 3.617. Dit aantal is, zoals de raad ter zitting heeft toegelicht, gebaseerd op de verkeerstelling die heeft plaatsgevonden van 31 oktober 2022 tot en met 13 november 2022 (hierna: de verkeerstelling). Als wordt gerekend met 105 vrijstaande koopwoningen, dan zou het plan maximaal 903 voertuigbewegingen per etmaal genereren en komt de totale verkeersgeneratie op de Lange Trekken uit op 4.520 voertuigbewegingen per etmaal. Het plan voldoet volgens de raad daarom ruimschoots aan de gebruikelijke norm voor de verkeersgeneratie van 50 km/h-wegen binnen de bebouwde kom, die tussen de 6.000 en 12.000 voertuigbewegingen per etmaal moet liggen.

7.       Gelet op deze nadere motivering ziet de Afdeling aanleiding om te onderzoeken of de rechtsgevolgen van het bestemmingsplan met toepassing van artikel 8:72, derde lid, van de Awb, in stand kunnen worden gelaten. De Afdeling zal dit beoordelen aan de hand van hetgeen [appellant] in zijn nadere stuk naar voren heeft gebracht over de aanvullende berekening van de raad.

8.       [appellant] betoogt dat de plek waar de verkeerstelling heeft plaatsgevonden niet representatief is voor de verkeerssituatie op de Lange Trekken. Volgens [appellant] mag daarom niet van een verkeersgeneratie van 4.520 voertuigbewegingen per etmaal worden uitgegaan. [appellant] voert hierover aan dat de verkeerstelling heeft plaatsgevonden op de verkeerde locatie op de Lange Trekken, omdat het verkeer van de wegen "Hoendernesten", "Beverdijcken" en "Sniederslaan" niet is meegenomen in de telling. Volgens [appellant] is het juist het verkeer van deze wegen dat het dichtslibben van de volledige Lange Trekken veroorzaakt. Daarom was het gedeelte van de Lange Trekken tussen de aansluiting naar de Sniederslaan en de aansluiting naar de N284 een representatievere plek geweest voor de verkeerstelling. Verder voert [appellant] aan dat met de verkeerstelling niet is aangetoond dat de verkeersveiligheid op de Lange Trekken wordt gewaarborgd.

8.1.    Voor zover [appellant] betoogt dat de plek waar de verkeerstelling heeft plaatsgevonden niet representatief is voor de verkeerssituatie op de Lange Trekken, ter hoogte van zijn woning, volgt de Afdeling dit betoog niet. De verkeerstelling, uitgevoerd dagelijks over een periode van twee weken, heeft namelijk plaatsgevonden op de Lange Trekken tussen de ontsluiting naar de weg "Hoendernesten" en de ontsluiting naar de weg "Koekoeksbos". Deze locatie ligt tussen de twee voorziene inritten van het plangebied in en nabij de woning van [appellant].

Uit die verkeerstelling blijkt dat de gemiddelde verkeersgeneratie op de Lange Trekken op een werkdag 3.617 voertuigbewegingen per etmaal bedraagt. Aangezien het plan maximaal 903 voertuigbewegingen per etmaal genereert, komt de totale verkeersgeneratie op de Lange Trekken uit op 4.520, hetgeen minder is dan de maximumcapaciteit van

6.000 - 12.000 voertuigbewegingen per etmaal. Gelet hierop hoeft [appellant] niet te vrezen voor verkeersoverlast ter hoogte van zijn woning. Evenmin is het aannemelijk geworden dat het plan tot een verkeersonveilige situatie nabij zijn woning zal leiden.

Voor zover [appellant] vreest voor het dichtslibben van de Lange Trekken ter hoogte van de aansluiting met de N284, wordt overwogen dat het niet aannemelijk is geworden dat door de extra verkeersgeneratie ten gevolge van het plan de volledige Lange Trekken zal dichtslibben vanaf die aansluiting. Ook niet als het verkeer van de wegen "Hoendernesten", "Beverdijcken" en "Sniederslaan" zou worden meegenomen.

Het betoog slaagt niet.

Conclusie

9.       Gelet op het voorgaande ziet de Afdeling aanleiding om de rechtsgevolgen van het besluit van 29 september 2022 met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder a, van de Awb, geheel in stand te laten.

Proceskosten

10.     De raad moet de proceskosten vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verklaart het beroep gegrond;

II.       vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Bladel van 29 september 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Lange Trekken";

III.      bepaalt dat de rechtsgevolgen van dat besluit in stand blijven;

IV.     veroordeelt de raad van de gemeente Bladel tot vergoeding van bij [appellant A] en [appellant B] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 2.187,50, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

V.      gelast dat de raad van de gemeente Bladel aan [appellant A] en [appellant B] het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 184,00 vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.

Aldus vastgesteld door mr. A. ten Veen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. F. Nales, griffier.

w.g. Ten Veen
lid van de enkelvoudige kamer

w.g. Nales
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 27 maart 2024

680-1092