Uitspraak 202207407/2/R3


Volledige tekst

202207407/2/R3.
Datum uitspraak: 18 april 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

1.       Hordijk ESP Verpakkingen en Isolatieproducten B.V. en Hordijk Beheer B.V. (hierna tezamen en in enkelvoud: Hordijk B.V.), gevestigd te Delft

2.       Lijm & Cultuur B.V. en anderen, gevestigd te Delft,

verzoekers,

en

de raad van de gemeente Delft,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 18 oktober 2022 heeft de raad het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte "Schieoevers Noord (Kabeldistrict en Nieuwe Haven)" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben onder meer Hordijk B.V. en Lijm & Cultuur B.V. en anderen beroep ingesteld.

Hordijk B.V. en Lijm & Cultuur B.V. en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

Kabeldistrict Beheer B.V. en Kabeldistrict C.V. hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 28 maart 2023, waar Hordijk B.V. vertegenwoordigd door mr. R.M. Königel, advocaat te Ettenleur, [gemachtigden], Lijm & Cultuur B.V. en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigden], bijgestaan door mr. L. van Schie-Kooman, advocaat te Delft, en de raad, vertegenwoordigd door mr. R. Benhadi, advocaat te Nijmegen, R. Bruinsma, ir. G.P. van Beers, mr. W.C.M. Niekus, ir. B.A. Wilmink, ir. A.B. Van Liefland en drs. ing. B.E.A. Muijzer-van Osch, zijn verschenen. Verder zijn ter zitting Kabeldistrict Beheer B.V. en Kabeldistrict C.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. A. de Snoo en mr. D.A.E. Rietveld, advocaten te Amsterdam, AM B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. M.J.E. Boudesteijn, advocaat te Rotterdam, en D.S.R.V. Laga, vertegenwoordigd door [gemachtigden], verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

2.       Het voorliggende plan is een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte op basis van artikel 2.4 van de Crisis- en herstelwet (hierna: de Chw), gelezen in verbinding met artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (hierna: het Buchw). Dit betekent onder meer dat in het plan regels kunnen worden gesteld waarvan de uitleg bij de uitoefening van een bij die regels aan te geven bevoegdheid afhankelijk worden gesteld van beleidsregels, en dat in het plan gebiedsgerichte milieuregels kunnen worden opgenomen.

3.       Het plan voorziet in de gedeeltelijke transformatie van het bedrijventerrein Schieoevers Noord naar een gemengd gebied met werken, wonen, stedelijke voorzieningen en recreatie. Het plan is onderdeel van het Ontwikkelplan Schieoevers Noord dat uitgaat van in totaal 6.500 woningen en de toevoeging van 2.000 arbeidsplaatsen in Schieoevers Noord. Dit plan voorziet in de herontwikkeling van twee deelgebieden binnen Schieoevers Noord; ‘Kabeldistrict’, met in totaal 3.500 nieuwe woningen in combinatie met innovatieve bedrijvigheid en voorzieningen voor nieuwe arbeidsplaatsen, en ‘Nieuwe Haven’, met in totaal 343 nieuwe woningen in combinatie met voorzieningen en nieuwe arbeidsplaatsen.

4.       Met het plan wordt de bestaande geluidzone van het industrieterrein Schieoevers Noord (en Zuid) gewijzigd. Deze geluidzone komt binnen Schieoevers Noord grotendeels te vervallen met uitzondering van de zone rondom de inrichting Dyckerhoff Basal. Dit is nodig omdat binnen de contouren van de voormalige geluidzone nieuwe woningen zijn voorzien. Onderdeel van het plan is verder een besluit hogere waarden, waarmee wordt afgeweken van de voorkeursgrenswaarden van de Wet geluidhinder voor industrielawaai, wegverkeerslawaai en spoorweglawaai ten behoeve van een deel van de toekomstige in het plangebied voorziene woningen.

5.       Hordijk B.V. exploiteert aan de Rotterdamseweg 248-254 een bedrijf gespecialiseerd in de productie van kunststof verpakkingen, verpakkingsmiddelen en isolatieproducten. Zij vreest voor een inperking van haar bedrijfsmogelijkheden als gevolg van de in het plan neergelegde geluidregels. Lijm & Cultuur en anderen zijn gevestigd aan de Rotterdamseweg 270 en 272, waar zij respectievelijk een lichtbedrijf en een evenementenbedrijf exploiteren, dat zich toelegt op het ter plaatse faciliteren en organiseren van evenementen, congressen, voorstellingen en vergaderingen. Lijm & Cultuur en anderen vrezen als gevolg van het plan in het bijzonder voor de inwerkingtreding van een nieuw akoestisch regime, met als gevolg dat zij in hun bedrijfsvoering worden beperkt.

6.       In het navolgende zal de voorzieningenrechter afzonderlijk ingaan op de verzoeken van Hordijk B.V. en Lijm & Cultuur B.V. en anderen. Hierna zal de voorzieningenrechter een belangenafweging maken, en bezien of er aanleiding bestaat tot schorsing van het bestreden bestemmingsplan.

Het verzoek van Hordijk B.V.

