Uitspraak 202207294/1/R2


Volledige tekst

202207294/1/R2.
Datum uitspraak: 12 maart 2024

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

[appellant], wonend te Luyksgestel, gemeente Bergeijk,

appellant,

en

de raad van de gemeente Bergeijk,

verweerder.

Openbare zitting gehouden op 12 maart 2024 om 10:00 uur.

Tegenwoordig:

Staatsraad mr. E.A. Minderhoud, voorzitter

griffier: mr. F. Nales

jurist: mr. T.T. Schipper

Verschenen:

[appellant], bijgestaan door mr. R.H. de Kamper, werkzaam bij Anker Insurance Company;

De raad van de gemeente Bergeijk, vertegenwoordigd door K. Steijvers en mr. T.A.P.S. Duffhues;

[partij], bijgestaan door [gemachtigde].

Het beroep richt zich tegen het besluit van 29 september 2022, waarbij het bestemmingsplan "Seniorenwoning Bisschopspad, Luyksgestel" is vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van een seniorenwoning  aan de achterzijde van het perceel Prins van Luikstraat 7 in Luyksgestel mogelijk.

De Afdeling verklaart het beroep ongegrond.

De redenen hiervoor zijn als volgt:

1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Voor de beoordeling van het beroep tegen het besluit van 29 september 2022 is het recht zoals dat gold ten tijde van het nemen van het besluit bepalend.

2.       Ter zitting heeft [appellant] zijn beroepsgrond over stikstofdepositie ingetrokken.

3.       [appellant] kan zich niet verenigen met het bestemmingsplan, omdat het plan in strijd is met de voorwaarden in het gemeentelijk beleid voor de bouw van seniorenwoningen. Ook vreest [appellant] voor parkeeroverlast als gevolg van het bestemmingsplan.

4.       De Afdeling stelt vast dat het bestemmingsplan het mogelijk maakt een seniorenwoning te bouwen op een perceel van 272 m². Uit het gemeentelijk beleid volgt een maximale perceelsoppervlakte van 250 m² voor seniorenwoningen in de gemeente Bergeijk. De raad heeft toegelicht dat hij het vanwege de driehoekige kavelvorm van het perceel aanvaardbaar acht dat deze maximale oppervlakte enigszins wordt overschreden. Volgens de raad zijn de bouwmogelijkheden op het perceel namelijk voldoende beperkt, omdat in de voortuin van het perceel geen bebouwing kan worden gerealiseerd. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad hiermee voldoende gemotiveerd dat in dit geval van het gemeentelijk beleid kon worden afgeweken.

Voor zover [appellant] betoogt dat het bestemmingsplan een totale oppervlakte aan bebouwing van maximaal 150 m² voor hoofd en- bijgebouwen overschrijdt, overweegt de Afdeling dat uit artikel 4.2.2 van de planregels volgt dat binnen het plangebied tot een maximum van 150 m², inclusief het bouwvlak, mag worden gebouwd. In zoverre mist dit betoog feitelijke grondslag.

5.       Volgens de Nota Parkeernormen, gemeente Bergeijk 2017 (hierna: de Parkeernota) geldt een parkeernorm van 2,3 parkeerplaats per vrijstaande woning. De raad heeft toegelicht dat op grond van artikel 10.1 van de planregels is vereist dat in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. In die bepaling wordt verwezen naar de Parkeernota. Uit de Parkeernota blijkt dat de parkeernorm voor een vrijstaande woning 2,3 parkeerplaatsen bedraagt. Ook heeft de raad erop gewezen dat het plan voorziet in voldoende ruimte voor drie parkeerplaatsen op het eigen terrein van de beoogde seniorenwoning. Gelet hierop is de Afdeling van oordeel dat de raad zich op het standpunt heeft mogen stellen dat het plan voorziet in voldoende parkeergelegenheid.

Voor zover [appellant] betoogt dat de raad bij de berekening van de parkeerbehoefte is uitgegaan van een onjuiste parkeernorm, overweegt de Afdeling dat ook bij toepassing van de door [appellant] genoemde parkeernorm van 3 parkeerplaatsen per vrijstaande woning voldoende ruimte resteert om te voorzien in parkeerplaatsen op het eigen terrein. Overigens is inmiddels een omgevingsvergunning verleend, waarin is voorzien in drie parkeerplaatsen op eigen terrein.

6.       De raad hoeft de proceskosten niet te vergoeden.

w.g. Minderhoud
lid van de enkelvoudige kamer

w.g. Nales
griffier

680-1075