Uitspraak 202105574/3/R1


Volledige tekst

202105574/3/R1.
Datum uitspraak: 26 april 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

Buurtgroep VerkeerDdoorDiemenZuid, gevestigd te Diemen,
appellante,

en

de raad van de gemeente Diemen,
verweerder.

Procesverloop

Bij tussenuitspraak van 25 januari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:283, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen acht weken na verzending van die tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 8 juli 2021 te herstellen en een eventueel nieuw of gewijzigd besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en de uitkomst aan de Afdeling en de Buurtgroep mede te delen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.

Bij brief van 22 februari 2023 heeft de raad ter uitvoering van de tussenuitspraak een verkeersbesluit van het college van burgemeester en wethouders van Diemen (hierna: het college) toegestuurd.

Bij brief van 23 maart 2023 heeft de Buurtgroep haar zienswijze ingediend op de wijze waarop het gebrek volgens de raad is hersteld.

De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft, en het onderzoek gesloten. Verder heeft de Afdeling de zaak van een meervoudige kamer verwezen naar een enkelvoudige kamer.

Overwegingen

Het besluit van 8 juli 2021

1.       In de tussenuitspraak heeft de Afdeling vastgesteld dat voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan geen verkeersbesluit is genomen tot het instellen van een maximumsnelheid van 30 km/uur op de weg. In verband daarmee mocht de raad er bij de vaststelling van het plan niet van uitgaan dat die maximumsnelheid daadwerkelijk zou worden gerealiseerd. Dit betekent dat het besluit waarbij het plan is vastgesteld, in zoverre in strijd is met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Het beroep is gegrond en het besluit moet worden vernietigd.

De Afdeling zal hierna bespreken of dit gebrek inmiddels is hersteld en of in verband daarmee aanleiding bestaat de rechtsgevolgen van het besluit in stand te laten op de voet van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder a, van de Awb.

Opdracht in de tussenuitspraak

2.       In de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad opgedragen het gebrek in het besluit binnen 8 weken na verzending van die uitspraak te herstellen. De raad kon daartoe onderzoeken of het college binnen die termijn alsnog een verkeersbesluit kan nemen op grond waarvan de maximaal toegestane snelheid op de open te stellen busbaan 30 km/uur zal zijn. De Afdeling heeft daarbij meegegeven dat voor het te nemen verkeersbesluit niet is vereist dat het besluit direct in werking treedt. Voor de inwerkingtreding van het besluit kan bijvoorbeeld een koppeling worden gemaakt met het moment waarop uitvoering is gegeven aan het plan.

Het verkeersbesluit

3.       De raad heeft bij brief van 22 februari 2023 de Afdeling een verkeersbesluit van het college van burgemeester en wethouders van Diemen toegezonden dat inmiddels bekend is gemaakt op 2 maart 2023. In dat besluit is bepaald dat op de open te stellen busbaan een maximumsnelheid van 30 km/uur zal gaan gelden en dat dat besluit in werking zal treden bij de openstelling van de busbaan voor overig verkeer. De raad meent dat hiermee is geborgd dat een regime van 30 km/uur zal gelden op de open te stellen weg en dat daarmee is voldaan aan de opdracht in de tussenuitspraak.

De zienswijze van de Buurtgroep

4.       De Buurtgroep heeft in haar zienswijze aangevoerd dat met het verkeersbesluit onvoldoende is geborgd dat op de open te stellen busbaan maximaal 30 km/uur zal worden gereden. Volgens haar hadden in het verkeersbesluit - ter bescherming van het woon- en leefklimaat van omwonenden - (meer) voorwaarden moeten worden opgenomen over de inrichting van de open te stellen busbaan om die maximumsnelheid af te dwingen. Ter ondersteuning van haar standpunt dat het niet waarschijnlijk is dat verkeer maximaal 30 km/uur zal rijden wijst zij op een proef van de gemeente Diemen in het verleden waarbij de busbaan is opengesteld voor alle verkeer en een maximumsnelheid van 30 km/uur gold op die weg. Uit onderzoek naar die proef van Royal Haskoning van 24 oktober 2005 is gebleken dat voertuigen op de busbaan toen een gemiddelde snelheid van 40 km/uur aanhielden.

Gelet hierop is volgens de Buurtgroep in het akoestisch onderzoek dat ten grondslag ligt aan het plan ten onrechte uitgegaan van de maximumsnelheid van 30 km/uur.