Spoedeisend belang

7.       De voorzieningenrechter constateert dat het verzoek van Hordijk B.V. zich in hoofdzaak richt op de gevolgen van de geplande deelontwikkeling ‘Nieuwe Haven’ voor haar bedrijfsvoering. De voorzieningenrechter stelt in dit verband vast dat het plan ten noorden van het bedrijfsperceel van Hordijk B.V. binnen de bestemming "Gemengd - Nieuwe Haven" voorziet in de mogelijkheid om 343 nieuwe woningen te realiseren. Deze woningen zullen worden gerealiseerd door AM B.V. Desgevraagd heeft AM B.V. op de zitting de verwachting uitgesproken in beginsel nog niet te zullen overgaan tot het doen van een aanvraag om omgevingsvergunning voor de bouw van woningen op het door haar te ontwikkelen plandeel voordat is beslist op de beroepen in de bodemprocedure. AM B.V. heeft hierbij aangegeven dat eerst nog diverse voorbereidende werkzaamheden moeten worden verricht binnen het plangebied en afspraken moeten worden gemaakt met betrokkenen, voordat aanvragen om omgevingsvergunning kunnen worden gedaan. Gelet hierop bestaat niet de verwachting dat er op korte termijn al woningen zullen worden gebouwd nabij het bedrijf van Hordijk B.V. In zoverre bestaat voor Hordijk B.V. nu geen spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening.

8.       De voorzieningenrechter constateert dat het betoog van Hordijk B.V. er echter mede toe strekt te voorkomen dat het enkele inwerkingtreden van het voorliggende bestemmingsplan met verbrede reikwijdte al tot gevolg heeft dat onomkeerbare gevolgen optreden. Al vanaf dat moment zullen immers nieuwe geluidregels van toepassing worden op de bestaande inrichting. Hordijk B.V. stelt als gevolg hiervan te worden beperkt in haar bestaande bedrijfsvoering. In dit licht gaat de voorzieningenrechter er vanuit dat in zoverre spoedeisend belang bestaat bij de gevraagde voorziening.

De gevolgen van de inwerkingtreding van het plan voor Hordijk B.V.

9.       Hordijk B.V. betoogt dat de inwerkingtreding van het plan voor haar tot onomkeerbare gevolgen zal leiden, omdat zij vanaf dat moment moet voldoen aan de in het plan opgenomen geluidregels. Hordijk B.V. stelt niet aan deze regels te kunnen voldoen, omdat bij het vaststellen van de geluidruimte is uitgegaan van onjuiste uitgangspunten. Volgens Hordijk B.V. had bij het vaststellen van de geluidruimte moeten worden uitgegaan van de bestaande, actuele bedrijfssituatie, en niet van alleen de legale bedrijfssituatie. Daarnaast betoogt Hordijk B.V. dat haar geluidruimte niet correct in beeld is gebracht omdat in het onderzoek dat aan het plan ten grondslag is gelegd, ten onrechte een reductie van 5 dB is toegepast, vanwege te treffen aanpassingen aan de bestaande koeltorens. Hordijk B.V. is niet voornemens om deze aanpassingen uit te voeren, nog daargelaten of deze aanpassingen daadwerkelijk de benodigde reductie zullen opleveren. Ten slotte wijst Hordijk B.V. erop dat het college van burgemeester en wethouders haar bij brief van 23 december 2022 kenbaar heeft gemaakt voornemens te zijn een last onder dwangsom op te leggen vanwege milieu-gerelateerde overtredingen. Hordijk B.V. vreest in dit licht voor toekomstige handhavingsacties, wanneer het voorliggende bestemmingsplan inwerking treedt.

9.1.    Ingevolge het plan zijn aan het perceel van Hordijk B.V. de aanduidingen "specifieke vorm van bedrijf - hordijk", "geluidzone - bedrijven", "overige zone - bedrijven" en "overige zone - herziening bestemmingsplan Schieoevers Noord" toegekend. Nabij het perceel van Hordijk B.V. voorziet het bestemmingsplan in de deelontwikkeling Nieuwe Haven. Hiertoe is de bestemming "Gemengd - Nieuwe Haven" toegekend aan de gronden ten noorden van het bedrijfsperceel van Hordijk B.V. Op deze gronden zijn ingevolge het bepaalde in artikel 52, onder e, van de planregels ten hoogste 343 woningen toegestaan.

9.2.    De voorzieningenrechter begrijpt de systematiek van het plan aldus dat de bestaande geluidzone rondom het industrieterrein Schieoevers Noord zal worden gewijzigd met toepassing van artikel 41 van de Wgh, met dien verstande dat die zone op het noordelijk deel van het industrieterrein, afgezien van de zone bij de inrichting Dyckerhoff Basal, wordt opgeheven. Hiertoe is aan een deel van de gronden in het plangebied de aanduiding "geluidzone - industrie vervallen" toegekend. In artikel 22.1, gelezen in samenhang met artikel 22.2 van de planregels is bepaald dat het vigerende bestemmingsplan "Schieoevers Noord", dat door de raad bij besluit van 28 maart 2013 is vastgesteld, ter plaatse van deze aanduiding zodanig wordt herzien dat de aanduiding "geluidzone - industrie 1" wordt geschrapt. Voor het overige blijven de ingevolge dat bestemmingsplan aan de bedrijfspercelen toegekende bestemmingen onverkort van toepassing.

