Uitspraak 202305560/1/V3
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:3601
- Datum uitspraak
- 26 september 2023
- Inhoudsindicatie
- Bij besluit van 5 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.
- Hoger beroep
- Bewaring
202305560/1/V3.
Datum uitspraak: 26 september 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 22 augustus 2023 in zaak nr. NL23.22564 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 5 augustus 2023 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 22 augustus 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A.S. Sewman, advocaat te Lemmer, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1. Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Anders dan de vreemdeling betoogt, kon de staatssecretaris hem na het opheffen van de eerste maatregel op grond van artikel 59b, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Vw 2000, opnieuw, maar dan op grond van artikel 59b, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vw 2000, in bewaring stellen (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 11 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3508, onder 3.2). Aan de gronden daarvan wordt namelijk voldaan.
1.1. Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
2. De Afdeling ziet ook ambtshalve geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten. Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. B. Meijer, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper, griffier.
w.g. Meijer
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Schipper
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 26 september 2023
872