Het oordeel van de Afdeling over de herstelactie van de raad

5.       De Afdeling is van oordeel dat de raad met het toezenden van het verkeersbesluit van het college heeft voldaan aan de opdracht in de tussenuitspraak om het gebrek in het besluit van 8 juli 2021 te herstellen. Op grond van dat verkeersbesluit, dat door het college op 2 maart 2023 op de wettelijk voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, zal op de open te stellen busbaan een maximumsnelheid van 30 km/uur gaan gelden. Verder zal het verkeersbesluit in werking treden wanneer - onder meer - wordt voldaan aan de voorwaarde dat de openstelling van de busbaan voor ander gemotoriseerd verkeer heeft plaatsgevonden. Gelet hierop is geborgd dat de weg niet al wordt opengesteld voor het overige verkeer terwijl daar 50 km/uur kan worden gereden met als gevolg dat er zich in het licht van de Wet geluidhinder (hierna: Wgh) te hoge geluidniveaus voordoen op de gevels van woningen. Door het verkeersbesluit is sprake van de situatie in artikel 74, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wgh, en is de toepasselijkheid van de Wgh op de weg uitgesloten.

Voor zover de Buurtgroep heeft aangevoerd dat met het verkeersbesluit onvoldoende is geborgd dat op de open te stellen busbaan daadwerkelijk maximaal 30 km/uur zal worden gereden, kan zij daarin niet worden gevolgd. In dat verband stelt de Afdeling voorop dat zij niet bevoegd is in het kader van deze procedure de rechtmatigheid te beoordelen van het verkeersbesluit van het college. Voor zover de Buurtgroep in haar zienswijze tegen de herstelactie van de raad opkomt tegen dat verkeersbesluit als zodanig, heeft de Afdeling deze dan ook doorgestuurd naar het college ter behandeling als bezwaar. Om die reden kan in deze procedure ook niet ten volle worden beoordeeld of is voorzien in voldoende ondersteunende maatregelen om te bewerkstelligen dat op het weggedeelte feitelijk niet harder dan 30 km/uur zal worden gereden. Dit neemt niet weg dat er geen aanleiding is om op voorhand te veronderstellen dat met de nu voorziene inrichting van de open te stellen busbaan en de maatregelen die verder in het verkeersbesluit zijn vervat, die maximumsnelheid niet kan worden afgedwongen. De proef in het verleden waar de Buurtgroep op heeft gewezen is niet te beschouwen als een situatie die gelijkgesteld kan worden met de voorliggende situatie. Tijdens die proef werd de busbaan weliswaar opengesteld voor overig verkeer, maar zonder dat ook de inrichting van de busbaan werd gewijzigd. De inrichting van de open te stellen busbaan wordt nu wel aangepast. Zo wordt een rotonde aangelegd waarop voetgangers en fietsers voorrang krijgen en in alle richtingen kunnen oversteken. Verder voorziet het verkeersbesluit erin dat een voorrangsregeling wordt ingesteld ten gunste van (brom-)fietsers bij meerdere kruisingen met de open te stellen busbaan en dat ook meerdere voetgangersoversteekplaatsen met zebramarkering over de weg worden gerealiseerd.

Indien alsnog harder wordt gereden dan de maximumsnelheid ter plaatse is dat - zoals in de tussenuitspraak ook al is overwogen - verder een kwestie van handhaving die in de procedure tegen een bestemmingsplan niet aan de orde kan komen.

Het betoog slaagt niet.

Conclusie

6.       Het beroep is gegrond. Het besluit van 8 juli 2021 dient te worden vernietigd. Gelet op wat hiervoor is overwogen onder 5, ziet de Afdeling aanleiding om de rechtsgevolgen van dat besluit in stand te laten.

7.       De raad moet de proceskosten vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verklaart het beroep gegrond;

II.       vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Diemen van8 juli 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Verkeersstructuur Diemen Zuid";

III.      bepaalt dat de rechtsgevolgen van dat besluit in stand blijven;

IV.      veroordeelt de raad van de gemeente Diemen tot vergoeding van bij de Buurtgroep VerkeerDdoorDiemenZuid in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 2.092,50, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

V.       gelast dat de raad van de gemeente Diemen aan de Buurtgroep VerkeerDdoorDiemenZuid het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 178,00 vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. R. Uylenburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C. Sparreboom, griffier.

w.g. Uylenburg
lid van de enkelvoudige kamer

w.g. Sparreboom
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 26 april 2023

195-970