In paragraaf 4.2.4 van de plantoelichting is over deze systematiek opgemerkt dat, nu de geluidzonering van het industrieterrein niet langer de geluidruimte van bedrijven reguleert, deze ruimte voor bedrijven afzonderlijk moet worden geregeld. Voor de bestaande bedrijven die niet meer op het geluidgezoneerde industrieterrein liggen is daarom een maatwerkregeling getroffen, op grond waarvan geluidruimte is toegekend aan de afzonderlijke, binnen het plangebied gevestigde bedrijven. Hiertoe zijn in het plan gebiedsgerichte milieuregels opgenomen als bedoeld in artikel 7c, twaalfde lid, van het Buchw. Deze regels strekken ertoe de gebruiksruimte van de in het plangebied gevestigde bedrijven te beschermen. Anderzijds is het doel ook een aanvaardbaar woon- en leefklimaat te bereiken ter plaatse van de in het plangebied voorziene woningen. Hordijk B.V. heeft niet betwist dat het op zichzelf mogelijk is om in een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte dergelijke regels op te nemen.

9.3.    In artikel 25.2, onder a, van de planregels is bepaald dat bestaande inrichtingen zoals bedoeld in artikel 2.17 van de planregels die zijn gelegen binnen de aanduiding "overige zone - bedrijven", buiten de aanduiding "geluidzone - bedrijven" moeten voldoen aan de etmaalwaarde van 50 dB(A). Voor Hordijk B.V. geldt ingevolge artikel 25.2, onder b, van de planregels in aanvulling op het bepaalde onder a voor de bestaande inrichting ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - Hordijk" dat de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus op de bouwvlakgrens van Nieuwe Haven, voor zover de gronden zijn bestemd voor geluidgevoelige gebouwen, niet hoger mogen zijn dan de daar genoemde waardes voor de dag-, avond- en nachtperiode.

9.4.    De voorzieningenrechter stelt vast dat de raad, gelet op het bepaalde in artikel 25.2, gelezen in samenhang met artikel 2.17 van de planregels, geluidregels in het plan heeft vastgelegd die zien op de bestaande, legale bedrijfssituatie. Desgevraagd heeft de raad dit op de zitting ook bevestigd. Overschrijdingen van de geluidnormen ter plaatse van bestaande woningen zijn weliswaar onderzocht in het kader van het onderzoek naar de representatieve bedrijfssituatie, maar zijn niet verdisconteerd in de geluidruimte die aan Hordijk B.V. is toebedeeld. Wel is bij de vaststelling van de geluidregels ook rekening gehouden met de door Hordijk B.V. kenbaar gemaakte uitbreidingsplannen. Blijkens de deelnotitie "Resultaten nulmeting/RBS bedrijven Schieoevers-Noord" van Royal HaskonigDHV van 3 november 2021 (hierna: het RBS-onderzoek), waarin de bedrijfssituatie van Hordijk B.V. is onderzocht, is bij de berekeningen uitgegaan van een uitbreiding van de etmaalproductie met 30%, uitgaande van een toename van de productie in de nacht van 1,5 naar 6,5 uur. Deze uitbreidingsruimte is blijkens hetgeen daarover is toegelicht in de plantoelichting, verdisconteerd in de geluidregels die van toepassing zijn op Hordijk B.V. Dat de raad ervoor heeft gekozen om bij het bepalen van de geluidregels uit te gaan van de bestaande, legale bedrijfssituatie, heeft hij in dit licht niet onaanvaardbaar hoeven achten. Daarbij betrekt de voorzieningenrechter tevens dat de maatwerkregeling voor Hordijk B.V. niet alleen is gebaseerd op de aldus in beeld gebrachte bestaande bedrijfsactiviteiten, maar ook op ontwikkelruimte met het oog op door Hordijk voorziene verwachtingen over toekomstige groei van de productie. De voorzieningenrechter ziet in zoverre dan ook geen aanknopingspunt voor de conclusie dat de enkele vaststelling van het plan tot beperkingen zal leiden voor de bestaande, legale bedrijfssituatie van Hordijk B.V.

9.5.    Over het betoog dat in het aan de vaststelling van de geluidruimte ten grondslag gelegde onderzoek is uitgegaan van onjuiste uitgangspunten, overweegt de voorzieningenrechter dat in het kader van de voorbereiding van het plan nader onderzoek is gedaan naar de gewijzigde bedrijfssituatie van Hordijk B.V in 2018. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in de notitie "Geluidsreductie Hordijk in verband met bouwplan Nieuwe Haven te Delft" van Royal HaskonigDHV van 19 augustus 2021 (hierna: de aanvullende notitie). In deze notitie wordt ook ingegaan op de maatregelen die nodig zijn om het bedrijf van Hordijk B.V. te kunnen laten voldoen aan de in het plan opgenomen geluidregels. In de aanvullende notitie wordt hiertoe onder meer de aanbeveling gedaan om te kijken naar de geluidbelasting van de bestaande koeltorens die aanwezig zijn bij Hordijk B.V. In het daarop volgende akoestische onderzoek van Aveco de Bondt "Onderzoeken ontwikkeling Nieuwe Haven Delft" van 14 juli 2022 is onderbouwd dat door Hordijk B.V. kan worden voldaan aan de voorgestelde langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus, mits rekening wordt gehouden met het vernieuwen van de koeltorens.

