Uitspraak 202003824/1/R2


Volledige tekst

202003824/1/R2.
Datum uitspraak: 24 mei 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

Arbor Projecten B.V., gevestigd te Heythuysen, gemeente Leudal,
appellante,

en

de raad van de gemeente Leudal,
verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 28 april 2020 heeft de raad het paraplubestemmingsplan "Duurzame Energie Leudal" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft Arbor Projecten beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De raad en de curator van Arbor Projecten hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak op een zitting behandeld op 5 april 2023, waar de raad, vertegenwoordigd door mr. L.J.W. Godding, advocaat te Venlo, is verschenen.

Overwegingen

1.       Het plan gaat over het vervallen van bestaande algemene afwijkingsbepalingen van onder meer het bestemmingsplan "Reparatie- en veegplan Buitengebied". In plaats daarvan voorziet het bestemmingsplan in een meer specifieke afwijkingsbevoegdheid, waarin verwezen wordt naar het tegelijk met dit plan vastgestelde beleidskader "Duurzame energie (zon en wind)".

2.       Ten tijde van het instellen van beroep was Arbor Projecten eigenaar van gronden in het buitengebied van Heythuysen rondom de buurtgemeenschap De Heide met een totale oppervlakte van 44,8280 hectare.

3.       Arbor Projecten is op 22 december 2021 door de rechtbank Limburg in staat van faillissement verklaard.

De gronden die Arbor Projecten in eigendom had en over welke bestemmingsregeling zij beroep heeft ingesteld, zijn op 30 mei 2022 overgedragen aan AP II B.V.

Arbor Projecten is op 6 maart 2023 uitgenodigd voor de zitting van 5 april 2023. Met betrekking tot het procesbelang heeft mr. P.M.C. Brouns, curator in het faillissement, per brief van 3 april 2023 te kennen gegeven dat hij zich niet laat vertegenwoordigen op de zitting en zich refereert aan het oordeel van de Afdeling over het procesbelang van Arbor Projecten.

AP II B.V. heeft de gelegenheid gehad de procedure over te nemen en is in de gelegenheid gesteld de zitting bij te wonen, maar zij heeft daarvan geen gebruik gemaakt.

4.       De Afdeling stelt vast dat Arbor Projecten geen gronden meer in eigendom heeft waarvoor het bestemmingsplan een regeling geeft. Het doel dat Arbor Projecten met het beroep voor ogen stond, kan daardoor niet meer worden bereikt. Dit betekent dat zij geen reëel en actueel belang meer heeft bij de beoordeling van haar beroepsgronden tegen het bestemmingsplan. Om deze reden zal de Afdeling haar beroep niet-ontvankelijk verklaren.

5.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het beroep van Arbor Projecten B.V. niet-ontvankelijk.

Aldus vastgesteld door mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M. Scheele, griffier.

w.g. De Moor-van Vugt
lid van de enkelvoudige kamer

w.g. Scheele
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 24 mei 2023

723-1019