Uitspraak 202002545/5/R3


Volledige tekst

202002545/5/R3.
Datum uitspraak: 29 maart 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1.       Project Konneweg B.V., gevestigd te Tinte, gemeente Westvoorne, thans: Voorne aan Zee,

2.       [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B] (hierna: [appellant]), wonend te Rockanje, gemeente Voorne aan Zee,

appellanten,

en

de raad van de gemeente Voorne aan Zee,

verweerder.

Procesverloop

Bij tussenuitspraak van 23 maart 2022 heeft de Afdeling de raad opgedragen binnen 12 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 22 januari 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Omgevingsplan Buitengebied Westvoorne" te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.

Bij brief van 24 mei 2022 heeft de raad verzocht om verlenging van de hersteltermijn.

Bij beschikking van 14 juni 2022, nr. 202002545/6/R3, heeft de Afdeling de hersteltermijn verlengd tot en met 13 juli 2022.

Bij besluit van 22 juni 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Omgevingsplan Buitengebied Westvoorne" gewijzigd vastgesteld.

[appellant] heeft een zienswijze naar voren gebracht over de wijze waarop het gebrek is hersteld.

De raad heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, een nader stuk ingediend.

[appellant] heeft gereageerd op dit nadere stuk.

De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft en heeft vervolgens het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Inleiding

1.       Bij besluit van 22 januari 2020 heeft de raad het bestemmingsplan "Omgevingsplan Buitengebied Westvoorne" vastgesteld. Onder meer Project Konneweg B.V. en [appellant] hebben beroep ingesteld tegen dit besluit.

2.       In de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat de beroepen van Project Konneweg B.V. en [appellant] gebreken in het besluit van 22 januari 2020 aan het licht hebben gebracht.

Naar aanleiding van het beroep van Project Konneweg B.V. heeft de Afdeling onder 6.4 van de tussenuitspraak overwogen dat wanneer het plan via de landelijke voorziening (ruimtelijkeplannen.nl) wordt geraadpleegd, het niet duidelijk is welke regels gelden voor de caravanstalling en het tuinbouwbelevingscentrum van Project Konneweg B.V. De functieaanduidingen op de verbeelding van het plan, die zichtbaar worden als de gronden waarop de caravanstalling en het tuinbouwbelevingscentrum zijn gevestigd via de landelijke voorziening worden opgezocht, komen niet overeen met de titel van de bij die functieaanduidingen behorende artikelen. De Afdeling heeft het plan in zoverre in strijd met de rechtszekerheid geacht. Onder 20 heeft de Afdeling de raad opgedragen dit gebrek te herstellen. De raad kan dat volgens deze overweging op twee manieren doen. De eerste mogelijkheid is dat de raad het plan op de landelijke voorziening zo aanpast, dat de functieaanduidingen en de titels voor de bij die functieaanduidingen behorende artikelen uit het plan overeenkomen voor de percelen van Project Konneweg B.V. De tweede mogelijkheid is dat de raad ervoor zorgt dat op een duidelijke wijze op de landelijke voorziening (ruimtelijkeplannen.nl) wordt verwezen naar de andere website waar de raad het plan ook op heeft geplaatst, namelijk http://westvoorne.crotec-omgevingsplan.nl. Het resultaat moet in ieder geval zijn dat rechtszeker is welke planregels voor de percelen van Project Konneweg B.V. gelden.

Naar aanleiding van het beroep van [appellant] heeft de Afdeling onder 7.3 overwogen dat het niet vaststaat dat voor het perceel van [appellant] in een passende planregeling is voorzien. De raad heeft namelijk beoogd in het plan de feitelijke situatie op het perceel van [appellant] op te nemen. De recreatiewoning van [appellant] is echter grotendeels illegaal aanwezig op het perceel. Op grond van artikel 120, onder b, van de planregels mag de oppervlakte van een recreatiewoning slechts 50 m² bedragen, terwijl de feitelijke oppervlakte van de recreatiewoning 200 m² is. De Afdeling heeft de raad in overweging 20 opgedragen te motiveren waarom de feitelijke oppervlakte van de recreatiewoning op het perceel van [appellant] al dan niet kan worden gelegaliseerd, en zo nodig alsnog in een daarvoor passende planregeling te voorzien.

3.       Bij besluit van 22 juni 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Omgevingsplan Buitengebied Westvoorne" gewijzigd vastgesteld. In het besluit staat dat de raad het plan op de landelijke voorziening (ruimtelijkeplannen.nl) heeft vervangen door een verwijzing naar de andere website (http://westvoorne.crotec-omgevingsplan.nl).

Ook staat in het besluit dat voorzien wordt in een passende planregeling voor het perceel van [appellant]. Op de verbeelding van het plan is de functieaanduiding voor het perceel van [appellant] gewijzigd naar "wonen". Daarnaast zijn er in artikel 82 van de planregels andere bouwregels opgenomen voor het perceel van [appellant].

Van rechtswege ontstane beroepen

4.       Het beroep van Project Konneweg B.V. en het beroep van [appellant] tegen het besluit van 22 januari 2020 hebben op grond van artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van rechtswege betrekking op het besluit van 22 juni 2022.

5.       Project Konneweg B.V. heeft naar aanleiding van het besluit van 22 juni 2022 geen zienswijze ingediend en dus niet te kennen gegeven dat zij zich niet met dit besluit kan verenigen. Dit betekent dat zij geen beroepsgronden tegen dit besluit heeft aangevoerd. Het van rechtswege ontstane beroep van Project Konneweg B.V. tegen het besluit van 22 juni 2022 is daarom ongegrond.