9.6.    Hordijk B.V. betwist dat kan worden voldaan aan de voorgestelde, in de planregels neergelegde langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus. Hiertoe heeft zij verwezen naar de notitie "Advisering bedrijven bij transformatie industrieterrein Schieoevers te Delft; geluid in de omgeving t.g.v. Hordijk" van Peutz van 19 december 2022. In dat rapport wordt kritiek geuit op de berekende geluidwaardes, waarbij onder meer de stelling wordt ingenomen dat ten onrechte een forfaitaire reductie van 5 dB is toegepast vanwege het vernieuwen van de koeltorens. Deze maatregel wenst Hordijk B.V. niet uit te voeren, nog daargelaten of hiermee wel de benodigde reductie kan worden bereikt. Met het onderzoek van Aveco de Bondt van 14 juli is volgens Hordijk B.V. onvoldoende onderbouwd dat in de plansituatie kan worden voldaan aan de vastgestelde geluidregels.

9.7.    Naar het oordeel van de voorzieningenrechter bestaat op voorhand onvoldoende reden om aan te nemen dat bij het bepalen van de geluidruimte van Hordijk B.V. ten onrechte is uitgegaan van een forfaitaire reductie van 5 dB, vanwege het vernieuwen van de koeltorens. Uit de aanvullende notitie van Royal HaskonigDHV volgt dat deze maatregel noodzakelijk is om in de avondperiode tot een aanvaardbare geluidsituatie te komen bij de toekomstige woningen in Nieuwe Haven. Daarnaast volgt uit deze notitie dat deze maatregel ook technisch haalbaar is, hetgeen door de geluidsdeskundige van de raad op de zitting is bevestigd. Verder volgt uit de nota van beantwoording zienswijzen dat de vereiste aanpassingen die moeten worden gedaan aan de bestaande koeltorens voor rekening van de projectontwikkelaar zullen komen. Op de zitting is bevestigd dat hierover reeds een aanbod is gedaan aan Hordijk B.V. Daarnaast merkt de voorzieningenrechter op dat Hordijk B.V. niet heeft geconcretiseerd waarom met aanpassingen aan de bestaande koeltorens niet de gewenste reductie kan worden bereikt. Gelet hierop acht de voorzieningenrechter het op voorhand niet onredelijk dat bij het bepalen van de geluidruimte is uitgegaan van een reductie van 5 dB vanwege aanpassingen aan de bestaande koeltorens.

Voor zover Hordijk B.V. heeft gewezen op het voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom, dat het college van burgemeester en wethouders bij brief van 23 december 2022 kenbaar heeft gemaakt, is de voorzieningenrechter van oordeel dat deze enkele omstandigheid onvoldoende aanknopingspunten biedt voor de conclusie dat de inwerkingtreding van het plan tot onomkeerbare gevolgen leidt. Hierbij betrekt de voorzieningenrechter dat het door het college op 23 december 2022 kenbaar gemaakte voornemen om over te gaan tot handhavend optreden uitsluitend ziet op veronderstelde overtredingen van bepalingen in het Activiteitenbesluit en de Regeling milieubeheer die niet van doen hebben met de regulering van geluid.

9.8.    Op basis van het vorenstaande komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat er op voorhand geen reden bestaat om aan te nemen dat de enkele inwerkingtreding van het bestemmingsplan tot gevolg heeft dat Hordijk B.V. zal worden beperkt in haar bestaande bedrijfsvoering. Om die reden ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om het verzoek toe te wijzen.

Het verzoek van Lijm & Cultuur B.V. en anderen

Spoedeisend belang

10.     De voorzieningenrechter constateert dat het verzoek van Lijm & Cultuur B.V. en anderen zich in hoofdzaak richt op de gevolgen van de geplande deelontwikkeling ‘Kabeldistrict’ voor hun bedrijfsvoering. De voorzieningenrechter stelt in dit verband vast dat het plan op enige afstand ten oosten van de percelen van Lijm & Cultuur B.V. en anderen voorziet in de mogelijkheid om 3.500 nieuwe woningen te realiseren. Deze woningen zullen worden gerealiseerd door Kabeldistrict Beheer B.V. en Kabeldistrict C.V. Kabeldistrict Beheer B.V. en Kabeldistrict C.V hebben bij brief van 20 maart 2023 aangegeven dat zij de komende maanden geen activiteiten zullen ontplooien binnen het plangebied waarvoor omgevingsvergunningen op grond van het voorliggende plan benodigd zijn. Gezien de voorbereidende werkzaamheden die nog moeten worden verricht, zullen zij ook niet eerder dan september 2023 overgaan tot het doen van aanvragen om omgevingsvergunning. In dit licht bestaat er nu geen spoedeisend belang voor Lijm & Cultuur B.V. en anderen bij de gevraagde voorziening.

11.     De voorzieningenrechter constateert dat het betoog van Lijm & Cultuur B.V. en anderen er echter mede toe strekt te voorkomen dat de enkele inwerkingtreding van het plan al tot gevolg heeft dat voor Lijm en Cultuur en anderen onomkeerbare gevolgen optreden. Al vanaf dat moment zullen immers nieuwe geluidregels van toepassing  worden op de bestaande inrichting. Lijm & Cultuur B.V. en anderen vrezen hierdoor te worden beperkt in hun bestaande bedrijfsvoering. In dit licht gaat de voorzieningenrechter er vanuit dat in zoverre spoedeisend belang bestaat bij de gevraagde voorziening.

