Uitspraak 202206880/2/R2


Volledige tekst

202206880/2/R2.
Datum uitspraak: 9 februari 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

1.       [verzoeker sub 1A] en [verzoeker sub 1B], wonend te Kaatsheuvel, gemeente Loon op zand, (hierna tezamen en in enkelvoud: [verzoeker sub 1]);

2.       [verzoeker sub 2A] en [verzoeker sub 2B], wonend te Kaatsheuvel, gemeente Loon op zand, (hierna tezamen en in enkelvoud: [verzoeker sub 2]),

verzoekers,

en

de raad van de gemeente Loon op Zand,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 13 oktober 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "[locatie 1]" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] beroep ingesteld.

[verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 19 januari 2023, waar [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2], vertegenwoordigd door mr. drs. C.R. Jansen, en de raad, vertegenwoordigd door M. Prins en G. van de Vrande, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [partij] te Schaijk, vertegenwoordigd door [gemachtigde] en [directeur], als partij gehoord.

Overwegingen

Inleiding

1.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

2.       Het plan maakt zes woningen mogelijk in de vorm van een twee-onder-één-kapwoningen en vier aaneengesloten grondgebonden woningen op percelen aan de [locatie 1] in Kaatsheuvel. De woningen worden verdeeld over twee bouwvlakken. Het plan voorziet ook in het realiseren van parkeerplaatsen haaks op de straat. Het plangebied is gesitueerd aan de zuidoostkant van Kaatsheuvel en binnen de ‘driehoek’ van de straten Gasthuisstraat, Prins Hendrikstraat en Leo XIII-straat. Het plangebied bestaat op dit moment uit bedrijfsbebouwing waar zich een zeefdrukbedrijf bevindt. [verzoeker sub 1] woont aan de [locatie 2] te Kaatsheuvel en [verzoeker sub 2] aan de [locatie 3] te Kaatsheuvel.

Spoedeisend belang

3.       [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] hebben verzocht om schorsing van het plan om onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding daarvan te voorkomen.

3.1.    Op de zitting heeft [partij] aangegeven dat zij op korte termijn een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de bouw van de woningen zal gaan indienen. Omdat de omgevingsvergunning dan op basis van dit plan kan worden verleend, acht de voorzieningenrechter een spoedeisend belang aanwezig bij het verzoek.

Beoordeling verzoeken

Overleg/inspraak

4.       [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] betogen dat zij onvoldoende zijn betrokken bij de planvorming. Er is geen overleg geweest met betrokken omwonenden en er is niet geluisterd naar omwonenden. Er is over het plan slechts eenzijdig informatie gedeeld door de ontwikkelaar en de gemeente. Volgens [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] is het plan daarom niet op zorgvuldige wijze tot stand gekomen.

4.1.    Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de initiatiefnemer in maart 2019 een voorlichtingsavond over het project heeft georganiseerd, er individuele gesprekken bij omwonenden thuis hebben plaatsgevonden en er eind augustus 2020 een inloopavond is georganiseerd waar ook de gemeente vertegenwoordigd was. Ook is eerst een voorontwerpbestemmingsplan opgesteld, dat gedurende 6 weken ter inzage heeft gelegen. Tijdens deze periode is er gebruik gemaakt van de geboden mogelijkheid om inspraakreacties in te dienen. Hierop is door het gemeentebestuur gereageerd in de ‘Nota beantwoording inspraakreacties’. In deze Nota is aangegeven waarom een inspraakreactie wel of niet heeft geleid tot een aanpassing van het plan. Tussen het voorontwerpbestemmingsplan en het ontwerpbestemmingsplan zijn er mede door inspraakreacties een aantal aanpassingen opgenomen in het plan. Gelet op zorgen bij omwonenden heeft het gemeentebestuur bij de start van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan op 29 maart 2022 een extra inloopavond georganiseerd voor de omgeving, waarbij medewerkers van de gemeente en van de initiatiefnemer in gesprek gingen met de aanwezigen en vragen beantwoordden. Het ontwerpbestemmingsplan lag vervolgens van 24 maart tot en met 4 mei 2022 ter inzage. In die periode zijn er onder meer door

[verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] zienswijzen ingediend. Naar aanleiding van een ingekomen zienswijze van [verzoeker sub 1] is het ontwerpbestemmingsplan ook aangepast, door bij de vaststelling een hogere erfafscheiding dan gebruikelijk, namelijk van 3 m, mogelijk te maken tussen het perceel [locatie 2] en de planlocatie. Niet is gebleken dat de bestemmingsplanprocedure niet volgens de regels in de Wet ruimtelijke ordening, het Besluit ruimtelijke ordening en de Algemene wet bestuursrecht is verlopen.

4.2.    Gelet op het voorgaande ziet de voorzieningenrechter vooralsnog in hetgeen [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] hebben gesteld geen aanleiding voor het oordeel dat het plan niet op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen.

Passendheid in de omgeving

5.       [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] betogen dat de toekomstige bebouwing — onder andere qua hoogte en ruimtelijke uitstraling — niet aansluit op de bestaande woningen aan de Prins Hendrikstraat en omliggende straten. Zij voeren aan dat het volume en de hoogte van de voorziene woningen dient te worden aangepast zodat deze aansluiten bij de bestaande bebouwing in de buurt. Verder stellen zij dat de woningen voor de doelgroep starters niet in de buurt passen.

5.1.    De raad stelt dat met het plan een bedrijfsbestemming verdwijnt uit deze woonomgeving in de kern van Kaatsheuvel. Het op de voormalige bedrijfslocatie realiseren van woningen in de omvang als voorzien in het plan, is volgens de raad passend in de omgeving.

