Uitspraak 202204408/2/A2


Volledige tekst

202204408/2/A2.
Datum uitspraak: 26 april 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: Awb) op het hoger beroep van:

[verzoeker], wonend te Leende, gemeente Heeze-Leende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost­Brabant van 19 mei 2022 in zaak nr. 21/1286 in het geding tussen:

[verzoeker]

en

het college van burgemeester en wethouders van Valkenswaard.

Openbare zitting gehouden op 26 april 2023 om 11:00 uur.

Tegenwoordig:
Staatsraad mr. E.J. Daalder, voorzieningenrechter
griffier: mr. W. Dijkshoorn

Verschenen:
[verzoeker], vergezeld door [gemachtigde]

====================================

Bij besluit van 21 oktober 2021 heeft het college besloten om in de Zeelberg te Valkenswaard, ter hoogte van huisnummer 82, een zogenoemde landbouwsluis aan te leggen en het weggedeelte in beide richtingen gesloten te verklaren voor alle motorvoertuigen, met uitzondering van fietsers en bromfietsers. Bij besluit van 20 april 3032 heeft het college het door [verzoeker] hiertegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Bij mondelinge uitspraak van 19 mei 2022 heeft de rechtbank het daartegen door [verzoeker] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Hiertegen heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld. Verder heeft [verzoeker] de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen, omdat het college is begonnen met voorbereidende werkzaamheden voor de aanleg van de landbouwsluis.

De voorzieningenrechter

I.        wijst het verzoek toe;

II.       schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Valkenswaard van 21 oktober 2021, getiteld "Verkeersbesluit Landbouwsluis Zeelberg", tot uitspraak is gedaan op het hoger beroep van [verzoeker];

III.      gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Valkenswaard aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 274,00 vergoedt.

Daartoe overweegt de voorzieningenrechter het volgende.

Op grond van het verhandelde op de zitting stelt de voorzieningenrechter het volgende vast:

-verzoeker woont in een buurtje waar ongeveer tien woningen staan;

-niet gebleken is dat anderen dan deze ongeveer tien bewoners last zullen hebben van de afsluiting van de Zeelberg, anders dan verkeersdeelnemers afkomstig uit België.

Onder deze omstandigheden komt de voorzieningenrechter tot het voorlopige oordeel dat, anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, verzoeker wel belanghebbende is bij het verkeersbesluit.

De volgende vraag is of een voorlopige voorziening moet worden getroffen. De rechtbank heeft geen oordeel gegeven over de inhoud van het verkeersbesluit. Er heeft ook geen inhoudelijke behandeling van het bezwaar plaatsgevonden. Het college is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet op de zitting verschenen. Sinds de uitspraak van de rechtbank is bijna een jaar verstreken. Onder die omstandigheden weegt het belang van verzoeker bij het toegankelijk blijven van de Zeelberg zwaarder dan het belang van het college om op dit moment al uitvoering aan het verkeersbesluit te geven.

w.g. Daalder
voorzieningenrechter

w.g. Dijkshoorn
griffier

735