De gevolgen van de inwerkingtreding van het plan voor Lijm & Cultuur B.V. en anderen

12.     Lijm & Cultuur B.V. en anderen vrezen als gevolg van het plan te worden beperkt in hun bestaande bedrijfsvoering. Aan de in het plan opgenomen geluidnormen ligt volgens hen onvoldoende zorgvuldig onderzoek ten grondslag, en de vaststelling daarin van de bestaande, actuele bedrijfssituatie is gebaseerd op onjuiste uitgangspunten. Gelet hierop is volgens Lijm & Cultuur en anderen niet aangetoond dat de nabij hun bedrijfspercelen geplande woningen geen belemmeringen vormen voor hun bestaande bedrijfsvoering.

12.1.  Ook voor Lijm & Cultuur B.V. en anderen zijn in het plan gebiedsgerichte milieuregels opgenomen, als bedoeld in artikel 7c, twaalfde lid, van het Buchw. Deze regels strekken ertoe de gebruiksruimte van de in het plangebied gevestigde bedrijven te beschermen. Anderzijds is het doel ook een aanvaardbaar woon- en leefklimaat te bereiken ter plaatse van de in het plangebied voorziene gevoelige functies, zoals woningen. Lijm & Cultuur en anderen hebben niet betwist dat het op zichzelf mogelijk is om in een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte dergelijke regels op te nemen.

12.2.  Ingevolge het plan zijn aan de percelen van Lijm & Cultuur en anderen de aanduidingen "geluidzone - bedrijven", "geluidzone - industrie Basal", "overige zone - bedrijven Lijm en Cultuur" en "overige zone - herziening bestemmingsplan Schieoevers Noord" toegekend. Nabij de percelen maakt het plan de deelontwikkeling ‘Kabeldistrict’ mogelijk. Hiertoe zijn aan de gronden ten oosten van de percelen van Lijm & Cultuur en anderen, aan de overzijde van de Delftse Schie, de bestemmingen  "Gemengd - Kabeldistrict 1" en "Gemengd - Kabeldistrict 2" toegekend.

12.3.  In artikel 29.2 van de planregels zijn voor de bestaande inrichting van Lijm & Cultuur, voor zover deze is gelegen binnen de aanduiding "overige zone - bedrijven Lijm & Cultuur", geluidregels opgenomen voor zover het betreft de toegestane geluidbelasting op de gevel van bestaande geluidgevoelige functies en objecten als ook voor de toegestane geluidbelasting op de grens van de bestemming "Gemengd - Kabeldistrict-2".  Verder zijn daarin regels opgenomen over de toegestane geluidbelasting op een afstand van 50 m ten noorden en ten zuiden van de als "overige zone- bedrijven Lijm & Cultuur" aangeduide gronden, en zijn afwijkende geluidregels opgenomen voor festiviteiten tot maximaal 12 dagen per jaar.

12.4.  De voorzieningenrechter overweegt dat in het plan voor Lijm & Cultuur en anderen een specifieke regeling is opgenomen voor geluid. Dat is gedaan omdat de activiteiten en evenementen bij Lijm & Cultuur en anderen een wisselend karakter hebben en minder goed voorspelbaar zijn dan dit bij de andere in het plangebied gevestigde bedrijven het geval is. In die specifieke regeling is bepaald dat op de grens van de bestemming "Gemengd - Kabeldistrict 2" het geluidniveau niet hoger mag zijn dan 60 dB(A), inclusief 10 dB muziektoeslag. In de andere windrichtingen geldt dat de 50 dB(A) contour is gelegen op 50 m van de inrichtingsgrens. Aan de oostzijde vormen de bestaande woningen de begrenzing van de geluidbelasting. Deze mag maximaal 55 dB(A), inclusief muziekbelasting, zijn, conform het bepaalde in het Activiteitenbesluit milieubeheer. De afstand tot deelontwikkeling ‘Nieuwe Haven’ is volgens de raad voldoende groot om daar geen specifieke regels voor op te nemen. In artikel 23.2 van de regels van het plan is verder bepaald dat de regels van het bestemmingsplan "Schieoevers Noord" zodanig worden gewijzigd dat daarin het begrip "evenementen" wordt gewijzigd naar "festiviteiten. Hiermee is aangesloten bij het begrip "festiviteiten", zoals dat ook is opgenomen in artikel 2.21, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Hierover staat in de plantoelichting dat bij inrichtingen in het algemeen wordt gesproken over "festiviteiten" en niet over "evenementen", omdat deze activiteiten meestal niet in de openbare ruimte plaatsvinden. Bij Lijm & Cultuur en anderen is dat ook het geval. Een festiviteit vindt in de visie van de raad altijd plaats binnen de inrichtingsgrens en moet voldoen aan de op de inrichting betrekking hebbende regels. Met het opnemen van dit begrip in de planregels heeft de raad beoogd om te regels over "festiviteiten" onder te brengen in de regels van het nieuwe plan over de incidentele bedrijfssituatie (IBS). Op basis hiervan is het, gelet op het bepaalde in artikel 29.2, aanhef en onder e, van de planregels mogelijk om op maximaal 12 dagen per jaar van de geldende geluidregels af te wijken.