6.       [appellant] heeft in zijn zienswijze naar voren gebracht dat het herstelbesluit niet voorziet in een passende regeling voor zijn perceel. [appellant] heeft na de tussenuitspraak een exploitatieovereenkomst gesloten met de gemeente. De daarin afgesproken bouwmogelijkheden zijn echter niet opgenomen in het herstelbesluit.

6.1.    De raad heeft toegelicht dat het de bedoeling is de bouwmogelijkheden uit de exploitatieovereenkomst op te nemen in het plan, maar dat door een samenloop van omstandigheden de bouwmogelijkheden uit de exploitatieovereenkomst nog niet zijn verwerkt. Deze zullen bij de volgende herziening van het plan alsnog worden verwerkt.

Omdat de raad zich in zoverre op een ander standpunt stelt dan hij in het bestreden besluit heeft gedaan en niet is gebleken dat gewijzigde omstandigheden hiervoor aanleiding hebben gegeven, is het bestreden besluit wat betreft dit onderdeel niet met de vereiste zorgvuldigheid voorbereid.

Het betoog slaagt.

Conclusie

7.       Gelet op wat de Afdeling heeft overwogen in de tussenuitspraak, zijn het beroep van Project Konneweg B.V. en het beroep van [appellant] gericht tegen het besluit van 22 januari 2020 gegrond.

8.       Het van rechtswege ontstane beroep van Project Konneweg B.V. tegen het besluit van 22 juni 2022 is ongegrond.

9.       Het van rechtswege ontstane beroep van [appellant] tegen het besluit van 22 juni 2022 is gegrond.

10.     Het gegronde beroep van [appellant] tegen het besluit van 22 juni 2022 brengt met zich dat artikel 82 van de planregels moet worden vernietigd. De Afdeling ziet aanleiding om de raad met toepassing van artikel 8:72 van de Awb op te dragen om binnen 26 weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen tot wijziging van het plan waarmee bouwregels voor het perceel van [appellant] worden vastgesteld en dit besluit vervolgens op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken.

Omdat door de vernietiging van artikel 82 van de planregels geen beperkende bouwregels gelden voor het perceel van [appellant], ziet de Afdeling aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:72, vijfde lid, van de Awb. Deze voorlopige voorziening houdt in dat artikel 82 van de planregels blijft gelden voor het perceel van [appellant] tot de inwerkingtreding van het nieuwe door de raad te nemen besluit.

11.     Uit oogpunt van rechtszekerheid en gelet op artikel 1.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening, ziet de Afdeling aanleiding de raad op te dragen het hierna in de beslissing nader aangeduide onderdeel van deze uitspraak binnen vier weken na verzending van de uitspraak te verwerken in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de website waarop de raad het plan heeft geplaatst, namelijk http://westvoorne.crotec-omgevingsplan.nl.

Proceskosten

12.     De raad moet de proceskosten van Project Konneweg B.V. en van [appellant] vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verklaart het beroep van Project Konneweg B.V. en het beroep van [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B] tegen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan "Omgevingsplan Buitengebied Westvoorne" van 22 januari 2020 gegrond;

II.       vernietigt het onder I vermelde besluit, voor zover:

a. de functieaanduiding "specifieke vorm van bedrijf - caravanstalling konneweg 6" is toegekend aan het perceel Konneweg 6B te Tinte;

b. de functieaanduiding "specifieke vorm van bedrijf - tuinbouwbelevingscentrum" is toegekend aan het perceel Konneweg 4 te Tinte;

c. artikel 120, onder b, van de planregels voor zover dit artikel van toepassing is op het perceel [locatie] te Rockanje;

III.      verklaart het beroep van [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B] tegen het besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan "Omgevingsplan Buitengebied Westvoorne" van 22 juni 2022 gegrond;

IV.      vernietigt het onder III vermelde besluit, voor zover het artikel 82 van de planregels betreft;

V.       verklaart het beroep van Project Konneweg B.V. gericht tegen het besluit van 22 juni 2022 ongegrond;

VI.      draagt de raad van de gemeente Voorne aan Zee op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat het hiervoor vermelde onderdeel IV wordt verwerkt in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de andere website, namelijk http://westvoorne.crotec-omgevingsplan.nl;

VII.     draagt de raad van de gemeente Voorne aan Zee op om binnen 26 weken na verzending van deze uitspraak, met inachtneming van deze uitspraak, een nieuw besluit tot vaststelling van het plan te nemen ter vervanging van artikel 82 van de planregels zoals aangeduid in onderdeel IV en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze en binnen de daarvoor geldende termijn bekend te maken en mede te delen;

VIII.    treft de voorlopige voorziening dat het plandeel in onderdeel IV tot de inwerkingtreding van het nieuwe door de raad te nemen besluit als bedoeld onder VII blijft gelden voor het adres [locatie] te Rockanje;

IX.      veroordeelt de raad van de gemeente Voorne aan Zee tot vergoeding van de bij:

a. Project Konneweg B.V. opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.674,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

b. [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B] opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 2.526,98, gedeeltelijk toe te rekenen aan een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;

X.       gelast dat de raad van de gemeente Voorne aan Zee aan appellanten het door hen voor de behandeling van de beroepen betaalde griffierecht vergoedt, ten bedrage van:

a. € 354,00 aan Project Konneweg B.V.;

b. € 178,00 aan [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B], met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.

Aldus vastgesteld door mr. R. Uylenburg, voorzitter, en mr. H.J.M. Baldinger en mr. W. den Ouden, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. Plambeck, griffier.

w.g. Uylenburg
voorzitter

w.g. Plambeck
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 29 maart 2023

159-952