Uitspraak 202307156/2/R4


Volledige tekst

202307156/2/R4.
Datum uitspraak: 28 februari 2024

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

CeVaDo Quadrant B.V. (hierna: CeVaDo), gevestigd te Veen,
gemeente Altena,
verzoekster,

en

de raad van de gemeente Tiel,
verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 30 augustus 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Tiel West - Herontwikkeling locatie Kwadrant" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft CeVaDo beroep ingesteld.

CeVaDo heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

Lidl Nederland GmbH (hierna: Lidl), CeVaDo en de raad hebben nadere stukken ingediend.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op een zitting behandeld op 8 februari 2024, waar CeVaDo, vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. R. van der Hulle en mr. R.G. Bloemberg, beiden advocaat te Amsterdam, en de raad, vertegenwoordigd door J. Strijker, bijgestaan door mr. T.E.P.A. Lam, advocaat te Nijmegen, zijn verschenen.

Overwegingen

Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet

1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals het gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.

Het ontwerpplan is op 28 april 2023 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure de Wet ruimtelijke ordening, zoals die gold vóór 1 januari 2024, van toepassing blijft.

Voorlopig karakter oordeel

2.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

Inleiding

3.       Op de hoek Nieuwe Tielseweg - Waardenburglaan in Tiel bevond zich het winkelcentrum Kwadrant. Nadat tussen de Nieuwe Tielseweg, Teisterbantlaan, Wadenoijenlaan en Trichtstraat het nieuwe winkelcentrum Westlede was gebouwd, is het voormalige winkelcentrum Kwadrant gesloten en gesloopt. Winkelcentrum Westlede vormt een nieuw onderkomen voor de voorzieningen van winkelcentrum Kwadrant. De planologische mogelijkheid om een supermarkt in het plangebied te bouwen, is in het bestemmingsplan wegbestemd. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk dat in het plangebied, na vaststelling van een uitwerkingsplan, minimaal 50 en maximaal 55 woningen kunnen worden gebouwd. Lidl heeft in haar zienswijze tegen het ontwerpbestemmingsplan een initiatiefplan voor het plangebied gepresenteerd. Dat initiatief bestond uit een bouwplan voor een supermarkt en 32 woningen. De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat het initiatief onvoldoende concreet was. Volgens de raad ontbraken meerdere onderzoeken die nodig waren om te beoordelen of het initiatiefplan voldeed aan het vereiste van een goede ruimtelijke ordening.

CeVaDo is eigenaar van de gronden die in het plangebied zijn gelegen. CeVaDo stelt op 25 april 2022 overeenstemming te hebben bereikt met Lidl over de koop door Lidl van een perceel dat valt onder het plangebied van het bestemmingsplan. Lidl heeft op 5 april 2022 een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen ingediend, omdat zij voornemens is een supermarkt op het perceel te realiseren. De omgevingsvergunning is niet verleend. Bij besluit van 21 februari 2023 heeft het college het daartegen door Lidl gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Tegen dat besluit heeft Lidl beroep ingesteld bij de rechtbank Gelderland. CeVaDo betoogt dat bij de vaststelling van het bestemmingsplan onvoldoende rekening is gehouden met het initiatief van Lidl.

Spoedeisend belang

4.       Volgens CeVaDo is het spoedeisend belang bij het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening er in gelegen dat de inwerkingtreding van het bestemmingsplan er aan in de weg staat dat de koopovereenkomst die CeVaDo stelt te hebben gesloten met Lidl, geëffectueerd kan worden.

Verder betoogt CeVaDo dat zij wordt belemmerd in het vinden van een andere koper dan Lidl als de koop met Lidl niet kan doorgaan. Volgens CeVaDo is het perceel als gevolg van de vaststelling van het bestemmingsplan niet meer aantrekkelijk voor partijen die ter plaatse detailhandelsactiviteiten willen uitoefenen.

5.       De voorzieningenrechter stelt voorop dat onduidelijk is of daadwerkelijk een koopovereenkomst tot stand is gekomen tussen Lidl en CeVaDo, nu Lidl bij brief van 6 februari 2024 aan de Afdeling heeft laten weten dat zij dat betwist. Volgens Lidl is slechts sprake van een samenwerking met CeVaDo om in het plangebied een supermarkt te realiseren.

Verder overweegt de voorzieningenrechter dat de gemeente Tiel op 3 mei 2022 een voorlopig voorkeursrecht op het perceel heeft gevestigd.

Op 29 juli 2022 heeft de gemeente Tiel met een zelfstandige voorkeursrechtbeschikking een voorkeursrecht op het perceel gevestigd. Dat voorkeursrecht geldt nog steeds en staat op dit moment aan vervreemding van het perceel aan Lidl of andere eventueel geïnteresseerde partijen in de weg. Om die reden kan CeVaDo naar het oordeel van de voorzieningenrechter met een schorsing van het bestemmingsplan niet bewerkstelligen wat zij met het verzoek wil bereiken. Het op het perceel gevestigde voorkeursrecht staat daar immers aan in de weg.

CeVaDo heeft zich op de zitting op het standpunt gesteld dat Lidl ondanks het gevestigde voorkeursrecht wel een supermarkt zal bouwen indien de op dit moment nog lopende procedure bij de rechtbank Gelderland er in uitmondt dat alsnog een omgevingsvergunning voor het bouwen van een supermarkt op het perceel moet worden verleend. In dat geval zal volgens CeVaDo gebruik worden gemaakt van een huurconstructie.

De voorzieningenrechter overweegt in dit verband dat op de zitting is komen vast te staan dat de rechtbank Gelderland nog niet heeft aangegeven wanneer het beroep van Lidl tegen de weigering van de aanvraag van de door Lidl aangevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen van een supermarkt op het perceel op een zitting zal worden behandeld. Er is dan ook nog geen concreet zicht op een uitspraak van de rechtbank in die procedure. Evenmin staat vast wat de uitkomst van die procedure zal zijn en of daarna eventueel een huurconstructie kan worden toegepast. CeVaDo heeft bovendien geen stukken overgelegd die de stelling dat een huurconstructie zal worden toegepast, nader onderbouwen. Bovendien is Lidl is niet op de zitting van de voorzieningenechter verschenen, zodat niet kon worden geverifieerd of in dat geval mogelijk van een huurconstructie gebruik zal worden gemaakt.

Gelet op het voorgaande bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening vanwege het ontbreken van een spoedeisend belang af te wijzen.

Mocht Lidl door de rechtbank Gelderland in het gelijk worden gesteld, dan kan CeVaDo daarna eventueel een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening indienen.

Proceskosten

6.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Melenhorst, griffier.

w.g. Verheij
voorzieningenrechter

w.g. Melenhorst
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 28 februari 2024

490