12.5.  Lijm & Cultuur B.V. en anderen kunnen zich niet verenigen met de wijziging van het bestemmingsplan "Schieoevers Noord", voor zover daarmee het begrip "evenementen" is gewijzigd in "festiviteiten". Zij vrezen hierdoor te worden beperkt in hun bedrijfsvoering, doordat hun inrichting hiermee onder de werking van het Activiteitenbesluit en de Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft (hierna: de APV) wordt gebracht. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter bestaat hierin echter geen aanleiding om over te gaan tot schorsing van het voorliggende plan. Met het plan wordt weliswaar aangesloten bij het begrip "festiviteiten", zoals dat ook is opgenomen in het Activiteitenbesluit en de APV, maar de enkele vaststelling van het plan heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet tot gevolg dat Lijm & Cultuur B.V. en anderen onder de werking van die regelingen wordt gebracht. Lijm & Cultuur B.V. en anderen moeten los van de vaststelling van dit bestemmingsplan aan deze regels voldoen. Hierbij wijst de voorzieningenrechter erop dat in de huidige situatie al moet worden voldaan aan artikel 2.17, tweede lid, van het Activiteitenbesluit, waarin is bepaald dat op een afstand van 50 m van de inrichting moet worden voldaan aan de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus als bedoeld in tabel 2.17a van het Activiteitenbesluit. Ook moeten Lijm & Cultuur B.V. en anderen in de bestaande situatie al voldoen aan de regels uit de APV over het houden van festiviteiten. Met de vaststelling van het plan is in zoverre dan ook geen beperking aangebracht in de geluidruimte van Lijm & Cultuur en anderen ten opzichte van de bestaande, actuele situatie. Ook voor het overige ziet de voorzieningenrechter in hetgeen Lijm & Cultuur B.V. en anderen daarover naar voren hebben gebracht geen aanknopingspunten voor de conclusie dat de enkele inwerkingtreding van het plan tot een inperking leidt van de bestaande bedrijfsvoering. In de vastgestelde geluidregels zijn de bestaande bedrijfsactiviteiten van Lijm & Cultuur B.V. verdisconteerd. Hierbij is wat de toekomstige woningen betreft, afgeweken van de geluidgrenswaarde uit het Activiteitenbesluit en is een hogere etmaalwaarde toegestaan van 60 dB (A) (inclusief toeslag voor muziekgeluid). Daarnaast geldt voor de bestaande woningen een verhoging van de toegestane geluidruimte door op die woningen een geluidnorm van 55 dB (A) vast te stellen. Hiermee is, mede gezien de ruimte die het Activiteitenbesluit en de APV bieden om van de geluidregels af te wijken, naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende rekening gehouden met de bestaande bedrijfssituatie van Lijm & Cultuur B.V. en anderen. De voorzieningenrechter merkt daarbij op dat bij het inventariseren en in de geluidregels verdisconteren van de actuele bedrijfsactiviteiten van Lijm & Cultuur B.V. ook in enige mate rekening is gehouden met festiviteiten die worden gehouden op het buitenterrein. Het gaat daarbij om activiteiten die behoren tot de zogenoemde afwijkende bedrijfssituatie. De voorzieningenrechter ziet gelet op het voorgaande geen aanleiding om over te gaan tot het treffen van een voorlopige voorziening.

Belangenafweging

13.     In de overwegingen hiervoor heeft de voorzieningenrechter beoordeeld in hoeverre er onomkeerbare gevolgen kunnen optreden voor de bedrijfsvoering van Hordijk B.V. en Lijm & Cultuur B.V. en anderen wanneer het bestemmingsplan in werking treedt. In het plan zijn gebiedsgerichte milieuregels opgenomen, waarin de gebruiksruimte van Hordijk B.V. en Lijm & Cultuur B.V. en anderen is vastgelegd. Op voorhand ziet de voorzieningenrechter in hetgeen Hordijk B.V. en Lijm & Cultuur B.V. en anderen daarover hebben aangevoerd onvoldoende aanknopingspunten voor de conclusie dat zij door het enkele inwerkingtreden van dit plan zullen worden beperkt in hun bestaande bedrijfsvoering. In zoverre ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding de verzoeken toe te wijzen. Een weging van de bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan betrokken belangen leidt de voorzieningenrechter niet tot een andere conclusie. Met het voorliggende plan worden de algemene belangen die gemoeid zijn met de   gebiedstransformatie van Schieoevers Noord in het bijzonder maar niet uitsluitend die van woningbouw, gediend. Hiertegenover staan de belangen van Hordijk B.V. en Lijm & Cultuur B.V. en anderen om gevrijwaard te blijven van een inperking van hun bedrijfsmogelijkheden en niet te worden beknot in hun uitbreidingsmogelijkheden. De voorzieningenrechter is van oordeel dat met de gerechtvaardigde belangen van Hordijk B.V. en Lijm & Cultuur B.V. bij tenminste behoud van hun bestaande legale bedrijfsactiviteiten en ook ruimte voor reële toekomstige ontwikkelmogelijkheden, in het plan voldoende rekening is gehouden.

Conclusie

14.     Gelet op het vorenstaande dienen de verzoeken te worden afgewezen.

15.     De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst de verzoeken af.

Aldus vastgesteld door mr. E. Helder, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. W. Sommer, griffier.

w.g. Helder
voorzieningenrechter

w.g. Sommer
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 18 april 2023

901

BIJLAGE

Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet

Artikel 7c

1. In aanvulling op artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening kunnen in het bestemmingsplan ook regels worden gesteld, die strekken ten behoeve van het:

a. bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, en

b. doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke functies.