5.2.    Op de verbeelding is aan de bouwvlakken de bestemming "Wonen" en de maatvoering "maximum bouwhoogte: 10 m" respectievelijk "maximum goothoogte: 4,5 m" toegekend. De voorste grenzen van de bouwvlakken liggen door het mogelijk maken van 11 parkeerplaatsen haaks op de straat iets verder naar achteren dan veel woningen in de omgeving. De woningen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gerealiseerd. De woonpercelen en bouwvlakken voor woningen in de omgeving hebben verschillende oppervlakten. Ingevolge de in de omgeving geldende beheersverordening "Woongebieden Kaatsheuvel", die geldt voor de omliggende gronden is de maximale goot- en bouwhoogte van de woningen in de omgeving respectievelijk 6 m en 11 m en 3 m en 8 m. Voor de bestaande woningen aan de Prins Hendrikstraat en de overige straten in de omgeving geldt overwegend een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 6 m en 11 m, dat is dus hoger dan in het plan voor de woningen is voorzien. In het plan is niet geregeld dat uitsluitend starterswoningen zijn mogelijk gemaakt.

5.3.    Gelet op de planregels in combinatie met de verbeelding heeft de raad zich naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter op het standpunt kunnen stellen dat de voorziene woningen passend zijn in de omgeving.

Waardevolle boom

6.       [verzoeker sub 2] vreest voor het voortbestaan van een 80 jaar oude eik in zijn tuin omdat met dit plan bebouwing mogelijk wordt gemaakt op korte afstand van de boom en de boom wordt ingebouwd. [verzoeker sub 2] wijst erop dat de gemeente al in 2019 heeft aangegeven dat de boom voldoende punten heeft om een beschermde status te krijgen en aan de waardevolle bomenlijst van Loon op Zand moet worden toegevoegd en derhalve behouden moet blijven. Dit is inmiddels ook bevestigd in een recent rapport van Helvoirt Groenprojecten. De raad had het voortbestaan van de eik moeten borgen in het plan.

6.1.    De raad stelt na raadpleging van een groenadviseur dat het voortbestaan van de eik niet in gevaar is. De raad wijst erop dat de initiatiefnemer in de koopovereenkomsten met de eigenaren van de nabijgelegen percelen zal opnemen dat de eik aanwezig is en behouden blijft met dit woningbouwproject. Op die manier kunnen kopers daarvan kennis van nemen. Met een kettingbeding wordt die passage ook opgenomen in toekomstige koopcontracten van de betreffende percelen.

6.2.    De raad betwist niet dat de eik voldoende punten heeft om een beschermde status te krijgen en dat de eik behouden moet blijven. De boom bevindt zich in de tuin van [verzoeker sub 2] en is gesitueerd in de nabijheid van de grens van het plangebied aan de tuinzijde van de voorziene woningen. Tussen de voorziene woningen en de boom liggen tuinen. De bouwvlakken waar de woningen komen, liggen verder weg van de eik dan het bouwvlak in de huidige beheersverordening "Woongebieden Kaatsheuvel" en de bedrijfsbebouwing is ook in de nabijheid van de eik gesitueerd. Op grond van het plan kunnen er, mits aan de voorwaarden in de planregels wordt voldaan, bijgebouwen in de nabijheid van de plangrens en van de eik worden opgericht. De maximale goot- en bouwhoogten van (niet aangebouwde) bijgebouwen zal gelet op de planregels respectievelijk maximaal 3 m en 4 m mogen bedragen. De eik is veel hoger. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft de raad zich op het standpunt mogen stellen dat de vrees dat de boom niet in stand zal blijven ten gevolge van het plan niet gegrond is.

Aantasting uitzicht en privacy

7.       [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] betogen dat het plan leidt tot aantasting van hun uitzicht en privacy. In dat verband wijzen zij erop dat de woningen zijn voorzien op korte afstand van hun woningen. De raad had de negatieve gevolgen ten opzichte van het huidige plan kunnen verminderen door de woningen meer op te schuiven naar de Prins Hendrikstraat. Door de aanleg van 11 parkeerplaatsen, haaks op de straat, komen de woningen verder van de straat af te staan, wat betekent dat de woningen dichter bij de percelen van [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] komen te liggen.

7.1.    De afstand tussen het perceel van [verzoeker sub 1] en het bouwvlak dat het meest nabij zijn perceel ligt bedraagt volgens de raad ongeveer 13 m en dit is niet bestreden. De afstand tussen het perceel van [verzoeker sub 2] en het bouwvlak dat het meest nabij zijn perceel ligt bedraagt ongeveer 6 m. De raad stelt dat de eventuele aantasting van de privacy en het uitzicht van [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] niet zodanig is dat dit leidt tot een onevenredige aantasting van hun woon- en leefklimaat. Ook gelden in de omgeving vergelijkbare bouwregels en afstanden. Verder heeft de raad in de afweging betrokken dat in het algemeen geen recht bestaat op een blijvend vrij uitzicht. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter bestaat in het aangevoerde geen aanleiding voor het oordeel dat het plan leidt tot een onevenredige aantasting van de privacy en het uitzicht. In het verlengde daarvan bestaat evenmin aanleiding voor het oordeel dat de raad het plan vanwege de gevolgen voor de leefomgeving van [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] niet op deze wijze heeft mogen vaststellen en de parkeerplaatsen op een andere locatie had moeten bestemmen.

Conclusie

8.       In hetgeen [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] hebben aangevoerd, ziet de voorzieningenrechter geen aanknopingspunten voor de verwachting dat het bestreden besluit in de bodemprocedure geen stand zal kunnen houden. De verzoeken dienen daarom te worden afgewezen.

9.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst de verzoeken af.

Aldus vastgesteld door mr. E. Helder, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Ouwehand, griffier.

w.g. Helder
voorzieningenrechter

w.g. Ouwehand
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 9 februari 2023

224