Uitspraak 202203527/2/R1


Volledige tekst

202203527/2/R1.
Datum beslissing: 25 mei 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge beslissing met overeenkomstige toepassing van artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op een verzoek van:

[verzoeker A] en [verzoeker B], wonend te [woonplaats] (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: [verzoeker]),
verzoekers,

om toepassing van artikel 8:15 van de Awb.

Procesverloop

Tijdens de zitting op 13 april 2023 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraad mr. E. Helder (hierna: de staatsraad) als staatsraad in de Afdeling Bestuursrechtspraak belast met de behandeling van de zaak nr. 202203527/1/R1.

De staatsraad heeft niet in de wraking berust.

De staatsraad heeft een schriftelijke reactie ingediend.

[verzoeker] heeft een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft het wrakingsverzoek ter zitting behandeld op 25 mei 2023.

De staatsraad heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord.

Beslissing

Bij mondelinge beslissing van 25 mei 2023 heeft de Afdeling het verzoek om wraking van de staatsraad niet-ontvankelijk verklaard.

Overwegingen

Daartoe heeft de wrakingskamer van de Afdeling het volgende overwogen.

1.       Artikel 8:15 van de Awb luidt: "Op verzoek van een partij kan elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden."

2.       Op 17 mei 2023 heeft de ministerraad ingestemd met het voorstel van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om de staatsraad voor te dragen voor benoeming als staatsraad in de Afdeling advisering van de Raad van State. Dat betekent dat de staatsraad aanblijft als staatsraad, maar de Afdeling bestuursrechtspraak in juni 2023 zal verlaten. De staatsraad zal om die reden dus niet meer het hoger beroep in zaak nr. 202203527/1/R1 kunnen behandelen.

3.       Gelet op het voorgaande heeft [verzoeker] geen belang meer bij de beoordeling van zijn verzoek om wraking. Het verzoek is daarom niet-ontvankelijk.

Aldus vastgesteld door mr. E. Steendijk, voorzitter, en mr. C.M. Wissels en mr. W. den Ouden, leden, in tegenwoordigheid van mr. T. van Goeverden-Clarenbeek, griffier.

w.g. Steendijk
voorzitter

w.g. Van Goeverden-Clarenbeek
griffier

488