2. In afwijking van artikel 3.1, tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt de bestemming van gronden, met inbegrip van de met het oog daarop gestelde regels, binnen een periode van twintig jaar opnieuw vastgesteld. Artikel 3.1, derde tot en met vijfde lid, van de Wet ruimtelijke ordening is niet van toepassing.

[…]

6. In het bestemmingsplan kunnen tevens regels worden gesteld waarvan de uitleg bij de uitoefening van een bij die regels aan te geven bevoegdheid afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels. Daarbij kan worden bepaald dat de beleidsregels worden vastgesteld door de raad of door burgemeester en wethouders.

[…]

12. Artikel 8.42b van de Wet milieubeheer en artikel 2.19 van het Activiteitenbesluit milieubeheer zijn op het bestemmingsplan van overeenkomstige toepassing.

13. De raad kan de bevoegdheid tot het vaststellen van delen van het bestemmingsplan delegeren aan burgemeester en wethouders.

14. In aanvulling op artikel 3.6, eerste lid, onder c, van de Wet ruimtelijke ordening kan bij het bestemmingsplan worden bepaald dat het met het oog op de regels bedoeld in het eerste lid verboden is zonder omgevingsvergunning, gronden of bouwwerken te gebruiken voor een daarbij aangegeven activiteit, als de activiteit niet in strijd is met het bestemmingsplan. Voor toepassing van deze bepaling in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt deze vergunning aangemerkt als een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van die wet. De vergunning wordt verleend als wordt voldaan aan de daartoe in het bestemmingsplan gestelde voorwaarden.

17. Dit artikel is van toepassing op de volgende plangebieden:

[…]

bbbb. Schieoevers Noord, gemeente Delft, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 128;

Wet milieubeheer

Artikel 42b

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 8.40 kan met betrekking tot daarbij aangegeven onderwerpen worden bepaald dat bij provinciale of gemeentelijke verordening gestelde regels omtrent die onderwerpen van de bij of krachtens de maatregel gestelde regels kunnen afwijken, in welke mate kan worden afgeweken en kan worden bepaald dat slechts kan worden afgeweken in daarbij aangegeven categorieën van gevallen.

2. Op het stellen van provinciale of gemeentelijke regels als bedoeld in het eerste lid, is artikel 8.40, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing.

De planregels van het bestemmingsplan "Schieoevers Noord (Kabeldistrict en Nieuwe Haven)"

Artikel 2.48 (Festiviteit)

een activiteit binnen een inrichting dat een collectieve of incidentele festiviteit is in de zin van de APV of artikel 2.21 van het Activiteitenbesluit.

Artikel 7.1

De voor 'Gemengd - Nieuwe Haven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. wonen;

b. bedrijven;

c. horeca;

d. maatschappelijke voorzieningen, waaronder zorg en educatie;

e. dienstverlening;

f. extensief recreatief medegebruik

g. verkeer;

h. duurzame energiewinning;

i. terrassen;

j. evenementen en festiviteiten;

ter plaatse van de aanduiding:

'maatschappelijk' uitsluitend voor een studentensportvereniging met bijbehorende voorzieningen;

Artikel 22.1

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie vervallen' worden de vigerende bestemmingsplannen gedeeltelijk herzien als vastgelegd in de overige leden van dit artikel (leden 22.2 tot en met 22.14).

Artikel 22.2

Het bestemmingsplan 'Schieoevers Noord' met planidentificatienummer NL.IMRO.0503.BP0016-2001 wordt als volgt herzien:

a. de aanduiding 'geluidzone - industrie 1' op de bij dat bestemmingsplan behorende verbeelding vervalt;

b. artikel 23.1 van de planregels wordt geschrapt;

met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Schieoevers Noord' - zoals hierboven aangehaald - en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding, met inachtneming van het bepaalde in artikel 23 en artikel 40 voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.

Artikel 25.1

a. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - bedrijven' gelden de in dit artikel opgenomen regels.

b. Voor zover de aanduiding 'overige zone - bedrijven' is gelegen op gronden die niet voorzien zijn van de enkelbestemming 'Bedrijf', 'Gemengd - Kabeldistrict 1', 'Gemengd - Kabeldistrict 2', 'Gemengd - Nieuwe Haven', 'Groen', 'Verkeer' of 'Water', zoals opgenomen in Hoofdstuk 2 van de planregels van dit bestemmingsplan, gelden de planregels van dit artikel aanvullend op de planregels (bestemmingen en aanduidingen) en de verbeelding, zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Schieoevers Noord' met planidentificatienummer NL.IMRO.0503.BP0016-2001, met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Schieoevers Noord' - zoals hierboven aangehaald - en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding, met inachtneming van het bepaalde in artikel 23 en artikel 40, voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.

