Uitspraak 202204057/1/A2


Volledige tekst

202204057/1/A2.
Datum uitspraak: 2 mei 2023


AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te Deventer,

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 20 mei 2022 in zaak nr. 21/154 in het geding tussen:

[appellant]

en

het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.

Openbare zitting gehouden op 2 mei 2023 om 11:00 uur.

Tegenwoordig:

Staatsraad mr. C.J. Borman, lid van de enkelvoudige kamer

Griffier: mr. P.A. de Vink

Verschenen:

Partijen zijn, met berichtgeving, niet verschenen.

====================================

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 20 mei 2022 van de rechtbank Overijssel. Bij die uitspraak heeft de rechtbank het verzoek om herziening van de uitspraak van 19 januari 2021, waarbij het verzet van [appellant] tegen de uitspraak van 27 juli 2020 ongegrond is verklaard, afgewezen.

Beslissing

De Afdeling is onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen.

Gronden

Tegen een verzetsuitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld. Ook tegen een uitspraak op een verzoek om herziening van een verzetsuitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld, omdat op die manier de door de wetgever bepaalde beperking van de hoger beroepsmogelijkheden zou worden doorbroken.

w.g. Borman
lid van de enkelvoudige kamer

w.g. De Vink
griffier

154-1022