Uitspraak 202203280/1/A2


Volledige tekst

202203280/1/A2.
Datum uitspraak: 2 mei 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te [woonplaats],
appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 20 mei 2022 in zaak nr. 21/597 in het geding tussen:

[appellant]

en

het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (hierna: CBR).

Openbare zitting gehouden op 2 mei 2023 om 11:00 uur.

Tegenwoordig:

Staatsraad mr. C.J. Borman, lid van de enkelvoudige kamer

Griffier: mr. P.A. de Vink

Verschenen:

Partijen zijn, met berichtgeving, niet verschenen.

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 20 mei 2022 van de rechtbank Overijssel. De zaak waarover de rechtbank oordeelde betrof een beslissing op bezwaar tegen de reactie van het CBR op een verzoek dat als volgt is geformuleerd: "herzieningsverzoek tot alsnog gaan komen rijbewijs BE in opvolging van 2x gedaan examen waarvan laatste 08-10-2019 en daarmee in combinatie met aantoonbaar gemaakt goed kunnen rijden van auto met aanhangwagen voldaan is van de vereisten tot het komen van rijbewijs BE".

Beslissing

De Afdeling bevestigt de aangevallen uitspraak.

Gronden

•       De zaak heeft betrekking op een verzoek van [appellant] aan het CBR om hem in vervolg op zijn onvoldoende beoordeelde praktijkexamen alsnog in aanmerking te brengen voor een rijbewijs.

•       De rechtbank heeft de zaak behandeld op een zitting en in haar uitspraak toegelicht waarom er geen nieuwe zitting plaats hoefde te vinden. De Afdeling kan zich vinden in de overwegingen van de rechtbank. Daarbij heeft [appellant] in hoger beroep alsnog de gelegenheid gehad om zijn standpunten naar voren te brengen.

•       Er is geen verklaring van rijvaardigheid die het CBR met toepassing van art. 50 van het Reglement rijbewijzen in het rijbewijzenregister kan registreren.

•       De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het CBR niet de bevoegdheid heeft om examenbeoordelingen te herzien zonder dat er een nieuw examen is afgelegd.

w.g. Borman
lid van de enkelvoudige kamer

w.g. De Vink
griffier

154-1022