Artikel 25.2

Bestaande inrichtingen, zoals bedoeld in lid 2.17, gelegen binnen de aanduiding 'overige zone - bedrijven' moeten voldoen aan de volgende regels:

a. de geluidbelasting bedraagt buiten de bij de bestaande inrichting behorende aanduiding 'geluidzone - bedrijven', niet meer dan 50 dB(A) etmaalwaarde;

b. in aanvulling op het bepaalde onder a geldt voor de bestaande inrichting ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - Hordijk' dat de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus op de bouwvlakgrens van Nieuwe Haven, voor zover de gronden zijn bestemd voor geluidgevoelige gebouwen, niet hoger mogen zijn dan:

50 dB(A) in de dagperiode;

50 dB(A) in de avondperiode, behoudens binnen een afstand van 10 meter van de oostelijke grens van het bouwvlak;

47 dB(A) in de avondperiode binnen een afstand van 10 meter van de oostelijke grens van het bouwvlak;

49 dB(A) in de nachtperiode;

[…]

Artikel 29.1

a. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - bedrijven Lijm & Cultuur' gelden de in dit artikel opgenomen regels.

b. Op de gronden als bedoeld in het eerste lid gelden de planregels van dit artikel aanvullend op de planregels (bestemmingen en aanduidingen) en de verbeelding, zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Schieoevers Noord' met planidentificatienummer NL.IMRO.0503.BP0016-2001, met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Schieoevers Noord' - zoals hierboven aangehaald - en de daarvan onderdeel uitmakende planregels (bestemmingen en aanduidingen) en verbeelding, met inachtneming van het bepaalde in artikel 23 en artikel 40, voor het overige ongewijzigd van toepassing blijven.

Artikel 29.2

De bestaande inrichting, zoals bedoeld in lid 2.17, gelegen binnen de aanduiding 'overige zone -

bedrijven Lijm & Cultuur' moet voldoen aan de volgende regels:

a. de toegestane geluidbelasting bedraagt in de dag- en avondperiode, op de gevel van bestaande geluidgevoelige functies en objecten, maximaal 55 dB(A) etmaalwaarde (inclusief

toeslag voor muziekgeluid), met dien verstande dat dit uitwerkt in een maximaal muziekgeluidniveau op de gevel van:

1. 45 dB(A) in de dagperiode;

2. 40 dB(A) in de avondperiode;

b. de toegestane geluidbelasting bedraagt in de dag- en avondperiode op de grens van de bestemming 'Gemengd - Kabeldistrict 2' maximaal 60 dB(A) etmaalwaarde (inclusief toeslag voor muziekgeluid), met dien verstande dat dit uitwerkt in een maximaal muziekgeluidniveau op de gevel van:

1. 50 dB(A) in de dagperiode;

2. 45 dB(A) in de avondperiode;

c. in aanvulling op het bepaalde onder a en b bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (inclusief muziektoeslag) in de nachtperiode maximaal

40 dB(A) etmaalwaarde;

d. het toegestane geluidniveau bedraagt op een afstand van 50 meter ten noorden en ten zuiden van de aanduiding 'overige zone - bedrijven Lijm & Cultuur' maximaal 50 dB(A) etmaalwaarde (exclusief toeslag voor muziekgeluid);

e. in afwijking op het bepaalde onder a, b en d geldt voor festiviteiten op maximaal 12 dagen per jaar dat het toegestane muziekgeluidniveau:

1. op de gevel van geluidgevoelige objecten en functies op de gronden aangewezen voor 'Gemengd - Kabeldistrict 1', 'Gemengd - Kabeldistrict 2' en 'Gemengd - Nieuwe Haven' 80 dB(A)

en 90 dB(C) bedraagt, met dien verstande dat na 3 aaneengesloten dagen er tenminste 5 aaneengesloten dagen geen gebruik mag worden gemaakt van deze geluidruimte;

2. op de gevel van bestaande geluidgevoelige objecten en functies buiten de gronden aangewezen voor 'Gemengd - Kabeldistrict 1', Gemengd - Kabeldistrict 2' en 'Gemengd - Nieuwe Haven' 75 dB(A) en 85 dB(C) bedraagt, met dien verstande dat na 3 aaneengesloten dagen er tenminste 5 aaneengesloten dagen geen gebruik mag worden gemaakt van deze  geluidruimte.

Artikel 52

a. Op de gronden met de bestemming 'Gemengd - Kabeldistrict 1' en de bestemming 'Gemengd - Kabeldistrict 2' bedraagt het totaal gezamenlijk brutovloeroppervlakte (m2) maximaal 356.700 m2, met dien verstande dat dit oppervlak uitsluitend geldt voor de op of boven maaiveld gelegen bebouwde gronden en ruimten.

b. In aanvulling op het bepaalde onder a geldt dat voor de functie wonen maximaal 286.700 m2 bvo mag worden gebruikt, waarbij:

1. tenminste 35.500 m2 bvo voor sociale woningen wordt gerealiseerd;

2. het aantal woningen niet meer bedraagt dan 3.500;

3. het aantal sociale woningen niet minder bedraagt dan 14% van het totaal aantal gerealiseerde woningen;

4. bij meer dan 60 woningen in een gebouw:

- moet het gebouw bestaan uit ten minste twee verschillende woningtypen;

- mag het aantal woningen van één woningtype in het gebouw niet meer dan 60% van het aantal woningen in het gebouw zijn; studentenhuisvesting is hier van uitgezonderd.

[…]

e. Op de gronden met de bestemming 'Gemengd - Nieuwe Haven' mogen maximaal 343 woningen worden gebouwd;